We
doen boodschappen in Boxholm. Dit stadje
kan je vergelijken met een Belgisch provinciestadje. Maar het plaatsje waar we
picknicken,in een parkje bij een vijvertje, heel dicht bij het centrum, geeft de indruk van een verlaten dorpje, ver
van de buitenwereld.
Waar je ook bent in Zweden, overal zijn rustige plekjes. We
rijden via Väderstad naar Glanäs in het natuurreservaat Tåkern. Het ligt aan een uitgestrekt meer dat dezelfde
naam draagt. Rond dit meer willen we een wandeling maken, zover als we
aankunnen. Maar de borden vertellen ons
dat we ons bevinden op een beschermd gebied voor vogels.
Bij het meer mogen we
niet komen. Vóór ons zien we paadjes, gemaakt van plankjes en zorgvuldig
afgebakend. Er is een observatiecentrum met allerlei info en verrekijkers om de
vogels te observeren, net als in Store Mosse. Hebben we al
gehad », merkt René een beetje ontgoocheld op. Steeds
verder volgen we het «plankjes-pad», dat door het diepe moeras
loopt. Het wegje leidt dwars door het
hoge riet, nu eens door weilanden, dan weer over plassen. We zien en horen
vooral eenden die in kolonies op dit meer verblijven en onder luid gekwaak in
groepen overvliegen. Tussen het riet tjierpen enkele vogels. Af en toe laten ze zich zien
maar ze gunnen ons niet de tijd voor een foto.
Zwijgend stappen we verder, om
de betoverende sfeer niet te verbreken. We
bereiken een «dorpje», dwz een kerkje en enkele huisjes. Een
koffiehuisje met terrasje verwelkomt ons bij deze warme dorstige wandeling.
Helaas is het tot 17 uur open de klok wijst 20 na 5. Maar de uitbater merkt ons
op en wenkt ons naar binnen. Eigenlijk zijn we gesloten want op dit uur zijn er geen
wandelaars meer. Maar op deze uitzonderlijk zonnige dat maken we wel een
uitzondering. Willen jullie iets drinken ? » . ja ! We
willen niets liever ! wat smaakt dat lekker fris.
Op de
parking van het natuurgebied sijpelen de bezoekers één voor één weg. Dan zijn
we alleen met Vroem. We voelen ons hier «gasten» in het rijk van de
vogels. Nieuwsgierig
kijken de muggen door het gaas van het dakvenster naar binnen. Maar Vroem laat
ze er niet in. Ze hebben al genoeg pret gehad, daarstraks in het riet.