Lieu de mémoire
Ik hou het meest van de zee in mijn hoofd.
Als ik een meeuw hoor over land.
Of als wind door de radio waait.
In de luisterhaven van m'n oren.
Ik verlang naar de zee. Voor even.
Als ze moe is. En alleen. Achter gelaten.
Door tonnen toeristen, die bruin gebraden,
voor een jaar achter hun tv verzanden.
Dan is de zee van mij.
Beklim ik de tijd. Als een dijk.
Kijk ik over de duinen.
Naar de verte van het verlangen.
Morgen.
Daar ligt mijn leven te wachten.
Op mij.
Vandaag blijf ik nog even bij mezelf.
Met averij.
Wat overblijft van gisteren.
Uvi