En als ik nu eens trager dan de tijd zou schrijven. M'n woorden oppoetste als oud koper. Of er bloemblaadjes overstrooide. Zoals in een processie.
Dan kon ik misschien wat zielerust kweken. In de tuin van m'n zinnen. Of hoop planten. Met een stevige stengel geloof. Bloesemend van liefde.
En als ik dan langs het tuinpad zou slenteren, hier en daar, wat berouw wieden. En er korrels spijt overheen strooien.
Want 'dans mon petit jardin secret' tiert het onkruid welig. Volgens de zedige tuingidsen toch. Of heerlijke doodzonden. Zo kan je die bloemetjes ook noemen.
Zondag. Ochtend. De stilte slaapt nog een hazenslaap. De mussen sjilpen. De hagen frazelen. De wolken schuifelen. De wind wuift in de bomen.
Zonde om zo'n dag te vergapen.
Uvi
|