Wat leuk om weer van je te horen. En wat een nuttige vacantiebesteding: leiding van een kinderkamp.
En of ík vacantie heb gehad: ja en nee.
Natuurlijk heeft een gepensioneerde altijd vacantie. Maar de conditie van mijn echtgenote maakt het onmogelijk, dat wij met vacantie gaan. En diezelfde omstandigheid maakt het ook zo, dat ik huisman ben.
Maar wij hebben genoten van de rust rond onze woonplaats. En wanneer wij door die stille straten reden en weer terugkwamen in onze verlaten wijk, dan zeiden wij tegen elkaar: "Dit is ónze vacantie".
En wat een levensmoed klinkt er door uit die woorden van jou: "Ha...lekker vacantie gehad...en straks weer fijn naar school. Ik heb er echt zin in".
Houden zo....dat kan je hele leven: zin in dat leven hebben.
Prediker zegt over 'zich verheugen' feestelijke dingen. Ik noem er als eerste éen: "Verheug u o jongeling ( en jongedochter) in uw jeugd en uw hart zij vrolijk in uw jongedochtersjaren...ja: volg de lust van uw hart en wat uw ogen aanschouwen..."
En op dat gedeelte, waarvan jij zult zeggen: "Nou Prediker...je bent hierin wel érg 'licht'", volgt dan:
"...maar weet, dat God u om al deze dingen in het gericht zal doen komen.."
En jij zult zeggen: "Aha....daar is 'het vingertje' weer. Ik dacht al: 'Gaan we lollig worden'. Maar nee hoor; Prediker is er weer hélemaal".
En dan gaat het in vers 20 verder: "Weer dus het verdriet van uw hart en houd de kwalen weg van uw lichaam, want....jeugd en jonkheid zijn ijdelheid".
En nu zwijg jij verbluft: "Wat wíl Prediker nu toch!?"
De kanttekeningen vermelden hierbij: "De jeugd mag wel vreugde scheppen in haar jonge jaren, ja tot op zekere hoogte ook haar wensen en begeerten volgen, mits zij terdege bedenke, dat zij van alles, wat zij doet, voor Gods rechterstoel rekenschap zal moeten afleggen. Onder voorbehoud hiervan mag de jeugd staan naar een geestelijk opgewekt en lichamelijk gezond bestaan, want de jonge jaren zijn spoedig voorbij".
Wel Maike; wanneer ik je zo beluister, ben jij in prima conditie.
En overigens : jij bent 20 min en ik ben 80 plus, maar ik verheug me elke dag weer. Met Prediker 3 v 12 en 13 kan ik zeggen: "Als men zich verheugt en zich tegoed doet in zijn leven, kortom als iemand eet en drinkt en het goede geniet bij al zijn zwoegen, dan is dat een gave van God".
En Manuela....ik zwoeg dikwijls op mijn postings aan jullie. Maar zelfs dat zwoegen is voor mij zo'n pure vreugde geworden.
Er is toch ook niets heerlijkers dan dat een mens zich voor Gods aangezicht kan verheugen in zijn werken, (Pr 3 v 22).
God gaf mij veel rijkdom en schatten in de geestelijke wereld. Geestelijk krijg ik bij het uitdelen van die schatten ruimschoots mijn deel . Ik verheug mij in mijn zwoegen voor God, (Prediker 5 v 18).
En zo nog veel meer in Prediker....en verder overal door Gods woord heen.
Dus Maike, wanneer de jeugdjaren toch echt voorbij zijn; de mogelijkheden om je te verheugen, blijven voor een Christen vele.