In de les, vandaag was het André Breton die ons bezig hield, was ik plots de chinese vrijwilliger die gevraagd werd zijn mening te zeggen over de laatste zin van het boek 'Nadja'. Ik moest er over nadenken en mijn denken ging blijkbaar niet zo rap als de gedachtengang van de meester, die in uitbreiding vroeg wat ik van het boek vond. Dat was een beetje teveel ineens voor dit brein op jaren. Terwijl me de principes van het surrealisme nog maar net duidelijk werden, moest ik al een verstandige repliek ten beste geven en had ik de eer van het laatste woord van de dag te krijgen, als afsluiter van de boeiende les. Zucht... Ik stond met mijn mond vol tanden (en dat gebeurt me niet gauw) omdat ik iets anders wilde vertellen. Er hing immers meer in de lucht, de spanning tussen vrouwen en mannen, die hetzelfde boek lazen maar op totaal andere golflengtes zaten en vooral de 'amour fou' anders aanvoelden. Teveel gevoelens gingen daarover door mij heen. De verwevenheid van vooroordelen, vage platitudes enerzijds en doordacht bezig zijn met de geschiedenis van een man, een tijd, een kunstrichting. Ik broedde op de schrijver en zijn lezers, met een boog over de jaren heen, de psychologie van beide... . Wat dreef mijn meester om dit boek te kiezen voor ons? Wat maakt dat de helft van de klas zich niet echt geroepen voelde? En hoe komt het dat ik hier veel meer wilde over zeggen? Wat is bijvoorbeeld een verstandig antwoord op de complexe waanzin van het leven? Is schoonheid altijd iets krampachtigs of is schoonheid net in het spontane, het authentieke, het simpele te vinden... dat antwoord ben ik ze nog schuldig. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" /> Floreanne
|