Het is Pinksteren en mooi weer. Alle Fransen lijken met hun autos op stap en kronkelen zenuwachtig als mieren door elkaar. We verlaten de kust en rijden richting binnenland, op zoek naar minder drukke wegen. In de late namiddag bereiken we Houillés, een klein dorpje waar we in een parkje met houten banken en tafels kunnen staan. Hier kunnen we tot rust komen na al dat rijden! Vlug een foto maken want kijk toch eens hoe mooi wij hier zitten... Maar dat pakt snel anders uit. We hadden al hier en daar een mug gezien, maar nu worden ze echt vervelend. Ze laten ons niet meer met rust. Dus : luifel ophalen, raampjes dicht, alles vastzetten en verder rijden. Waren we met de tent, dan zouden we meer werk hebben.
De volgende halte, in Casteljaloux, biedt vier staanplaatsen, rustig gelegen, maar dat wisten de vier campers die er staan al vóór ons...
In Bouglon vinden we een rustige camperplaats, ook met banken en tafels, waar de muggen ons terwijl we eten nog net met rust laten. Maar dan laten ze zich gaan. We krijgen de keuze: alles bedekken of ons opsluiten in warme Vroem, die puft en zucht onder de brandende zon op zijn dakvenster. René twijfelt, terwijl Nelly zich wapent met training en sokken. Maar je gezicht kan je niet bedekken en daar profiteren die stouteriken van! Wie denken wij wel dat we zijn, als zon klein beestje zal bepalen op welke manier je een warme lente-avond doorbrengt...