Bij ons Verhalenparcours omtrent Water - Kom, hadden wij het over een kommetje koffie. We werkten met versierde kommen met lage voet. Het eerste wat de bewoners opmerkten was dat dit niet de kommen van vroeger waren. Die waren wit en hadden een iets hogere voet. Na een tijdje waren ze toch verzoend met deze soort kommen.
Dan gebruikten we de koffiemolen, maar die was stuk. We vertelden dit we deden alsof : we goten wat gemalen koffie in de lade . Toen kwam het moment van het gieten van heet water, uit een thermos, in de koffiezak. We hadden een zak gekocht en die genaaid aan de metalen rand. We discussieerden over het aantal lepels gemalen koffie. Dan kwam protest: we hadden vergeten er cichorei aan toe te voegen. Vroeger was de regel: geen koffie zonder cichorei. Na een tijdje wisten we dat die cichorei er vooral was voor de zwartere kleur. Want je mocht niet door de koffie kunnen doorkijken tot de bodem van de kom.
Toen gingen de herinneringen terug naar de oorlogsjaren. Koffie was uitzonderlijk te verkrijgen en was zeer duur. De mensen behielpen zich met Malt-Kneipp, gemalen gebrande gerst met daarbij cichorei (bitterpeen). Men vond die combinatie wel niet zo lekker, maar beter dit dan niets. Na de oorlog kon men met mondjesmaat koffiebonnen kopen. Aanvankelijk was dit meestal een kwart kilo koffiebonen uit grote, blikken dozen. Bonen in pakjes van een merk kwamen later: Rombouts, De Zwarte Kat. De ouderen merkten op dat de koffie waar men nu veel reclame voor maakt - Douwe Egbert - toen nog niet in Vlaanderen gedronken werd. Er werd nog veel meer verteld en we kregen nog veel feedback hoe we efficiënter en effectiever konden tewerk gaan, met voor ogen dat het parcours pittig, plezierig en aangenaam diende te zijn voor ouderen en begeleiders met niet teveel rompslomp.
Project OCMW Antwerpen, cel Culturele en Maatschappelijke Ontplooiing.
Onlangs had ik een vreemde ervaring. Ik was op zoek naar objecten van de jaren 1950 - 1965 die de volkscultuur van drinken en eten bij ouderen kunnen oproepen. Met een koffiemolen voor je is het makkelijker samen met ouderen je te verplaatsen in het maken en drinken van koffie zoals vroeger.
Ik deed kartonnen dozen uit inboedels open met kommen, vazen, koffiemolens, serviezen, potten en kannen. En opeens kwam bij mij het beeld op van de dichter Petrarca die (in 1368: die datum zocht ik later op) mijmerde tussen de ruïnes van het Forum Romanum van Rome, ooit het machtigste plein van het Romeinse keizerijk.
Er is naturlijk een eeuwigheid van verschil tussen inboedels van overledenen en de ruiïnes van het gradioze Forum Romanum met zijn prachtige gebouwen, straten, pleinen waar recht werd gesproken, aan handel en politiek werd gedaan. Toen Petraca er zat liepen er koeien rond. Het was totaal vervallen. Hij vond die plek zo sterk om zich te verplaatsen in de Oudheid, dat hij mee aan de grondslag lag aan de beweging om het tot leven wekken van de glorie van de Oudheid.
In de Romantiek zochten een aantal mensen met opzet ruïnes op, om volop te kunnen mijmeren. De Duitsers hadden er zelfs een woord voor: Ruinenfreunde - ruïnenvreugde. Sommigen lieten zelfs ruines maken in hun tuin. Door deze ruïnes konden ze makkelijker herinneringen ophalen.
Wat ik samen met ouderen doe is herinneringen ophalen met een koffiemolen, een kom, een pakje cichorei De Beukelaer. We willen niet een glorievolle periode doen herleven, maar aangename beelden oproepen van vroeger. Niet zozeer uit nostalgie, niet omdat het vroeger beter was. Neen, omdat 'vroeger' een belangrijk deel is van het leven van nu bij de ouderen. Herinneringen ophalen is plezierig en prikkelt de geest.
Inderdaad, vreemde gedachtensprongen: van een koffiemolen naar het Forum Romanum met Petraca en opnieuw naar de koffiemolen om herinneringen op te halen aan een kom koffie van vroeger. We gieten de gemalen koffie samen met cichorei (bitterpeen) in de koffiezak (koffiebusse; koffiebeurs) en we gieten er langzaam heet water op. De koffie ruikt nog even sterk als vroeger. We beleven aan de herinnering vreugde aan, zij het geen ruïnenvreugde. Met dank aan Alex (Pax - OCMW Antwerpen) voor de foto.
Project OCMW Antwerpen, cel Culturele en Maatschappelijke Ontplooiing.
Sinds ik voor senioren en residenten een Verhalenparcours uittest, selecteer ik informatie naar water en wat er mee samenhangt. Ik probeer het oerelement water te situeren in het cultureel erfgoed, in de immateriële cultuur (zoals verhalen en herinneringen) en in de materiële cultuur, objecten zoals een kom, een vaas, een vergiet.
Ik las dat een van de symbolen van het wereldtoerisme en het werelderfgoed de abdij Mont Saint-Michel (grens Normandië - Bretagne gelegen aan een baai met de voeten in het zeewater), opnieuw meer in het zeewater zal liggen. De toegang tot deze abdij via de weg op de dijk, zal binnenkort een brug worden, zodat het water mee vrij spel zal hebben. Een wandeling over deze baai naar de abdij wordt een belevenis eerste klasse. Opnieuw zal duidelijk zijn dat dit monument verweven is met de zee en de getijden. Met de jaren, o.a. door inpoldering, had het land geleidelijk de omringende zee ingenomen. Het eilandkarakter zal opnieuw duidelijk naar voor komen.
Maak van de Mont-Saint Michel een uitstap. Ze is is na de Eiffeltoren het drukst bezochte monument van Frankrijk met ongeveer 3,5 miljoen toeristen per jaar.
En dit nog een benedictijnenabdij? Ja en neen. Ja, want er leven vijf paters en vier religieuzen op deze rotsklomp in de zee. Neen: van de oude glorie blijven enkel gerestaureerde gebouwen over. La Merveille herken je nog aan de refter, het scriptorium, de slaapzalen. De inboedel, de boeken, de manuscripten verdwenen na de Franse Revolutie. Een deel van de manuscripten kan je nog zien in het nabij gelegen Avranches.
In andere abdijen, zeker in die van de Cisterciënzers, is het water altijd centraal aanwezig. Het was een van de voorwaarden die Bernardus stelde om een abdij te vestigen.
Water was belangrijk als levensnoodzaak om te drinken en te eten en was tevens essentieel in de liturgie. Denk aan de rituelen met water zoals in het dopen, het besprenkelen met wijwater, het symbolisch reinigen. In de meeste godsdiensten is het water essentieel voor zuiveren, reinigen, drinken. Daarom is water ook een oerelement.
Dit probeer ik residenten te laten ervaren via objecten uit het dagelijkse leven, via siervoorwerpen en via het ophalen van herinneringen.
Project OCMW Antwerpen, cel Culturele en Maatschappelijke Ontplooiing.