Romeinen 2 v 14 is in dezen een belangrijke tekst. Daar staat: "Wanneer toch heidenen, die de wet niet hebben, van nature doen, wat de wet gebiedt, dan zijn dezen, ofschoon zonder wet, zichzelf tot wet, (15) immers zij tonen, dat het werk in hun hart geschreven is, terwijl hun geweten medegetuigt en hun gedachten elkander onderling aanklagen of verontschuldigen (16) ten dage , dat God het in de mensen verborgene oordeelt volgens mijn evangelie, door Jezus Christus".
Over deze tekst heb ik met Autumn een langdurige gedachtewisseling gehad op 'Vraag het Ger'. Die gesprekken zijn direct vindbaar via 'vragenverzameling' van de nog maar kort voorbije bladzijden van 'serie 15'.
Het is ondoenlijk om er nu diep op in te gaan, maar zeer verkort komt het hierop neer:
Er hebben tot op dit ogenblik waarschijnlijk vanaf Noach.... daarvóor is zelfs geen schatting te maken ....honderd miljard mensen een bewust bestaan gehad op deze aarde. Het moet ondenkbaar worden geacht, dat daaronder niet miljarden 'jazeggers' zijn geweest: mensen, die wanneer ze Jezus of God maar enigermate hadden gekend, direct 'ja' gezegd zouden hebben tegen zijn liefde en die met wederliefde zouden hebben beantwoord. Maar je kansen zijn wel erg klein, wanneer je vijfhonderd jaar voor Christus ergens in Kamsjatska leefde.
Die 'potentiële jazeggers' onderscheidden zich echter van vele anderen, doordat zij iets van Gods wetten in zich omdroegen, zoals hij die aan het begin aan alle mensen had medegedeeld, door Adam de Goddelijke adem in te blazen.
Temidden van een grauwe massa openbaarden ze iets van Gods liefde en vrede en trachtten goed te zijn en vriendelijk voor hun medemensen. Ze bleven- voor zover ze konden- trouw aan het model dat God had gegeven van mildheid geduld em zelfbeheersing.
Hun geweten sprak nog. Maar die afwijkende houding werd hun door stamgenoten niet in dank afgenomen. Er zijn voorbeelden van edele naturen in het verleden, die gedood werden. En ook de satan werd onzeker van hen, (hoe confuus was hij bijvoorbeeld niet van Job)
Maar God oordeelt 'de wereld' naar haar daden. En altijd weer is de norm 'de maat van Christus': hoe gedroeg híj zich tijdens zijn leven op aarde. Hoe wás hij. En wanneer mensen in ver of nabij verleden of ook in het heden zonder te weten van Christus en God door hun daden bewijzen, naar de mate van hun mogelijkheden, dat ze 'jazeggers' zijn, dan is er voor hen zeker een verontschuldiging mogelijk op de grote dag , dat Jezus , Matth 25, alle volken oordeelt.
Zij zullen dan verwonderd vragen: "Maar wanneer hebben wij u dan gediend, u bezocht bij ziekte en gevangenschap enz". en dan zal Jezus antwoorden: "Jullie hebben dat gedaan uit innerlijke ontferming aan jullie medemens....ga in tot de vreugde van God.
En deze mensen zullen alsnog zich gezond eten aan het geboomte des levens, de gemeente, (Openbaring 22 v 2).
Wil je dit allemaal breder uiteengezet lezen, ga dan naar 'Vraag het Ger'. Alles laat zich zó vinden.
- Is jouw hele leven op God gericht? - Staat alles wat jij doet in het teken van God? - Ben je pas een goed christen als je hele leven op God is gericht?
Je hebt op die drie vragen al goede antwoorden gekregen. Je bent er ook heel tevreden over. En toch zou ik aan de jou aangeboden ruiker nog wel een bloem willen toevoegen.
Laten we de eerste vraag eens nemen: "Is jouw leven op God gericht ?".
Je leven is pas dán volledig op God gericht, wanneer je volkomen in zijn sfeer bent, wanneer je volkomen met zijn Geest vervuld bent. Jezus was zo iemand. En hij is dat uiteraard nú nóg. Maar ook voor de andere Christenen is deze status-door-genade-voor-ons te bereiken. Ik wijs daartoe op 0penbaring 11, waar ons Christenen worden getekend, die 'hun Heer volkomen gelijkvormig zijn geworden, (Romeinen 8 v 29)'. - zij getuigen onverschrokken temidden van een 'teruggegleden'Christenheid, evenals Jezus in zijn dagen temidden van een verstard jodendom. - zij worden uiteindelijk gedood, net als hij. - zij staan op uit de doden, net als hij. - dat opstaan is er na 3½ dag, net als bij hem - zij worden uitgenodigd om bij God te komen en varen ten hemel , net als hij.
Sommige van hun vergevorderde broers en zussen ervaren al dit heerlijks op iets andere, maar soortgelijke wijze, (1 Thess 4 v 17).
Nu zijn wij nog niet zo ver. maar de bijbel leert ons, dat het zover kómt, misschien wel voor jou of mij.
Je tweede vraag: Staat alles bij jou in het teken van God ?
Het antwoord kan niet moeilijk zijn: het is nog niet zo, maar de heerlijke belofte ligt er, dat het zover kan komen voor hen, die zich volledig met de heilige Geest willen laten vervullen.
En de derde vraag: of je pas een goed Christen bent, wanneer je leven volledig op God gericht is'', kan dit antwoord ontvangen; Een goede Christen ben je, waneer je de Heer Jezus lief hebt en hem eert als jouw redder, verlosser, bevrijder en doper met de heilige Geest....en wanneer je er naar streeft om in dat spoor te blijven en verder te gaan, (Philipp 3 v 16).
De bijbel spreekt van 'de oorlogen des HEREN'. Zo bijvoorbeeld: Numeri 21 v 14 en 1 Samuel 25 v 28. Vooral de laatste tekst acht ik van belang. Abigaïl, die hier spreekt, is een verstandige en moreel hoogstaande vrouw. En zij zegt als het ware tegen David: "Jij staat bij je oorlogvoeren in dienst van de HEER. Daarom heb je hém aan je zijde. Geen onheil,( dat je zïel kwaad doet)kan je in die hoedanigheid nú of in de toekomst treffen. Je staat in de gunst van de HEER. Dan mag ook nu je ziel niet beschadigd worden, doordat je Nabal... (een man die David had beledigd) ..... wilt doden . Dan zou je een vergrijp tegen je persoon straffen. En dat is dwaas. Niets kan jou immers deren, nu je aan de kant van God staat. Jij, voorspoedige, kan het je toch veroorloven, grootmoedig te zijn".
Wij kunnen veel leren uit deze woorden van Abigaïl. Allereerst: er zïjn 'oorlogen van de HEER' mogelijk. - de Filistijnen onderdrukten tegen de wil van de Heer in het vólk van God, wilden het te gronde richten. Daarmede zou aan de toekomstigr 'BEVRIJDER', (0NZE HEER JEZUS CHRISTUS), zijn beoogd werkterrein ontnomen worden. - Saul weerstond Davids koningschap, dat de Heer aan David toegekend had in het kader van zijn 'eeuwig voornemen'.
Maar: wanneer je dan uitverkoren bent om zulke oorlogen te mogen voeren, dan.... zo zegt Abigaïl verder ...moet je 'standing' vertonen: - dan moet je in lankmoedigheid, (sparend geduld) een jou aangedaan affront voorbij kunnen zien, omdat je immers van een ander, hoger niveau bent dan degene die je beledigt - dan pas je er wel voor op om je blazoen te bezoedelen door een onedele daad, (v 31).
Er zíjn dus 'oorlogen van de Heer'.
Een voorbeeld: omstreeks 2000 voor Christus zegt de Heer tegen Abram, (toen nog niet Abráham) ..................... Over -stel - 600 jaar zullen de Amorieten, die nu in Kanaän wonen, zoveel misdaden hebben bedreven, dat mijn geduld met hen een eind heeft. Ik zal ze dan verdrijven en het volk Israel daar doen wonen, (Genesis 15 v 16). ............... En zo waren de oorlogen , die het volk Israel moest voeren om Kanaän in bezit te krijgen en te houden, óok oorlogen van de Heer, hoezeer ook soms bezoedeld, doordat de 'Abigaïlstandaard' niet altijd werd aangehouden.
En een oorlog van vele volken tegen Hitler kan ook als een rechtvsaardige oorlog worden aangemerkt, omdat zijn regime zulke afschuwelijke dingen deed, dat er welhaast geen weerga van was.
Een jongmens mag geen dienstplichtweigeraar zijn. Hij hoort in het kader van zijn gehoorzaamheid aan 'de machten die over hem gesteld zijn', (Romeinen 13 v 1) zijn overheid te vertrouwen, dat zij hem alleen ten oorlog zal laten trekken, wanneer de rechtvaardigheid dit vordert.
Er is echter een vergezicht. Er zijn 'oorlogen des HEREN' van een hogere orde. Er is een heel de geschiedenis door durende oorlog vsn God tegen satan en van satan tegen God. - God is in die strijd de eerste onder onze helpers. - de satan is de eerste onder onze bestrijders, (Efeze 6 v 12).
Aan de zijde van God strijden in de hemelse gewesten, ( de hemelsferen), Gods Geestvervulde zonen tegen de machten van het kwaad, rerchtstreeks, in man-tegen-man gevechten soms.
Hierover hoeven wij geen theoretische vragen te stellen, nu de dienstplicht immers is 'opgeschort'. Elk kind van God is voor deze heilige oorlog diensatplichtig en gaat juichend ten strijde.
Je noemt daar twee heel verschillende zaken: - kleine benepen gedachten jegens andere mensen, zoals bijvoorbeeld; "Waarom rijdt hij in zo'n grote auto. Dat kan toch best wat minder". - vloekwoorden en smerige, absurde gedachten, die soms door je hoofd heen razen en je even ontregelen.
Dat eerste heeft te maken met een brein, dat zich nog niet voldoende 'volgezogen' heeft met de heerlijke gedachten, die God ons wil geven, wanneer wij ons echt, diep bekeerd hebben, wedergeboren zijn en vervuld zijn met met de Heilige Geest. Dan worden je gedachten niet meer zo snel weggelokt van de oprechte en zuivere toewijding aan Christus, ( 2 Corinthe 11 v 3) om in plaats van met hém, je gedachten te vullen met 'vuilnis'. Dan wijken de gedachten aan allerlei futiliteiten, om dat je er oog voor krijgt, dat het je nog onrijpe geestelijke gesteldheid was, die je allerlei verlangens en gedachten, die maar in je opkwamen , deed volgen, (Ef 2 v 3). Dan ga je er steeds meer naar verlangen, dat de vrede van God, die alle verstand te boven gaat, je hart en je gedachten in Christus Jezus gaat bewaren, (Filipp 4 v 12).
Maar wat dat tweede euvel betreft: ook al ben je nog zo vergevorderd....de duivel wil je altijd plagen met absurde ideeí«n, die opeens bij je opkomen. Hij brengt soms ook vloekwoorden bij een Christen binnen, zuiver om die volgeling van Jezus te ontregelen.
In het eerste geval maakt de duivel gebruik van je geestelijke onvolwassenheid om je dingen te laten denken, die een Christen onwaardig zijn.
In het tweede geval deelt de 'wetteloze' plaagstoten uit in een tijd, dat hij verder niet veel kan beginnen. Om de zaak warm te houden, om een kind van God te kwellen, laat hij soms 'zijn zwarte vogels van het kwaad' over je hoofd vliegen. Daar kan jij niets aan doen. Je kunt er zelfs niets aan doen, wanneer je geraakt wordt door smerige uitwerpselen van de hel. Maar wat je wel kunt doen, is dit: wanneer zo'n nare , absurde gedachte op je neerregent, stel je dan direct te weer. Zeg gewoon, wat je al zo dikwijls zegt: "Satan...in de naam van Jezus verbied ik jou mij op die manier aan te vallen. In de krachtige naam van de Heiland gelast ik jouw 'vuile vogels' om weg te gaan".
Met deze dubbele raad hoop ik je te kunnen dienen.
Want jouw welzijn, Djmexx.... hoe lang kennen we elkaar nu al weer... gaat mij zeer ter harte.
Daag Ger
O ja; nog even iets, dat me achteraf te binnen schiet: Satan kan ook in je dromen komen met nachtmerries. Wanneer je daarvan met verdrietige en 'in de war zijnde gedachten' wakker wordt, is het goed om de Heer te gaan loven en prijzen om zo over die 'kater' heen te komen. Maar er is nóg iets: in de slaap ligt je gedachtenleven heel weerloos terneer. Eén keer zond satan aan de slapende Elifaz (Job 4 v 12- 21) een afschuwelijke nachtmerrie, die appelleerde aan een onjuist Godsbegrip, dat overdag niet zo bij hem leefde, maar dat in de slaap kon worden 'bevrucht'.
En dat kan jou ook overkomen. Vraag in zo'n geval maar in je verslagenheid na afloop van zo'n naar gebeuren met psalm 139 v 24: "God....zie of ik geen verkeerde weg ga, en leid mij over de weg die eeuwig is".
"Want het pad van de rechtvaardige is als het glanzende morgenlicht, dat steeds helderder straalt tot de volle dag". (Spreuken 4 v 18) (NBG).
Alles zit daarin: ............ Menig Christen mag getuigen: - eens was het in mijn hart volkomen donker; de toestand was te vergelijken met Genesis 1 v 2. - maar toen was er dat woord van God, dat indruk maakte en bléef maken; er kwam in mijn duisternis een zweem van 'iets anders', dat scheiding begon te maken tussen momentele duisternis en groeiend, hoopvol licht (4) - en daarna kwam er in dat ordeloze leven van mij, zonder enige duidelijkheid, iets van een besef, wat goed was en wat kwaad. ( v 7). - en ergens kreeg ik vaste grond onder de voeten en verdronk niet meer in drabbige onzuiverheid, En tussen allerlei, nauwelijks met prozac te bedwingen depressiegedoe, ontsprong er iets als fris, jong gras, nieuwe hoop, blijde gedachten,(v 11). - en toen brak de dikke donkere laag rond mijn leven zover open, dat het vage licht van eerst, het diffuse licht van later, openbloeide, met een firmament, met zon, maan en sterren, vol met echt licht. (v 15)...o...die bekéring tot God en Jezus !!!! - ...en waar fris, jong gras de doodsheid had verdreven, , tintelde nu mijn steeds fraaier en gezegender leven opeens van leven..(verzen 20 en 24...o..die wedergeboorte !!! - en toen...toen de zon al hoger en hoger kwam, gaf Jezus mij ook als zijn grote geschenk de Heilige Geest - en ik wil dat pad verder lopen, tot ik eens bij de stad kom, die zon en maan niet meer nodig heeft, want zij wordt verlicht door God zelf en wij wandelen daar bij de lamp van Jezus, het Lam, (Openbaring 22 v 3).
Zo is mijn pad en zo wordt het...eens zal de volle zon over mij lichten. ............. Dete tekst is het nú, maar morgen kan ik wel weer uitroepen: "Kijk eens wat híer staat !!"
Het leven van een vriend van de heer Jezus is vol blijde verrassingen.
Efeze 14 v 22 en 23 waren voor jou en je vriendin niet helemaal transparant.
Laat mij beginnen met je te complimenteren. Wat is het goed zeg, wanneer twee vriendinnen samen de bijbel bestuderen. Ik kom op vele websites en wat je aan onkunde alzo meemaakt, is verdrietigmakend. En dan twee jongedames aan te treffen, die samen proberen, hun kennis van de bijbel te verbreden en te verdiepen. Fijn!
Nu die teksten: (v 22): KLANKTAAL is dus een teken dat niet bestemd is voor gelóvigen maar voor ONgelovigen......en PROFETEREN is niet voor ONgelovigen maar voor gelóvigen. (23):Wanneer namelijk de gehele gemeente samenkomt en iedereen zich in klanktaal uit, zullen ONgelovigde buitenstaanders , die de samenkomsten bezoeken dan niet zeggen dat u krankzinnig bent ?
En nu concentreert jullie moeilijkheid zich hierop: - dat v 22 zegt, dat klanktaal er is voor de ONgelovigen - terwijl v 23 zegt, dat ONgelovigen, klanktaal horende, zullen zeggen, dat je gek bent. - dat vers 22 zegt, dat profeteren er is voor de gelóvigen - terwijl verzen 24 en 25 zeggen dat profeteren juist ONgelovigen zo'n deugd doet.
Carin....het is goed om eerst vers 21 bij te trekken en later verzen 24 en 25. In vers 21 staat; "Er staat in de wet: 'Ik zal tot dit volk spreken door mensen die vreemde talen spreken, door de mond van vreemdelingen.....en zelfs dan zullen ze niet naar mij luisteren' - zegt de Heer ".
Wij moeten voor deze tekst terug naar Jesaja 28 v 11: Voorgeschiedenis: Jesaja komt voorbij een stel dronken priesters, (7-9 laten zien, hoe walgelijk het bij hun drinkgelagen toegaat). Ze roepen de voorbijgaande profeet iets toe, dat niet meer is dan dronkemansgebrabbel, voor geen zinnig mens te verstaanv10): "Tsav latsav, tsav latsav, kav lakav, kav lakav" en daarna volgt er iets, dat dan nog een béetje is te begrijpen. Je zou er van kunnen maken: "Beetje van dit, beetje van dat".
En , vernederd door dit spottende dronkenmansgeroep antwoordt Jesaja in deze geest; verzen 11-13: ................. Het zal jullie eens gaan zoals míj nu. Er zullen mensen komen, die met een vreemde tongval spreken, in een andere taal. Het zal net zo op jullie overkomen als dat rare gebrabbel van jullie nu op mij overkomt.
Maar het is wel bittere ernst. Geen sprake van verpozing, rusten van vermoeidheid. Nee, dat wat gaat komen, is veel grimmiger: struikelen, gewond raken, verstrikt raken, gevangen genomen worden. Maar jullie zullen de samenhang tussen jullie zonde nu en jullie erbarmelijke toestand dan, ook dán nog niet begrijpen. (Gedoeld wordt op de komende wegvoering in ballingschap). ..................... En nu bedoelt 1 Korintií«rs 14 v 22 te zeggen: ................ Zoals het toen in de tijden van Jesaja gesteld was met mensen, die nooit eens wilden inzien, dat 'de bordjes verhangen waren' en dat hun gebral metterdaad werd afgestraft...zo gaat het ook in 'deze tijden', dat is dus ook nú, (in 2006): de ongelovige mensheid zal 'klanktaal' horen, die déze boodschap verkondigt: "De nieuwe tijd is daar. De Heilige Geest is uitgestort. Daarvan is klanktaal een van de tekenen". En het zal in 'de nieuwe tijd' nét zo gaan als in de tijd van Jesaja. - Zoals de goddeloze priesters tóen werden weggevoerd in ballingschap, met ketenen aan elkaar vastgebonden, voortsloffende op de eindeloze weg naar Babel, terwijl ze met elkaar overlegden: "Waarom moet dít ons nu overkomen. Typisch, dat wij deze mensen net zo min kunnen verstaan als Jesaja ons destijds kon verstaan.... ach, maar dat kan er niets mee te maken hebben" - zo zal het ook nú in deze tijd gaan: de onbekeerde wereld zal er zijn schouders over ophalen, de samenhang van de klanktaal met het baanbreken van 'Gods tijd' niet kunnen begrijpen, zelfs niet, wanneer de tijden zo zwaar worden, dat het wel lijkt, alsof de hele mensheid in de dagen van de antichrist 'in ballingschap gaat'. (Lucas 21 v 26).
Carin...dit is al zo moeilijk, dat ik mij voorstel, dat je naar je hoofd grijpt.
Waarom zegt Paulus dat nu tegen de Korintií«rs ? Wel.....deze mensen hadden nog zo'n onvolwassen idee van 'klanktaal'. Ze dachten, dat het een bewijs van 'geestelijke ingeleidheid' was, wanneer je in de volle 'zondagmorgensamenkomst, de 'plenaire vergadering', maar vele woorden in 'klanktaal' sprak, zonder uitleg erbij. Dat was een 'denkhouding', nog overgebleven uit hun nog zeer recente heidense verleden, toen de orakels ook maar wat aanbrabbelden.
En Paulus zegt: "Houd daarmee op ! Klanktaal is iets voor de persoonlijke versterking. Je sticht er buiten jezelf níemand mee. Klanktaal is er , opdat de wereld inziet, dat Gods tijd aanstaande is".
En... op het foutieve gebruik in de gemeente, zonder vertolking dus, (v 13) verder voortbordurende, zegt hij dán:
"Heel die stortvloed van klanktaal-zonder-vertolking, (uitlegging) in een openbare, voor buitenstaasnders toegankelijke 'zondagmorgensam' is alleen maar schadelijk. Toehoorders en 'zo-eens-meegenomen volstrekte buitendstaanders' zullen zeggen. 'Wat is dit voor dwaas gedoe'
Dus: - klanktaal is wel - inhet algemeen- voor de hele mensheid een bazuinstoot: "Happy times are here again". - maar 'klanktaal in de 'vrij toegankelijke' samenkomst' is géen 'bazuinstoot' maar 'verwarringzaaierij'. Nog even anders gezegd: - wat een boodschap is voor 'het collectief' - kan voor 'het individu' zonder inhoud of zelfs met een negatieve inhoud zijn
(Dat wil niet zeggen, dat het 'verboden' zou zijn in een 'onder ons' samenzijn, een bidstond bijvoorbeeld, samen in klanktaal te zingen. maar in de 'grote sam' heeft de klanktaal geen plaats, tenzij vergezeld van uitlegging).
Maar met 'profeteren' is het 'different cook'. Daarover heeft Jesaja niet een dergelijke uitspraak gedaan. Profeteren heeft naar buiten toe niet díe functie van klanktaal. Maar gelovigen, die - ook in de 'openbare samenkomst' een profetisch woord horen, dat spreekt van - bijvoorbeeld- 'waakzaamheid en niet- verslappen' weten dat woord, (dat dus niet vereenzelvigd moet worden met een predikatie, wellicht over ditzelfde onderwerp) naar waarde te schatten.
Maar in vers 24 wordt een andere zijde belicht. Terwijl Paulus het foutieve klanktaalgebruik van de Korintií«rs gispt, prijst hij de profetíeën. Ongelovige buitenstaanders kunnen die woorden verstaan . Zij horen er hun beoordeling en terechtwijzing in. Hun verborgen gedachten worden door de profetieën aangeduid.
Het is mij persoonlijk diverse malen overkomen dat buitenstaanders bij hun eerste bezoek aan de sam profetieën hoorden, die God in zijn genade door zijn Heilige Geest aan mij in de mond legde... en daarover later tegen mij getuigden: "Dat was nu juist het woord, dat ik tóen en dáar nodig had".
En hier zien wij ook weer het volgende: - profetie heeft naar 'de buitenwacht toe' niet die 'tekenbetekenis' als klanktaal - maar profetie in de 'openbare samenkomst' kan voor de individuele hoorder uit die 'buitenwacht' heel beslissend zijn. Wat geen betekenis heeft voor het collectief, zal voor het inidvidu van groot belang kunnen zijn
Wanneer Christus weerkomt en de antichrist verslagen is, begint een periode van opbouw. Maar bij de Heer gaan de dingen over het algemeen niet als bij toverslag. Een lichte vingerwijzing vinden wij in Danií«l 7 v 12: "De andere dieren...( de gewone rijken der aarde, uitgenomen het verwoeste rijk van de antichrist)werd wél hun macht ontnomen, maar hun werd nog enige tijd van leven gegund".
Hieruit lees ik, dat na de wederkomst van Jezus grote landen, die wij nu kennen, zoals de V.S., Rusland enz. zonder macht nog enige tijd blijven voortbestaan, maar geleidelijk aan worden overgenomen door Jezus' presidentschap over de hele aarde. Dan zal niemand meer zeggen tegen anderen: "Ken de HERE", want zij allen zullen mij kennen, omdat de kennis van de HEER de aarde zal bedekken, zoals de wateren de bodem van de zee bedekken", Jeremia 31 v 34.
Over deze snel verbeterende tijd in het 'duizendjarig rijk' is nog veel meer te zeggen. Kom daarvoor eens naar 'Vraag het Ger'.
Jouw vraag is: "Wat doen jullie, wanneer mensen jegens jullie critiek op de bijbel uitoefenen: - word je boos - laat je,als een eend het water, die critiek van je afglijden.
Mijn antwoord: Geen van beiden. Ik zal me even aan je voorstellen: ik ben Ger van 'Vraag het Ger'. Hier op HQ heb ik al 3000 vragen beantwoord.... (kom je ook eens langs) Maar ik werk ook op andere sites voor ándere leeftijdsgroepen en daar kom ik werkelijk harde critiek tegen. - ik neem die critiek, hoe vijandig ook, altijd serieus en beantwoord die vriendelijk. Want de mensen die critiek hebben, kunnen wel 'Saulussen' zijn en voorbestemd om 'Paulussen' te worden. - En indien niet: Onze Heer Jezus Christus heeft ook hén willen dienen met zijn plaatsvervangend lijden en overwinnen. - Ik merk dat ik altijd door de Heilige Geest geleid word, (wat de Heilige geest ook belóofd heeft) ...om gepaste en door God geleide antwoorden te geven. - allerminst 'raakt die critiek mijn koude kleren niet'. Er zit soms fel verdriet en verbitterend 'verkeerd begrepen zijn' achter.
Met die critiek krijg jij, wanneer je de hand van de Heer Jezus vasthoudt en steeds enthousiaster voor hem wordt, ook te maken en wel in toenemende mate.
Het enige voldoende om adequaat te blijven antwoorden, is het uitbouwen van je bekering tot 'diepe bekering' en tot wedergeboorte, 'door de lezing van het levende en blijvende onvergankelijke woord van God', (1 Petrus 1 v 23), de bijbel. En daarna is het absoluut nodig.... en je zult ook niet anders wíllen ....dat je vervuld wordt met de Heilige Geest van God.
Dan zul je in staat zijn om- vol innerlijke hulpvaardigheid en mededogen en medeleven- een woord te spreken 'op zijn pas'.
Jouw vraag is: "Wat doen jullie, wanneer mensen jegens jullie critiek op de bijbel uitoefenen: - word je boos - laat je,als een eend het water, die critiek van je afglijden.
Mijn antwoord: Geen van beiden. Ik zal me even aan je voorstellen: ik ben Ger van 'Vraag het Ger'. Hier op HQ heb ik al 3000 vragen beantwoord.... (kom je ook eens langs) Maar ik werk ook op andere sites voor ándere leeftijdsgroepen en daar kom ik werkelijk harde critiek tegen. - ik neem die critiek, hoe vijandig ook, altijd serieus en beantwoord die vriendelijk. Want de mensen die critiek hebben, kunnen wel 'Saulussen' zijn en voorbestemd om 'Paulussen' te worden. - En indien niet: Onze Heer Jezus Christus heeft ook hén willen dienen met zijn plaatsvervangend lijden en overwinnen. - Ik merk dat ik altijd door de Heilige Geest geleid word, (wat de Heilige geest ook belóofd heeft) ...om gepaste en door God geleide antwoorden te geven. - allerminst 'raakt die critiek mijn koude kleren niet'. Er zit soms fel verdriet en verbitterend 'verkeerd begrepen zijn' achter.
Met die critiek krijg jij, wanneer je de hand van de Heer Jezus vasthoudt en steeds enthousiaster voor hem wordt, ook te maken en wel in toenemende mate.
Het enige voldoende om adequaat te blijven antwoorden, is het uitbouwen van je bekering tot 'diepe bekering' en tot wedergeboorte, 'door de lezing van het levende en blijvende onvergankelijke woord van God', (1 Petrus 1 v 23), de bijbel. En daarna is het absoluut nodig.... en je zult ook niet anders wíÂllen ....dat je vervuld wordt met de Heilige Geest van God.
Dan zul je in staat zijn om- vol innerlijke hulpvaardigheid en mededogen en medeleven- een woord te spreken 'op zijn pas'.
Die term 'verdorvenheid' komt voort uit een verkeerd denken, door Augustinus erin gebracht.
In Openbaring 2 v 4 waarschuwt onze Heer Jezus Christus de gemeente Efeze al: "Dit heb ik tegen u: u hebt de liefde van weleer opgegeven. (5) Bedenk van welke hoogte u gevallen bent".
Als er nu éen gemeente was, die op grote geestelijke hoogten wandelde , dan was het wel de gemeente Efeze. Lees de brief aan de Efezií«rs maar eens. Paulus, die 'de strijd in de hemelsferen' preekte en ons allen aanspoorde, alleen de duivel als grote tegenstander te zien, (6 v 12), kon zich aan hen helemaal kwijt.
Maar in Openbaring signaleert de Heer al, dat het zicht op de grote hoogte van het 'geestelijk zijn' aan het verloren gaan was.
En dat proces is doorgegaan, tot het in de dagen van Augustinus zó was voortgeschreden, dat de duivel helemaal op de achtergrond was geraakt en men toch iets anders moest om de zonde te verklaren. En toen deed Augustinus iets, dat de duivel zeer plezierde. Hij dacht uit, dat 'zonde' iets overerfelijks was, dat de mens niet kon ontgaan. De mens was is zijn visie verdorven. Dat leidde tot allerlei tegenstrijdigheden met uitspraken als: "De ziel, die zóndigt...díÂe zal sterven",(Ezechií«l) maar toch won de leer van 'erfzonde, erfschuld en erfsmet', totaal onbijbels, veld. En.... om een voorbeeld te noemen: Hoofdstuk III/IV van de Dordtse leerrregels leert bij artikel II : "Zodanig als nu de mens geweest is na de val, zodanige kinderen heeft hij ook voortgebracht, namelijk hij, verdorven zijnde, verdorvene: alzo dat de verdorvenheid , naar Gods rechtvaardig oordeel, van Adam op al zijn nakomelingen, (uitgenomen alleen Chrisatus) gekomen is, niet door navolging, gelijk eertijds de Pelagianen gedreven hebben, maar door voortplanting der verdorvene natuur".
Dit is de dwaling , door Augustinus binnengebracht, zij het dan ook, dat er al een voedingsbodem voor was, doordat de duivel als 'grote raddraaier' al buiten beeld aan het raken was.
Dit is de waarheid: Ieder mens moet weer opnieuw worden 'omgegooid'. Ieder mens persoonlijk moet , te beginnen bij de eerste keer, door de duivel worden omgegooid...en opnieuw omgegooid...en zo maar door. Zó leerden de later zo verguisde Pelagianen het en zo heb ik het zélf ervaren.
Ik weet nog, dat ik als zesjarige voor het eerst bewust zondigde. ........... We waren naar het strand geweest en mijn oudere zusje, leider van ons groepje, verordende: "Nu naar huis. Moeder wacht op ons met het eten!" Maar ik wilde niet. Een nooit gekend gevoel ontwaakte in mij, een wilde drift. Ik hief mijn strandschepje en sloeg haar midden in het gezicht. Het bloed, dat uit haar lip sprong, ziende, ontwaakte in mij een hevige wanhoop. Ik vluchtte weg. .............. Och; natuurlijk kwam het weer goed. Maar daarna deed ik nog vele zonden, totdat ik leerde, satan te bestraffen in de naam van Onze Heer Jezus Christus. Toen werd het zondigen van 'structureel' tot 'incidenteel'. Steeds meer leerde ik ook, om een zonde zo spoedig mogelijk bij mijn Pleiter in de hemel te brengen, Jezus. (1 Johannes 2 v 1).
Strijd de goede strijd. Strijd tegen de herontdekte duivel, die zich steeds minder kan verschuilen voor de Geestvervulde kinderen van God.
Er is al zoveel gezegd over dit onderwerp. Ik wil aanvullend even een tekst noemen uit 2 Samuel 24 v 24; "Koning David zegt; 'Ik ga niet de HEER, mijn God, een brandoffer brengen, dat mij niets heeft gekost' ".
Een offer voor de gemeente moet je wel iets kósten, maak ik hieruit op.
Nu heb ik wel gehoord van mensen, die een jaarsalaris hadden van een miljoen. 100.000 daarvan weggeven, betekent niets voor zulke mensen, omdat zij er ook nog eens 52.000 euro van terugkrijgen via hun aangifte Inkomstenbelasting.
Daarentegen hoor ik soms verhalen van mensen, die zo weinig geld krijgen van de een of andere instantie, dat er eigenlijk maar heel armelijk van te leven valt. Voor zulke mensen maakt 1% al echt een offer uit, vcooral omdat zíj níets terugkrijgen via de Inkomstenbelasting.
Veel maak ik de figuur mee, dat er oudere mensn zijn met een goed pensioen, alle kinderen het huis uit, huis vrij van hypotheek, die veel meer geven dan 10%. Dan geven zij een periodieke uitkering voor -notarieel vastgelegd- minstens vijf jaar. Zo'n periodieke uitkering is dan ook weer aftrekbaar voor de I.B. Op zo;'n manier raak je niet uitgerekend.
In iedere geval weet ik van mensen, die 20% geven voor allerlei goede doelen, ook (mede)voor Amnesty en Artsen zonder grenzen...en aan wie dat vele geven werkelijk wel iets kost...hun buitenlandse reizen zijn minder uitbundig dan van anderen met een vergelijkbaar pensioen.
Geef met een blij hart... en weet, dat het heel goed mogelijk is, dat in de eeeuwigheid blijkt, dat je velen gelukkig gemaakt hebt met je offer van nu.
Eigenlijk is er al zoveel gezegd. maar ik dacht opeens aan die tekst; Efeze 4 v 20: "Maar zó hebt ú Christus niet leren kennen".
In de NBV staat het nog iets prettiger hanteerbaar: "Maar gij geheel anders: gij hebt Christus leren kennen".
Lui !!!: jullie hebben toch behoorlijk wat speelruimte; in Prediker 11 v 9 staat; (iemand heeft het ergens al aangehaald in 'geloofsvragen' als in een andere posting mijnerzijds staande, maar tja: dan moet het maar zo zijn. 'Dubbel op is eens zo best'):
"Geniet dus beste vriend, van je jonge jaren, haal je hart op aan de dagen van je jeugd. Volg de wegen die je hart wil gaan, gun je ogen wat ze wensen. En onthoud bij alles wat je doet dat God je aan zijn oordeel onderwerpt". En Prediker 9 v 7 en 8 voegen daaraan toe: "Eet je brood met vreugde, drink met een vrolijk hart je wijn. ......... Draag altijd volijke kleren, kies een feestelijke geur".
En de weggelaten woorden: "God ziet alles wat je doet allang met welbehagen aan", leg ik dan zo uit, dat in Gods eeuwige raad besloten is als zijn bedoeling, dat je ook van het leven zou geníeten.
Spreuken 8 v 20 zegt: "Ik wandel....MIDDEN OP de wegen van het recht".
Hoe voegen wij nu dit alles eens samen tot een raad aan Pukkelientje, een raad, die niet knellend voor haar is, maar haar blij maakt.
Er is voor een jonge Christen zoveel te genieten.
Wacht, even onderbreken; ik voeg er nog éen tekst bij: 1Corinthe 15 v 33: "Slecht gezelschap bederft goede zeden".
Nou, daar gaan we dan:
Een jonge Christen, die van - 'met ziels enthousiasme gevoelsmatig zich bekeren' is gekomen tot - een díepere bekering, - die wedergeboren is door het regelmatig lezen van Gods woord met een toegenegen hart, (1 Petrus 1 v 23), heeft genietingen, waar de wereld niet van weét.
Zo iemand ziet de doop in de Geest met alle gaven en vrucht in het verschiet liggen.
Zo iemand is net als een persoon, die bij een wedstrijd, wie er het dichts bij een afgrond durft te komen, maar precies 'op het midden van het pad' blijft en geen risico neemt, dat op een decimeter van de afgrond de stenen onder zijn voeten beginnen af te brokkelen. Nog een gil en het is gebeurd.
Zo iemand vindt er vreugd in om blij te zijn met medegelovigen. Hij haalt zijn hart op aan de vrolijke grappen van blijde medegelovigen in de brave koffiebar. Zijn hart wijst hem op de steeds heerlijker en meer in conditie brengende dingen van de Heer. Zijn ogen zien Gods wenkende perspectieven. Hij weet, dat Gods oordeel blij met hem zal zijn met zijn onbekommerde en reine vreugd. Zijn kleren weerspiegelen zijn vreugdevolle innerlijk evenals bij de meisjes in die blijde kring hun beschaafd parfum de sfeer verhoogt.
Er is een andere manier van een avond goed doorbrengen dan de toch altijd met 'vaart afremmende' gebeurtenissen vervulde omgeving van een disco buiten de sfeer van God. Er zijn in die sferen 'buiten' altijd op de een of andere manier slechte invloeden , die de goede hartengesteldheid schade berokken.
Pukkelientje; vraag je niet af: "Met hoe weinig kan ik toe, dat God net niet boos op mij wordt", (dat doe je niet, maar velen denken wél zo). Denk veeleer: "Hoe kan ik God nu echt blij maken binnen het ruime speelveld, dat hij mij geeft".
En wanneer je God blij maakt, word je zelf ook blij.
Bij jouw vraag: "Hoe verwerk je rouw", had je als enig verlangen dat wij 'een leerzaam verhaaltje zouden vertellen'
Over 'rouwverwerking' had je niet een speciale uitleg, alsof die alleen op 'een overlijden' zou betrekking moeten hebben. Daarom van mij nu een 'leerzaam vewrhaaltje', hoe ik eens een keer tot een snelle rouwverwerking kwam. .................... In mijn post-actieve jaren zou ik eens een keer worden uitgezonden voor een 'Christelijk' doel in Pakistan. Ik zou wat moeilijkheden in de administratie gaan oplossen... dit was wáar, maar maakte het voor de autoriteiten aannemelijk ....maar als bij-oogmerk zou ik ook de 'crew' van die organisatie geestelijk gaan versterken.
En op de dag dat ik de tickets al in huis had, kwam er opeens- volkomen onverwacht- bericht van het Pakistaanse ministerie van Binnenlandse Zaken: "Het visum was geweigerd".
Ik 'droeg zo'n rouw' over dat onverwachte 'niet-doorgaan'.
Die avond ging ik diep bedroefd naar bed.
En midden in de nacht ontwaakte ik met een zó diepe 'zielsbedroefdheid', dat ik dacht, 'dat mijn hart brak'.
Maar toen gebéurde het. Er klonk opeens zo'n onbeschrijflijk heerlijke muziek-en-zang in mijn hoofd. Ik werd zó getroost door dat onuitsprekelijke....de Heer droogde als het ware al mijn tranen van de ogen, (Openb 21 v 4).
En mijn verdriet 'zag' ik als het ware onder die heerlijke, hemelse engelenzang wegtrekken door een 'douche-afvoer', zoals ik dat ervaarde.
De volgende morgen aan het ontbijt vroeg mijn vrouw: "Ben je nog zo verdrietig". En ik kon antwoorden: "Het is weg...helemaal WEG!!!!" .................. Dat was dan 'mijn leerzame verhaal'.
Betty....kom je eens op 'Vraag het Ger' met een vraag. Ik heb er nu ruim 3000 beantwoord. De jouwe kan er altijd bij.
Ik wil mijn antwoord beginnen met Romeinen 2 v 14: "Wanneer namelijk heidenen, die de wet NIET hebben, de wet van nature naleven, dan zijn zij zichzelf tot wet, ook al hébben ze hem NIET. Ze bewijzen door hun daden dat wat de wet eist in hun hart geschreven staat; en hun geweten bevestigt dit, omdat ze zichzelf met hun gedachten beschuldigen of vrijpleiten. Dit alles zal blijken op de dag waarop, volgens het evangelie dat íÂk (Paulus) verkondig, God door Jezus Christus oordeelt over wat in de mens verborgen is".
God, die toch ook wel zozeer te vrezen is, dat het schrikkelijk is om in zijn handen te vallen,(Hebr 10 v 31), is aan de andere kant zo positief staande tegenover de mensheid, dat wij dat zouden kunnen omschrijven als 'zeer royaal'.
Toen satan viel; en de eerste opstandeling werd, toen hij zijn "Nee" tegen God uitschreeuwde, (Ezechií«l 28 v 15), was er daarmee sprake van de eerste 'neezegger' Vele engelen volgden hem en werden tot 'neezeggende' demonen. Vele andere engelen- bijvoorbeeld Michael en Gabrií«l-bleven in die vreselijke proef trouw aan God en bleken 'jazeggers' jegens hem te zijn.
Bij de mensen heeft dat verschijnsel zich voortgezet. Ook daar zijn 'neezeggers' en 'jazeggers'.
Die 'jazeggers' zijn er in alle eeuwen en over de hele wereld geweest. Zij onderscheidden zich doordat zij 'uit de toon vielen'.
Ik stel je iemand voor, die de rijke wet, wasrop de Joden in de tijd van Paulus zo prat gingen, de wet op de Sinaí gegeven,(een 'hot item' destijds)....die deze wet níet had.
Stel je een eenvoudige Indiaanse vrouw voor, zoals ik die - bijvoorbeeld- schilderde in 'Bekering' op 'Vraag het Ger', code 1.8.4. en 1.8.5, zeer vooraan. Stel je zo'n vrouw nu eens voor in -zeg- 500 voor Christus. Uitgesloten dat ze iets van God weet, zoals tóen de Joden, als bevoorrecht boven alle volken, dat wisten. Van Jezus kan ze al helemaal niets weten, die moet nog kómen.
Maar in die vrouw leeft min-of-meer de ingeschapen 'wet', zoals die ook leefde in Abraham en in zijn tijdgenoot Job... en dan nóem je wel even een paar namen. Die wisten ook niet van de nog komende 'wet van de Sinaí ', de eer en de glorie van de Joden. Maar net als deze twee grootheden heeft deze Indiaanse vrouw een nog goed reagerende, redelijk intact gebleven menselijke geest, die nog in staat is om met haar ziel de 'dingen van de dag' door te nemen en te toetsen, of alles nu wel in orde is met de handelwijzen van haar stam. Vaak loopt het met deze 'jazeggers', de rechtvaardigen onder de volken.... zo noemen de Joden dat nu nog, (onder andere in hun Yad Vashem- eretekenen) ...slecht af. Ze worden door de stam 'lastig gevonden' en moeten dat soms met de dood bekopen.
En van al die verborgen 'jazeggers' zijn er velen (door de gang van de wereldgeschiedenis in de vele verstreken eeuwen) in de invloedssfeer terechtgekomen van het Hindoeísme, het Confucianisme en de Islam. Zij hadden geen enkele mogelijkheid om contact op te nemen met de gelukkigen, die God of zelfs Jezus hebben leren kennen. Daarom hebben ze binnen hun isolement getracht volgens hun geweten te leven.
Van de tientallen miljarden Islamieten in de vele eeuwen sinds 600, zullen er zeker miljarden in het eindoordeel van Matth 25 aan de rechterhand van Jezus staan. Verbaasd zullen zij vragen, deze rechtvaardigen, (37). "Heer....wanneer hebben wij u gediend...?!"(38,39).
En de Heer zal zeggen: "Jullie hebben dit aan andere mensen gedaan, die dienst".
De 'jazeggers' onder de Islamieten gaan naar de eeuwige vreugde. Een mens wordt niet geoordeeld naar de godsdienst, die hij heeft gehad, maar naar de mate, waarin hij Gods wil heeft gedaan.
En de 'neezeggers' onder de Islamieten gaan naar de eeuwige vuren, (41), waar zij tezamen zijn met de 'neezeggers' onder de Christenen enz.
Echter....nu zijn het de tijden van de grote kansen. De mondialisering maakt het mogelijk, dat alle wereldburgers steeds meer in contact komen met alle andere wereldburgers. Wie een 'jazegger' is onder de Islamieten, krijgt veel minder kans om te stamelen: "Ik heb het nooit geweten". Nu - in deze tijd- moeten de 'jazeggers' onder de Brahmanen, de Hindoes enz kenbaar worden naar buiten toe. En dat worden ze ook: legio zijn de verhalen van -bijvoorbeeld- Islamieten, die in een droom Onze Heer Jezus Christus zien. Er gebeuren in die wereld wonderlijke dingewn. Elke - van de goede dingen voorheen verstoken- 'verborgen' 'jazegger' verlaat zíjn 'Babel' (Jesja 52 v 11) en treedt toe tot de rijen van 'Godlovers van de nieuwe tijd'.
Velen onder mijn lezers hebben een Islamietische vriend of vriendin. Houd die relatie het evangelie van Jezus voor op door de Heilige Geest geleide wijze en zie , hoe er gereageerd wordt. Is er geen schijn of schaduw van een baanbrekend inzicht te bekennen, klinken er alleen de trotse zinnen: - Islam heeft alle andere godsdiensten in zich opgenomen en overbodig gemaakt. - Mohammed is de laatste en grootste profeet - zeker....zeker...Isa is geweldig, vertelt de Koran, maar hij is niet, zoals de Christenen hem schetsen - God héeft geen zoon - Jullie zijn polytheísten met jullie 'drie goden' wij zijn monotheísten - jullie hebben een god, die gewoon naar de w.c. gaat; zo iemand zou ík niet moeten - enz enz. ...en blijft dat zo....dan heb je niet met een 'uit de kast komende 'jazegger' van doen.
Als God liefde is, waarom dan dÃt....en waarom dan dát...
Dag Niekie,
Je vraag was dus:
Heel veel mensen vragen: Als God liefde is, waarom laat Hij dit dan toe? Als God bestaat, waarom laat hij zo weinig van Hem zien? Als, als, als- vragen... wat antwoorden jullie dan?
Wat actuéel Niekie!
En weet je, wat nu zo lastig is. Ik kan je wel een mooi overwogen antwoord geven, zorgvuldig voorbereid en wikkend en wegend opgeschreven. Maar dat is de practíÂjk niet.
Want....hoe komen zulke vragen dikwijls tot je: - op een schoolplein of in de schoolaula - in het zwembad, wanneer je met een hele groep zit te zonnen langs de rand. En dan heb je niets aan keurige antwoorden, Nee; rondom je heen zitten schreeuwende jongens en meisjes, die behoefte hebben aan het maken van een 'one liner', en eigenlijk helemaal niet benieuwd zijn naar jouw antwoord. Of ze willen je alleen voor gek zetten.
Zo kán het althans gaan. Ik doe maar een greep uit de mogelijkheden.
Allereerst een uitspraak van Onze Heer Jezus Christus op dit gebied; (Matth 10 v 18): "Jullie zullen omwille van mij worden voorgeleid aan gouverneurs en koningen , en een getuigenis moeten afleggen ten overstaan van hen en de heidenen. (19) Wanneer ze je uitleveren, vraag je dan niet bezorgd af hoe je moet spreken of wat je moet zeggen. Want wát je moet zeggen, zal je op dat moment worden ingegeven. Jullie zijn het immers niet zélf die dan spreken, het is de Geest van jullie Vader die in jullie spreekt".
Om deze tekst voor jou 'werkbaar te maken', merk ik nu eerst op, dat voor een puber de vele ogen van klasgenoten, op hem gericht, net zo zwaar en belangrijk kunnen zijn als stadhouders en gouverneurs voor volwassenen. Je kunt je dan best 'aan de heidenen uitgeleverd' voelen. En dan moet je ook dit bedenken dat de Heilige geest niet alleen 'alle goede dingen' is, die je jezelf maar kunt indenken, maar ook zo heerlijk royaál! Hij gaat heus niet overwegen of jij eigenlijk wel ver genoeg gevorderd bent om door hem geholpen te worden. Nee...hij helpt 'pas in het geloof begonnen jonkmannen' net zo goed als oude rotten. En op een kort schietgebed: "Heer....help", is hij zó tot je hulp.
Maar ook ík laat je niet helemaal in de kou staan. Hier komen twee keurig 'aangeharkte' antwoorden, rustig achter mijn pc bedacht, in een braaf pogen al enigszins eenvoudig gehouden.
"Als God liefde is.....waarom laat hij dan al die vreselijke dingen toe, die dan toch maar gebeuren".
Mogelijk antwoord: "God is er niet alleen. Er is ook een tegenstander de duivel. Die doet allerlei rotdingen en geeft dan de schuld aan God".
"Als God liefde is, waarom merken wij dan zo weinig van hem".
Mogelijk antwoord; "Hij zou veel van zich willen láten merken. maar wij schreeuwen allemaal zo hard, dat hij 'er niet doorheen komt'. Maar hij heeft wel gezegd, dat hij alleen al heel veel spreekt door de natuur en dat je hem daaruit alleen al kunt kennen", (Romeinen 1 v 19 en 20).
Nu zul je zeggen Niekie: "En dat zou ik dan - nog iets meer gepopulariseerd - kunnen gebruiken?! Bedankt maar weer hoor! Als ik zoiets zou zeggen, vertaald in de termen van míjn wereld, dan komen er natuurlijk veel vragen méer. Ik hoor ze al: - ik dacht toch dat God de baas was en almachtig. Waarom kan die duivel dan van die dingen doen -....en waar komt hij dan vandaan? En dan moet ik weer verder dáarmee!".
Hoor eens hier Niekie....blijf vasthouden aan wat de heilige Geest tot jouw hulp wil zeggen; dan komt dat ook wel goed.
Geluk ermee....en mogelijk zit er tussen al die jongens en meiden, op hun fietsen vóor de broodjeszaak balancerende, gulzig etende; 'of ze thuis niets krijgen', ergens wel éen, die stil luistert en later jou aanspreekt: "Zeg Niekie...jij zei dat nou, maar...."
O Niekie...kom je nog eens op 'Vraag het Ger'. En niet alleen Niekie is uitgenodigd, maar allemaal, afijn dat weten jullie!
De 'Heilige Drieí«enheid' is een zeer bijbels begrip.
In het algemeen wil ik stellen: Er is in de Drieí«enheid geen verschil in Goddelijkheid, in wezen of in karakteristieke kenmerken. Elk persoon is volledig God. Het enige onderscheid is de wijze waarop zij in relatie staan met elkaar en met de rest van de schepping.Hierin nemen zij voor eeuwig de rol in, die past bij hun Persoon.
De Personen in de Drieenheid hebben onderscheiden primaire functies in hun relatie tot de wereld en in hun relatie tot elkaar. Dit wordt wel 'de economie binnen de Drie-eenheid ' genoemd, economie in de zin van het ordenen van activiteiten. Deze ordening is een eeuwige ordening; voor eeuwig ligt dat zo. In de ordening van de activiteiten ligt de prioriteit bij de Vader, daarna de Zoon, daarna de Heilige Geest. De Zoon gehoorzaamt de Vader, de Heilige Geest gehoorzaamt de Vader en de Zoon als zij hem zenden.
Tot zover een definitie van Coos de Vink.
Ik wil er nog dít aan toevoegen: Over onze Heer Jezus Christus als deel van de heilige Drieëenheid en dus , hebbende naast de menselijke ook de Goddelijke natuur, is in deze forums al vele malen gesteggeld. Dat begon al in 'forum oud' en gaat eindeloos door, telkens met veertig pagina's tot op de huidige dag. Alle argumenten zijn al vele malen gewisseld.
Ik zie een duidelijke lijn. Als Christus' Godheid wordt ontkend, is dat de doodklap voor elke Christelijke verwachting omtrent sterven en opstanding.
Voor de duivel is er alles aan gelegen om Onze Heer Jezus Christus los te weken uit zijn Godheid en van hem een gewoon mens te maken. Een eerste stap is de ontkenning van de Drieëenheid. Daarna is de weg vrij om hem met Maria van Magdala te laten trouwen en een dochter te laten krijgen enz enz. De mensen, die met alle ijver de stelling verdedigen, dat deze dingen alzo zijn, ook die mensen, die alleen maar de Heilige Drieëenheid bestrijden, zijn, hoe lief en aardig en welmenend en oppassend en goedbedoelend ze ook zijn, dienstig aan satans werk op deze aarde. Ik zeg dus niet, dat zij van de duivel bezeten zijn of zo iets. Welnee, wij allen, wanneer wij liefdeloos, vreugdeloos, vol onvrede, onvriendelijk zijn, enz...ook al is het incidenteel, zijn op dat ogenblik werkzaam ten dienste van Gods tegenstander. Laat niemand zich dus beledigd of gekwetst voelen.
Maar ik wil het nu eens over een andere boeg gooien. Niet: "Wat dunkt u van de Christus", maar "Wat dunkt u van de Heilige Geest".
De Heilige Geest is voluit en helemaal :GOD. - de doopformule : Matth 28 v 19. - de Heilige Geest is een tempel: 1 Cor 6 v 19 - Hij is eeuwig, Hebr 9 v 14 - hij is alomtegenwoordig, Ps 139 v 7-10 - hij is alwetend, 1 Cor 2 v 10 en 11; Joh 14 v 26 - Hij is almachtig, Lukas 1 v 35 - zijn grootheid is onnastpeurbaar, Jes 40 v 13 - Hij is souverein, 1 Cor 12 v 11, (gelijk hij wil)
Over de Heilige Geest handel ik in mijn topic BIJBELSTUDIE op 'Vraag het Ger' al sinds bijbelstudie 40 en ik ben nu de 100 voorbij.
In een eerdere serie van 'de Drieëenheid' heb ik al eens de vraag gesteld: "En de Heilige Geest dan". De antwoorden kwamen er op neer: "Niet belangrijk. Het gaat alleen maar om de persoon JEZUS".
Wat een wonder. Bij het uitdenken van zijn strategieën heeft satan alleen maar overlegd: "Geen aandacht voor de Heilige Geest. Overbodig werk. De mensen zijn hém vergeten, zoals ze míj vergeten zijn. Verrukkelijk toch. Nu kan ik mijn rol blijven spelen als de grote 'Darkdancer'.
Nee; alle aandacht voor de enige, waarvoor nog belangstelling bestaat: - voor ons : de vervaarlijke tegenstander - voor hen: vooral zo kort mogelijk : Jezus. Zodra ze beginnen te zeggen: 'Onze Heer Jezus Christus' is het al foute boel".
En zo is het gekomen, dat God de Heilige Geest in de discussies zo zwaar onderbedeeld is.
Je belangrijke vraag kan gesplitst worden in de volgende deelvragen:
1: Hóe wil God dat we de naaste liefhebben 2: Hoe moet ik mijn vijanden liefhebben 3: Hoe moeten wij mensen liefhebben, die ons zulke ernstige dingen hebben aangedaan als sexueel misbruik 4: In Romeinen 12 v 10 b staat, dat wij anderen hoger moeten achten dan onszelf. Maar hoe valt dit te rijmen met 'elkanders liefhebben áls onzelf' 5: Ik heb een 'laag zelfbeeld', ben niet blij met mijzelf. Als ik anderen ook zo in mijn achting heb staan, 'net als mijzelf' dus, dan schieten ze daar toch niets mee op.
Leuke vragen;
Mijn antwoorden :
1: God wil dat wij de ander liefhebben als onzelf, net zoals wij God liefhebben boven alles. Maar ook voor die ander geldt: - met ons hele hart, onze 'inner person', onze 'menselijke geest' - met onze ziel; hier te denken aan onze emoties - met onze hele kracht, ons hele verstand; hier te denken aan onze andere 'zielenfucties': verstand en wil. Zo horen wij te staan tegenover anderen.
2: "hoe onze vijanden lief te hebben". Iedereen heeft wel vijanden. Scholieren hebben meestal wel een 'schoolvijandin', die anoniem rotte briefjes over de sms stuurt: "Zelf....zelf...zelf...moord...moord...moord", of een 'schoolvijand;', die de anderen aanspoort ons 'dood te verklaren'. 'Liefhebben als jezelf' houdt dan in, dat je voor ze pleit, zoals de Heer Jezus, zelfs uit zijn grootste nood voor anderen pleitte: " Vader vergeef het hun, want zij weten niet , wat ze doen" of zoals Stefanus pleitte voor hen, die hem stenigden: "Here, reken hun deze zonde niet aan", (Hand 7 v 60). Het valt niet mee, maar het zal de dapperen zegenen, wanneer ze zo handelen.
3. "Hoe moet er gehandeld worden bij sexueel misbruik". Het steekt dan vooral, wanneer de dader alles ontkent en belacht en bespottelijk maakt. Maar ook dan is het gebed tot God er om het 'overhoop liggende innerlijk' tot rust te brengen.
4 Hoe valt Romeinenen 12 v 10 b te rijmen met 'Heb elkaar lief, zoals je je zelf lief hebt'.
Romeinen 12 v 10 b en ook het meer duidelijke Filipp 2 v 3 spreken over de handelwijze in de gemeente tegenover mede-gemeenteleden.
Met de door de Heilige geest in onze harten uitgestorte liefde van God zullen wij volkomen positief tegenover onze medegemeenteleden staan, hun gaven en talenten trachten te ontdekken en te stimuleren en hen trachten naar hogere en voor de gemeente nuttiger plaatsen te stuwen. We zullen in dat opzicht hun belang meer zoeken dan dat wij zelf 'met de neus vooraan willen staan'. Zo bezien is er geen tegenstelling.
5: "Wat te doen aan een laag zelfbeeld".
Verdiep je bekering tot diepe bekering. Kom tot de wedergeboorte. laat je vullen met de Heilige Geest. Ga de Geestesgaven gebruiken. Ga de Geestesvrucht beoefenen. Dan verdwijnt dat lage zelfbeeld gegarandeerd.
Kom je hierover eens met mij spreken in 'Vraag het Ger'?
Net wilde ik je antwoorden en toen was 'Gast' mij voor met de tekst, die ik ook al wilde noemen.
Toch herhaal ik die tekst nog even; (Matth 22 v 35- 38: "Een van de Farizeeí«n, een wetgeleerde, vroeg, om Hem te verzoeken: 'Meester, wat is het grote gebod in de wet?' Hij zei tot Hem: 'Gij zult de Here, us God , liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand... Het tweede, daaraan gelijk is: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf. Aan deze twee geboden hangt de ganse wet en de profeten'".
Ik zou daarover nog het volgende willen zeggen: bij de Joden van die tijd heerste een opvatting, dat men zoveel mogelijk goede daden moest doen om in de hemel te komen. Overtrof het aantal van de slechte daden het aantal van de goede daden slechts met éen, dan kwam men in de hel.
Deze leer legde een geweldige druk op de mensen en was nog volkomen fout ook. Want helder inzicht in de Schrift leert, dat men alleen goede daden kan doen, wanneer men zo nauw contact met God heeft, dat men zijn stem kan verstaan, die zegt: "Dit zijn goede daden in mijn oog; daden, die positief passen in mijn grote plan". En dan doet men die daden ook niet uit angst, maar uit liefde tot God. En elk dwaas idee, van: "O...als de goede daden maar genóeg zijn" is weg.
De Farizeeí«n sprak uit die gedachtenwereld. Men moet natuurlijk die geboden vervullen, die het meeste 'zoden aan de dijk zetten', die flink meetellen aan de 'hemel'kant van de toekomst. Een verderfelijke gedachtengang, die ook nog eens uit boos opzet werd geponeerd.
Jezus stelt daartegenover, dat het grote, eerste gebod is, dat wij De Here onze God, zullen liefhebben met geheel ons hart en met geheel onze ziel en met geheel ons verstand. Dat lijkt een onvervulbaar gebod, maar de sleutel wordt ons door de bijbel zelf aangereikt. Wanneer wij, bekeerd en wedergeboren, ons laten vervullen met de Heilige Geest, is de weg ontsloten tot een volkomen doortinteling van ons wezen in al zijn aspecten met de liefde tot God. En die liefde tot God heeft vanzelf als gevolg liefde tot de naaste. In rangorde wel minder dan het grote gebod, maar ze zijn niet zonder elkaar te denken.
Toegepast op jouw situatie wordt het dan zo, dat wanneer jij steeds verder en dieper een heerlijk weg gaat met God en zijn Heilig Kind, Onze Heer Jezus Christus, de Heilige Geest je in alle waarheid zal leiden. En dan zal in voorkomende situaties de Heer je duidelijk maken, hoe te handelen. Want, laten we nu nuchter zijn, Wati, voor velen van ons , zeer velen zelfs, zal het niet nodig zijn om in de oorlog te dienen als soldaat. Waarom zouden wij onze aandacht af laten leiden door gebeurtenissen, die misschien nooit zullen voorvallen, terwijl het grote gebod en de enige weg om het te vervullen, kant en klaar voor ons aangewezen worden. En al die andere dilemma's, die je noemt en die genoemd zouden kunnen worden...het zal zó voor je worden, dat je uitroept: "Ik heb zo veel om vóor te zijn...ik heb geen tijd om tégen van allerlei dingen te zijn".
Over het door Daniël genoemde rijk van ijzer en leem.
Dag allemaal,
Dat laatste rijk hí¨....leem, vermengd met ijzer. We hebben hier te maken met een profetie. En een profetie heeft vaak te maken met het panorama van een berglandschap. Men ziet berg na berg na berg, maar weet niets van de tussenliggende ruimte. Toen ik eens vertoefde aan de Noordzijde van het Meer van Gení¨ve, zag ik grote bergmassieven naar het Zuiden, achter het meer. Maar achter de laatste rij bergen zag ik eén geweldig hoge, indrukwekkende berg. blinkend in de zon. Men vertelde mij, dat het hier de Mont Blanc betrof, schijnbaar vlak achter die andere bergmassieven, maar in feite door vele dalen en lagere bergruggen daarvan gescheiden.
Nadat Danií«l door de genade van Gods de 'naaste' toekomst heeft mogen zien, valt zijn blik op een hoge en opvallende 'berg' na al die dingen, die binnen enkele eeuwen zullen komen. En hij ziet over vele tijden met vele gebeurtenissen heen: de eindsituatie. En wat hij ziet, zou je kunnen omschrijven als de huidige situatie van 'het globalisme'. De situatie is oneindig veel meer ingewikkeld dan ten tijde van Danií«l. In de wereld, waarin de bijbelse geschriften ontstonden, had men er geen weet van, dat er naast het Babylonische rijk en rijken in deze regio ervoor en erna nog een Incarijk bestond en een Chinees rijk.
Maar nu ziet Danií«l de enorme complexiteit van de door het globalisme onderling verbonden planeet- bevolkings-structuur.
Hij ziet: - de hardheid van sommige regimes, - de weinige samenhang tussen al die opkomende en neergaande regimes - hij ziet de groeiende macht van de anderhalf miljard Chinezen en de 1 1/4 miljard Indií«rs. - hij ziet de neergaande macht van allerlei 'Westerse regimes', verzwakt door te geringe bevolkingsaanwas - hij ziet iets van 'vermenging', maar niet van 'verbinding'. Mogelijk ziet hij iets van geweldige emigraties en immigraties, maar niet gevolgd door integratie, een zeer actueel tijdsbeeld.
Maar het allergeweldigste , wat hij ziet, is díÂt: die steen!!!! Dat is 'de gemeente van de eindtijd', zoals die in Openbaring wordt beschreven. De gemeente van nú, steeds meer op weg naar de 'vervulling met Gods Geest', een vervulling, die het mogelijk maakt , steeds meer in Gods sfeer te vertoeven en steeds meer op Onze Heer Jezus Christus te gaan lijken als: allemaal behorende tot 'het koninkrijk van God'..... - zij zijn het koninkrijk, dat nooit te gronde zal gaan, (44) - zij zijn het koninkrijk, dat zo 'anders', zo 'eeuwig' zal zijn, dat alle koninkrijken, die ooit bestaan hebben, worden tot een vervagende herinnering.(45).
En van dat eeuwigdurende koninkrijk kunnen jullie, kan ik, burgers worden, wat zeg ik: vorsten, Jesaja 32 v 1: "Een koning!!! (bedoeld is Jezus), die rechtvaardig regeert ...en leiders, die leiden volgens het recht, (de dappere strijders voor Jezus, naar Openbaring 11, strijdend, stervend en overwinnend opstaand en naar hun Heer toeijlend).
Om die steen gaat het....en tot die steen kunnen wíÂj behoren.
Wat is dat voor een theorie: over de Anunaki, een soort 'wereld redders'
Dag Muse,
Je moet hier echt niets van geloven. De bijbel leert, dat er in de eindtijd( 2 Thess 2 v 10) een vloedgolf van 'verlokkende ongerechtgheid' over de wereld zal komen. "De komst van de wetteloze, (de antichtrist) is het werk van satan en gaat gepaard met groot machtsvertoon en valse tekenen en wonderen, en allen die verloren zullen gaan, zal hij met zijn kwaadaardigheid verleiden. '1951' heeft hier: 'verlokkende ongerechtigheid'.)
En wat is nu het gevolg van al die onzin, dat 'loos gebral', ( 2 Petrus 2 v 18):
Gelovigen worden afgeleid. Ooit kende ik een jongeman, die alles in zich had om een grote kracht voor de Heer God te worden. Maar op zeker ogenblik stond zijn boekenkast vol met zulke 'bestsellers', (alleen goed voor de portemonnee van de schrijver) als: "Waren de goden kosmonauten". En voor het koninkrijk van God werd hij in korte tijd van onwaarde.
Er is veel Sumerische lectuur, die eigenlijk vergrofd de bijbelse geschiedenis herhaalt. Zo staat ergens in het Gilgamesj-epos, dat er een tijd was vóor de zondvloed, (waar dit epos ook een vergrofd beeld van heeft), dat er mensen leefden, die wel 10.000 jaar konden worden, een bijna onherkenbare verminking van dat oeroude stuk uit Genesis 5.
Laat jij je niet afleiden Muse. Bewerk je contacten niet met déze teksten. laat ze drinken van het kristalheldere water, dat uit de troon welt en dat een ongekende groeikracht in zichzelf heeft, de tempelbeek uit Ezechií«l 47.
Van deze fantastische, afleidende leringen zullen er steeds meer komen, naarmate de tijd vordert. Maar Gods volk zal de weg weten te vinden door Gods genade naar de vervulling met de Heilige Geest, een vervulling, die de mens wil optillen , zelfs naar de ijle hoogten van Openbaring 11 v 11 en 12.
Laat je niet afleiden. Gebruik Gods lesmateriaal, de Bijbel. Dan zul je zeggen over de Bijbel: "Lees vrij mij zevenmaal, ja zeventig maal zeven Nog vat 't verstand niet al, wat in mij wierd geschreven. Hoe meer gij in mijn zoekt, hoe meer gij in mij vindt... Hoe meer gij in mij leest, hoe meer gij mij bemint". (17 de -eeuws lofdicht)