We volgen de RV 258, in Målådalen, een smal kronkelend bergwegje bijna overal zonder vangrails aan de afgrond. Boven op de top van Målådalen is een zomerskioord. Maar afgelopen winter viel er zo goed als geen sneeuw, waardoor het skistation er ruig en verlaten bij ligt. De weinige wandelpaden trekken ons niet aan. Het lijkt hier wel een maanlandschap. We rijden daarom verder naar Billingen bij de waterval, voor de uitgestelde 4,5 km wandeling langs de rivier Stor-Foysa.
Bijna heel de afstand wordt een vermoeiende klim. Bij het zicht van het hoogste punt aan de horizon denken we telkens "nu zijn we er". Maar als we daar aankomen ligt er weer een nieuwe helling voor ons. We worden wel rijkelijk beloond voor onze inspanningen. Dit is een van de mooiste tochten van deze reis. De vergezichten zijn wondermooi. Eindpunt is het "Foystonn" meer.
Nu moeten we weer die 4,5 km terug. Afdalen gaat iets vlotter. Halverwege maken we nog een omweg via "Steinenbru". Dit wordt echter zo moeilijk klimmen over al de rotsblokken dat je van een pad niet meer kan spreken.
In de diepte van de afgrond langs ons zien we de enorme waterval. Niet te doen voor mensen met hoogtevrees. Dit omwegje is ook veel verder dan we dachten. We verliezen bovendien ook nog de wegwijzers uit het oog. Hier lopen we nu op en neer op de berg op de verkeerde kant van de ravijn, op zoek naar een brugje...
Na heel wat zoeken staan we om 20u30 terug bij Vroem. De keuken van het restaurant "Comme Chez Vroem" is dicht, want de kok is te moe...
Na een Scandinavisch etentje - Noorse boterhammen en Zweedse muesli - hebben we niets meer nodig, behalve ons bed.