Lyceum, schooljaar 1995-1996. Over directrice Prutsmans heb ik allang niet meer verteld. Zij dwarsboomde mijn werkzaamheden in school, en als een afgunstige spin deed ze er alles aan om mij in een kwaad daglicht te stellen bij anderen. Ze had iets tegen Vlaamsblokkers, daar knelde het schoentje!
Daarom haal ik haar nu uit de ondergrondse gewelven van mijn geheugen om haar een flinke bolwassing in de pan te geven, om er gehakt van te maken, om haar tot moes te kloppen. De vieze brij in de pan laat ik dan sudderen tot ze zieltogend gaat liggen smeken om vergiffenis... Daar gaan we dan...
Prutsmans had als kind eens veel te lang in de botsautokes gezeten, en op de paardjesmolen had ze zich ook al een paar toeren misgrabbeld. Daarom draaiden haar hersenen zich in warrige kronkels en die konden dan niet meer uit de knoop geraken. Haar bovenkamer lekte als een zeef omdat er niet alles op een rijtje zat. En verslenste spinnenwebben huisden ook nog in haar koppeke. Zij was geen vrouw van vlees en bloed, maar een giftige adder, een valse en agressieve gifslang... Een menssoort van het heks-achtige type. Haar hobby was spinnen en kevers verzamelen.
Haar boosaardigheid leek op die van een toverkol, zoals die van de 'Tuf-Tuf-Club' van Willy Vandersteen. Vandersteen noemde de heks 'Kovertol' en die had een vliegbezem en zwarte vogel als metgezel, een raaf, een afschuwelijke zwarte vogel... Heks, raaf en bezem... Prutsmans kwam ook alle dagen naar school op hare bezem die ze 's ochtends netjes parkeerde tussen de auto's van haar personeel. Met gebochelde rug begaf ze zich schichtig naar haar kantoor, waar ze haar wrattig gezicht, tandeloze snavel en kromme neus wat bijpoederde, alsof dat zou helpen... Geruchten doen de ronde dat slechte mensen er allemaal zo vreselijk uitzien.
Iedere ochtend verscheen ze in school met de zwarte raaf op haar schouder, en een boekentas vol met toverformules. Formules om Vlaamsblokkers in haar school te betoveren, om hen tot andere inzichten te brengen. Maar Prutsmans bracht er niets van terecht, met haar gepermanente hersenen kon ze niet meer wijs uit alle toverspreuken en ratelde er maar wat op los.
Prutsmans rolde van de ene stommiteit in de andere blunder. Blunderen en flateren, dat deed ze met haar volle verstand en uit eigen vrije wil. Een prachtige illustratie van haar stunten was het bordje 'School zonder Racisme' dat ze op de speelplaats wilde ophangen op een opzichtige plaats. Ze pakte daartoe een laddertje dat gelukkig wat wiebelde en toen donderde ze naar beneden met veel rokkengezwaai en bliksemstralen. Een prachtig vuurwerk!
Sociale en etnische minderheden, marginalen, hopeloze en andere gootgevallen... dat waren haar geliefkoosde prooien om te viseren, analyseren en uitspitten, bijgestaan door haar handboek vol toverspreuken. Het ontwarren van sociale en emotionele problemen bij haar leerlingen deed ze nog eens buiten haar uren dat ze klopjacht hield op Vlaamsblokkers. Het mens was fulltime bezig met onzin en verprutste haar tijd met uitzichtloze tussenkomsten bij leerlingen in nesten. Ze verwaarloosde haar eigenlijke opdracht : de leiding over een waardig lyceum.
|