Twijfel.
Dat is absoluut het eerste woord dat ik in dit vers dagboek wilde neerschrijven, beste m/v-lezer.
Twijfel steeds aan mijn woorden. Twijfel is het zout op uw patatten.
Graag had ik u aangesproken met je. Maar sinds ik vanmorgen een artikel van Joël De Ceulaer las in Knack, durf ik dat niet meer. Hoewel ik twijfel aan zijn woorden.
Ik citeer hem even:
" Als een presentator of copywriter of webmaster van Radio 1 voortaan het woord tot mij richt, zou ik willen dat hij 'u' tegen mij zegt in plaats van mij koude rillingen te bezorgen met dat weerzinwekkend familiaire en in de audio-visuele sector steeds genadelozer om zich heen grijpende gejij en gejouw.
...
Ik zal het te zijner tijd eens met mijn dokter bespreken, maar ik vind dat dus hoogst onaangenaam. Ik wens namelijk niet getutoyeerd te worden door wildvreemde mensen die in Brussel achter een klavier of microfoon zitten. etc. etc. "
De Ceulaer richt dit opiniestukje aan Hautekiet van één. U welbekend.
Ach, u kan best 'met u ' beleefd maar ongevraagd intiem worden. En 'met jij' een immense afstand creëren. Alles begint waar 'u en jij' eindigt, natuurlijk.
Momenteel zijn we nog wildvreemden voor mekaar. Misschien houden we het best een wijle zo. Ik stap nog niet meteen naar mijn huisdokter.
En ondertussen blijf ik u aanspreken en groeten met u. Gelukkig zonder hoofdletter. Dat De Ceulaer dat vergeten is.
Uw Uvi
|