Vandaag fladderde Blauwbaard door mijn gedachten, directeur Blauwbaard van het gekleurde atheneum waar het wemelde van de Turken en Marokkanen en waar Vlaamse leerlingen allang vertrokken waren naar betere oorden.
Ik kon de man maar niet uit mijn hoofd zetten. Dat gaat meestal zo met mensen die je iets in de weg gelegd hebben, of die je geambeteerd hebben, die moeten op tijd en stond door de mangel gehaald worden, zoals vanavond weer eens.
De school van Blauwbaard was gelegen in een migrantenwijk en om tot daar te geraken was een bovenaardse klus. In die wijk bestonden er geen verkeersregels, het was er een jungle, ja, zoals dat volk gewend is, chaos en geklungel. De dikste snor, de kleurrijkste hoofddoek en de langste rok, die hadden voorrang in het verkeer. En een Marokkaanse politieagent stond er alleen maar om autochtone chauffeurs te verbaliseren.
Blauwbaard! Die man beschikte over de bijzondere gave om elke vrouw, maar dan ook élk vrouwelijk wezen dat zijn pad kruiste, de illusie te geven dat zij onuitsprekelijk mooi en bijzonder was. Zijn talenten om leraresjes te verleiden ontwikkelden zich en kwamen tot volle ontplooiing toen hij verwikkeld zat in een uitzichtloze vechtscheiding, in een kluwen waarin alleen getrouwde mannen verzeild raken wanneer ze ooit aan het altaar in comateuze toestand eeuwige trouw en altijddurende verbintenis en bijstand en nog meer van die mirakels beloofden aan hun toekomstige levensgezellin. In blinde verliefdheid zegt men de gekste dingen aan het altaar, en dan worden er ook nog getuigen bijgehaald bij het hele spektakel... Wordt vervolgd.
|