Ze moesten maar niet zo zwart zijn. Ze vallen niet op in de zwarte duisternis. Zwervende zwarte negers in zwarte kleren die dwalen over onze donkere Vlaamse wegen. Vers uit de brousse en nog doordrenkt van het zilte Middellandse Zeewater. Duistere strompelende gestalten, negermannen die met trossen langsheen onze donkere straten kuieren, zonder doel, zomaar wat drentelen... Ik heb 't nooit gekend, deze levenswijze, mensen die kuieren en blijven kuieren, en al kuierend hun lange dagen eindeloos invullen met eindeloze ledigheid.
Gelukkig seinen ze in de zwarte duisternis alarmsignalen uit, hun felwitte tanden en het wit van hun ogen glinsteren. En als je aan komt rijden en die blinkende witte schitterdingen niet op tijd ziet, maken die zwarte mannen een buiteling van hier tot ginder achter in het verre land waar ze vandaan komen. Met een stevige katapult naar hun land van herkomst. Ondersteboven gereden omdat ze onzichtbaar waren.
t Was gisteravond weer eens zover. Op de Kazernelaan, vlakbij het asielcentrum, scheelde het geen haar of 'k had er weer een paar zwarten ondersteboven gereden. Pats, boem!... Per ongeluk. Echt waar, 't was niet opzettelijk. Ze moesten maar niet zo zwart zijn.
Ze sprongen opzij want ze voelden zich nog niet klaar voor de 'Asielzoekershemel'. De AZH is een nieuw asielcentrum hoog in den hemel, heel ver weg boven in 't heelal, een halal-hemel speciaal voor omver gereden moslims waar ze bij hun positieven kunnen komen, om zich te bezinnen over al het onrecht dat ze aandeden aan de plaatselijke bevolking waar ze infiltreerden om de gevestigde orde overhoop te halen.
|