Vrijdag de 13de begint veelbelovend onder een stralende hemel. We bezoeken « Ruinas Romanas », een uitgestrekt opgegraven dorp, midden in de bergen, met tempel, forum en alles wat in een dorp zoal te vinden is. We proberen ons het dagelijks leven van de bewoners voor te stellen in dit ruwe klimaat, zoveel eeuwen geleden.
We wandelen verder in dit gebied. Woorden kunnen niet weergeven wat we gezien hebben. Hopelijk kunnen de fotos iets meer vertellen over dit betoverende landschap.
Na het eten weer binnen in warme Vroem rijden we naar Valera de Abajo, waar we wandelen en schuilen. Eigenlijk zouden we onze reis te voet moeten vervolgen, want achter elke draai ligt weer een ander betoverend «Hof Van Eden».
Het stadje Alarcón wenkt ons van verre, net een zichtkaart vanop deze afstand. Wanneer we achtereenvolgens door de 3 mooi gerestaureerde stadspoorten binnenrijden, voelt het alsof we in de middeleeuwen beland zijn. Tussen de oorspronkelijke gevels in de smalle straatjes is de tijd blijven stilstaan.
We verlaten Alarcón en bedenken dat deze dag voor ons de mooiste « vrijdag de 13de » wordt.
Plots krijgt Vroem kuren. Zijn achteruitrij-lichten blijven branden en flikkeren en nog vervelender het piepje dat hij tijdens het achteruitrijden laat horen, blijft aanhouden, wat we ook proberen. Aan de verre andere kant van de lijn verwijst een bediende van Camper-Assistance ons naar de dichtst bijzijnde garage in Alcázar de San Juan, ongeveer 100 km van de plaats waar we bellen. Hij weet ons ook te vertellen dat de garage morgen, zaterdag, in de voormiddag nog open zal zijn. Dus wij met een piepende, flikkerende Vroem daarnaartoe.
We overnachten op het uitgestrekt industrieterrein van de stad, dichtbij de garage die we met veel moeite gevonden hebben.
|