xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Toevallig lees ik vandaag een recensie van Dirk Verhofstadt over het boek van Reginald Moreels, 'Geen normen maar waarden', uitgegeven bij Houtekiet in 2004. Het doet deugd nog maar eens te ervaren dat ook anderen zoeken naar meer vrede in het hart en in de wereld. Enkele zinnen die me frappeerden waren de volgende:
De impact van de politiek is zoveel meer dan louter technisch. Het gaat in de politiek om de zoektocht naar een evenwicht tussen vrijheid en rechtvaardigheid, tussen zelfbeschikking en sociale samenhang, tussen pragmatisme en idealisme
Ik kan niet anders dan die redenering verder trekken naar de persoonlijke samenleving tussen individuen. Elke dag samen zijn, met elkaar praten en dagelijkse problemen oplossen kan niet zonder een visie op hoe je wil zijn en wat je belangrijk acht in het leven. Een liefdesrelatie is geen pragmatische overeenkomst die enkel stoelt op gelijkmatig verdelen van geld, goederen, huis-, tuin-, fysieke- en relationele diensten. Het is niet louter dat technische. Bij elke communicatie, bij elke interactie worden waarden medespelers en emoties hoofdrolspelers. Elk gedrag is gekleurd door dat bewust of onbewust palet aan ethische beschouwingen. Sommigen hebben, meer dan anderen behoefte om die waarden mee te delen of uit te wisselen. Ook tussen man en vrouw is het een evenwichtsoefening om een gebalanceerde situatie te realiseren tussen vrijheid en rechtvaardigheid voor beide partners. De een zijn vrijheid is de ander zijn onvrijheid. Wat rechtvaardig lijkt voor de een kan zeer onrechtvaardig blijken voor de ander. Wie beslist wat er gebeurt? Is de één dominant en moet de ander maar slikken of wordt er rustig luisterend en respectvol onderhandeld? Is de norm een zakelijk pragmatisme, materieel leven en overleven, eten of gegeten worden? Dan is egoïsme de richtlijn en eerst ik en dan de ander de norm. Of proberen beide mensen idealen zoals billijkheid, lief en goed zijn voor elkaar, na te streven?
Wenen is geen teken van zwakheid, zo schrijft Moreels, en hij heeft volkomen gelijk. Tranen zijn vaak het enige verweermiddel tegenover misbruik en geweld, tegenover vernedering en onmacht, tegenover verwondering en schoonheid. Zolang de mens tranen kan laten vloeien is er hoop. Dit is zeer herkenbaar. De doorwinterde geweldpleger is niet voor rede, laat staan voor de emoties van anderen vatbaar. Hij kent geen empathie. Hij heeft al lang geleerd, voor elke poging van een ander om hem iets te laten inzien, of voor elk appel of redelijk beroep dat op zijn goede wil (heeft hij die wel?) gedaan wordt, te reageren met afwijzing, verontwaardiging en de massale tegenaanval. Spijtig, want tegen zulk ogenschijnlijk assertief maar in feite agressief gedrag, zijn enkel de diepe tranen van verdriet en medelijden mogelijk.
Floreanne
|