Schriftuur
Ooit was er een heilig uur voor de Schrift.
Misschien komt daar het woordje 'schriftuur' wel van.
Vanmorgen had ik schrik. Van een geschrift.
Twee papiertjes waarop woorden. Uit een verleden.
Een geschrift is steeds van vroeger. Nooit van morgen.
Het ene herkende ik meteen. Dat van m'n dochter.
Het andere liet me twijfelen. In twee vrouwen.
Ze sliepen en liepen door m'n leven. Nu door mekaar.
Ik twijfel. Van wie is wat?
Herinneringen spinnen webben.
Ze vangen verleden. Mist. Gisteren gewist.
Maar geen gemis. Vandaag.
Het schools geschrift van je dochter vergeet je nooit.
Maar ook dat maakt me bang.
Ik wil haar vergeten. Toch voor even.
Ban haar uit m'n ochtend.
Ik zie je blik. Verontrust en verontwaardigd.
Zij sluipt via de binnenwegen van een papiertje.
In mijn ochtendhoofd.
Ik wil haar kwijt.
Bij het opstaan al. Meteen in de badkamer.
Bij het aanknippen van het licht.
Dan springt de radio op vergeten.
Muziek. Liedjes uit de kleerkast van mijn jeugd.
Mijn dochter baart. Niet alleen kindjes.
Baart me zorgen.
Ik ben bang om op zondag te "skypen".
Afrika is nooit vrolijk.
Enkel in de verhalen van toeristen.
Zij die komen en gaan.
Maar nooit blijven.
Witte tanden. En grote kinderogen.
Lachende lippen.
En rust. En onthaasting. Voor de blanken.
De zwarten hebben tijd.
Zij hebben niets anders.
De maandag is er om te vergeten.
Uvi