Islamfobie. Ik zal het nog eens opnieuw uitleggen.
Het idiote woord 'islamfobie' zet me vaak aan tot mijmeren over de onzin van het woord met het fobische achtervoegsel 'fobie'. Beste lezers, islamfobie bestaat niet. Laat u niet belazeren. Islamfobie is een verzonnen taalnieuwigheid om ons, westerlingen, te beschuldigen van vijandigheid jegens de islam, om ons een 'fobie' aan te wrijven, om ons te zeggen dat we psychisch gestoord zijn, en om moslims in een slachtofferrol te drijven. Islamfobie is een verzinsel!
Onze taal wordt geweld aangedaan door de kunstmatige inlassing van de psychiatrische term 'fobie' in onze relatie tot moslims. En de tussengevoegde letter 'o' is helemáál ridicuul: 'islamofobie'. Taalkundig klopt het woord niet, maar het maakt wel indruk. Het is nergens terug te vinden in officiële fobieënlijsten, noch in de Woordenlijst Nederlandse Taal, maar het is wel handig om ons mee om de oren te slaan als we moslims niet in ons hart willen sluiten en de islam niet willen omhelzen.
Na elke islamitische terreuraanslag krijgt de islam een forse deuk. Ook alle moslims krijgen een veeg uit de pan. Eerlijk gezegd vind ik terreuraanslagen goed voor hun kwalijke imago en dat van de islam. En om dat imago op te poetsen is 'islamofobie' verzonnen om ons koest te houden en om moslims te beschermen en het imago van de islam meer glans te geven.
Ik heb geen angst voor moslims of andere etnische rariteiten, en zeker geen onberedeneerbare angst. Er zijn wél mijn gevoelens van afkeer, van minachting en van geringschatting voor de pathologische islam, en die gevoelens kan ik goed beredeneren, ze zijn gegrond en rationeel. Mijn redelijke islam-aversie heeft dus niets met onredelijkheid te maken, en dus ook niéts met een fobie in al haar onredelijkheid.
|