Dagboek van een dwalende geest
Mischien heb jij daar wel een andere mening over. Dat zou mijn ijdelheid strelen. Ik schrijf hier maar, zo maar wat. Hét vloeit uit m'n hoofd naar m'n vingers als regen van een heuvel.
Ik mag niet lezen of ik begin te schrijven. Vandaag is De Standaard der Letteren weer magnifiek. Nieuwe lay-out, schitterende inhoud.
Al die briljante schrijvers. Ik heb even moeten nadenken over een valabel adjectief. O, wat verslind ik ze. Savoureren is een juister woord. Met ingehouden haast want het moet duren.
Zwagerman, Torfs, Deleu, Murakami ... zelfs De Gucht. Over die zijn "Pluche" wil ik wel nog wat kwijt. Een andere keer. Misschien.
Glansrijke geesten. Ik voel me zo pietluttig onder het lover van hun woorden. Hoelang denken zij na over een gedachte, eer zij er een geschreven zin van maken? Scripta manent, indachtig.
Hoelang laten ze hem rijpen onder de tijd? Alvorens hem met inkt te zegenen. Blauw als een druif. Met een blos erop. Wie meldt mij de exacte naam voor dit prachtig patin?
Zie je, ik denk maar wat, en schrijf maar wat ... en oeps ... daar staat het al in z'n armtierige glorie. Zopas nog ongeboren. Gauw geconcipieerd in m'n hoofd. Nu al versleten onder m'n vingers.
Ik schrijf mij kwetsbaar bloot onder je blikken. Gelukkig heeft mijn naam zich diep verborgen. Ingegraven in de anonimiteit.
Uvi
|