*

Kasteel Heeswijk is een voormalige waterburcht bij Heeswijk in de Nederlandse provincie Noord-Brabant. Het kasteel dateert uit de 11e eeuw.
Reeds in het jaar 1080 ontstond er een voorloper van het huidige kasteel, een zogenaamde motte-burcht. In de loop van de middeleeuwen werd de (kasteelheuvel) afgevlakt en werd op de plaats van de burcht een kasteel gebouwd. Vanwege de ligging bij de rivier de Aa was het een waardevol bezit omdat hier de schepen langskwamen vanuit de Peel naar 's Hertogenbosch. Eigenaren van het kasteel zijn onder meer de families Van Glymes en Cirksena. Graaf Johan Cirksena van Oost-Friesland bouwt een voorburcht van baksteen met natuurstenen banden of speklagen. Hiervan zijn de west- en zuidvleugel bewaard gebleven.
Kasteel Heeswijk heeft meerdere malen een rol gespeeld in de geschiedenis. Het lukte prins Maurits rond 1600 tot tweemaal toe niet om het kasteel in te nemen. Zijn halfbroer Frederik Hendrik slaagde daar in 1629 wel in, zodat hij vervolgens 's-Hertogenbosch kon belegren. In 1672 was de Zonnekoning LodewijkXIV een ongenode gast op Kasteel Heeswijk tijdens zijn strijd tegen de Republiek. De verdedigingswerken worden vernietigd en het kasteel verwordt tot een buitenhuis. Aan het eind van de 18e eeuw gebruikte Pichegru, generaal van de Franse Revolutie onder leiding van Napoleon, het kasteel nog als hoofdkwartier.
In 1835 kocht gouverneur André baron van den Bogaerde van Terbrugge het in verval geraakte kasteel en startte meteen een grootse verbouwing. Het buitenhuis verwordt weer tot een (neogotisch) kasteel. Hij bracht er zijn grote collectie van schilderijen, middeleeuwse beelden, kunstvoorwerpen en curiosa onder. Na zijn dood breidden zijn zoons, de jonkers Louis (1855–1890) en Alberic (1890–1895) (ook wel Donat genoemd) de collectie verder uit. Het was op afspraak te bezichtigen. Ten behoeve van dit 'museum' werd het kasteel uitgebreid met onder andere de Wapenzaal en de IJzertoren.
Bron Wikipedia
|