TIENEN DRAAIT ROND Tienen - Tintelende stad -
Suikerstad -mijn stad -
08-04-2011
Nepbrevetten Indiase piloten
Grootschalig onderzoek naar nepbrevetten Indiase piloten
India onderzoekt of duizenden piloten wel de vereiste opleiding hebben gevolgd om een vliegtuig te besturen. De laatste tijd zijn zeker vier gezagvoerders in opspraak geraakt omdat zij hun brevet op onjuiste gronden zouden hebben gekregen. De directeur-generaal van de Indiase luchtvaartdienst zei vandaag tegen de zender CNN-IBN dat het brevet van vierduizend piloten wordt gecontroleerd.
Er werd een piloot van Air India aangehouden na beschuldigingen dat hij nepdocumenten had ingeleverd bij zijn aanvraag van een brevet. Vorige maand trok de luchtvaartdienst het brevet in van een vrouwelijke piloot van de luchtvaartmaatschappij IndiGo, nadat was ontdekt dat de vrouw niet de juiste opleiding had gevolgd. Zij had schade aan een Airbus A320 veroorzaakt door het toestel op de voorbanden in plaats van de achterbanden te laten landen.
Nog een andere piloot van IndiGo en een gezagvoerder van de maatschappij MDLR hebben eveneens hun brevet verloren. Uit onderzoek bleek dat zij nooit voor het examen waren geslaagd.
De luchtvaart in India maakt een onstuimige groei door. Dat is een gevolg van de groeiende inkomens van de inwoners en de liberalisering van het luchtverkeer. De afgelopen maanden steeg het aantal passagiers met een kwart. De zes prijsvechters hebben de grootste moeite piloten voor hun toestellen te werven.
Jaarlijks 50-tal incidenten bij landen of opstijgen vliegtuigen
Op de Belgische luchthavens doen zich jaarlijks ongeveer vijftig incidenten voor bij het opstijgen of landen van vliegtuigen. Dat blijkt uit cijfers over de laatste drie jaar, die staatssecretaris voor Mobiliteit Etienne Schouppe (CD&V) gaf aan sp.a-senator Bert Anciaux. Bij geen van die incidenten kwam de veiligheid van de passagiers in gevaar.
Het aantal incidenten bij de landing schommelde tussen de 24 (in 2010) en 32 in 2008. De meeste gevallen deden zich voor in Zaventem. De oorzaak van de problemen lag in ruim vier op de tien gevallen bij de luchtverkeersleiding (defecte apparatuur of verlies van communicatie).
Weersomstandigheden lagen aan de basis van zowat een derde van de landingsincidenten. Daarna volgen technische defecten aan het vliegtuig, problemen met de vluchtuitvoering en met dieren. In geen enkel geval was de veiligheid van passagiers of omwonenden in gevaar noch was er sprake van grove menselijke fouten of nalatigheid.
Het aantal incidenten bij het opstijgen varieerde in dezelfde periode tussen de 20 en 30 per jaar. Ook bij de problemen tijdens het opstijgen van vliegtuigen is in geen enkel geval de veiligheid van passagiers ernstig in gevaar geweest. Meestal waren de incidenten het gevolg van technische problemen.
LANDEN - De twee kazernes van de Medische Component in Landen sloten op 1april definitief. De militairen brachten een laatste eresaluut op het Marktplein.
'Het is een beetje met spijt in het hart dat we hier nu staan. Het afscheid is nu ook echt een feit.' Majoor Steven Thys, de korpscommandant van de Medische Component in Landen, mocht gisteren voor de laatste keer zijn troepen schouwen en laten defileren. De twee kazernes aan de Hannuitsesteenweg en de Raatshovenstraat moeten binnen het kader van de herstructurering bij Defensie de deuren sluiten, na een aanwezigheid van meer dan 75 jaar in Landen. De 157 militairen worden verdeeld over de entiteiten in Lombardsijde, Nijvel, Peutie, Leopoldsburg en March-en-Famenne.
Enkele honderden inwoners troepten samen op het Marktplein om hun troepen uit te wuiven. De militairen marcheerden, onder begeleiding van de muziekkapel van de Marine, van de kazerne naar het Marktplein. Daar vond een afscheidsceremonie plaats met een parade van de manschappen en hun materieel. Na de plechtigheid marcheerden de troepen naar het Slachthuisplein, waar de officiële ontbinding plaatsvond.
Het was korpscommandant Thys die zijn troepen gisteren een laatste keer mocht toespreken. 'Ik begrijp dat het afscheid zwaar valt', zegt hij. 'Een oude boom verplaatst men niet, zeggen ze wel eens. Het zal voor velen dan ook niet makkelijk zijn om hier te vertrekken. We waren hier graag en we voelden ons hier ook welkom. Bovendien was onze eenheid in alle opzichten speciaal. Landen ligt op de taalgrens, wat maakt dat er altijd een perfect evenwicht was tussen Vlaamse en Waalse militairen. Bovendien was het een kleinschalige eenheid, wat een unieke sfeer gaf.'
Aankoop door stad
Het vertrek van de militairen veroorzaakte in veel andere steden - zoals bijvoorbeeld in Diest - voor flink wat onrust. Want wat gaat er met die legersites gebeuren? In Landen maken ze zich daar minder zorgen over. De stad is immers kandidaat om de legersite EMI22 aan de Hannuitsesteenweg te kopen. Bedoeling is op het 3,5hectare grote terrein onder meer een cultuurcentrum, een fuifzaal, een jeugdhuis en oefenruimte voor de stedelijke sportverenigingen onder te brengen. De stad heeft het recht van voorkoop om de site te verwerven. Er is zelfs al een voorlopig budget beschikbaar, al moet dat nog wel aangepast worden aan de geschatte aankoopprijs. 'De besprekingen lopen', zegt burgemeester Kris Colsoul (CD&V).
HOEGAARDEN - In het structuurplan is sprake van twaalf gehuchten. We zijn er zeker van dat Hoegaardiers de opsomming kunnen verbeteren.
In het huidige Hoegaarden kom je tot x gehuchten: Nerm, Elst, Aalst, Rommersom, Nieuw-, Groot- en Klein Overlaar, Hauthem, Hoksem, Gaat, Babelom... In het structuurplan, dat straks ter bespreking voorligt, telt men er twaalf. De opsomming is min of meer accuraat...
Citaat: 'De geografische ligging met de waterlopen, wegen, heuvels en dalen in de rijke Haspengouwse gronden met akkerlanden en weiden gaf het ontstaan van verschillende dorpen, gehuchten en wijken: - dorpen: na de fusie (1 januari 1977) kwamen Meldert en Outgaarden (vroeger Oud-Hoegaarden) erbij en werd Bost een deel van Tienen; - gehuchten: volgens het boekje Geschiedenis van Hoegaarden van J. Vander Velpen is er in Brabant of Haspengouw geen gemeente met zoveel belangrijke gehuchten. In 1489 telde Hoegaarden 12 gehuchten. Vroeger waren Schoor en Couwenberghe gehuchten van Hoegaarden. Thans zijn het niet meer bewoonde plaatsen op de beek voorbij Aalst. Voor de fusie maakten Ast (Goetsenhoven), Klein- en Groot Overlaar (laagvlakte aan de linkeroever van de Gete), Elst (met de kapel van O.-L.-V.-ten-Troost), Rommersom, Hauthem, Nerm en Aalst (gehuchten aan de Nermbeek) reeds deel uit van Hoegaarden. Hoksem, vroeger deels bij Kumtich, werd na de fusie bij de gemeente Hoegaarden gevoegd. Egypte is een wijk aan de Beek, waarschijnlijk een kampeerplaats van zigeuners waarvan verondersteld werd dat ze van Egypte kwamen;
- wijken: Bullekom te Overlaar aan de Gete was voorheen een landgoed met molen en kasteeltje. Altenaken, vroeger Altena genoemd, is gelegen in de Blije naast de Paenhuysbeek. Steenberghe gelegen tussen de Grote Brug op de Gete en Rommersom ontleent zijn naam aan de steengroeven in de buurt van Rommersom.'
'Deze groepering van gehuchten en dorpjes zou het gevolg zijn van het feit dat Hoegaarden het bestuurscentrum van het graafschap Brunnengeruz is geweest. De dorpskom en de gehuchten zijn ontstaan en verder ontwikkeld aan oude verkeerswegen en waterlopen. (R. Billen)
Arbeiders van de Suikerfabriek in Tienen hebben gisteren voor de tweede keer deze week een bom uit de Tweede Wereldoorlog gevonden in het bezinksel van de bieten. De springtuigen zaten wellicht verstopt tussen een lading suikerbieten.
Sleutels, werkmateriaal, onderdelen van tractoren: de arbeiders van de Suikerfabriek in Tienen vinden elk jaar honderden verloren voorwerpen tussen de anderhalf miljoen ton bieten die elk jaar in de fabriek verwerkt worden. Maar gisteren vonden ze een wel heel bijzonder voorwerp: een vliegtuigbom uit de Tweede Wereldoorlog. De tweede deze week, de derde dit jaar. De Dienst voor Opruiming en Vernietiging van Ontploffingstuigen (Dovo) kwam de springtuigen ophalen en maakte ze enkele kilometers verderop onschadelijk
Maar hoe spectaculair het ook mag klinken, volgens directeur Dirk Ruytings is het niet hoogst uitzonderlijk dat er bommen tussen de aangevoerde bieten zitten. 'De suikerbieten zijn afkomstig van velden uit de wijde omgeving van Tienen', zegt hij. 'Wellicht heeft een van de boeren een veld dat lang braak lag nu omgeploegd en zijn de bommen daardoor boven gekomen. Andere jaren vinden we ook munitie tussen de bieten. Een bom is wat groter, maar het ligt in dezelfde lijn.'
Maar hoe komt het dan dat de bommen nu pas ontdekt zijn? Het bietenseizoen is al bijna drie maanden afgelopen. 'Omdat we nu volop bezig zijn met de opruimingswerken', zegt directeur Ruytings. 'Tijdens het bietenseizoen worden de bieten schoongemaakt met water. Dat bezinksel wordt apart gehouden. En nu we dat bezinksel aan het opruimen zijn, hebben we die bommen gevonden.'
De arbeiders weten ook wat hen te doen staat als er zo'n bom gevonden worden. 'Meteen alarm slaan', zegt ingenieur Luc Bellis. 'De politie bellen en ontmijningsdienst Dovo verwittigen. Eigenlijk is dat een standaardprocedure, maar toch was er even paniek. Niet bij de arbeiders zelf, maar bij hun familieleden. Toen ze op de radio hoorden dat er bommen gevonden waren in de fabriek, hebben ze meteen gebeld. Of ze zich ongerust moesten maken? En of hun familielid geen gevaar liep? Tja, dat is natuurlijk te begrijpen. In 1981 werd de Suikerfabriek in Tienen opgeschrikt door een zware ontploffing. Daarbij kwamen toen vier arbeiders om het leven. Sindsdien zit de schrik er hier goed in.'
Onnodig gisteren, zo bleek. Er was nooit gevaar voor een ontploffing. Een evacuatie van de fabriek en de omgeving was dan ook niet nodig. Dovo haalde de bommen op en maakte ze even verderop onschadelijk. (R. Billen)
HOEGAARDEN - Op vrijdag 15 april om 20 uur is er niet alleen de vernissage van de tentoonstelling Kunst uit eigen dorp, in de Grand Cruzaal van het gemeentehuis, maar ook de voorstelling van de nieuwe straatnaamborden in het Hoegaards dialect. Het gaat hier om een project dat al meer dan 25 jaar aansleept.
Christian Hennuy : 'In augustus 1984 richtte plaatsnaamkundige dr. Paul Kempeneers een brief tot het gemeentebestuur om de Hoegaardse straatnamen aan te passen, taalfouten weg te werken en oude benamingen weer in te voeren. Indien dit onmogelijk was vroeg Kempeneers om onder het straatnaambord een bordje met de oude benaming aan te brengen, weliswaar in het Nederlands: Koffiestraat dus voor de Arthur Putzeysstraat. '
'In september 1984 keurde de gemeenteraad het voorstel goed om een straatnaamcommissie op te richten. Slechts in vier gevallen was een nieuwe naam voorgesteld: Smisveld, Koffiestraat, Nermsesweg en Nieuwstraat voor respectievelijk Koningin Astridstraat, Arthur Putzeysstraat, Henri Dotremontstraat en Ernest Ourystraat. Dit project bleef echter liggen en in juli 1990 werd het opnieuw op de agenda van de gemeenteraad gebracht. Schepen voor Cultuur Frans Huon zag toen de vier naamsveranderingen wel zitten, maar de verandering van de spelling van Hauthem- Hoxem, in Houtem-Hoksem vond hij overdreven. Het project kwam echter in de koelkast terecht.'
In september 2009 bracht schepen voor Cultuur Marleen Lefevre de oude straatnamen weer op de agenda van de Cultuurraad. Andere dialectprojecten zoals de Hoegaardse revue lagen zeker aan de basis hiervan. Er was toen nog wel vraag van enkelen om de oude straatnamen in het Nederlands aan te brengen, maar de Cultuurraad opteerde voor de dialectbenamingen. In 2011 werd deze visie nog eens door de Cultuurraad bekrachtigd.
Er werd beslist om alle straatnamen op zijn Hoegaards te schrijven, maar wel wetenschappelijk onderbouwd. De fonetische klanken zouden geschreven worden met de gewone letters van het azerty-klavier. Hier en daar werden voor de leesbaarheid wel toegevingen gedaan.
'Om de juistheid van de klanken na te gaan hebben we een testnamiddag gehad in het Woonzorgcentrum Villa Hugardis, met oude Hoegaardiers. Uiteindelijk heeft schepen Godelieve Hardiquest de straatnamen ingesproken. De bedoeling is dat de juiste uitspraak op de website van de gemeente komt, zegt schepen Marleen Lefevre.
Met Palmzondag worden de eerste veertien straatnaambordjes opgehangen. (R. Billen)
Wist je dat je in Normandië een prachtige reis langsheen de kronkelige Seine kunt maken? Bart Van Loo, schrijver van onder meer 'Parijs Retour' en 'Als kok in Frankrijk', dronk met 'Vlaanderen Vakantieland'-reporter Lotte Verlackt heerlijke calvados onder de appelbomen en genoot van het adembenemende landschap dat Monet inspireerde tot het schilderen van zijn waterlelies. Vanuit Giverny over Rouen en Villequier trokken ze langsheen de eigenzinnige meanders van de Seine om uiteindelijk te eindigen in het pittoreske Honfleur en het moderne Le Havre.
'Vergeet even de overbekende kastelenroute langs de Loire of de wijnroute langsheen de Rhône', zegt Bart. 'Trek in plaats daarvan eens vier of vijf dagen langs de Seine in Noord-Frankrijk. Ik ben er al zo vaak geweest en nog steeds kan ik genieten van de schoonheid van deze streek.'
De idyllische tuin van de impressionistische schilder Claude Monet in Giverny.
Die schoonheid ontging ook de vele impressionistische schilders zoals Camille Pissarro of Eugène Boudin niet. De bekendste onder hen is natuurlijk Claude Monet. Hij bracht onder meer de opkomende zon in Le Havre in beeld (Impression, Soleil levant) en trok speciaal naar Harfleur voor het unieke blauwachtige licht. Zijn laatste levensjaren bracht hij door in Giverny, een onooglijk dorp van een 500-tal inwoners. Hier, aan de Fondation Claude Monet, vatten Bart en Lotte hun trip langsheen de Seine aan. 'Wie zich letterlijk wil onderdompelen in het universum van Monet, moet zeker zijn huis met de schitterende tuin in Giverny bezoeken (Fondation Claude Monet, 84, rue Claude Monet)', zegt Bart. 'Monet woonde er met zijn geliefde Alice Hoschedé en hun acht kinderen. In de loop van de jaren heeft hij de tuin onder handen genomen door er onder meer een prachtige vijver met waterlelies en het beroemde Japanse bruggetje aan te leggen.' Wie maar niet genoeg kan krijgen van de impressionisten, moet ook zeker naar het Musée des Impressionismes iets verderop (99, rue Claude Monet, www.museedesimpressionnismesgiverny.com).
De kathedraal van Rouen dient bij Flaubert als aanzet voor een sprankelende erotische passage in Madame Bovary
Rouen en haar Notre-Dame We trekken verder langs de Seine naar het westen, meer bepaald naar Rouen, een stad die vooral bekend is om zijn historische werkmanshuizen, de gotische klokkentoren Gros Horloge en kathedraal, de Notre-Dame. 'Gustave Flaubert laat er de meest sprankelende erotische scène uit de wereldliteratuur afspelen', vertelt Bart. 'Madame Bovary ontmoet hier haar minnaar, in de hoop om wat te bidden en tot rust te komen, maar hij wil eigenlijk niets liever dan met haar in bed duiken. Hij duwt haar uit de kathedraal, recht een voorbijrijdende koets in. Wat dan volgt, is een ongelooflijk erotische scène, juist omdat er helemaal niets concreets beschreven wordt. Het enige wat de lezer kan volgen, is de stormachtige koetsreis doorheen de straten van Rouen.'
De kathedraal inspireerde ook Monet tot het schilderen van een beroemde reeks van dertig kathedralen. 'Je kunt een workshop volgen rechtover de kathedraal, in de salle Georges d'Amboise, waar ook de grote kunstenaar zijn impressies op het doek neerzette. Lotte en ik hebben les gevolgd bij mevrouw Edith Molet-Oghia en ik moet zeggen dat het resultaat niet zo slecht was (lacht)!'
Het pittoreske Normandië staat bekend als land van boter, kaas en calvados.
Rouen telt, naast de kathedraal, nog twee belangrijke kerken: de gotische kerk Saint-Maclou en de abdijkerk Saint-Ouen. Ga zeker ook eens naar de Place-du-Vieux-Marché, waar ooit Jeanne d'Arc werd verbrand, en waar nu de statige moderne kerk Sainte-Jeanne-d'Arc staat. Wie honger heeft gekregen na deze fikse stadswandeling en in de sfeer van het impressionisme wil blijven, kan genieten van een impressionistisch menu in restaurant La Couronne (www.lacouronne.com.fr), de oudste herberg van Frankrijk. Leuk detail: aan de muren prijken mooie portretten van de bekende filmsterren die hier zijn komen eten.
Op naar de volgende halte: Villequier. Stop onderweg zeker in Jumièges (www.jumieges.fr) om er de prachtige abdij te bezoeken. Vandaag is het een sprookjesachtige ruïne, maar ooit was het één van de grootste benedictijnerkloosters van het westen. Ook het pittoreske Caudebec-en-Caux is een tussenstop waard, alleen al om zijn boeiende Gallo-Romeinse geschiedenis en gotische kerk.
In Honfleur staat de klok apart van de rest van de Sainte-Cathérinekerk
Villequier: het grote verdriet van Victor Hugo We staan opnieuw aan de oevers van de Seine, dit keer in Villequier. Op 4 september 1843 gebeurde hier een groot drama. De pas gehuwde Léopoldine Vacquerie, dochter van Victor Hugo, verdronk samen met haar echtgenoot Charles nadat ze met hun boot waren vastgeraakt in een zandbank. 'Victor Hugo was op dat moment met zijn minnares op vakantie in Spanje', zegt Bart. 'Hij vernam het nieuws pas na zijn terugkomst, toen hij de krant opende en het doodsbericht van zijn eigen dochter zag. De man was zodanig gebroken dat hij jarenlang geen letter meer op papier heeft gezet. Tot hij een prachtig gedicht -één van de mooiste uit de wereldliteratuur- schreef, Demain dès l'Aube. Je kunt in Villequier letterlijk in dit gedicht wandelen en de plaatsen opzoeken waar Léopoldine gestorven en begraven is. Bezoek ook zeker het museum van Victor Hugo (rue Ernest Binet), dat ondergebracht is in het huis waar Léopoldine en haar man woonden.'
De betonarchitectuur van Le Havre - zoals het stadhuis met zijn enorme plein - is erkend als werelderfgoed
Honfleur: verplichte charme Het pittoreske Honfleur is gekenmerkt door zijn schilderachtige haven en kleurrijke huisjes met leistenen gevels. Hier vind je ook de grootste houten kerk van Frankrijk, Sainte-Cathérine. Opmerkelijk is dat haar klok gescheiden is van het hoofdgebouw en zich recht tegenover de kerk bevindt. Natuurlijk is Honfleur ook bekend om de vele kunstenaars die het typische blauwachtige licht kwamen opzoeken, veroorzaakt door de hoge vochtigheidsgraad die in de haven hangt. De artiesten zochten elkaar op in de beroemde Ferme de Saint-Siméon (www.fermesaintsimeon.fr), toen een eenvoudige herbergboerderij van la Mère Toutain, maar vandaag omgebouwd tot een luxehotel met een schitterend zicht op de Seine. 'Honfleur is beslist de moeite om te bezoeken, al was het maar om zijn geschiedenis. Maar het blijft een beetje het Place du Tertre van Normandië, met heel veel toeristen en weinig authenticiteit. Het beste wat je kunt doen, is er gewoon een heerlijke calvados gaan drinken. Calvados is trouwens mijn absolute favoriet van alle Franse sterkedrank. Het is eigenlijk gedistilleerde cider en ideaal om een lekker etentje mee af te sluiten. Ook heel lekker is de Pommeau, een fris appelaperitief gemaakt van twee derde appelsap en een derde calvados. Ideaal voor bij ganzenlever, meloen en desserts.'
Le Havre: een stad uit beton We rijden de indrukwekkende pont de Normandie over, die de al even indrukwekkende monding van de Seine overspant, richting Le Havre. Deze havenstad werd tijdens de Tweede Wereldoorlog volledig verwoest. De Belg Auguste Perret, die Le Corbusier als leermeester had, ontwierp een nieuwe, heel moderne stad, opgetrokken uit gewapend beton. 'Normaal gezien zou ik heel hard weglopen van alles wat beton is, maar voor de Saint-Jospehkathedraal maak ik toch wel een uitzondering', vertelt Bart. 'De achthoekige klokkentoren is fenomenaal, onder meer dankzij de veelkleurige vensterramen die voor een prachtige lichtinval zorgen.' Daarnaast vormen ook het Place de l'Hôtel de Ville, één van de grootste pleinen van Europa, en Le Volcan, een cultureel centrum in de vorm van een vulkaan, de grote trekpleisters van het stadsgezicht, dat intussen als werelderfgoed is erkend. Kunstliefhebbers kunnen hier hun hart ophalen in het Musée Malraux, ondergebracht in een modern gebouw opgetrokken uit glas, staal en aluminium. Het museum heeft een heel rijke collectie schilderkunst van de zeventiende tot de twintigste eeuw, met werk van onder meer Manet, Delacroix, Pissarro en Renoir (info op www.lehavre.fr/rubrique/musee-malraux).
Eindig deze romantische route in Sainte Adresse (www.ville-sainte-adresse.fr), een oud vissersdorpje waar schilders als Monet, Dufy, Corot en Stevens hun sporen hebben achtergelaten. In de zomer ontpopt deze plek zich tot een populair badstadje omwille van zijn lange strand, prachtige witte krijtrotsen en schitterende uitzicht op de monding van de Seine en op de kusten van Trouville en Deauville. Ideaal om nog een laatste keer uit te waaien en op een ontspannen manier afscheid te nemen van Normandië en de Seine!
Praktische info Met Parijs Retour. Literaire reisgids voor Frankrijk van Bart Van Loo (De Bezige Bij) kun je Normandië doorkruisen op een alternatieve manier. Niet alleen Normandië trouwens, in dit boek trekt hij heel Frankrijk door in de sporen van grote Franse schrijvers. Zeg nu zelf, wie wil er nu niet een romandecor binnenstappen? Parijs Retour is een droomboek voor leunstoeltoeristen, maar ook een originele gids voor Frankrijkgangers. Tienduizenden kilometers en duizenden bladzijden leesplezier. Meer info op www.bartvanloo.info
Lotte en Bart logeerden in Rouen in Hôtel Mercure Cathédrale, rue Croix de Fer, (www.mercure.com) en in Le Havre in Hôtel Mercure, Chaussée Georges Pompidou, (www.accorhotels.com)
In Villequier kun je logeren in Hotel Le Grand Sapin, vlakbij de plek waar Léopoldine, de dochter van Victor Hugo, is gestorven. (www.legrandsapin.fr) Info over Rouen vind je op www.rouentourisme.com Info over Le Havre vind je op www.lehavre.fr Info over Normandië en over specifieke activiteiten zoals wandelen of fietsen vind je op www.normandie-tourisme.fr
In het structuurplan (vanaf 1 april in openbaar onderzoek) wordt de mogelijkheid gecreëerd voor extra parking aan Mariadal in Hoegaarden. Het open zicht vanaf de hoek Overlaar/Kloosterstraat blijft behouden.
De gemeente wenst een uitvoeringsplan (RUP) op te maken om het scholencomplex dat zich momenteel in parkgebied bevindt onder te brengen in een geëigende bestemming. Hiernaast wil ze hier een parking realiseren om de behoeften voor de school te dekken (148 parkings) en tegelijk het zich behouden vanuit de Kloosterstraat. Het gebied kan eveneens dienst doen als groene stapsteen, de band tussen het park en de overige vrije ruimte.
De hoek Overlaar/Kloosterstraat is in het gewestplan (begin jaren zeventig) ingekleurd als park om bebouwing te voorkomen. Langs daar had je een vrij zicht op de kloostergebouwen met (toen) drie torens. De kapel en de kleine toren is behouden. De twee identieke torens op de
dienstgebouwen zijn in die periode verwijderd en nooit heropgebouwd. Wat niet is, kan nog komen... (R. Billen)
Omdat vakantiepret onderweg begint, zochten we tien luchthavens waar het niet zo erg is om eventjes vertraging te hebben.
TWA Terminal, JFK Airport, New York. Architect Eero Saarinen wilde met dit bouwwerk de opwinding van het vliegen uitdrukken.
Sondika Airport, Bilbao, Spanje. Bijgenaamd 'La Paloma' of 'De Duif', naar het silhouet van het gebouw
Denver International Airport. Het dak dat lijkt op een verzameling tipi's is één van de beroemdste ter wereld
Chek Lap Kok Airport, Hong Kong. De luchthaven is zo functioneel dat zelfs wie er een vlucht van 17 uur heeft opzitten, er nog zijn weg vindt.
Barajas Airport, Terminal 4, Madrid. De luchthaven werd geopend in 2006 en staat bekend om zijn welvend plafond in bamboe.
Kuala Lumpur International Airport, Maleisië. Deze eclectische luchthaven werd geopend in 2008 om de concurrentie met de Aziatische buren aan te gaan.
Menara Airport, Marrakech. De luchthaven verenigt moderne elementen met traditionele versieringen uit de moslimcultuur.
Kansai International Airport, Osaka, Japan. Een tunnel gevuld met licht is een toonbeeld van hoe ingewikkelde constructies er eenvoudig kunnen uitzien
Beijing International Airport, Terminal 3. Werd geopend voor de Olympische Spelen in 2008, de vorm zou een draak moeten voorstellen.
Incheon International Airport, Zuid-Korea. De luchthaven werd geopend in 2001 en staat bekend om haar efficiëntie. De boog in het dak verwijst naar de traditionele Koreaanse tempels.
Ze zijn met amper zeventig, het selecte clubje Belgische F-16-piloten die na een jarenlange en loodzware training de stuurknuppel van een van 'swerelds snelste en dodelijkste jachtvliegtuigen in handen krijgen. 'Maar we zijn niet de macho's voor wie sommigen ons verslijten', zegt Tom (28), een jonge piloot in opleiding.
De Belgische F-16-piloten met wie we de afgelopen dagen gesproken hebben, zeggen het niet met zoveel woorden, maar er is toch een zekere tevredenheid nu ze boven Libië worden ingezet. Hele generaties F-16-piloten hebben hun carrière lang alleen maar getraind op het uitvoeren van missies, zonder dat het ooit zover kwam.
'Nu hebben we onze missies in Afghanistan lopen, waar al onze F-16-piloten al twee tours van telkens acht weken hebben afgewerkt', zegt luitenant-kolonel Patrick Goossens (45) van het Hoofdbureau F-16. 'Onze piloten leveren er luchtsteun aan de grondtroepen van de internationale coalitie.' Ze komen daarbij geregeld met bommen en ander wapentuig tussenbeide wanneer talibanstrijders grondtroepen van de internationale coalitie aanvallen.
Tweeduizend vlieguren
En ze doen dat goed, zo klinkt het bij Defensie. 'De afgelopen 2,5 jaar hebben we daarbij geen fouten gemaakt. We hebben geen zogenaamde collateral damage (ongewilde schade, bijvoorbeeld burgerslachtoffers, nvdr.) veroorzaakt', beklemtoont Claude Van de Voorde (49), een F-16-piloot met meer dan tweeduizend vlieguren op zijn palmares. Hij nam eind jaren 90 deel aan onder andere missies boven ex-Joegoslavië. Als generaal-majoor is hij tevens de chef van het luchtcomponent.
'Ik wilde altijd al piloot worden, van jongs af. Mijn vader is echter vroeg overleden. In de burgerluchtvaart aan een opleiding beginnen was daardoor geen optie wegens veel te duur. Zo ben ik bij de luchtmacht terechtgekomen', zegt Van de Voorde. Zijn hoge militaire graad belet hem niet om af en toe nog met een F-16 te vliegen. 'Veel te weinig, spijtig genoeg, want ik vind het nog steeds ongelofelijk prachtig.'
Tien nieuwe piloten per jaar
Claude Van de Voorde ziet jaarlijks zo'n driehonderd jongens en meisjes zich aanmelden bij de luchtmacht, in de hoop ooit ook in de cockpit van een F-16-jachtbommenwerper plaats te kunnen nemen. 'De opleiding is zeker niet onoverkomelijk ', beklemtoont Van de Voorde. Toch haalt maar 3 procent van alle kandidaten de meet. 'Jaarlijks komen er acht à tien nieuwe F-16-piloten bij. Vooral in de medische proeven vindt de grote schifting plaats. In een gevechtsvliegtuig wordt je lichaam aan extreme belastingen blootgesteld. Kandidaten met problemen aan oren, ogen, rug of longen komen daardoor niet in aanmerking. Bij sommige kandidaten komt die boodschap uiteraard bijzonder hard aan.'
'Een goede F-16-piloot is iemand die zijn aandacht over tien zaken tegelijk kan verdelen, terwijl hij met gigantische snelheden door het luchtruim klieft', zegt Van de Voorde. 'Je moet gedurende lange tijd supergeconcentreerd kunnen blijven. Wanneer zich pech voordoet, moet je snel prioriteiten kunnen stellen en - misschien nog het belangrijkste - je moet het hoofd in alle omstandigheden koel kunnen houden.'
Geen cowboys
Top Gun, de beroemde Hollywoodfilm over Amerikaanse jachtpiloten, is ook voor de Belgische F-16-piloten nooit veraf. 'Da's nog altijd het beeld dat veel mensen van jachtpiloten hebben. Natuurlijk hebben mijn collega's en ik die film gezien. Maar de realiteit is toch helemaal anders', zegt Tom, een 28-jarige F-16-piloot in opleiding. Op vraag van zijn oversten mag hij zijn volledige naam niet zeggen.
In principe studeert Tom volgend jaar af, na een opleiding van zo'n vier jaar, en kan hij missies beginnen vliegen. 'Top Gun bulkt van het machogedrag, de piloten zijn cowboys die doen waar ze zin in hebben. Ik kan je verzekeren dat zoiets in de realiteit absoluut niet door de beugel kan. Je zou snel voor eeuwig en altijd aan de grond staan.'
De F-16-piloten in ons land vormen een zeer select clubje. 'We zijn op dit moment met 70 piloten voor 54 toestellen', zegt Patrick Goossens. 'Dat maakt uiteraard dat iedereen elkaar goed kent.' Toch blijven de meesten slechts een paar jaar gevechtspiloot. 'Klopt, maar dat heeft zo zijn redenen.'
'De G-krachten die onze piloten te verwerken krijgen, zijn enorm', legt Claude Van de Voorde uit. 'Op sommige momenten lopen die krachten zo hoog op dat het bloed uit je hersenen weggeduwd wordt. Door je ademhaling te trainen en door over een ijzersterke fysiek te beschikken kan je dat tegengaan. Niettemin eist die belasting na enkele jaren zijn tol. Piloten kunnen last krijgen van hun rug of nek, of krijgen spataderen of aambeien. Het is daarom niet abnormaal dat onze piloten na een paar jaar op een ander toestel overschakelen.'
Tom: 'Als je een uurtje traint op luchtgevechten, waarbij je je toestel tot het uiterste dwingt, lijkt het achteraf wel alsof je net een marathon hebt gelopen. De hele tijd probeer je die G-krachten voor een stuk met je spieren op te vangen.' Hij vergelijkt F-16-vliegen met topsport. 'Ook een topsporter presteert maar een paar jaar op topniveau.'
Bombardementen
Het beroep beperkt zich echter niet alleen tot vliegen en stunten bij supersonische snelheden. Boven ex-Joegoslavië gooiden onze piloten bommen af, net als in Afghanistan. Ook in Libië behoort dat tot de mogelijkheden. Dat daarbij slachtoffers kunnen vallen, beseffen de piloten, al gaan ze dat aspect van hun job in interviews liever uit de weg. 'Wanneer we dergelijke bevelen krijgen, zijn die vooraf door de Belgische politiek goedgekeurd. Het gaat dus om legale doelen die we aanvallen', zegt Van de Voorde.
Toch is het niet voor iedere piloot even gemakkelijk om dergelijke missies uit te voeren. 'Daarom ook dat we bijvoorbeeld in Afghanistan een psycholoog hebben, die onze piloten (ze zijn gemiddeld tussen de 25 en 36 jaar oud, nvdr.) begeleidt indien nodig.'
De eindbeslissing om te bombarderen, ligt te allen tijde bij de piloot zelf, zo wordt beklemtoond. 'In Afghanistan hebben we meegemaakt dat een van onze piloten een vraag van grondtroepen tot luchtsteun afwees omdat hij zag dat zich onschuldige burgers in de onmiddellijke omgeving bevonden. Dat is op zo'n moment geen gemakkelijke beslissing, want die soldaten op de grond hadden die luchtsteun echt nodig en lieten dat duidelijk merken.'
Schietstoel
Elke F-16-piloot moet ook leren omgaan met het gevaar om met twee keer de snelheid van het geluid door de lucht te klieven. 'Uiteraard is ons beroep niet zonder risico's. Vliegen is dat nooit', zegt Tom. 'Maar we weten dat we die risico's aanvaardbaar houden door dagelijks te trainen en ook veel uren in de vluchtsimulator door te brengen.'
En anders is er nog altijd de schietstoel? 'Die gebruik je niet voor je plezier. De G-krachten die moeten worden ontwikkeld om je stoel uit een F-16 weg te schieten, zijn vreselijk gevaarlijk voor je rug. Er is maar één plek waar ik mijn schietstoel gebruik: in de vluchtsimulator.'
De ene broer was een stouterik, en kreeg altijd last met iedereen. De andere broer daarentegen gedroeg zich perfect. Hij was altijd vriendelijk, hielp de oudere buren, en leefde een voorbeeldig leven.
Terwijl de tijd vorderde, bleven de twee broers in contact met mekaar maar waren niet echt vrienden. De stoute broer werd een stevige drinker en vrouwenloper. De andere broer was een brave huisvader die verschillende goede werken steunde.
Op een dag overleed de stoute broer. En dan, enkele jaren later, stierf ook de andere broer. Hij ging naar de Hemel en werd beloond met een gelukkig leven in het hiernamaals. Na enige tijd ging hij naar God en vroeg hem : "waar is mijn broer? Hij stierf vroeger dan ik maar heb hem nog niet gezien". God antwoordde, "Zoals je weet leidde je broer een losbandig leven, dus kan hij de eeuwigheid niet in de hemel doorbrengen. Hij is naar de Hel gestuurd."
"Spijtig dat te moeten horen," antwoordde de goede broer. "Maar ik mis hem en zou hem graag nog eens zien."
"Gezien je altijd braaf geleefd hebt zal ik aan je wens voldoen" zei God, "Ik geef je de toelating om even in de Hel rond te kijken".
En zo gebeurde, de goede broer werd even naar de hel gebracht. Na een tijdje vond hij zijn broer die op een barkruk zat. In één hand hield hij een dikke pint vast, en zijn andere arm hing rond een jonge, prachtige blonde vrouw. De goede broer keerde terug naar God en zei : "Dit kan toch niet zijn? Ik heb mijn broer gevonden, met een grote pint in de ene hand en een bloedmooie blonde vrouw aan de andere kant!" "De hel is dan toch zo slecht niet!"
God legde geduldig uit. "Niet alles is wat het lijkt. Het bierglas heeft onderaan een gat. En de blondine niet."
De federale regering overweegt om een taks op vliegtuigtickets in businessclass en first class in te voeren, zo melden de kranten van de Coreliogroep.
Tijdens de voorstelling van de begrotingsmaatregelen vorige week vrijdag wuifde ontslagnemend minister van Financiën Didier Reynders (MR) het idee van een vliegtaks nog weg. Maar intussen heeft de ministerraad wel besloten om een werkgroep op te richten die de invoering van zo'n taks moet onderzoeken. Er wordt wel enkel onderzocht of zo'n taks op vliegtuigtickets in businessclass en first class mogelijk is. Het idee om ook langeafstandsvluchten in economy of met lowcostmaatschappijen te belasten, is afgevoerd.
Het is al de tweede keer dat een regering een heffing op vliegtuigtickets wil invoeren. Met de eerste poging probeerde de toenmalige regering Leterme de begroting van het jaar 2009 te stutten. Maar de maatregel werd uiteindelijk na zwaar protest van de luchtvaartsector en het Waalse en Vlaamse gewest afgevoerd. De heffing zou vooral de luchthaven in Zaventem treffen en niet die in Charleroi.
Luieren op een strand aan de Middellandse zee of een stedentrip boeken naar Berlijn: binnenkort voldoen deze reizen misschien niet meer aan onze eisen. Een Britse opiniepeiling, uitgevoerd door Sunshine.co.uk, heeft namelijk uitgewezen dat we tegen 2020 op vakantie willen naar de maan.
Ongeveer 2000 mensen lieten weten hoe ze in de toekomst op reis willen. Iets meer dan de helft van de respondenten gelooft dat duikbootcruises tegen het begin van het volgende decennium tot de mogelijkheden zal behoren. Zestien procent van hen hoopt binnen negen jaar de trein van Londen naar New York te kunnen nemen dankzij een tunnel onder de Atlantische Oceaan. Een derde meent dat luchtballonnen op termijn lijnvliegtuigen zullen vervangen, terwijl een kleine vier procent vermoedt dat tijdreizen binnenkort heel gewoon wordt.
Ruimtetoerisme
Elf procent van de mensen wil tegen 2020 naar de maan op vakantie kunnen gaan. Van alle verwachtingen lijkt deze het meeste haalbaar. Verschillende luchtvaartorganisaties, waaronder Virgin Atlantic en KLM, zijn immers al enkele jaren bezig met het voorbereiden van commerciële vluchten naar de ruimte. KLM opent in 2014 een ruimtebasis op Curaçao. Vanaf daar zal het supersonische Lynx-toestel gelanceerd worden. Toeristen die veel geld overhebben voor deze buitengewone trip, zullen iets meer dan een half uur letterlijk sterren zien.