Maandag is een stille dag.
Het gewemel van het weekend zit op school of op het werk.
De lucht zucht onder een grijs gewelf.
Alsof wolken het licht hebben opgeslorpt.
De uren lijken me leeg.
Zonder haar.
Wachten op Godot wordt het.
En in afwachting dan maar poetsen en strijken.
Eerst me nog opwarmen aan een paar schrijvers.
Misschien laat het wit wat zon door.
Hoe zij liefde, verlangen en gemis in hun woorden leggen.
Ach, het doet me denken aan het verstoppen van paaseieren.
Dat soort geluk, vooral het vinden,
strooit weemoed over m'n vingers.
Laat me mezelf maar vinden vandaag.
Ik begin eraan ...
Uvi