We hebben vannacht last gehad van het geraas van vrachtwagens. Een goede ervaring om in t vervolg op tijd een slaapplaatsje te zoeken.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
We rijden naar het volgende schiereiland, Beary. Op het uiterste punt is een kabelbaan, het enige vervoermiddel van en naar het eiland Dursey, waar ongeveer 50 mensen wonen. We hebben geen enkele behoefte om die trip te maken, want de metershoge golven die tegen de rotsen van het schiereiland slaan zijn zo indrukwekkend. Elke meter die je verder stapt is een ander schouwspel. Er staat een wandeling aangegeven. Dit wil zeggen, er is geen paadje. Je gaat over de kliffen van het ene wegwijzertje naar het andere. René loopt heel de wandeling uit en toont me later de prachtige fotos die hij genomen heeft.
Ik kan niet mee. Ik wil wel maar kan niet! De wind is zo hevig en er is niets om mij aan vast te houden. Ik loop gebogen of ik kruip van de ene heuvelrug naar de andere. Zodra ik een gemakkelijke steen gevonden heb blijf ik gewoon zitten kijken. Voor het eerst in mijn leven verveel ik mij niet omdat ik niet kan wandelen. Ik zie de golven die vanuit de uitgestrekte zee aanzwellen om metershoog boven de rotsen uit te stijgen, telkens anders.
We wandelen via een zandstrandje naar een kloof en blijven daar zitten om de ene foto na de andere te nemen.
Toch kunnen we niet vastleggen wat de zien en horen. We voelen zelfs de grond trillen wanneer de golven door de kloof breken.
Vlakbij is een kleine parking met uitzicht op een baai. Hier blijven we slapen.
De nacht is verrassend windstil en we slapen heerlijk.
|