Een stenen moeder
Het lag of liever stond daar op het kerkhof van papier: de Slegte. Ik liep er tussen de graven van schrijvers. En keek op hun zerken, zoekend naar namen.
Het is goed toeven daar, een plek om bescheiden te worden. Een stofje roem, een pluisje applaus en de wind wuift je uit. Het leven van een schrijver eindigt bij de Slegte.
Vermits ik van kerkhoven hou, vooral die van papier, dwing ik me dikwijls daar voorbij te stappen. Want het wordt een verslaving. Straks ben ik nog een lijkenpikker.
En toch, verleden week bezweek ik nog maar eens onder m'n zwak karakter. Ik las zijn naam. Hij maakt me altijd wat weemoedig. Hoewel hij nog jong is. Ik heel wat minder.
Bij de auteur zie ik zonnige beelden voor m'n ogen. Schrijvers tussen eeuwenoude gebouwen. En 'n open plek waar hij letters liet vliegen. Als witte duiven. Hij was toen veel jonger. Ik ook.
Hij zat daar mijn droom te wezen. Naast een beeldschone vrouw dan nog. Betty Mellaerts. Het leven van schrijvers kan onrechtvaardig schoon zijn. Veel later kwam ik 'm nog eens tegen. Hij was heel wat ouder geworden. Ik ook.
Zelf was ik toen in gezelschap van m'n geliefde. De poëzie was een excuustruus om bij haar te zijn. Maar het was mooi meegenomen.
Ik kon hem even spreken. Zo dicht dat ik zag dat hij een mens was. Luuk Gruwez. Nu lees ik elke ochtend "Een stenen moeder".
Totdat ze verdwenen is. In het kerkhof van m'n geheugen. Misschien wel zonder herinnering.
Uvi
Pp
|