We rijden heel rustig van Grövelsjön naar het Noorse Gutulisjoen. De elanden en rendieren hebben hier voorrang en ze lijken dat te weten. Soms moeten we stoppen en wachten tot mijnheer of mevrouw zin heeft om terug het bos in te gaan.
Het natuurgebied loopt van Zweden door tot in Noorwegen. Dus ook hier kiezen we een wandelpad uit.
Dit wandelpad brengt ons door het bos langs een uitgestrekt meer. Eigenlijk moeten een reeks rotsblokken dit pad voorstellen. Het is moeilijk stappen. We picknicken in een bijna volmaakte stilte. Zelfs het water van het meer vergeet te kabbelen. Af en toe overspoelt ons langzaam een golf van zacht geruis in de bomen, om even onopvallend weer weg te ebben.
De herten lijken zich verwonderd af te vragen wat wij hier komen doen, maar storen zich verder niet.
Het wandelpad stopt bij het begin van het natuurreservaat : "Gutulivallen". Een natuurgebied is een natuurgebied, zegt Noorwegen. Je mag erin, maar je vindt er geen teken of aanwijzing die door de mens is aangebracht.
De weergoden zijn zo vriendelijk om te wachten tot wij weer in Vroem zijn, alvorens zij de ene stortbui na de andere over ons loslaten. Vroem had toch al lang een douche nodig. Nu lijkt het of we door een wasstraat rijden. Aan weerszijden van de weg doemen de mistige schaduwen op van wat de Noorse bergen moeten voorstellen.
Bij een kapelletje op een paar honderd meten van de hoofdweg even voor Einun vinden we een rustig plaatsje om te overnachten.