|
Schooljaar 2000-2001. Bernadette S. werkte als logopediste in een landelijk schooltje ergens in het Limburgse Lummen. Daar verprutste ze haar tijd met wat bijles te geven aan leerlingen met taalachterstand. Zij geloofde oprecht in een verbetering van het taalniveau van 'anderstaligen'. IJdele hoop en verloren moeite. Zij begreep me niet toen ik het had over 'parels voor de zwijnen', ze dacht dat ik een flauw liedje aan het neuriën was, of een bijbeltekst citeerde, of een gedichtje fantaseerde.
Mijn eerste kennismaking met het corrupte logopedistenwereldje gebeurde op een dag toen Bernadette mijn bureel kwam binnenstormen zonder kloppen, zonder zich aan te melden, zonder zich voor te stellen. Heftig schreeuwde ze: "Zeg eens, die cijfers van u, die kloppen langs geen kanten, die moet ge herzien, anders krijg ik geen geld van de ziekenkas. Zorg dat ge uw cijfers herziet!"... Zo ging ze krijsend tekeer, plat en onbeschaafd, zoals dat past bij een madam van haar niveau. Haar verbale agressie overrompelde me, ik had het mens nooit gezien, nooit ontmoet, zij was voor mij compléét onbekend.
Later besefte ik dat Bernadette er alleen maar op uit was om met valse gegevens de mutualiteiten op te lichten. Met een ongelooflijke arrogantie eiste ze mijn volle medewerking bij het geld lospeuteren van de mutualiteiten, om logopedielessen ten onrechte te laten betalen door het ziekenfonds.
Om het pijnlijke incident niet te doen escaleren, smeet ik met een flinke smak de deur dicht, pal tegen haar snoet. Ik denk dat ze nu nog voor de spiegel haar neus aan het uitdeuken is, zoals met de carrosserie van een auto, dat komt ook nooit meer goed.
|