Mijn mannelijke lezers wil ik waarschuwen voor de slinkse trucjes van verleidelijke dametjes die opdringerig de aandacht opeisen van een chauffeur die aan een rood licht wacht.
Heren, als er zich een weelderige boezem met panoramisch uitzicht en glooiend landschap tegen uw voorruit komt plakken en uit de gebarentaal van haar ronde welvingen blijkt dat het mens hulp nodig heeft en om dringende bijstand smeekt, een lichaamstaal die wanhoop en radeloosheid uitstraalt, stap dan vooral niét uit uw auto, negeer het slechte wezen, laat u niet afleiden, verlies uw hoofd niet, en uw kluts ook niet, blijf kalm, kijk de andere kant uit, vergrendel alle portieren en geef een bruuske stamp op het gaspedaal. Verdwijn! Maak u uit de voeten! Schud het mormel van u af!
Vervolg apathisch uw weg, en doe alsof er niets gebeurd is. Dan ziet ge in uw achteruitkijkspiegel hoe de vermomde 'slechtheid' weggezwierd wordt en met een smak op het andere rijvak belandt.
Waarom deze hardvochtigheid? Waarom onze hulpbehoevende naaste niet helpen? Wel, omdat menslievendheid bijlange niet altijd een deugd is, omdat naastenliefde vaak enkel de andere bevoordeelt, ten koste van jezelf. Dat heeft mijn nachtelijke droom nog maar eens uitgewezen.
Laat ik eens vertellen over mijn droomarbeid van vorige nacht.
Een verleidelijk vrouwtje tikte heel vriendelijk tegen mijn voorruit toen ik ergens wachtte op een groen licht. Heel lief maande ze me aan om uit te stappen en bleef maar wenken op mij. Argeloos opende ik het portier, waarna plotseling twee louche kerels uit het struikgewas opdoemden. Ze sleurden me uit mijn auto, verkrachtten me, en raasden toen in volle vaart weg met al mijn bezittingen, huissleutels, handtas, autopapieren, een collectie boodschappen, álles... En toen werd ik wakker.
|