In hoeverre is de mens actief bij geloof en bekering?
Hallo rickk
Toen ik je vraag las, dacht ik opeens aan een antwoord dat ik lang geleden gegeven heb. Ik laat het hier volgen: ............................... Dag allemaal,
Mag ik - als nieuwkomer op dit net- ook mijn steentje bijdragen aan de hoogwaardige gesprekken.
In Deuteronomium 29 v 28 zegt Mozes tot het volk Israel: "Wat verborgen is, behoort de HEER onze God toe; wat openbaar is, komt ons toe. Wij en onze kinderen dienen ons altijd te richten naar alle bepalingen van deze wet" (NBV).
De NBG klinkt mij hier wat bekender in de oren. Die heeft: "De verborgen dingen zijn voor de Heer onze God, maar de geopenbaarde dingen zijn voor ons en onze kinderen voor altijd, opdat wij al de woorden dezer wet volbrengen"
Ik lees die laatste woorden van de NBG geactualiseerd, uiteraard voor eigen verantwoording, als volgt: "....om die te DOEN". (Ben ik nu een 'activist', zoals éen van jullie onlangs schuchter- geschrokken vroeg).
Ik acht mij hiertoe gerechtigd, omdat de Schrift op vele plaatsen oproept om actie te ontrwikkelen.
Maar in Johannes 6 v 44 lees ik: " Toch kan niemand bij mij (Jezus) komen, tenzij mijn Vader, die mij gezonden heeft, hem bij mij brengt".
Er zit in de uitverkiezing iets dat niet 'rond te krijgen' is. maar dat geeft toch ook niet. Mozes zegt het zo heerlijk ontspannen, ( door mij geparafraseerd): "De Heer is van een peilloos veel hogere orde dan wij mensen. Er zijn verborgenheden, waarin wij als mensen niet kúnnen schouwen. maar geopenbaarde dingen zijn er te over En ons deel van dit hele samenstel is om die te DOEN".
En dan kunnen wij ons rustig voegen naar het woord door Jezus gesproken, ( door mij ook weer geparafraseerd): - áls je al je onder tranen van berouw en schuldigerkenning je bekeerd hebt - áls je al door getrouwe bijbellezing- met-het-hart ( 1 Petrus 1 v 23) wedergeboren bent. - áls je al de Heilige Geest met al zijn gaven en vrucht deelachtig geworden bent.... ....dan is dat nóg genade van God. ............................
En zóals ik hiervoor verwoord heb, mag je het ook voor 'bekering' beschouwen, denk ik.
Jeremia 31 v 18 zegt het ook zo treffend: NBV: " Ik heb wel gehoord hoe Efraïm treurt: 'U hebt mij geslagen als een jonge os die nog niet is afgericht. Breng mij bij u terug, laat mij bij u terugkeren, want u HEER bent mijn God. Ik ben tot inkeer gekomen, ik sla mijzelf nu ik mijn hart doorzie. Ik ben vol berouw, ik schaam mij diep, ga gebukt onder de zonden van mijn jeugd' ".
De NBG heeft de kerntekst nog iets duidelijker|: "BEKEER MIJ, DAN ZAL IK MIJ BEKEREN".
Alles is genade, ook onze bekering. maar wij dienen wel actief in de richting van die bekering te werken.
Eigenlijk zien wij ook iets, dat hieraan doet denken in Marcus 9 v 24. De vader van de zieke jongen roept het daar ook zo hartstochtelijk en ontroerend: "Jezus...ik GELOOF....kom mijn ongeloof te hulp". En Jezus HELPT.
Een echte veelbelovende bekering grondt zich wel op een bepaalde geestesgesteldheid. - de Israelieten in de ballingschap erkennen het recht van God om ze te tuchtigen, gelijk hij gedaan had. Ze waren toch ook zulke dwarse ossen van mensen geweest.
- ze waren tot inkeer gekomen. Ze waren afgegaan van de weg, die hen steeds had doen zeggen; Ezechiël 18 v 2 " Als de ouders onrijpe druiven eten, krijgen de kinderen stroeve tanden", met andere woorden: "Dat wij nu in de droeve ballingschap zitten, is gekomen door de zonden van onze ouders. " Zij verbergen zich niet meer achter fouten in de opvoeding, maar nemen hun verantwoordelijkheid.
- de Israelieten, waarover het hier gaat, doorzagen hun hart, hadden de goede zelfkennis gekregen
- als gevolg daarvan was er berouw.
En zie nu , hoe de Heer deze mensen, die zichzelf onmachtig tot bekering achten, te hulp komt. Dat kán toch niet meer liefdevol ! 20: "Is Efraïm niet mijn geliefde zoon. is hij niet mijn oogappel; Telkens als ik over hem spreek rijst zijn beeld in mij op, dan raak ik DIEP BEWOGEN. Ik móet mij over hem ontfermen - spreekt de HEER".
Misschien zit er onder de lezenden een joch of een meisje, die zich indertijd gevoelsmatig heeft bekeerd. - het muziekje klonk zo innig - de spreker zei van die gevoelige dingen - er gingen er zo veel naar voren. .....en die nu denkt: "Het is allemaal zo wég".
Vernieuw je bekering eens, zo'n beetje op de wijze, die Jeremia aangeeft. Dan wordt het écht goed. Het is toch ook zo'n heerlijk idee, van de genade te mogen genieten van Iemand, - die je zo genegen is, dat hij je 'mijn oogappeltje 'noemt - die jouw beeld telkens kan oproepen, - die diep bewogen is over jou - die je beslist wíl helpen, zodra je ook maar éven aangeeft, geholpen te willen worden Zo'n genadegever is het toch helemaal en helemaal waard om liefgehad en vertrouwd te worden.
Hij baseert zich op het bijbelverhaal uit Genesis , dat vertelt, dat na de zondeval Adam en Eva zich voor God verstopten,(Gen 3 v 10). Het huidige geredekavel over de vraag, of God nu wel of niet bestaat, ziet hij als een moderne vorm van ´zich verstoppen´. Zolang je over Gods bestaan vrijblijvend van gedachten wisselt, behoef je hem niet te gehoorzamen.
Wat G schrijft, ís mijns inziens wel zo, maar ik mis iets. Of misschien dient het alleen wat aangevuld te worden.
In dit verband wil ik aanhalen Hebr 11 v 6: " Zonder geloof is het onmogelijk God vreugde te geven; wie hem wil naderen, moet immers geloven, dat hij bestaat en wie hem zoekt, zal door hem worden beloond".
Dat belonen vindt plaats op de weg van het heil. Dat belonen begint te geschieden , zodra je die weg van heil betreedt. En hoe betreed je die heilsweg. Door allereerst niet alleen met je verstand 'dingen te bedenken',maar met je geest, het diepste van je wezen, te aanvaarden, dat God bestaat em dat hij niemand, die tot hem komt, zal verwerpen. Wanneer iemand ernstig naar God zoekt, zal God zich aan hem openbaren. Die mens zal God ook vinden.
God zal zeker aan ernstige zoekers tonen, dat zij gezondigd hebben. Het zal hun duidelijk worden, dat.... "....alle mensen hebben gezondigd en zondigen nog dagelijks en ontberen de nabijheid van God", (Rom 3 v 23). Zij zullen inzicht erin krijgen, dat Gods tegenstander, de duivel, die Adam en Eva wist te misleiden, ook hen laat zondigen, omdat hij vanuit zijn onzichtbaarheid altijd een te sterke tegenstander is....hij heeft tegenwoordig niet eens een slang nodig. En wanneer men in strijd handelt met de Goddelijke liefde, met blijdschap, vrede, vriendelijkeid enz, (Galaten 5 v 22), dan is het blazoen al definitief besmeurd.
En die ernstige zoekers zullen de noodzakelijkheid van Jezus' tussentreden aanvaarden en geloven, dat hij alle zonden van alle mensen van alle tijden heeft uitgeboet, ook hún zonden, ook de zonden van hun- nu nog niet geboren- kleinkinderen van hun kleinkinderen.
Ja...nu denk ik te zien, waarin Geart nog aanvulling behoefde. Het is niet zo, dat wij allemaal ' schijnzoekers' zijn, die onze onwil om door God gevonden te worden, verbergen omder wollige woordjes,...mensen, die niet werkelijk veranderen willen... maar dat er wel degelijk 'ernstige zoekers' zijn, die God zullen vinden en de paradijsvloek voor zichzelf opheffen, doordat zij zich toevertrouwen aan Jezus, die de toen geslagen breuk heeft geheeld door zijn overwinning op Golgotha.
Tot die 'ernstige zoekers' zeg ik: "Ga door....het is onmetelijk, hoe groot Gods beloningen, reeds nu en vooral in de toekomst zijn.
En tot de 'pseudo-zoekers' zeg ik: "Stop met dat spelevaren Je drijft alleen maar af naar een waterval".
Hagar vroeg ons in 2007, ons inzicht te geven in de Apocalyps. Na een onderbreking van 2007 tot 2009 is dit topic door anderen weer tot leven gewekt in 2009
Hierbij mijn inzicht.
Als zodanig geef ik allereerst als aanduiding: "De wederkomst van de Heer Jezus"
De bedoeling van de Heer Jezus met de gelovigen, verenigd in allerlei kerken en kringen, is , dat uit deze zichtbare kerken in de loop van de jaren de Gemeente zal ontstaan, een begrip van die gelovigen, die alsmaar bezig zijn om zich de schatten van Jezus eigen te maken.
Na hun bekering tot Jezus en hun tot de blijde erkentenis komen, dat hij hun zonden in hun plaats heeft uitgeboet, zijn ze daarbij niet blijven staan.
Nee, ze hebben de bijbel zo vol blijde toewijding gelezen, dat zij door dat lezen wedergeboren zijn, ( 1 Petrus 1 v 23).
Zij zijn daarbij niet bllijven staan, maar hebben om de vervulling met de Heilige Geest gevraagd en die ontvangen, bijvoorbeeld zoals in Handelingen 8, 10 en 19 vermeld.
Zij hebben het daarbij niet gelaten, maar zijn aan het werk gegaan met de gaven van die Geest, (1Cor 12 v 8- 10) en met de vrucht van die Geest, ( Galaten 5 v 22).
Wanneer dit heiligingsproces voor de voorhoede van de Christenheid is voltooid, is het moment gekomen, dat een nieuw stadium voor de wereld kan ingaan, het dusgenaamde ´duizendjarig rijk´, een periode van herstel, die door nog heerlijker perioden wordt gevolgd.
De duivel, Gods tegenstander, werkt dit proces hevig tegen en als de ´koningen van de toekomst', (Jesaja 32 v 1) zich beginnen te manifesteren en binnen afzienbare tijd voltooid kunnen zijn, dan loopt die tegenstand van satan op, zodanig , dat hij een tegenzet doet: een antichrist met een antigemeente.
De strijd tussen de gereedkomende en gereedgekomen volmaakt wordende en volmaakt geworden 'zonen van God' aan de ene kant onder hun hoofd Jezus, en aan de andere kant de anti-gemeente met aan het hoofd de antichrist, is hevig en laat de rest van de wereldbevolking niet onberoerd.
Die hevige komende periode wordt door velen op de wereld vermoed en heeft de naam apocalyps gekregen.
In feite wordt die periode van verwarring afgesloten, wanneer de hemelse bazuinen klinken en de aartsengel roept met grote kracht, ( 1 Thess 4 v 16 en 17).
De volgelingen van Jezus, voorzover geheiligd, worden nu ook verheerlijkt en gaan over van de aardse naar de hemelse sfeer, om daar de eindstrijd te levenen met de legers van de antichrist.
Dit was dus je vraag: "Hoe kan ik predikant worden".
Een eenvoudige vraag, zo lijkt aanvankelijk.
Voorwaarde is een diploma VWO, maar tenminste Havo. En dan zijn er predikantsopleidingen genoeg. En als je meer de evangelische kant uit zou willen, kun je ook daarvan adressen genoeg vinden op Internet. Je kunt daar zelfs de aanmeldingsformulieren downloaden. Helemaal geen probleem.
Maar....waaróm wíl je predikant worden.
Ik neem aan uit een gevoel van roeping. Want om een belangrijke positie in de maatschappij hoef je het echt niet meer te doen. De tijden van : "De dominee, de dokter, de notaris", als de belangrijkste 'dorpsfiguren' zijn voor wat betreft de dominee voorbij. In de huidige maatschappij is het maatschappelijk aanzien van de dominee minder hoog dan het ooit was. En het is niet te zien, dat die hoge, maatschappelijke waardering terugkomt.
Maar doe je het echt uit roeping.... dan zegt 1 Timotheüs 3 v 1: "Het is een waar woord: als iemand opziener wil worden, is dat een eerzaam streven".
En dan volgen in 2 - 11 de morele eisen voor een 'opziener'; nu ja...in grote lijnen voor ieder vorderend Christen: - onberispelijk, sober, bezonnen - gematigd, gastvrij , een goede leraar - geen onmatige drinker, geen driftkop - vredelievend, vriendelijk - volstrekt niet geldzuchtig - niet pas bekeerd, ( dit is dus een specifieke eis voor een voorgaande broeder) - met een goede reputatie buiten de kerkelijke gemeente - oprecht, niet hebzuchtig - vasthoudend aan het mysterie van het geloof - zuiver geweten, waardig gedragend - geen kwaadspreker, betrouwbaar.
Dit alles kun je niet uit een boekje leren. Enkele teksten, die niet zozeer op jou, als jonkman betrekking hebben, heb ik weggelaten. Wanneer je een gemeente gaat dienen, dan is het de bedoeling, dat je meehelpt om die gemeente tot onberispelijkheid op te voeden. Met de gemeente heeft God grote plannen. Eenmaal zal hij met Jezus Christus en diens gemeente het heelal én de onzienlijke wereld regeren vanuit een eeuwige tempel.
En om behoedzaam, bedachtzaam en beheerst te zijn, heb je toch echt de ondersteuning van de Heilige Geest nodig door de doop in de Heilige Geest.
Dikwijls is het erg aanlokkelijk om je door allerlei wilde ideeën mee te laten slepen. Dat zelfde geldt voor 'niet spoedig uit zijn evenwicht gebracht', zijn woorden goed overwegend, niet anderen overbluffend of kleinerend. En dan de beschaafdheid in innerlijke ontwikkeling. Altijd eerbaar en zedig, nooit onbeschoft, niet krenkend en kwetsend. Geen 'bokkig' iemand, die door ontactisch optreden de mensen afstoot en tegen zich in het harnas jaagt. Zachtmoedig in zijn optreden. En dan: de gastvrijheid! Die vereist: hartelijkheid, gulheid, mensenkennis, beleefdheid, fijngevoeligheid, belangstelling, zelfbeheersing en zelfverloochening. Altijd hieraan denkend; (Johannes 13 v 20): "Ik (Jezus) verzeker jullie: wie iemand ontvangt die door mij gezonden is ontvangt mij, en wie mij ontvangt ontvant hém, (God), die mij gezonden heeft".
En dan ook nog eens: niet alleen: de waarheid kennen, maar die ook kunnen overbrengen. Een heel goede schriftkennis. Antwoord kunnen geven op lastige maatschappelijke vragen over integratie en dergelijke
En dan ook nog eens: niet aan alcohol of tabak of welk genotmiddel dan ook verslaafd zijn. Geen geprikkeldheid, geen snelle geïrriteerdheid, geen agressief optreden. Niet zo, dat iedereen zich aan jou moet aanpassen, maar jij voegt je gemakkelijk, past jezelf binnen de grenzen van het toelaatbare aan anderen aan. Inschikkelijkheid en zachtzinnigheid horen ook in dit lijstje thuis.
Ook niet 'stijdlustig'. Want Jacobus 4 v 1 waarschuwt hier tegen als hij zegt: "Waar komt al die strijd, waar komen al die conflicten bij u toch uit voort? Is het niet uit de hartstochten, die strijd leveren in uw binnenste?"
Geen gierigheid. Dat is een zeer sterke en gevaarlijke 'begeerte van de natuurlijke mens'. Nooit vind je door gierigheid het geluk.
Nu ja zeg, laat ik maar ophouden met dit uittreksel uit de opsomming van J.E.van den Brink.
Laat ik er nog iets leuks aan toevoegen, waarover ik sinds een desbetreffende bijbelstudie , door mij bijgewoond, nadenk.
Er is zoveel verwarring in de huidige samenleving. Die was er altijd al, maar het loopt in deze tijden allemaal naar een top.
En wij plaatsen tegenover 'verwarring' te vaak 'verstarring' en te weinig 'verrassing'. Zelfs Samuel kende dit verschijnsel. Toen Israel om een koning vroeg, (1 Samuel 8 v 5), (verwarring) was hij vreselijk geschokt; hij vond dit verzoek 'volstrekt ontoelaatbaar' (verstarring).(v 6). De Heer ontkende niet, dat hij ook zélf 'pijnlijk getroffen was', (v . Maar hij staat- heel verrassend- het verzoek om een koning toch toe. ( v 9).
God slaat als het ware zijn arm om het volk, dat het niet kan opbrengen om hem strikt te volgen. Hij laat hen niet in de steek. Hij denkt 'plooibaar'.
Ik werk dat nu niet verder uit. maar een voorganger behoort ook plooibaar te zijn, niet tegenover 'verwarring' met 'verstarring' te gaan werken , maar met 'verrassing'. Wanneer een homosexueel zo graag aan het avondmaal wil, niet direct roepen: "Dat kán helemaal niet. De honden zijn buiten, Lees het zelf in Openbaring 22 v 15".
Nee; niet automatisch alle gevallen maar over éen kam scheren. De liefde voor mensen, die 'weg zullen lopen, het duister in', mee laten wegen.
Nu ja; er waren in die bijbelstudie meer heerlijke voorbeelden. Die komen nog wel eens.
Maar Niem; ga vooral in de leer bij 'God de Heilige Geest', die als een geschenk door Jezus bij de gelovigen is achtergelaten.
De vraag was: 'wat heeft de wet van de tien geboden mij te zeggen'.
Nu heb ik daarop een kort antwoord, waarvan ik haast niet anders kan dan aannemen, dat het in enigerlei vorm al lang gegeven is, maar ik kan al die 36 bladzijden niet nalezen. dan zou het mij gaan duizelen. Bij een doublure geldt: `Sorry hoor; schiet niet op de pianist; hij doet zijn best`, ( een vroegere bekendmaking in saloons van het ' Wilde Westen')
Komt-ie..
Matth 22 v 36: Jezus antwoordde: "Het grootste gebod in de wet is: 'Heb de Heer, uw God lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dat is het grote en eerste gebod. Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf'. Deze twee geboden zijn de grondslag van alles wat er in de Wet en in de Profeten staat".
De Joden hadden in die tijd met de Wet en rondom de Wet 613 geboden opgesteld, die ze dan weer verdeelden in 248 geboden en 365 verboden. En aan Jezus werd als vraag gesteld: "Welke van die 613 geboden is het belangrijkste". Echt een strikvraag, want zo kom je tot eindeloos in- en uitgepraat.
Maar Jezus is geen vruchteloze in- en uitprater. Hij haalt er een tekst bij , die ze hadden moeten kennen met hun hart: Deuteronomium 6 v 5. En ook verwijst hij naar Leviticus 19 v 18.
Die heerlijke, al lang gereedliggende samenvattingen hadden zij met al hun wettenmakerij helemaal 'onder laten sneeuwen'.
En die richtlijn geldt ook voor nu: - God liefhebben niet met je GEVOEL - God liefhebben met je hele mens, al je krachten en vermogens ten dienste stellen van God - met je 'hart', het centrum in je hersens, vanwaar heel het psychische leven voortkomt en wordt aangedreven en aangestuurd ( Dat centrum is wel aanwijsbaar door deskundigen met "Dáar gebeurt het". Maar er is geen antwoord op de vraag : " Hóe gebeurt het" ) - met heel je ziel: je meer uiterlijke persoon, hier zowel het verstand en de wil en het gevoel omvattende, alsook het lichaam - en dan: de naaste liefhebben als uzelf.
Het Oude testament behoort te worden gelezen in het licht van het Nieuwe Testament. Zelfs de meest vreemde tekst in het Oude Testament vindt zijn zingeving in het Nieuwe Testament.
En al die bekende geboden: - gij zult niet doodslaan - gij zult niet echtbreken - gij zult niet stelen - gij zult geen overspel plegen - enz. gaan altijd weer uit van God, die liefde is, het grote grondbeginsel van het geloof in Jezus.
Wanneer je zo bijvoorbeeld die ene regel ziet: "Gij zult niet doodslaan", dan wordt het je bij het licht van het Nieuwe Testament duidelijk, dat je God liefhebt en de naaste liefhebt, wanneer je niet alleen: ...de ander althans niet doodslaat, maar dan wordt je duidelijk, dat je die ander lief moet hebben en niets mag doen om die ander te kwetsen, te krenken enz. : - door van hem te roddelen - door hem in zijn gezicht te beledigen - door zijn zelfbeeld ongunstig te beïnvloeden - door hem verdacht te maken - door hem onzeker te maken - enz enz. - in ieder geval: door hem met iets anders dan liefde en hoogachting te behandelen.
Iemand zal zeggen: "En...als die ander nu een misdadiger is...." God zal door zijn Heilige Geest zeker wegen wijzen in alle gevallen.
In de Tien Geboden staat de zin: "Ik, de HERE, uw God, ben een naijverig God die de ongerechtigheid der vaderen bezoek aan de kinderen tot in het derde en vierde geslacht van hen die Mij haten..." (Exodus 20: 5b -NBG'51).
Wat wordt bedoeld met 'haten'?
Dag Riska,
Wanneer je verzen 4-6 in totaliteit leest in de NBV, dan krijg je allereerst een inzicht hierin, dat God alle verering van enig schepsel , in welke vorm dan ook, als zeer gevaarlijk oordeelt en zulk een handelwijze niet duldt. En degene, die zó Gods eer te grabbel gooit, door op enige wijze het schepsel te eren boven de Schepper, wordt door God een 'hater' genoemd, een mens, die God veracht en beledigt.
En deze zonde is zo erg, dat een vader en/of een moeder, die er zich aan schuldig maakt, zoons en dochters met een kwalijke erfenis opzadelen. Dit kan niet zo zijn, dat de kinderen dan ' automatisch' gaan zondigen. Want Ezechiël 18 zegt luid en duidelijk, dat de kinderen niet zullen veroordeeld worden om de zonden van de ouders.
Maar ; een voorbeeld: Er zijn kleine middenstanders. Hun zaak is hun afgod. Hun hele leven staat in het teken van ' de zaak'. De geestelijke opvoeding van de kinderen lijdt er schade door. Later zeggen die kinderen wel eens tijdens ' broertjesdagen' of ' zusjesdagen': "Het was thuis altijd maar ' de zaak....de zaak'. Ik ben door die eenzijdige gerichtheid van mijn ouders echt niet voldoende toegerust voor het leven in al zijn aspecten".
Dit is een aangelegenheid , die alle ouders terdege dienen te overwegen: je kinderen dragen het stempel mee van wat jij verkeerd en goed deed.
Maar nu de zinsnede: " ...en ook het derde geslacht en het vierde, WANNEER ZIJ MIJ HATEN...." En nú komt er - in alle schuchterheid- een heel ongebruikelijke uitleg door de andere woordschikking van de NBV. Want de NBG heeft hier: " die de ongerechtigheid der vaderen bezoek aan de kinderen, aan het derde en aan het vierde geslacht van hen, die mij haten..."
In de NBV staat dus eigenlijk: "Ja zeg....de klein-en achterkleinkinderen kunnen echt niet meer met het argument aankomen: ' Bij opa en oma ging het alleen maar over die-en die voetbalclub. daar draaide het hele gezinsleven om. En daar heb ik nú nog de emotionele schade van' . Nee..die vlieger gaat niet meer op".
Nu komt er iets moeilijks: Je weet, dat Jezus eens een gelijkenis vertelde over een boze geest, die bij een mens was uitgedreven en ' zonder job' zo maar wat rondzwierf. Toen dat stierlijk begon te vervelen, ging hij weer eens kijken bij de mens, waarbij het 'zo goed had gehad'. En ja hoor: het huis was schoon.....maar LEEG. Je kent het verhaal; het is te vinden in Matth 12 v 43 en volgende.
Met een variatie hierop is ook goed voor te stellen, dat na het overlijden van grootouders met een afgod in hun leven, een- door dat overlijden werkloos en dakloos geworden- boze geest weer eens bij de kleinkinderen komt kijken of desnoods bij de achterkleinkinderen, of daar ook zulk een afkeer van God, een haten van God en een geneigdheid om afgoden te gaan volgen, aanwezig is. En wanneer bij klein- of achterkleinkinderen het huis weer leeg is, trekt de boze geest weer naar binnen. De kinderen krijgen hun portie rechtstreeks van de ouders. Maar de klein- en achterkleinkinderen worden zo nu en dan nagelopen door satan en zijn trawanten, of ze ' rijp' zijn, (voor nieuwe aanvallen van de duivel dan).
Maar....het tegendeel wordt ons getekend in vers 6: "...als mensen God liefhebben en doen, wat God gebiedt, heeft dat een liefde tot gevolg, die reikt tot in een onbepaalde volheid van geslachten".
Hagar heeft ons gevraagd, onze mening te geven over het begrip ´reïncarnatie´.
Ik wil hier 'een ' Christelijk geluid doen horen. Ik zet 'een'tussen haakjes om daarmee aan te geven, dat ik heus niet de enige opiniehebber ben op het Christelijk erf. Verder is mijn bedoeling enkel, om een Christelijk geluid toe te voegen aan de vele geluiden, die over de hele wereld te horen zijn en ook in dit topic.
Ik wijs op Prediker 11 v 3: "Naar welke kant een boom ook valt, naar het noorden of het zuiden, , hij blijft liggen op de plaats waar hij valt".
Vele Christenen duiden deze tekst als volgt binnen her raam van het gehele bijbelse getuigenis: "Na 's mensen dood, die elke terugkeer uitasluit, komt er in zijn staat voor God geen verandering meer. Dat wordt weergegeven in de val van die boom, zuidwaarts of noordwaarts".
En als Jezus het beeld schetst van een zelfzuchtig iemand, ( de gelijkenis van de rijke man en de arme Lazarus uit Lucas 16), dan krijgt die rijke man na zijn dood geen gelegenheid om het nog eens te proberen...nee 'zijn boom is in een bepaalde richting gevallen' en dat is onherrroepelijk.
Men kan niet zeggen, dat deze Christelijke opinie te hard is omdat zovelen nooit van God, laat staan van Jezus, laat helemaal staan, van de Heilige Geest hebben gehoord. Want in Romeinen 2 v 14 en volgende wordt een ruime deur geopend voor al degenenen, die 'het beginsel van Gods wet' in hun hart hadden geschreven staan.
Ook wordt in de bijbel op vele plaatsen afgerekend met de gedachte, dat het aantal goede daden het aantal slechte daden behoort te overtreffen, wil men 'tot hoger heerlijkheid'of- zoals de reïncarnisten dat noemen- tot een hogere reïncarnatie kunnen stijgen.
Jacobus leert dat alleen (geloofs)werken, door God in genade bij de gelovigen ingegeven werken, gelden. "Laat nu maar eens zien, dat je kunt geloven zonder daden, ( door het geloof geïnspireerde werken); ik zal u door mijn 'daden'tonen, dat ik geloof".( 2 v 1.
In mijn visie kan je in dit leven gereed komen, wanneer je al de instrumenten gebruikt , die God geeft. Sterker gezegd: je MOET hier en nu gereed komen. En dit zijn de instrumenten: - geloven in Jezus'volbracht werk op Golgotha, waar hij alle zonden van alle mensen, die dat willen aannemen, op zich nam en uitboette. - geloven in God de Heilige geest, die ons door gaven en vrucht tot overwinnaars wil maken
Denk niet, dat je in een volgend leven een herkansing krijgt. Het is uw kans hier...het is uw kans : nu.
Wat fijn om van jou eens een bijbelvraag te krijgen, die nu eens niet ging over 'dodenrijk, hel, toestand tussen sterven en opstanding en 666'. Ik doe de beantwoording van die vragen graag hoor. maar ik had net aan de Heer gevraagd: "Graag iets anders er tussendoor". En toen was daar Steffanie!
Spreuken 31 v 14, 16, 18 en 24 dus in hun betekenis voor 'de vrouw van vandaag'.
vers 14: "Zoals een koopmansschip naar verre streken vaart, zo haalt zij van verre wat ze nodig heeft".
De kanttekeningen bij de bijbel geeft hier als verklaring: "de wollen en linnen kledingstukken, die zij bereidt krachtens vers 13 , vormen uitstekende ruilmiddelen, waardoor zij zelfs buitenlandse goederen tot zich weet te trekken".
Nu kan ik mij voorstellen, Steffanie, jij met je hogere beroepsopleiding in de chemie, jij met die vijf jongens in jouw groep tegenover jou als enig meisje, nu kan ik mij voorstellen, dat je zegt: "Wat kan ik nu met deze tekst nog eens doen voor het Evangelie".
Maar Steffanie, daarvoor is deze tekst ook niet bedóeld. Dit lofdicht is geschreven als een 'gouden abc voor de vrouw'. Wanneer je als man een vrouw tegenkomt, die: - altijd achter je staat....als jij op een belangrijke vergadering even je rokende hoofd wil afwissen, dan is er altijd die schoon gewassen en gestreken zakdoek in je broekzak. - als jij doodmoe uit je werk komt, dan is zij daar met lieve woorden en daden. Pas wanneer je helemaal tot rust bent gekomen, maakt ze jouw deel van haar zorgen-van-de-dag. (v 12) - altijd gezellig druk met nuttige dingen. En als jij dan zegt: "Een vrouwenhand en een paardentand staan nooit stil", dan gekt zij zo echt plezierig:, stug doorgaand: "Je gaat mij toch niet met een páard vergelijken".(13) - en die opleiding in de ITC gebruikt ze dan weer om ergens een goede deeltijdbaan vandaan te slepen, (14). - 's morgens, wanneer jij je tanden staat te poetsen, hoor je haar al gezellig rumoeren en met de kinderen kwinkslaan, (15). - Toen jij zo'n beetje tobde: "Ja, ik moet voor dat mooie nieuwe huis toch íets meer geld hebben om voor de rest hypotheek te krijgen", toen was zíj daar weer met : "Maar ik heb een spaarbankboekje met 5.000 euro er op. O , heb je maar 3000 nodig. Wel....verhuizen kost bedstro. Daarvoor zijn die 2000".(16). - niks geen soesah met: " 'k Heb een dip". Nee, zij stroopt haar mouwen op voor de taken van elke dag, (17). Zoals in oude tijden het branden van een nachtlichtje betekende: welvaart; zo is het ook bij haar. Het is zo'n echt lekker-degelijke, harmonische, welvarende toestand in dat huis.(1. - Vaardig met mobiel, pc, sms, msm en alle dingen, die een moderne huisvrouw moet beheersen- onder andere voor www.marktplaats.nl- naast kookkunst en 'de boel aan de kant houden', (20). - wanneer een zoon binnenkomt : "Ma...hier zijn ze voor 'Jantje Beton' "....direct die beurs getrokken en altijd een grote munt beschikbaar, zonder allerlei gedenk, (20). - "Ma...'t wordt zo koud op de fiets naar school, nu in oktober". Maar ma heeft alweer een lekker 'bomberjack', (21). - In haar deeltijdbaan zeggen ze: "Bibi...(haar kantoorkoosnaampje, want ze is heel geliefd), "wat zie jij er toch altijd fantastisch goed uit",(22). - Haar man heeft zo'n stevig 'thuisfront' in haar, dat hij daaraan maatschappelijke rust ontleent en zijn carrière ondersteund ziet, (23) - zij heeft nog tijd over om 'thuiswerk' te doen en verdient daarmee een beste cent bij, (24).(Vandaar die verrassende euro 5000).
Enz enz. Maar jij ging niet verder dan vers 24.
Wel Steffanie, nu zie je het: deze teksten zijn niet speciaal geschreven voor jouw toestand van dit moment. Maar ze hebben wel een les in zich voor later, voor de tijd, dat jij een man gelukkig wil maken: - geen sprake van depressies, elke dag beginnen met een dapper-blij: " A votre service, mon Dieu!!", ( 25). - In het opvoeden van de kinderen zo wijs, zo vriendelijk sturend, (26). - De kinderen kunnen niet anders dan zeggen, ook al komt het in de pubertijd wel eens moeilijk uit de monden: "Ma!!!....een door-en-door ijverige vrouw. Wij noemden haar wel eens 'het koopjesmens', vanwege haar weloverwogen zuinigheid. Maar we plukken er thuis wel allemaal de vruchten van", ( v 2. - Ook haar man kan niet anders zeggen dan: " Een vrouw uit duizenden, (10). Wat was dat een goede greep, toen ik haar ten huwelijk vroeg. Wat een kapitaal kwam er zo binnen, (10). Ik heb wel eens prima huisvrouwen enz enz gezien, maar déze!!!. Toen ik jong was, heb ik wel eens naar nóg meer aantrekkelijke meisjes gekeken, met nóg mooiere bekjes. Maar ik koos voor haar geloof in Jezus en God. Zij heeft zogezegd 'de hemel aan mij verdiend' ", 29-31.
Er zit een algemene les in voor de 'jongedochters',die deze posting lezen. Alleen de volle kracht van het geloof, de meest intense wijze van God dienen, kunnen iemand van je maken, die zó dapper en beleidvol, zó liefdevol en vakkundig, zó blij en ondersteunend is.
Werk daarheen, huwbare meidjes, samen met de Heer.
In een volgende posting kom ik op andere bijbelteksten, Steffanie, die jou meer kunnen dienen in jouw concrete situatie.
Daag Ger
(Sommige positieve aspecten van dit schrijven komen voort uit mijn persoonlijke ervaringen met mijn gade) G ( bij de geldzuivering in 1945 werd ook een geheim spaarbankboekje van mijn moeder bekend, een 'appeltje voor de dorst', bespaard uit haar huishoudgeld. Dat de 'instanties' daar toen liefdeloos mee omgingen doet nu even niet terzake) G
Behandel een ander, zoals je zelf zou willen worden behandeld
Dag allemaal,
Dit topic werd geopend met het poneren van deze leus: 'Doe niet met een ander wat je zelf niet graag hebt'
En ons oordeel werd gevraagd over deze leus.
Het is een leuk initiatief om te zoeken naar wat ons verenigt en niet naar wat ons scheidt.
Met deze leus kan ik het wel eens zijn. Maar iemand heeft ergens gezegd: "Behandel anderen steeds zoals je zou willen dat ze jullie behandelen". Deze formulering acht ik toch veelomvattender.
Dit ' zeggen' is eigenlijk hetzelfde als hiervoor staat, maar toch heel anders. Ik heb de spreuk, die hierboven als eerste staat: 'Doe niet met een ander wat je zelf niet graag hebt' vaker gehoord in déze vorm: "Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet". Dat klinkt zo negstief,maar de uitspraak, die ik aanhaalde is positief.
Die heeft namelijk déze inhoud: " Steeds, in alle omstandigheden, niet alleen de gemakkelijke en eenvoudige , maar in ALLE situaties, dient men zich in te denken in de omstsndigheden van de ander. Men moet zich dan afvragen, wat men zelf in die situatie zou willen ontvangen. En dat doe je dan aan die ander".
Voorbeeld om positief tegenover negatief te plaatsen. Liefde is oneindig veel meer dan het achterwege laten van vijandschap.
Het woord 'niet' heeft iets negatiefs. Het onuitgesproken 'wel' in de door mij aangehaalde formulering heeft iets positiefs.
Stel : iemand gebruikt in een discussie een vreemd woord verkeerd. Dan behoor je je eigenlijk - als gesprekpartner- af te vragen: "Als ík dat woord verkeerd zou gebruiken, zoals ik dat nu door hém hoor doen, zou ik dan willen, dat mijn tegenpartij daar hatelijk op inging. Zou ik het niet veel fijner vinden, dat hij later, op een geschikt ogenblik, mij vriendelijk, zo mogelijk onder vier ogen, op mijn ´faux päs´zou attenderen en daarna het gesprek met aangename, opbouwende woorden zou afsluiten" .
Dit ene voorbeeld is al zo moeilijk in de practijk te brengen. Het houdt een liefdevolle gezindheid in met betrekking tot het verkeer met andere mensen.
Om deze eenvoudige leus goed toe te passen, dient men eigenlijk een mentaliteitsverandering te ondergaan . - waarbij elke kwaadaardigheid uit eigen wezen wordt uitgebannen, en daarvoor vriendelijkheid in de plaats wordt gesteld. - elke wrevel dient ingeruild te worden tegen een liefdevolle gezindheid - elke verbittering dient plaats te maken voor vreugde - ....en ga zo maar door.
De kop van dit topic was slechts de helft van de vraag1 Ik ga 'm afmaken:
Waarom ga je nog naar de kerk, als je toch niet bereid bent om je HELEMAAL over te geven?
Tja, moeilijk he? Vaak is het leven van een christen 'een beetje van mezelf en beetje van Maggi'. God een beetje en de wereld een beetje. Maar waarom ga je dan nog naar de kerk in de hoop dat je er een aanraking met God krijgt, bekering, omkeer, verlossing. Als je eigenlijk al weet dat je bepaalde dingen toch niet los wilt laten. Vroeger noemden ze dat 'boezemzonden'. Heb jij ook allerlei excuses gevonden om met je eigen leventje door te gaan, terwijl je weet dat God volledige overgaven vraagt? En dan maar wachten tot God krachtdadige bekering werkt?
Dus nog een keer de vraag:
Waarom ga je nog naar de kerk, als je toch niet bereid bent om je HELEMAAL over te geven?
Denkertje...!!
Wat begrijp ik goed wat je bedoelt. In vurig ,jeugdig enthousiasme heb je gezien, dat de Heer een mens volkomen voor zích wil hebben, omdat hij alleen iets groots kan doen met en in mensen, die niet op twee gedachten hinken, aan beide zijden mank gaan, ( 1 Koningen 18 v 21).
En het lijkt wel of je ze toeroept:
Doe toch liever n1et mee, als je toch maar vals staat te zingen, niet echt vals , maar zo net er tegen aan, als je de kamertjes met je boezemzonden stijf gesloten houdt voor God de Heilige Geest.
En als je echt alleen maar God gebruikt voor een zondags toefje over een hele week je eigen zin doen, blijf dan helemaal maar thuis.
En als je werkeloos zit te wachten, omdat de bijbel immers zegt, Filipp 2 v 13: "Want het is God, die zowel het willen als het handelen bij u teweegbrengt, omdat het hem behaagt" en omdat je die tekst zó uitlegt: " Alle initiatieven moeten helemaal en helemaal alleen van God komen"... och...blijf dan ook maar thuis.
Wat een enthousiasme.
Maar Hebreeën 10 v 24 en 25 zeggen: " Laten we opmerkzaam blijven en elkaar ertoe aansporen lief te hebben en goed te doen en inplaats van weg te blijven van onze samenkomsten, ZOALS SOMMIGEN DOEN, elkaar juist bemoedigen, en dat des te meer naarmate u de dag van Jezus' komst ziet naderen".
Het is goed om aan alle mensen te gunnen, naar de sam te komen: - ze leren daar lief te hebben en goed te doen - zij leren elkaar bemoedigen - zij leren er rekening mee te houden dat de bazuinen op het meest onverwacht kunnen schallen, ( 1 Thess 4 v 16).
Iedereen bijna begint als: - een mens met geheime kamertjes vol boezemzonden, al zijn dat soms heel gewone, nette dingen zoals schraperigheid - een mens, die last heeft van ' valse lijdelijkheid' - een mens, die op zijn best God en zijn woord en de verlossing door Jezus wat vaagjes beseft - een mens, die heel veel van zich zelf denkt en weinig eigenlijk vetrouwen heeft in Jezus.
De Hebreeën, waaraan hier geschreven wordt, zullen ook wel legio van die mensen onder hun leden hebben gekend.
En al die mensen, vroeger en nu, kunnen in de gemeente zoveel slechte dingen afleren en goede dingen bijleren.
Bid maar veel voor al die brekebenen...die mankpoten....dat ze toegroeien naar het ' 100% voor Jezus gaan' Ikzelf ben ook zo'n brekebeen geweest. Onder Gods leiding leer ik lopen Vit niet op die mensen van 2 stappen vcooruit en éen stap achteruit. Bidden is beter dan vitten, (ik zeg niet dat jij dat doet hoor).
Een droevig stekje kan zo opknpappen van goede grond en wat bloemenmest. Zo heb ik ook mensen zien opknappen. In onze sam zag ik iemand, die een jaar geleden binnenkwam als een kleumend stekje en die nu al een eenvoudige functie heeft, die stralend wordt vervuld..
Onder het hoofd 'Geesten zaaien paniek in Koeweit' heb ik ook een posting geplaatst, die eigenlijk in jouw vraag past. Natuurlijk niet precies, want hij was op die andere vraag toegesneden.
Daarom wil ik hier nog wat verder ingaan op je vraag. God is zo goed en barmhartig, dat Hij alle eeuwen door ook alle volkeren van de hele wereld in het oog hield. En in het kader van dat mild gadeslaan heeft Hij krachtens iets, wat ik zou willen noemen 'de algemene genade' ze niet helemaal zonder richtlijnen gelaten.
Maar ook satan keek toe. En -om nu maar eens een voorbeeld te noemen- omstreeks 600 jaar na Christus kwam hij met een heel gedurfd idee: ............. Ik schep een godsdienst van monotheïstische snit, de grote trend tegenwoordig. Ik ruim daarin een ruime plaats in voor 'Isa', zoals ik 'Jezus' ga noemen. Maar toch een mindere plaats dan de plaats, die ik inruim voor Mohammed. Met dat noemen van 'Isa' speel ik hoog spel, ik weet het. Want Jezus, is de centrale figuur in het Christendom, dat zo onstuimig bezig is de hele wereld te veroveren. Wanneer ik hem annexeer voor de door mij te verzinnen godsdienst, dan neem ik de Christenen de wind uit de zeilen. En met mijn volstrekt monotheïstische godsdienst kan ik mooi het Christendom als inferieur schetsen, immers zij hebben de moeilijke leer van de Drieëenheid, een leer, die mij doet huiveren van schrik en ellende, maar die ik aan de mensen kan schetsen als' de leer van de drie goden'.
Ik maak gebruik van ene Mohammed, die op het ogenblik aan het zoeken is naar éen god, omdat ook híj ziet, dat zoiets tegenwoordig een heel gewild iets is. Ik gebruik daarvoor de 'maangodin', toch al de meest populaire godheid onder de arabische volkeren. Ik schep daarnaast een wirwar van onmogelijkheden om aan de door mij uitgedachte godsdienst te ontsnappen. En dan gaan we eens even een fiks dammetje opwerpen tegen de zegetocht van Jezus. ...... Wel; je weet, wat ervan gekomen is.
Maar mijn punt is nu, dat God ook door dit satanische bedenksel heen de hopeloos van de waarheid afgesloten 'potentiële jazeggers' in de gaten hield en de glimpen van zijn genade op hen heeft laten schijnen, zodat de vlam van het ware geluk niet helemaal en helemaal doofde. In een kleine slotposting geef ik de nadere toelichting, die ik later gaf, óok in dat andere topic.
Bij het nalezen vind ik een en ander wat 'kort door de bocht'. Ik heb niet willen zeggen, dat de Moslims een duivelse godsdienst volgen. Ik heb hun gevoelens niet willen kwetsen, (1 Corinthe 13 v 5). Nee; ik heb de gedachten van satan willen nagaan, toen het Christendom zijn opmars aan het maken was. En de apostel Paulus heeft gezegd, dat de gedachten van satan ons niet onbekend zijn.( 2 Corinthe 2 v 11). Maar door alle eeuwen heen zijn er edele mensen geweest, die in de sfeer van de islam opgroeiden en daar soms heel veel goede gedachten aan hebben verbonden. Maar daar zie ik dan weer de 'jazeggers', die van deze godsdienst nog het beste hebben trachten te maken. En ik ben er zeker van, dat van de anderhalf miljard nominale Moslims op aarde er zeer velen datgene, waarvan zij iets goeds hebben weten te maken, zullen ruilen voor het betere, dat Jezus heeft gebracht.
"The proof of the podding is in the eating", zeggen de Engelsen, wanneer zij het over hun nationale trots hebben, de kerstpudding, die 'podding' heet en niet 'pudding'.
Hoewel het wat oneerbiedig klinkt zou ik deze regel ook voor God willen laten gelden. Zovelen spreken veel over hem. Maar hoe weinigen nemen nu eens de proef met hem.
Psalm 34 v 9 zegt: "Smaak en ziet, dat de HERE goed is; welzalig de man*, die bij hem schuilt
* en natuurlijk ook: de vrouw.
Ik neem al vele jaren de proef met God. Ik neem voortdurend 'ferme happen' van zijn barmhartigheid, liefde, blijdschap, vrede, vriendelijkheid, goedheid, trouw, mildheid en geduld.
En het smaakt echt naar: méer.
Niet om God heenlopen...maar van hem genieten.
Maar hóe...?: in de gedaante van Onze Heer Jezus Christus kwam hij naar de aarde om recht te zetten , wat fout was gegaan en de mensen weer in de rechte verhouding met zichzelf te brengen. Begin hem daarvoor eens te bedanken om tot een relatie met hem te komen.
Bart werpt de vraag op of het menselijk lichaam autonoom is, dat wil zeggen of het menselijk lichaam zonder ziel en geest kan.
Op grond van mijn Christelijke levensovertuigng beantwoord ik deze vraag ontkennend.
Natuurlijk heb ik niet de overtuiging, dat mijn zienswijze met de zienswijze van alle andere Christenen klopt.
Echter; 1 Thesalonicenzen 5 v 23 schrijft: " Moge de God van de vrede zef uw leven in alle opzichten heiligen en mogen heel uw geest, ziel en lichaam zuiver bewaard zijn bij de komst van onze Heer Jezus Christus".
Vele voorgangers hebben over deze tekst prachtige dingen gezegd.
Laat ik echter voor ditmaal volstaan met de opmerking, dat geest, ziel en lichaam een onverbrekelijke eenheid zijn. Bij het sterven, zoals wij dat kennen, wordt het lichaam van ziel en geest gescheiden. Het lichaam gaat ook te niet.
Maar uit 1 Corinthe 15 leren wij, dat we niet naar dit 'te niet gaan' moeten zien. In vers 5 wordt gesteld, dat God bij de opwekking van de doden.... een begrip, waarop ik nu even niet in ga ....."aan het lichaam de vorm geeft, die hij vastgesteld heeft".
God wil de eenheid. Hij stuurt zijn Heilige Geest, wiens komst is mogelijk gemaakt door het overwinnend offer van Jezus Christus op Golgotha.
Die Heilige Geest heeft , wanneer hij wordt toegelaten, de mogelijkheid om via de menselijke geest, ook de ziel en het lichaam te herscheppen. En het doel is: de herschepping van het geheel, zoals in de tekst hierboven stond.
Ik heb een vraagje: Binnen de refo-wereld wordt veelal afwijzend gereageerd op tv. Ook een documentaire mag niet, want het is op tv. Via internet naar uitzending gemist kijken mag ook niet, want ook dat is in principe tv kijken, want dat is toch eens op tv geweest. Maar er mogen wel allerlei films en series gekeken worden op dvd en video. Terwijl dat toch ook op tv is geweest. Ik vind dat intens inconsequent. Er wordt op zondagavond van alles en nog wat gezongen door diverse gezinnen. Allerlei bundels komen uit allerlei hoeken en gaten tevoorschijn. Maar in de kerk mag dat weer niet gezongen worden. Zoals het altijd was moet het blijven. Discussie ten enen male onmogelijk.... Ik kom dit soort dingen veel tegen binnen refo-Nederland, en vind dat er op sommige gebieden heel inconsequent geleefd wordt. Wat vinden jullie hier van? Niet om de zgn "zwaardere hoek" zwart te maken, maar als men zo principieel is, dan moet dat toch in alles doorwerken? Je moet nauw leven zoals men dat weleens noemt. Dan moet dat op alle terreinen van het leven, toch?
Dag Race,
Tot mijn 37 ste was ik synodaal- gereformeerd. De lijnen werden daar -toen al - 1959- iets minder strak getrokken dan bij Refo -nu nog-. Ik herinner mij toch echter nog wel discussies of je op Tweede kerstdag mocht schaatsen, als die dag niet op een zondag viel. ( Er waren toen nog winters , waarin er überhaupt nog wat te schaatsen viel). Toen kwamen er mensen in mijn leven, die mij wezen op het meer beleven van 'de binenkant van het geloof'. In de loop van verscheidene jaren, maakten zij mij opmerkzaam op wedergeboorte en de doop in de Heilige Geest met de bijbehorende gaven en vrucht. Ik kreeg oog voor de satan als eigenlijke kernvijand, (Efeze 6 v 12) en voor de mogelijkheid om hem te bestrijden in zijn eigen bestaansniveau... ( want van 'leven'mag je eigenlijk voor wat betreft de duivel niet spreken). Het werd mij duidelijk, dat wij geestelijk zó weerbaar moeten zijn in de komende eindstrijd tegen de antichrist. Die is namelijk ook een geestelijke vijand, die, geïnspireerd door satan, met geestelijke wapens strijdt.
Wat mij nu allereerst opvalt, is dit: je spreekt over kostbare mensen met een enorm potentieel van trouw, dat een geweldige aanwinst zou kunnen zijn vcor versterken van de rijen van allen, die nú de geestelijke strijd strijden.
En vervolgens valt het mij op, dat deze dapperen 'de boel nog aardig bij elkaar weten te houden' met al hun wetjes . Maar dat konden de oude Joden ook. Toen Jezus zijn krachten begon te ontplooien, zat hij net in het goede werkveld, waar hij optimaal als leraar bezig kon zijn: een versteend geloof met totaal overwoekerde Mozaïsche wetten. Ze hadden er 365 ge-en verboden van 'eerste orde' bijgemaakt, (tienden van dille en komijn), en 'van tweede orde'nog veel meer. Maar goed; de uiterlijke vorm, die Jezus kon gispen, was er helemaal met korban als giftige uitwas, om maar eens wat te noemen, (Marcus 7 v 11).
Zo weten ook Refo-ouders 'de boel nog aardig bij elkaar te houden'. En van misstanden, zoals bij de Joden uit Jezus' tijd, is mij niets bekend: - geen totaal afwijken van leer en leven, Matth 23 v 1-4 - geen vertoon van uiterlijke vroomheid om de innerlijke armoede weg te pleisteren, ( 5) - geen gekend willen worden als 'de ware vromen', 6 en 7 - geen verbondenheid met alleen een select groepje en 'de anderen' wantrouwen, (8 - 12) - geen 'de deuren gesloten houden' voor zoekers naar het rijk van de zon en de bloemen(13 en 14) - geen aan 'zoekers' opdringen van een benarde en benarrende leer van uiterlijkheden, ( 15) - geen opleggen van allerlei regeltjes, die nergens op slaan, ( 16 - 22) - geen kleinigheden doen en grote , goede dingen nalaten, (23 en 24) - geen nauwkeurigheden op uiterlijkheden en 'laten waaien' van innerlijkheden, zoals liefde, blijdschap, vrede, vriendelijkheid, geduld, goedheid, trouw, mildheid en zelfbeheersing, ( 25 en 26) - 'geen 'keeping up appearances', ( 27 en 28) - geen zelfoverschatting en onderschatting van de werkelijke dreigingen, 29-33 Nu ja, misschien wel iets van al die dingen, maar niet zo bar als de Joden van tóen.
Hoe komt dat nu; toch ergens wel veel geleerd van het evangelie, maar er is zoveel meer, dat jullie níet weten.
En waarom stelen jullie mijn hart: doordat je zaterdagavond nog met je gezin de liederen van Johan de Heer en Glorieklokken zingt. O, wat hebben de in tradities verstrikte kinderen van God toch een enorm potentieel, dat nog 'vrijgemaakt'moet worden. Om van te 'watertanden'
Laten we positief eindigen. Het zal steeds moeilijker vallen om voor de snel wisselende en evoluerende omstandigheden van nu regels te vinden. Hoe moet het met ipods en dat soort gedoe. En er komt nog veel meer aan: die hele virtuele wereld. En er kan zo'n dubbele moraal gekweekt worden met p.c.'s op elke jongens- en meisjeskamer. Want ook dat houd je niet tegen.
Wat is de oplossing. Maak dit enorme latente strijdpotentieel voor de Heer Jezus vrij. Er is werk aan de winkel. Bid, dat de Heer alle gevangen wederbrengt, geboeid door nu snel verouderende tradities, (Psalm 126 v 1). Laat ze eerst dromen en daarna juichen, zoals dat mij overkwam - bid dat de Heer ze uitleidt in geestelijke voorspoed, ( Ps 68 v 7) We kunnen die reservisten niet missen in de aanzwellende storm. - bid dat God hun onbevredigd zuchten van nú hoort, ( 79 v 11)
Geloof is achterhaald, de wetenschap heeft tenslotte al lang bewezen dat er geen God is. Toch zijn er ook wetenschappers die met heel hun verstand geloven dat God wél bestaat!
Ik denk hier vaak over..... Ik ben gelovig...... Hoe denk jij, denkt u, hier over............
Dag Anna,
Fijn dat je gelovig bent. Ik ben het ook.
Dat de wetenschap bewezen heeft dat er geen God is....ik neem dit niet aan. Ik heb het trouwens nooit ergens gelezen, dat het bewijs ervan geleverd zou zijn. Laat dit nu maar gerust liggen,. Blijf maar geloven. Ik doe dat al vele jaren en vaar er heel wel bij.
Ik geloof dat de Heer Jezus , God en mens , op aarde gekomen is om alle zonden van alle mensen van alle tijden uit te boeten en zo de mensen, die er op in gingen, helemaakl vrij te stellen, zodat ze allemaal 'met een schone lei' kunnen herbeginnen.
Ik geloof dat Jezus verwekt is door God de Heilige Geest bij de maagd Maria. God de Heilige Geest kreeg de opdracht van God de Vader om aan alle mensen, die er 'een oor voor hadden of kregen', steeds meer over Jezus te vertellen en al die blijde, vrije mensen op die manier naar God de Vader toe te leiden.
En ik geloof in God de Vader, die al deze heerlijke dingen laat gebeuren.
Ik kreeg een eerste aanraking met dit grootse geloof, toen ik acht jaar was. En nu ik 78 jaar verder ben, is dat geloof nog een altijd maar frisse, volkomen zuivere bron van levend water, waaruit ik elke dag put.
Blijf dat ook maar doen Anna.
Daag Ger
Nader zie ik ook nog het woord 'evolutie' staan, hoewel jij daarvan niet repte.
God, de Almachtige, die voor ieder mens en iedere engel een prachtig plan had van eeuwigheid, een plan waarin ze maar hoefden te stappen, (Ez 28 v 13), is ook heel wel in staat om miljoenen wezens 'naar hun aard' te scheppen. Hij heeft daar heel geen omslachtige evolutieleer voor nodig met miljoenen 'missing links/'. G
Je had een vraag over Maria Magdalena. We weten allemaal, wat over die vrouw afgefantaseerd is. Ze zou gehuwd geweest zijn met Onze Heer Jezus Christus, er zouden zelfs kínderen zijn geweest.
Allemaal niets van waar.
Onze Heer verklaarde zélf, dat hij zich ter wille van zijn grote taak:... voor het koninkrijk van God op aarde het startschot geven en de mogelijkheden scheppen, ...ongehuwd was gebleven. Dat is in een wat verhulde vorm te lezen in Matth 19 v 12, waar hij zegt: "Er zijn mannen, die niet trouwen omdat ze zichzelf 'onvruchtbaar gemaakt hebben' met het oog op het koninkrijk van de hemel....,laat wie bij machte is dit te begrijpen het begrijpen".
De voorgeschiedenis: er is weer een onaangenaam gesprek geweest met Farizeeën over: het huwelijk. Uit dit gesprek is de lage huwelijksmoraal gebleken van de leidslieden van het Joodse volk. Maar heel vervelend is, dat de discipelen zich bij deze volkomen afgesleten en platvoers geworden opvattingen blijken aan te sluiten, (19 v 10), wat eens te meer bewijst, dat het Joodse volk helemaal ontzonken is aan de oorspronkelijke instelling: éen man en éen vrouw en niet scheiden , tenzij bij overspel, (9).
En dan staat onze Heer zo heel eenzaam te midden van deze 'de hele wereld omvattende' lage opvattingen en als volkomen rein mens, in wie alle gevoelens haarzuiver en volkomen zondeloos zijn gebleven, weet hij, wat een goed huwelijk, naar Gods inzettingen beleefd, kan betekenen aan levensvreugde. En vanuit dat weten, wat het hem gekost heeft, zegt hij stil en smartelijk: "Ik heb dit alles... dit heerlijke, waarover jullie zo denigrerend doen .....aan mij voorbij laten gaan. Ik heb zo'n groot werk te doen; het startsein geven voor het koninkrijk van God, dat zich met mijn overwinnende strijd gaat vestigen op aarde....ik moest dit opgeven...mij 'geestelijk' van deze vreugd beroven".
Natuurlijk is de idee , dat de Zoon van God, die zich van zijn immense taak alleen maar kon kwijten, wanneer hij zich daarop volkomen concentreerde...is de idee, dat hij gehuwd zou zijn geweest en kinderen had gekregen, zo absurd, dat alleen een volkomen verziekt brein als dat van satan aan het begin daarvan kan staan.
Deze idee past precies in het streven van de duivel: "Maak 'de vervaarlijke tegenstander' zo klein mogelijk met je woorden. Noem hem kaaltjes: 'Jezus' zonder enige toevoeging en maak een gewone burgerman van hem".
Maar nu over die kus, die Jezus op de mond van Maria Magdalena zou hebben gedrukt: Weet je wat van die idee de oorsprong is. Lees Lucas 7 v 37 maar eens.
Daar staat het verhaal van een vrouw, die in haar woonplaats een slechte naam had. Zij was zo onder de indruk van de Heer Jezus, dat zij zijn voeten zalfde met 'geurige olie', (3. Ze was zo aangedaan, dat zij de voeten van onze Heer nat maakte met haar tranen, ze droogde met heur haren en die voeten 'droogkuste'.
En mensen, die dit lazen, zeiden toen: "O zie je wel....dat is Maria Magdalena. De bijbel sreekt wel heel prozaïsch over haar als 'Maria van Magdala', maar wij zeggen maar gauw "Maria Magdalena', dat klinkt al een beetje meer romantisch. En ze komt overal voor: - in Matth 27 v 56 slaat ze met anderen de graflegging gade - ze was weer de eerste, die de opgestane Heer zag, (Joh 20 v 16). - O zeg...moet je hier kijken: hier staat, dat Jezus zeven demonen bij haar uitdreef, (Lucas 8 v 2). Ze was vast een slechte vrouw, een hoer of zo. - Nou, dan hoef je al niet meer te vragen; zij was die zondares, die ooit nog eens Jezus' voeten zalfde en ze kuste. - En daar maken we dan later maar van, dat Jezus haar op de mond kuste".
Maar er is geen enkele schriftbewijs, dat de zondares uit Lucas 7 dezelfde zou zijn als Maria van Magdala. En er is ook geen enkel bewijs, dat Maria van Magdala een 'slechte vrouw' zou zijn geweest.
En zó is al dat kwalijke gefantaseer ontstaan. Maar Niem, heb met dat nare gedoe niets van doen. Wij laten onze wonderbare Heer niet verkleinen door allerlei boosaardig gedenk van negativisten. Voor ons blijft hij onze Redder en onze Verlosser en onze bevrijder en - geestelijk bezien- onze BEMINDE. Want ik ben er zeker van, dat hij wil, dat wij hem niet zozeer roemen om alles , wat hij voor ons gedaan heeft, maar dat hij er naar húnkert, dat we hem gewoon : LIEFHEBBEN.
Geoordeeld worden naar het beginsel dat in je hart leeft.
Dag Fred,
Dit moeilike schriftgedeelte heb ik niet duidelijk genoeg aan jou kunnen vóorbrengen. Daarvoor mijn vrontschuldigingen.
Ik heb alleen maar willen zeggen, dat heidenen, die de wet niet hebben, geoordeeld zullen worden naar het beginsel, dat in hun hart gevonden wordt.
Ligt er op de diepste bodem van het hart de begeerte om God te willen dienen, zijn geboden te volgen en te streven naar meer licht, dan zal God naar die diepste richting van het innerlijk zijn oordeel doen vellen door onze Heer Jezus Christus.
Van ' iets goedmaken' kan nooit sprake zijn. Want alles, wat gebeurt ten goede is ten diepste aan de genade van God te danken.
In de oordeelsdag zullen tussen die duizend miljard mensen, die geleefd hebben, leven en nog zuillen leven, ook Hitler, Göring, Goebbels, Himmler enz staan. Alle doden zullen herijzen,
"Zij, die slapen in de aarde, in het stof, zullen ontwaken, sommigen om eeuwig te leven, anderen om voor eeuwig te worden veracht en verafschuwd", (Daniël 12 v 2).
De heer Jezus zal dan de harten van Julius Streicher, (van ' Der Stürmer') en van Dr Arthur Seys Inquart doorzoeken, tot op de bodem en zijn rechtvaardig vonnis vellen. Daar ga ik niet over. De tijd van 'goedmaken' is voor alle mensen bij de dood over. En in dit leven blijkt genoegzaam , hoe de richting van het hart was. Iedereen dient zich dat voor zichzelf af te vragen
Mag ik de aandacht eens vestigen op Prediker 7 v 17:
Daar staat: "Gedraag je ook niet al te onrechtvaardig en wees niet overmatig dwaas. WAAROM ZOU JE STERVEN VOOR JE TIJD"
In Deuteronomium 29 v 28 staat: "Wat verborgen is, behoort de HEER, onze God toe, wat openbaar is, komt ons toe". (En er is zoveel heerlijks openbaar geworden, dus ruimte genoeg binnen onze grenzen)
Binnen het kader van Jesaja 55 v 8: "Zijn wegen zijn hoger dan onze wegen...enz", zou ik over Prediker dit willen zeggen:
De Heer God heeft in zijn genade ook voor de 'nee-zeggers'onder ons een ruime levensmarge gegeven om zich te bekeren. Hij heeft ieder mens zó lief, dat ieder mens vele, vele kansen krijgt in dat zo lang mogelijke leven.
Maar.....er zijn mensen, die zó onzorgvuldig leven, onmatig zijn in van alles, dat zij een verhoogd risico lopen. En de genadetijd, die God hun wil geven om zich alsnog te bekeren, korten zij zelf in door dingen te doen, die hun licham, ziel en geest te gronde richten, ver voor de tijd, die redelijkerwijs verwacht mocht worden. Ik hoef geen voorbeelden te noemen. Een opsomming zou toch onvolledig zijn. Nou ja; eentje dan: Abimelech pakte het in Rechters 9 zo driest en dwaas aan, zo diep zondig, dat hij ,als jonge vent nog, met die dolle kop van hem het risico nam om te dicht bij uiterst gevaar te komen, wat zijn dood tengevolge had, (54)
In Job 22 v 16 vind ik ook dezelfde gedachte over 'sterven vóor je tijd: '
"Zij worden vóor hun tijd geveld".
Het gaat hier over 'onrechtvaardigen', (15), die als het ware tegen God zeiden: "Wend u van ons af. Wat kunnen wij nu voor voordeel van ú hebben. De rijkdommen, die ik heb, die heb ik toch met déze eigen handjes verdiend ?!", (17 en 18).
Hier wordt God getekend als degenen, die het laat regenen op rechtvaardigen en onrechtvaardigen, ( Matth 5 v 45), die ieder mens 'vindenstijd' gunt.
Als ik voorzichtig een gevolgtrekking zou durven maken, dan is het deze: ..................... Wanneer er mensen zijn in jullie buurt.die als het ware dit liedje zingen: "This is my life and I do what I want", spoor ze dan aan tot een zekere bedachtzaamheid, om nu eens niet alles te 'wanten'. En dan kun je misschien genade van God en wijsheid van zijn Geest krijgen om bij een gebleken 'opening' iets te zeggen over God, die ze een lang leven gunt om alsnog zijn positieve plan met ze te trekken....een plan, dat hij in beginsel voor elk mens in verleden, heden en toekomst heeft gereed liggen, maar dat het veld moet ruimen voor een negatief plan, wanneer mensen niet aan Gods positieve plan met hen willen meewerken.
Dag Muse, Hoe je dat stoppen kan: om over al die raadselachtige dingen te denken, die gebeuren en aan God maar telkens te vragen: "Heer....waarom nu dit....en waarom nu dat", is: de methode volgen, die Asaf in de 73 ste psalm ook gebruikte.
Hij was toch ook zó verward om de dingen, die hij allemaal voor zijn ogen zag gebeuren: - kwaaddoeners hadden het goed, (3) - geen ziekte kwelde hen, (4) - geen tegenspoed in aardse zaken, (5) - hun hoogmoed om hun welvaart, (6) - en ga zo maar door.
En wat deed Asaf?: - hij hield zijn geweten zuiver, (13) - hij was echt voor zichzelf te goedere trouw overtuigd, dat hij onschuldig tegenover God stond, 'rechtvaardig volgens de wet'.
Maar: - elke dag was er weer ellende voor hem - en elke morgen kreeg hij wel weer ergens 'een doffe dreun', ( 14)
En hij bleef maar nadenken, hij wilde weten waaróm...het was zo echt een vraag die hem kwelde. En hoewel Asaf weer andere ervaringen had dan jij zult hebben, wilde hij- net als jij- van al dat gevraag áf. Immers; net zoals dat bij jou misschien is: - bijna had hij dwaze dingen gedaan, misstappen, als gevolg van al dat onbeantwoord blijvende gevraag,(2) - bijna was hij uitgegleden op Gods weg. (2) Het was de hoogste tijd, dat er iets gebeurde.
En toen ging hij binnen in Gods heiligdommen. Hij zal gebeden hebben in ernst en overgave. En toen zag hij, hoe het einde van al degenen was, die God de rug toekeerden, (17).
Asafs belevingen zijn weer andere dan jouw belevingen, maar Asafs besluit: "Ik vraag aan God zelf om mij rust te geven", is ook een goed besluit voor jou.
Muse....ik ken je al zo lang...vind je het goed, dat ik eerst even met je meega naar de Heer God? Ik neem maar aan van 'ja': ................. Lieve Heer God...hier is Ger; dit keer weer eens met Muse. Ja Heer....we waren hier al eens eerder..jaren terug....maar u weet wat Muse kwelt: dat gedenk...hij kan maar geen vinger krijgen achter al de dingen die gebeuren. Heer...u maakte Asaf indertijd rustig. Muse heeft een heel andere behandelling nodig. Hij leeft 3000 jaar na Asaf. Ze zijn allebei uniek, en daarom hebben zij allebei een heel eigen approach nodig. Heer....wil u Muse helpen om die malende gedachte te laten varen, zoals u Asaf hielp...met uw heel eigen, precies afgestemd 'Muse-programma'. Dank u Heer! ( En nu jíj Muse, na dit inleidende gebed) .............. Muse...al word je nu ook verder honderdmaal beter door de Heer geholpen dan ik je helpen kan, toch wil ik althans íets opmerken.
Door de brute ingrepen van satan is een steeds meer onoverzichtelijke situatie ontstaan.
Het machtige masterplan van satan is om de wereld helemaal te bederven en God aan het eind van de rit met wat schamele restjes te laten zitten, terwijl hij Gods schepping , het heelal, de Aarde en de mens als kroon van de schepping meesleept naar het verderf.
Maar het ALMACHTIGE masterplan van God, de grote overwinnaar is precies tegengesteld: "Alzo lief heeft God de wereld, (de kosmos, het heelal, met daarin de mens als bekroning), gehad, dat hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat een ieder, die in hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe".
God heeft zijn wereld, met daarin de gelovige mensheid als kroon, lief. Hij redt die kosmos...hij redt de mensen, die in Jezus als hun redder geloven.
En satan heeft aan het eind niet de kosmos in handen. Die herstelt zich in het duizendjarig rijk en daarna . En de duivel....hij vaart ter helle met het afval onder de mensheid, de afgevallen takken.
Dat masterplan van satan en dat almachtige superplan van God voeren nu een totale oorlog om elk mensenhart van Kamsjatska tot Vuurland en van Alaska tot Polynesië.
Op die hele wijde wereld van ons wonen nu bijna 8 miljard mensen. Die 8 miljard-voudige strijd is voor ons niet te volgen. En de 100 miljard-voudige strijd om de zielen van alle nu-overledenen is voor ons niet te volgen, hoewel de thans levenden de echo daarvan ook in zich omdragen.
Dus Muse, de Heer wil je nu van die onoplosbare vraag afhelpen. Weet allen dít: God overwint.
Zij, die hem uit eigen vrije wil niet wensen te volgen, voor hun eigen verantwoordelijkheid : - ze glibberen éen keer uit en verdwijnen schreeuwend in de afgrond, (1. - ze zijn als een nachtmerrie, die eens verdwijnt, (20).
Maar zij, die de Here vertrouwen, die hun hand stevig in Gods hand houden en nooit meer wegglijden uit die sterke greep, (23)....: - zij ervaren in hun leven Gods grote positieve plan met hen en de eer, die voor hen gereed ligt, (24).
De vrouw; niet ondoorgrondelijk, maar complementair
Dag allemaal,
Gevraagd werd: Waarom zijn de vrouwen zo'n ondoorgrondelijk mysterie ?
In Gen 2 v 18 staat:
"God de HEER dacht: 'Het is niet goed dat de mens alleen is. ik zal een helper maken, die bij hem past".
En dan volgt het welbekende verhaal, dat God een rib uit het lichaam van Adam neemt en daaruit een vrouw vormt.
Daar heb ik het straks nog over.
Maar nu eerst even over die vrouw. Een man alleen is maar alleen. De mensheid is niet áf, wanneer er niet twee zijn: een man en zijn vrouw. En die vrouw past zo helemaal bij de man. dat zij in haar wezen nu juist die kenmerken ten volle heeft, die hij in mindere mate bezit....en uiteraard omgekeerd.
En een man alleen weet niet, wat hij mist, als zijn complement niet aanwezig is. De eerste man ook niet. Daarom bracht God alle dieren bij Adam, die eerste mens. En Adam gaf met zijn scherpe inzicht aan al die dieren de bij hen passende naam, hij doorgrondde hun wezen. Maar toen daar een leeuw en een leeuwin statig voorbijgingen, enz enz....kwam bij hem een behoefte op, die hij tevoren nooit gevoeld had: "Waar is míjn leeuwin ?"
En God gaf hem die en de man was toch blíj !!!...hoor maar: "Eindelijk éen gelijk aan mij, mijn eigen gebeente, mijn eigen vlees, een die zal heten : vrouw ....éen uit een man gebouwd", ( 23).
En zo is het nog steeds: de vrouw is geen geheimzinnig wezen. Zij is verrassend voor de man, zoals de man verrassend voor de vrouw is.
Ik vertaal nu even een Duitse uitdrukking in het Nederlands. Niet omdat jullie geen Duits zouden kennen, maar dit is nu eenmaal een nederlandstalig forum:
"Eert toch de vrouwen, ze vlechten en weven hemelse draden door 't aardse leven".
Lang, lang geleden; ik was pas 26, dus al 60 jaar geleden, kwam ik moe en geïrriteerd uit mijn dagelijkse werk thuis. Maar mijn vrouw wachtte mij op, voelde direct aan, wat er aan schortte en zei: "Ga nu eerst even lekker zitten". En toen ik in een stoel neerzeeg, aaide zij mij over mijn hoofd en dat was zo heerlijk ontspannen. Die sfeer deelde zich mee aan ons schattige dochtertje, dat met mijn sloffen kwam aanrennen en riep: "Papa...soentie.."( schoentjes). Kijk....dat bedoel ik nu.
Later zei mijn vrouw: "De kachel doet zo naar. Hij wíl maar niet lekker branden" En toen haalde ik een dikke cokeskoek onderuit en sloeg die stuk. Daarna sloegen de vlammen hoog op. We waren weer eens elkanders complement.
Zie je man, zie je vrouw maar eens zó: als je andere helft.
O ja,nog even over 'die rib'. God wil zo graag iets verklappen over zijn geheimen voor de toekomst. Met dat omslachtige scheppen op die wijze, wilde hij een boodschap geven: "Eén keer, wanneer de boel hopeloos in de war is, stuur ik een man, (Jezus Christus, weten we nu). En uit die man schep ik een gemeente, die helemaal éen met hem is".