Vroem doet nog steeds alsof er niets gebeurd is. Hij vertrekt zonder zeuren en volgt braaf de weg die we uitgestippeld hebben.
De beroemde molens van Molinas del Viento van Consuegra, die Servantes zo uitgebreid beschrijft in zijn «Don Quijote», wuiven ons van verre welkom. De berg waarop ze met zn 10 achter elkaar staan biedt ons een 360° uitzicht over het dal. Met deze zeer strakke wind als motor moeten de wieken veel energie geleverd hebben.
Onderweg ontmoeten we, hoog boven op een gebouw, een ooievaarsnest.
In de vooravond rijden we richting Piedrabuena, op zoek naar een slaapplaats. De wegen in dit bosrijke gebied zijn in zeer goede staat, maar op een afstand van ongeveer 100 km vinden we geen enkel bermpje, opritje of parkeerplaatsje. Campings zijn in deze streek ook niet te vinden. Toeristen verblijven blijkbaar liever aan zee.
In Puertollano zijn we het zoeken beu en stoppen in een verlaten industriezone. De laatste meters laat Vroem horen dat hij het ook beu is. Piep piep, daar gaan we weer
...
|