Vandaag 27 juni vieren we O.L.V. van Altijddurende Bijstand. En dan denk ik aan alle OCMW's die altijddurend hun plunderaars bijstaan. OCMW's als geldschieters die met miljoenen en miljarden smijten, met geld van de belastingbetaler.
Gisteravond vertelde de nieuwslezer op tv in koelen bloede dat elke Vlaming jaarlijks 146, 60 euro betaalt aan het in leven houden van leefloners. Wij, werkende Vlamingen, zijn verdraagzaam, genereus en werkwillig, met een grenzeloze zin voor liefdadigheid om onze vreemde medemensen te helpen met overleven. Dat is de Vlaming ten voeten uit: onderdanig en behulpzaan, zichzelf wegcijferend om daarna weg te glijden naar zijn eigen ondergang.
De eerste aanslagplegers op OCMW's waren vroeger de gewone migranten die disproportioneel aanwezig waren in de steeds groeiende groep leefloners. Ook de financieel-economische crisis speelde mee. Maar door de asielcrisis zijn er nu de laatste jaren zóveel parasieten en tafelschuimers van over de hele wereld bijgekomen dat het aantal leefloners uit z'n voegen aan het barsten is, en ook uit de pan aan het rijzen. En dan spreekt de overheid heel deftig over: "Meer nood aan bijstand".
De stormloop op Europa is voelbaar tot in de diepste vezels van alle OCMW's die kreunen onder het aantal leefloners. Ze schreeuwen het al lang uit dat ze sociaal aan het stikken zijn, dat ze een sociaal fiasco vrezen als ze nog meer leeggezogen worden door kaalvretende getinte kleurlingen en ander divers tuig dat niet naar hier gekomen is om te werken, maar om feest te vieren op kosten van de werkende Vlamingen die daarom langer en meer moeten werken.
Het aantal steuntrekkers bij OCMW's is van ruim 100.000 in 2008 toegenomen tot meer dan 150.000 in 2017. Hun aantal zal in de toekomst nog met sprongen hoger de lucht in stijgen. Gemeenten pompen jaarlijks 1,8 miljard euro in de OCMW’s.
Als toetje citeer ik woorden van Bart De Wever: "In geen enkel ander land kunnen mensen al gebruik maken van de sociale zekerheid vooraleer ze er geld in gestopt hebben."
|