Mijn meer dan 50 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik meedelen en zelf nog bijleren. Doch de wereld is groter dan de tuin. Daar is eveneens veel te zien en te beleven.
11-12-2017
Pruimen
Pruimen
Bij mij thuis op De Reiger te Ichtegem (West-Vlaanderen, 20 km van de kust) hadden we 2 pruimenbomen staan.
We noemden ze eierpruimen, rijp half augustus. Op de entplaats was er een serieuze knobbel. Later wist ik dat het Monsieur Hâtive’s waren. In de haag groeiden ook 2 Damson pruimen, rijp in september. De ene boom gaf bij rijpheid duidelijk smakelijker, zoetzure vruchten dan de andere. Ik zie mij nog zitten smullen in het boompje.
Een gelijkaardige Damson groeit hier in Zoersel. Die kreeg ik van een klasgenoot uit het lager onderwijs van de wijkschool, Irené Tyvaert. Op zijn hengstenboerderij, beneden de Kortemarkberg op de Heremietshoek had hij die nog groeien.
Toen ik hier in 1962 aankwam groeiden er 2 – wat ik noem Kempische pruimen - naast de goed bemeste moestuin. Het betreft een ‘landras’ dat zich vermeerdert door uitlopers. Het zijn middeigrote roodblauwe vruchten met een aanklevende steen. Ik heb er vele tientallen nuitgedeeld onder de Veltleden.
Ik gebruikte ze ook als onderstam. Toen de populieren in de geitenwei gerooid werden had ik plaats om ze uit te planten. Doch dit pakte anders uit dan ik verwacht had!. Tijdens de nazomerstierven er al een paar af en de volgende zomer werd het nog erger. Wat was de oorzaak?
De 60 jaar van Aleide vierden we met het gezin in de Ardennen (1993). In het boekendorp Redu kocht ik een paar interessante fruitboeken. Ik las over de Armillaria mellea, de honingzwam. Dat was de verklaring van het afsterven!.
De afstervende tronken met de wortels er rond – dood en nog levend- van de populieren waren voor de honingzwam ‘gefundenes fressen’ . Voeg daarbij dat ik rond de geplante bomen een dikke laag populierenschors, om het gras te verstikken, had aangebracht. De zwarte, schoenveterachtige mycelium- draden van de honingzwan liepen zowel naar boven als naar beneden! Daarbij ondervond ik dat de onderstammen Kempische pruim duidelijk gevoeliger waren dan de St Julien A onderstammen.
De paddenstoelen hebben we nog klaar gemaakt, maar er waren er wel betere.
Rond die tijd heb ik ook mijn 5 rassen krieken (zure kersen), die onvruchtbaar waren geworden door de takmonilia, moeten rooien. Ik schafte mij het resistentere, Duitse ras Gerama aan, doch ook hier moet ik gereld verwelkende takjes verwijderen. Het RGF ras Schaarbeekse kriek gaf dit jaar zijn eerste vruchten. Blijft dit gezond?
In de Zoerselse streek had men ook kleine, gele pruimkens groeien, mirabelachtigen, Prunus insititia? Bij mij aangeplante exemplaren hebben nooit ook maar een enkele vrucht gegeven.
Verder kreeg ik pruimen van een landras uit de polders van Leffinge. Daar zijn het middelgrote, goed smakende vruchten en vrij productief. Bij mij op de zandgrond deden ze het zeer pover met slechts enkele kleine vruchten.
Het waren ook de eerste slachtoffers van wat ik later als bacteriekanker, pseudomonas heb leren kennen.
Ik had nog een ander landras, afkomstig uit de streek van Keerbergen gekregen. De iets roodbruine, middelgrote vruchten waren lekker. Doch ook deze werden aangetast door de pseudomonas. Mijn kempische pruimen ondergingen hetzelfde lot! Enkel op een wat afgezonderd hoekperceel groeien er nog een paar min of meer gezonde exemplaren.
In 1979 bekwam ik een bundeltje plantgoed –ik had slleepruimen gevraagd.- dat ik in de grond stak en verder niet naar omkeek. Een hoop jaren nadien, de bomen waren intussen hoogopgeschoten, had ik een rijke oogst van kerspruimen of myrobolanen, Prunus seracifera, in diverse kleuren: geel rood, blauw en mengvormen. Intussen groeien er diverse exemplaren verpreid over het terrein van 1 Ha. De mooie, vroege bloemen, vanaf begin maart , bevriezen nogal eens. In de goede jaren zijn er meer dan overvloedig vruchten. Sommige zijn goed te eten maar allen geven ze uitstekende pruimenconfituur.
De af en toe aangeplante rassen vielen na enkele jaren eveneens te prooi aan de bacteriekanker.
Jubeleum deed het enkele jaren zeer goed, maar dan ging ook het licht uit.
Van de machtige pruim Jojo kon ik hoogstens een paar jaar genieten Met Top en diverse andere hetzelfde liedje.
U begrijpt dat ik nieuwe moed schepte toen ik vernam van de proeven van Wageningen Research met sleedoorn als onderstam. Ik schreef er al een blog over op 10-07-2015.
Van Nynke Zijlstra uit Friesland kreeg ik onlangs een e-mail dat zij de nieuwe onderstam WUR s 766 al heeft kunnen bestellen.
Deze onderstam is namelijk resistent tegen pseudomonas of bacteriekanker.
Voor mij hoop op nieuwe pruimen!
De WUR s766 groeit sterker dan de VVa1 (Een onderstam met veel gebreken) en wat minder sterk dan de St Julien A.
De vruchten op WUR 766 (zeker bij Opal en Queen Victoria ) zijn groter dan bij St Julien A en daarbij is de productiviteit eveneens beter.
Men heeft tevens geen virusziekten vastgesteld.
Deze WUR s 766 onderstam is naast voor pruimen ook geschikt voor perzik en abrikozen.
Verkoop en import van noten boomt dankzij gezond imago
De verkoop van noten zit in de lift. Volgens cijfers van de FOD Economie spendeerden Belgische gezinnen in 2016 gemiddeld 30 euro aan noten, terwijl dat in 2012 slechts 19 euro was. In die vier jaar verdubbelde de invoer van pecannoten, verdriedubbelde de invoer van walnoten en vertiendubbelde de grootte van de notenrayon in supermarkten. Dat schrijven de kranten van Mediahuis. Ze voegen eraan toe dat noten gezond zijn, maar wel calorierijk. "Je eet ze best met mate", vertelt professor voeding aan UGent, Sarah De Saeger.
Volgens Gilles Jeuris, zaakvoerder van notenfabrikant Ranobo in Turnhout, is vooral de vraag naar minder bekende soorten spectaculair gestegen. Want pinda’s en walnoten waren altijd al populair. Hij wijt de plotse interesse aan onze toegenomen aandacht voor gezond eten. "Want noten en gedroogd fruit vormen een gezond alternatief voor klassieke tussendoortjes als koeken of chips", stelt hij. Bekende koks zoals Sandra Bekkari, Pascale Naessens, Jeroen Meus en Sofie Dumont koken er ook graag mee.
Maar zijn noten echt zo gezond? De kranten van Mediahuis vroegen het aan enkele experts. Het verdict: ze zijn inderdaad gezond want ze bevatten belangrijke nutriënten, maar je eet ze best met mate want ze bevatten ook veel kilocalorieën. "Pecannoten bijvoorbeeld zijn een bron van vitamine A, maar in 100 gram zitten wel 691 kilocalorieën", vertelt professor Patrick Mullie van de VUB. "Dat is meer energie dan in dezelfde hoeveelheid chips of chocolade."
NICE, het Voedingsinformatiecentrum verbonden aan VLAM, sluit zich hierbij aan: "De meeste noten en zaden bevatten relatief veel eiwitten en vetten en bijgevolg ook meer energie. Een handvol noten (30 g) kan al gauw zo’n 20 gram vet en 200 kcal aanbrengen. Noten en zaden behoren in de actieve voedingsdriehoek niet tot de voedingsgroep groenten of fruit, maar tot de groep vlees, vis, eieren en vervangproducten. Noten en zaden schrappen van je dieet om gewicht te verliezen is niet nodig, maar er zeer gematigd mee omgaan is wel aan te raden."
Concreet raadt NICE aan niet meer dan een handvol (ongezouten) noten per dag te eten. "De consumptie van ongeveer 30 gram ongezouten noten per dag of tot zo’n 150 gram per week, als een isocalorische vervanging van andere voedingsmiddelen, kan zelfs cardiovasculaire voordelen bieden", klinkt het. Dit omdat noten rijk zijn aan onverzadigde vetzuren en arm aan verzadigde. "Ze hebben dus een gunstig effect op het lipiden- en lipoproteïnegehalte, waardoor ze passen binnen een hartvriendelijk dieet."
De ene noot is echter de andere niet. Elke soort heeft een andere voedingssamenstelling. De ene bevat meer vitamine C, de andere meer magnesium of vezels. Twee bijzondere noten zijn walnoten en kastanjes. Walnoten omdat ze net als vette vis een natuurlijke bron zijn van Omega 3-vetzuren. En kastanjes omdat ze de enige soort zijn die weinig kilocalorieën bevat.
Bron: Gazet van Antwerpen / De Standaard / NICE-info 28/11/2017
Tweedaagse Voc-Antwerpen naar Amsterdam en Utrecht (3-4/11)
Tweedaagse Voc-Antwerpen naar Amsterdam en Utrecht (3-4/11)
Op de heenreis zorgde de welbespraakte voorzitter Paul Koop voor een prachtige situatieschets van de geschiedenis vooral van de 16de eeuw.
In Amsterdam stapten we uit dichtbij het Hermitage Museum naast de Amstel, gevestigd in een vroegere grote verzorgingsinstelling, We gingen het gedeelte ‘De gouden Eeuw’ bezoeken met een dertigtal zeer grote schildererijen met de koppen van de weldoenende hogere urgerij, indrukwekkend. Na wat vrije tijd kwamen we terug samen bij het standbeeld van Spinosa voor een verdere verkennende wandeling die zal eindigen op de wekelijkse boekenmarkt op het Spui. Zoon Peter was danig onder indruk van de historische beslagenheid van Paul Koop dat hij zich enkele werken ter zake aanschafte. Die hadden achteraf diens goedkeuring.
Naar het hotel Van Der Valck te Breukelen.
Zondag 4/11 Utrecht
Eerst een wandeling in het zonovergoten centrum. Door de stad lopen twee grachten, de oudegracht en de nieuwegracht, gevoed door de Rijn. Het water ligt vrij diep zodat aan de zijkanten kelders-opslagplaatsen konden uithegraven worden. Men noemt ze de werven.
Naast de alles dominerende toren van de Dom, nu protestants, met zijn 112m de hoogste kerktoren van Nederland vermeld ik nog Paushuize uit 1517, gebouwd in opdracht van de uit Utrecht afkomstige paus Adrianus VI, die het echter nooit bewoond heeft. Het is een laat-gotisch gebouw met typische "speklagen" van natuursteen en baksteen. We stonden ook voor de stadswoning van Belle Van Zuylen, helemaal bekleed met de dure blauwe Naamse arduinsteen.
Na de vrije middagtijd bezochten we de grote Luther tentoonstelling in het Museum Catharijne Convent. Op 31 okt was het precies 500 jaar geleden dat Luther zijn 95 stellingen ‘Ad Valvas’ aan de kerkdeur van de paleiskerk van Wittenberg aanbracht.
Nederland is voornamelijk Calvinistisch geworden. Het is nog altijd een vraagteken waarom de hageprekers precies actief werden in Frans Vlaanderen en vandaar in 1566 de Beeldenstorm ontketenden en de reformatie van Calvijn verspreidden. Door de Contrareformatie in de zuidelijke Nederlanden, met vervolging van de protestanten ( bv Bloedbewind van Alva) en herovering door de Spanjaarden van Vlaamse steden (bv Val van Antwerpen 1585) ontstond er een grote uitwijking, vooral naar Nederland.
Een laatste bezoek was het kasteel van Belle van Zuylen (20 oktober1740 – 27 december 1805 ), een merkwaardige, ontwikkelde, zelfstandige vrouw, schrijfster en componiste.
FOTO’S.
1. AMSTERDAM Hermitage
2. Vroeger Oude Vrouwen Huys 1681 beheerd door de notabelen wier portretten we binnen zagen.
Onbegrijpelijk. Ik heb sterk de indruk dat de auteur van dit stukje de klok heeft horen luiden, maar de klepel niet weet hangen.
ABC: Acer, Betula, Carpinus Dat klinkt geleerd! Op zijn minst zou in een doorsneeblad als Seizoenen de Nederlandse naam moeten staan: esdoorn, berk, haagbeuk. De meesten weten niet waarover het gaat. En dan nog Juglans. Heel velen zullen niet weten dat hiermee okker –of wafnoten bedoeld worden.
Net het tegenovergestelde van wat ik verwachtte wordt aangeraden: wintersnoei.
Dat deze bomen in de vroege herfst nog kunnen gesnoeid worden, geen probleem , maar nu en verder tijdens de winter???
Die gaan dan zeker bloeden. Bij haagbeuk betwijfel ik dit wel.
In de vroege lente kan je op een bepaald moment wel berkensap of esdoornsap aftappen. Bij deze laatste soort heb ik dit eenmaal gedaan en het vocht smaakte nopg beter dan berkensap.
Abdij van het Park Heverlee en tentoonstelling Parcum
Abdij van het Park en tentoonstelling Parcum
17/11 met groep Egenhoven
De Parkabdij werd gesticht in 1129, op initiatief van Godfried I met de Baard, graaf van Leuven en hertog van Neder-Lotharingen. Hij vroeg aan de toenmalige abt van de Norbertijner abdij van Laonom een abdij in de buurt van Leuven te stichten. De graaf stond hiervoor een park en een jachtslot af. De meier van Leuven schonk nog meer gronden met daarop een watermolen. Dit gebouw is nu de brasserie De Abdijmolen. De watermolen zelf is eveneens gerestaureerd en functioneert bij gelegenheid.
Een paar jaar voordien had diezelfde graaf aan de Benedictijnen van Affligem gevraagd de abdij van Vlierbeek op te richten. Die bezochten we vorig jaar. (Blog van 11/04/2016)
Hertog Jan IV van Brabant verleende de abt van de Parkabdij in 1416 de titel van aartskapelaan van de hertogen van Brabant. De abt behoorde hiermee tot de hertogelijke hofhouding en had mee bestuurlijke macht in het graafschap. Mede hierdoor groeide de abdij uit tot een machtig complex. Nu wonen er nog 4 paters.
Het complex maakt een grootse indruk. Ik hoorde zeggen: “de boeren van Postel, de heren van Averbode en de prinsen van het Park”. De site wordt door de stad Leuven gerestaureerd. Veel is al gebeurd, maar er is nog veel te doen.
We bezoeken de pas gestartte religieuze tentoonstelling Parcum.
Achteraf praten we na in de brasserie met koffie en taart.
FOTO’S
1. Abdij
2. Poortgebouw (1223)
3. De gekanaliseerde Molenbeek, aanvoer voor de watermolen, nu geïntrigeerd in de brasserie Abdijmolen.
4. Herfstkleuren
5. Nog een poortgebouw
6. Leuven Mindgate
7. Nog te restaureren
8. Van boomgaard tot kerkhof
9. Abdijkerk met Parcum Al in 1131 stond er een romaanse kapel. Deze romaanse kerk kwam er in de 13de eeuw. De eerste steen voor de toren werd pas gelegd in 1729.
Pieter De Ridder van het grote Tuincentrum Groendecor te St. Pieters- Leeuw nam het initiatief voor de grootste notenshow. 80 Okkernotenrassen uit België en Nederland werden er samengebracht, van klein tot zeer groot.
Opvallend is dat de eerder kleine noten het best smaken en daarbij ook het langst bewaren.
Het probleem met noten is de vorstgevoeligheid in het bloeistadium.
Wegens de nachtvorst ( –2 °—3° bij mij) van 19 en vooral 20 april 2017 had ik haast geen noten. In het Pajottenland had het ook -2° gevroren. Pieter liet mij een artikel zien: Broadview, Buccanier en Coenen, allemaal geënte noten, droegen bij de auteur zeer goed. Bij mij in Zoersel zeer pover. Aan het vroegst bloeiende Nederlands ras Coenen geen enkele vrucht.
Op vorstgevoelige plaatsen zijn laatbloeiende rassen aanbevolen. Dit moet ik nog verder uitzoeken.
Vincent toonde mij de St Jansnoot, klein, doch uiterst laat bloeiend; Omstreeks Sint Jan 21 juni!
Traveller I en II, een kruising van Roemeense noten door Eric Van de Plas (Limburg) smaakte bij de beoordelaars het best.Wellicht ook een te vroege bloeier?
ER was ook notenlikeur Milog van 19° te proeven en notenolie, notenpasta van walnoot en van hazelnoot van de Firma Migino (Peter De Rycke) te Hove.
FOTO’S
1. Pieter De Ridder van Groedecor en Vincent Turkelboom met bijdragen over noten in het blad Fruit
2. Pieter De Ridder
3. Jacques Bosschaerts
4. Zijn noot Boss, die vroeger al bekroond werd. Deze zaainoot droeg ook dit vorstjaar overvloedig in Mortsel (genietend van een stadsklimaat?)
5. Voedseldriehoek
6. Bloeiperiode notenrassen (NBS)
7. Buccaneer, Nederlands ras. Bloeit wat later. Op mijn Kempische grond draagt hij maar matig.
12. Hij toonde mij het oxalisplantje Oxalis tet ’Iron Cross’
13. Notenliefhebber met Vincent
14. Bezoekers mevr en mr Jef Peeters
15. Peter Rita Andre Willy
16. Peter De Rycke van Migino met Dorothea Lequeux van de ‘Plukplek’ Ternat, aangesloten bij CSA Community Supported Agriculture -Landbouw gesteund door de gemeenschap.
Minister Joke Schauvliege: Géén subsidieroof voor biologische landbouworganisatie
Biologische landbouw is de voortrekker van duurzame landbouw door aan te tonen dat ook zonder chemisch‐synthetische hulpmiddelen geteeld kan worden. Terwijl in Nederland stemmen opgaan om de BTW op bio‐voeding terug te brengen naar nul procent, beslist Joke Schauvliege in ons land om de subsidies terug te schroeven voor BIOFORUM, de sectororganisatie die de biologische landbouw en voeding ondersteunt. Dit is een miskenning van vele burgers die een overheid willen die meer belang hecht aan een chemievrije wereld, waar ecologie, dierenwelzijn en gezonde voeding centraal staan. Het informeren van de consument is meer dan ooit essentieel, in een door economische belangen geregeerde wereld waarin agro‐chemische pesticidereuzen als Monsanto, die machtiger zijn dan onze overheid, miljoenen investeren om wetenschappelijke studies te manipuleren en overheidsbeslissingen te beïnvloeden.
Vorige donderdag 16/11 werd Jonathan, de jongste van de 14 kleinkinderen 16.
Van de school St. Jan in Westmalle kregen zij de opdracht een museum te bezoeken en dan iets te maken. Hij koos het kaartenmuseum in Turnhout, kocht een boek kaarten en zette zich 6 u aan het werk.
Nr 1 is denieuwe Gageeler Sour White - No Hops. na de Gageleer en de donkere Gageleer. Hiermee gaat men terug naar de tijd van de gruyt. U weet wel Gruythuze in Brugge. Dit bier viel bij mij danig in de smaak met zijn iets fruitigheid, dorstlessend en je wordt er niet zat van: 4,3% !
nr2 Lion 5 Een alluminium fles! Witbier 5 % Waterloo Goed
Nr3 Rookop van De Plukker, eigen brouwerij van de enige Bio-hoppeteler te Poperinge 6,5% donker roodbruin Niet mijn smaak Een Rodenbach is stukken beter. Achteraf schafte ik van De Plukker, een grote fles Single green Hop (2016) aan. 5,5%, niet gedroogde hop. Viel nog zeer goed mee, alhoewel men aanraadt het bier jong te drinken.
Nr4 Kameleon amber 6,5% van Den Hopperd Ramsel. Goed Toch een tikje gebrande mout, wat ik minder graag heb.
Nr 5 Avena Saison 5,5% van Deseveau Boussu Henegouwen Lekker
Nr 6 LaZoevel anberkleurig8% Brasserie bde la Lesse Eprave Notitie: smaakt!
Nr 7 Ducassis 3 % Brasserie des Légendes Ellezelle (Henegouwen) Bier van hoge gisting met echte cassis- of zwarte bessen Viel in mijn smaak.
Nr 8 Bufo 4,7 % Wordt geschonken in een eigen glas Ongefilterd Hoge gisting Was in 2013 het 2de bier van de Gageleer; werd overgedragen aan Biosano. Citrussmaak die ik zeer waardeerde. Bufo is het Latijn voor pad. Eind jaren 80 werd een relict populatie van de Bufo calamita, Rugstreeppad ontdekt in het Noorden van België. Dank zij een succesvol beschermingsproject heeft deze zeldzame soort zich over de hele streek verspreid, ook in de Liereman.
Nr 9 Zwarte Madam 9,3% Een biostoutbier Warmenbol, pas in 2014 begonnen brouwen Smaakvolle stout.
Nr 10 Pimpernel 8% van Jessenhofke Kuringen Gebrouwen bij brouwerij Anders te Diest. Goed Smaakt inderdaad lang na.
Nature Today 7-NOV-2017 - Dit najaar worden opvallend grote aantallen appelvinken gezien. Zowel in Nederland als in de omringende landen. Het is de grootste invasie die tot nu toe is opgemerkt.
Appelvinken in Nederland leven in de winter van boomzaden, vooral van zaden van Spaanse aak (veldesdoorn), haagbeuk, diverse soorten kersen en taxus. Een appelvink is met zijn imposante snavel en kaken in staat om niet alleen kersenpitten te kraken, maar zelfs die van de kerspruim.
Appelvink zien?
Om appelvinken te zien (en wie wil dat nou niet, want het is een van de mooiste vogels van Europa) moet je goed op het geluid letten. Ze laten een explosief, roodborstachtig “ptiek!” horen en ook vaak een zachter “jiiis”. In vlucht valt het grote formaat, de dikke kop en het vele wit in vleugel en staart op. De mannetjes zijn bonter getekend en rijker van kleur dan de vrouwtjes.
De DAG VAN HET FRUIT te Liempde op 22/10/2017 werd georganiseerd door de Stichting FRUITcultuur Brabant en werd gehouden in de Liempdsen Herd in Liempde (halverwege Eindhoven- ’s Hertogenbos). De stichting FRUITcultuur Brabant is opgericht in 2015 en zetelt in de gemeente Boxtel. De stichting heeft ten doel: a: Het behoud en de bevordering van de fruitcultuur in de provincie Noord-Brabant en in het bijzonder die in het Groene Woud, alsmede de vergroting van de kennis daarvan, dat alles in de ruimste zin. b; Het verrichten van alle verdere handelingen die met het vorenstaande in de ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn.
Het was er een heel gezellige bedoening in een vroegere hoeve pal in het dorpscentrum. Het plein ervoor deed mij denken aan de vroegere Frankische blijk of dorpswei. Er kwam verrassend veel volk op af.
Het enige spijtige vond ik het samenvallen met andere fruitexpo’s. Zo konden wij niet naar de grote NBS tentoonstelling, dit jaar in de Tuinbouwschool van Vilvoorde. Ze misten daar ook Johan Baecke die zich geëngageerd had voor Liempde. Hij had o.a. zijn reuzenpeer Jean van Geert bij.
Hennie Rossel van de Noordelijke Pomologische Vereniging deed de determinaties.
Wouter Den Boer verzorgde lezingen over het snoeien van Hoogstam.
Zelf had ik een tafeltje voor kleinfruit dat ik moest delen met koffiedrinkers. Ik had o.a. de druif Rolland bij. Mijn voornaamste advies? Hak uw huidige druiven, die problemen stellen af. Vervang ze door een lekkere, resistente druif. Er zijn bv. meerdere pitloze rassen. De wortels mogen gerust blijven zitten. De nieuwe aanplant vindt er geen hinder van. Ik toonde ook mijn goudbessen, Cape goosberry in het Engels, massaal gezaaid aan Kaap de Goede Hoop om mee te nemen op de zeilschepen tegen scheurbuik om wille van hun vitamine C. Daarnaast ook de subtropische verwant de Ananaskers (Physalis peruviana).
We zagen er Bart Vanden Hove en Dieter Dewitte van de Velt Fruitwerkgroep Menen-Wevelgem terug. Gisteren waren ze eveneens in Villeneuve d’Ascq. De opkomst in Vilvoorde was eerder beperkt vonden ze.
FOTO’S
1. Dag van het Fruit
2. Liempsen herd
3. Persen van de appels Van Jef Peeters heb ik geleerd dat het durect oxyderen bij handmatige persing niet bijdraagt aan de kwaliteit.
4. Hennie Rossel en Wouter Den Boer
5. Woutert Den Boer en ik
6. Sterappel
7. Glorie van Holland
8. Court pendu Rosat
9. De vrucht van een M26, een veel gebruikte onderstam bij liefhebbers, sterker dan M9. Ik heb ook zo’n boompje. Destijds had ik ook vruchten aan een M7, waarvan de ent opgegeten was door de geiten. Deze appelen zijn totaal niet te genieten.
Vanavond hoorde ik een special geluid. De kat had de Appelvink gevangen.
De vogel direct afgepakt en die plantte zijn grote bek in mijn vel. Ferm moeten trekken om die los te krijgen. Toch geen huidbeschadiging.
De vogel naar het Vlaams OpvangCentrum in de Holle Weg 43 te 2050 Kapellen gebracht. In de wachtplaats van een apart gebouw plaats je het dier in een kooi, die op slot gaat. Nog een document invullen en klaar is kees.
Pas onlangs de mezenbollen opgehangen. Gisterenmorgen kwam een bonte specht mee snoepen met de pimpel – en koolmezen.
’s Namiddags ging ik in de tuin en zag een speciale vogel, was het lopen op laag vliegen? En zich verbergen in een bos Oost-Indische kers. Voorzichtig gaan kijken en onmiddellijk een appelvink herkend aan de zeer dikke bek. Decennia geleden die een paar keren gezien op Wielewaal wandelingen in boomgaarden in de Vlaamse Ardennen en Brabant. Als ik terugkwam om te fotograferen was die verdwenen. Was de vogel wel gezond? Zo’n gedrag op de grond?
Vanmorgen kwamen een paar boomklevers op hun beurt snoepen en ze doen het op hun speciale manier onderst te boven hangend! Ook hier heb ik die vogels nog nooit waargenomen. Ze maken opvallend heldere geluiden die ik meermaals gehoord heb. Op een wandeling naar vogelgeluiden hoorden we die wel in de dorpskom.
Vorige vrijdag 27/10 hield de nieuwe FruitwerkgroepKempen zijn eerste bijeenkomst in café Hoebenschot te Lichtaart. Jef Peeters verzorgde de avond met een uiteenzetting over de meting van suiker in appels en peren.
Als medestichter van de Wijnmakersgilde werkt hij vooral met Öchslemethode, gebruikt in Duitsland, Zwitserland en Benelux.
Meer en meer wordt nu de internationale Brixmethode gebruikt.
Jef had een onogelijk, klein, afgeleefd Frans ciderappeltje bij: enorm hoog in suikergehalte. Maar als je het proeft zou je het liefst onmiddellijk uitspuwen!
Naast suikers zijn ook zuren zeer belangrijk bij het smaakprofiel. Appelzuur, citroenzuur. Ook die kunnen gemeten worden.
Dat peren over het algemeen zo zoet smaken is door hun laag zuurgehalte.
Wat de verdere werking betreft komt men samen op de laatste vrijdagavond van de maand, onderbroken door de buitenactiviteiten, over snoeien bv.
Om de twee jaar gaat te Villeneuve d’Ascq de Pomexpo door op zaterdag en zondag. Eraan verbonden is een markt voor regionale producten. Bio is opvallend aanwezig met de meeste aantrek.
We kwamen voor ’t eerst in Viilleneuve d’Ascq in 1987 (30 jaar terug!) op de ferme du Heron waar de Verger Conservatoir zich bevindt. Het was al laat op het seizoen en haast geen bladeren op de bomen. De Cabarette, de Franse naam voor de President van Dievoet, een appel van Poperinge, op de schreve, zoals in West-Vlaanderen de grens genoemd wordt, hing afgeladen vol. Even verder de rode gloed van de Collapuis.
We leerden er Jean Wisniewsky, de man van de zaailingen op de koolmijn terrils van Rens. Hij publiceerde een boekje ‘Fruits des Systes’ en zijn vriend Michel Duflot kennen.
Het was een plezier monsieur Duflot voor de zoveelste keer terug te zien. Ze zijn ook nog naar activiteiten van de NBS (Nationale Boomgaarden Stichting) gekomen. Mr Duflot is er intussen 86.
Ook Bart Vanden Hove en Dieter Dewitte, de mannen van de Velt Werkgroep Menen-Wevelgem teruggezien.
Zoals steeds waren er proevertjes. Vrucht nummer één is steeds de Saint Mathieu, bakpeer van de streek. Thuis in West-Vlaanderen was dit de Saint Remi. Hier in Halle-Kempen weet ik een Pondspeer staan. Daarnaast is er nog de Catillac. Verder kon je proeven van de gebakken Reinette de Flandre, Reinette des Capucins en Reinette de France. Ook appelmoes van de Jaques Lebel.
Eindelijk kreeg ik het rekeningnummer van de Croqueurs de Pomme Nord, Pas de Calais et Belgique Iban FR76 1562 9027 4000 0866 9794 067 Bic CMCIFR2A lidgeld €30 zodat ik weer lid kan worden.
FOTO’S
1. Aankondiging
2. Saint Mathieu gebakken
3. De Saint Mathieu
4. Reinette De Flandre
5. Reinette de Flandre
6. Saint Remy
7. Catillac
8. Du Livfe – Pondspeer
9. Er was zowel een lange tafel voor de appels als voor de peren waarop deze voorbeeldig per ras gerangschikt lagen. Foto Vincent.