|
|
|
gedachtewisseling in vriendschap |
|
|
09-08-2008 |
Zó 'droog' en bang en verdrietig. |
Dag Niem!....
Kind, wat is het nodig, dat er voor jou in de bres wordt gestaan. - uiterlijk lijk jij nog heel wat. Maar innerlijk ben je helemaal uitgedroogd - je denkt, dat je zulke ernstige zonden hebt gedaan, dat daar niets meer aan helpt. - je bent bang voor God en hebt allemaal het idee, dat je naar de hel gaat. - met verdriet denk je terug aan vroeger, toen je een kind was en toen je bij die samenkomst met duizenden kinderen met al die andere lieverdjes 'naar voren ging' en toen je hartje aan de Heer gaf. Is dat nu allemaal vooorbij?! - en je kunt helemaal niet bidden en snakt ernaar, dat een ander het voor je doet.
Niem....wij van H.Q. staan gereed om je te helpen in de naam van Jezus. Nu ik voor je bidden ga, staan er zóveel achter, die meebidden.
Allereerst Niem: Die zonden van jou...weet je, wat Jesaja daarover zegt: (1 v 18): "Komt toch en laat ons tezamen richten, zegt de HERE; al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw; al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol".
En Niem...jij zit zelfs nog op de jéugdclub; ik kan mij niet vóorstellen, dat zij zo hevig zouden zijn, dat zij vergeleken konden worden met scharlaken en karmozijn, want dat is wel héel erg rood. En wanneer de Heer God en de Heer Jezus en God de Heilige Geest raad weten met heel zware zonden, dan toch zeker met de zonden van een jeugdige, die nog aan de ingang van het leven staat.
En wat die droogte van binnen betreft; in Psalm 32 v 4 zegt David: "Zolang ik zweeg over mijn ongerechtigheid....verdroogde mijn merg als in zomerse hitte". Maar dan belijdt hij zijn zonde aan de HERE ( v 5) en is God boos? Welnee...God vergaf de schuld van Davids zonde, (v 5).
Je hoeft niet bang te zijn voor God: - jíj bent wel veranderd, vergeleken bij dat vrolijke kind, dat toen naar voren huppelde - maar Gód verandert nóoit. Hij wil je altijd helpen. Weet je nog, hoe je op de kinderclub zo overgegeven kon zingen: "Jezus is een machtige Heiland Hij helpt overal door". Dat is nog altijd waar.
Gaan we nu samen bidden:
"Lieve Heer God,
U weet al die dingen van Niem. Hoe ze van binnen dor is als een dorstig land, dat zij hongerig is naar U, ( 107 v 5). Heer; wilt U waterbronnen geven in die ziel ( v 35), zodat haar ziel, die naar U smacht als dorstig land, weer verzadigd wordt wanneer U haar troost.
En Heer; wilt U geven, dat haar innerlijk zich weer aanpast aan haar uiterlijk, zodat zij op de jeugd niet meer hoeft te denken: 'Wat zég ik nu toch...wat bewéer ik nu toch', maar dat haar ziel zich weer kan plaatsen achter haar woorden.
Heer....en die zonden van haar...die verslaving...lieve Heer Jezus; wilt U het zo maken, dat zij heerst over de omstandigheden en niet meer de omstandigheden over haar....door úw kracht.
Heer Jezus, wilt U de vreugde uit de kinderjaren, verrijkt en verdiept, teruggeven.
Dank U Heer....ze kan nu zélf weer bidden. Mogen wij meebidders nu terugtreden, dat zij even alleen met U kan zijn.
Dank U Heer, dat U Niem weer blij maakt".
Daag Ger
|
|
|
|
Reacties op bericht (0)
|