We worden wakker onder een diepblauwe hemel. Het landschap is uniek: we zien een dik wolkendek ipv een dal. Het dorpje Sabugaira daar beneden moet wachten tot de zon erdoor prikt.
Als we dichter bij de stenen komen zien we dat er een plakaatje hangt waarop staat dat onzichtbare gedaantes - geesten - en buitenaardse wezens - deze plek komen bezoeken. Tja... we hebben in elk geval goed geslapen.
We rijden via Torre naar Monteigas. De N338 loop helemaal langs een vallei onstaan door een vroegere gletsjer. Vlak voor Vale de Zézere slaan we een bosweg in om te picknicken.
Een heerlijke geur van bloeiende brem verwelkomt ons. Het bord bij het wandelpad is gedeeltelijk vernield. We kunnen nog lezen : 1.5 km Poios Brancos. De omgeving lijkt een uitgestrekt "bos" van brem en een paarse variant die erop lijkt.
Hier en daar steken rotsen boven de struiken uit. Enkele zeldzame boomskeletten en het verbrand hout op de bodem getuigen van een bosbrand.
Na enkele uren keren we op onze voetstappen terug. We ontdekken nog verschillende andere wandelpaden. We schrijven alle wegwijzers en bordjes over.
Zo hebben we een groot deel van onze volgende voorjaarsreis al gepland.
|