Het weer lijkt nu toch echt beter te worden. De zon straalt aan de staalblauwe hemel en houdt dat de hele dag vol. De nachten en ochtenden zijn nog fris: vanmorgen 7° buiten; 7° binnen.
Onderweg naar El Colmenar wandelen we op een smal weggetje, mooi afgebakend, tot aan een terrasje. Daar staat een bord met informatie over de verschillende soorten vogels die hier leven. We mogen ze hier observeren, maar niet storen, lezen we. In de verte zien we een open plek , zorgvuldig omheind en afgesloten voor toeristen, waar dagelijks voer wordt gestrooid voor die vogels. Het is de bedoeling dat wij ze dan vanop het terrasje kunnen bewonderen. We wachten nieuwsgierig... maar geen enkele vogel te zien of te horen. Blijkbaar hebben ze hun buikje al vol gegeten en zijn ze aan hun siesta begonnen.
We wandelen verder in het bos op een wegje dat plots stopt en keren dan maar terug naar Vroem, die even later over de weg hobbelt, richting El Colmenar. Enkele kilometers verder ontdekken we een zeer grote open plek in het bos. Hier kunnen we ver van de weg blijven staan. Eén auto komt aangereden, rijdt langs Vroem door op een halve meter afstand. Het raampje gaat open en twee politiemannen kijken nieuwsgierig bij ons binnen. We zeggen dan maar "Hola". Ze reageren niet en rijden verder.
We hebben vandaag nog bijna niets gedaan en toch zijn we te lui om te wandelen. Dus spreken we onze voorraad meegebrachte boeken aan en nestelen ons in het zonnetje en in de stilte.
|