Fabels en feiten over olifanten

Twee mythes over olifanten die je al jarenlang voor waarheid aanneemt en twee feiten over de dikhuiden die je vermoedelijk nog niet wist.

1. Olifanten drinken door hun slurf, als een rietje
FABEL. Ze gebruiken hun slurf weliswaar om te drinken, maar het water gaat niet helemaal door hun slurf. Ze zuigen het water tot halverwege hun slurf en gieten het vervolgens in hun mond. En ze drinken veel: tussen 140 en 230 liter per dag.

2. Olifanten kunnen 'horen' met hun poten
FEIT. Olifanten hebben een uitstekend gehoor, maar Afrikaanse olifanten hebben sensoren in hun voorpoten die gerommel in de grond opvangen. De olifant 'hoort' deze trillingen die via de botten in hun poten en schouder naar het middenoor gestuurd worden. Door de signalen te vergelijken, kan de olifant weten uit welke richting het geluid komt.

3. Olifanten zijn de enige zoogdieren die niet kunnen springen
FABEL. Het klopt evenwel dat volwassen olifanten niet kunnen springen. Maar er zijn nog andere zoogdieren die nooit aan de enkels van Tia Hellebaut zullen komen: neushoorns, nijlpaarden en - uiteraard - luiaards. We moeten het de nijlpaarden en de neushoorns wel nageven dat ze hun vier poten tegelijk van de grond kunnen hebben tijdens het lopen, en dat speelt de olifant niet klaar.

4. De naaste verwant van de olifant lijkt op een cavia
FEIT. De kans dat ze samen Kerstmis vieren is gering, maar de Kaapse klipdas is wel de naaste verwante van de olifant. De klipdas is een klein, pluizig, ratachtig zoogdier dat in rotsachtige gebieden in Afrika en langs de kusten van het Arabisch schiereiland leeft. Ze hebben kenmerken gemeen met de olifant in de tenen, tanden en schedel. Hun gemeenschappelijke voorouders zijn al 60 miljoen jaar uitgestorven. (br.hln)