We rijden vanuit Sesimbra verder langs de kust op zoek naar een plaatsje om te picknicken. De weg stopt in Cabo Espichel, het uiterste punt van dit schiereiland.
Wat we hier ontdekken is niet zomaar een picknickplaats maar een pareltje. Hoog op de kliffen, aan de uiterste rand, staat een klooster en een vuurtoren . Het gebouw dateert uit de 13de eeuw en was een bekend pelgrimsoord. 2 bewoners kregen onafhankelijk van elkaar een visioen. Ze zagen de heilige maagd die op een reuze-ezel naar de top van de kliffen reed. Er werden later ook inderdaad enorme voetafdrukken gevonden die in de rotsen gegrifd waren.
Door deze legende werd het "sanctuaria de Nossa Senhora de Espichel" druk bezocht door pelgrims. We zien dit aan de vele rijen kamertjes die loodrecht op het kerkje, en op 2 verdiepingen, opgetrokken zijn . Later stelden wetenschappers vast dat het hier ging om voetafdrukken van dinosaurussen. Er zouden ook fossielen gevonden zijn die dit staven.
Je kan verschillende wandelpaden volgen om ze allemaal te bekijken. Het pelgrimsoord is een ruïne geworden, maar de kerk is nog steeds in gebruik. Heel de omgeving werd in zijn oorspronkelijke staat bewaard.
Een bonte verzameling van wilde bloemen verdringt het gras wat het geheel een sprookjesachtige sfeer geeft.
Eigenlijk zijn we op doorreis naar de Serra de Mamede, maar we blijven hier heel de namiddag hangen. Het is gewoon veel te mooi en te indrukwekkend.
We overnachten op een binnenpleintje in Couço, een kleind pittoresk dorpje. Zo'n afgelegen dorpje heeft echter maar een weg waar iedereen door moet. We vrezen de drukte, maar na 22u komt alles tot rust. Zelfs de blaffende honden beëindigen hun dagtaak en beginnen aan een welverdiende nachtrust.