Ommuurd wordt Bethlehem met tanks bezet. De kinderen van Rachel doen nu anderen schreien. De ster staat niet meer stil, de grot is afgezet. De engelen en de herders laten zwijgend betijen.
De vredewijzen uit het Oosten mogen niet voorbij. De grenskontrolepost is dicht, paspoort verscheurd. Hier wordt de mens vertrapt, de angst, de dood nabij. Soldaten verklaren geschenken en vrijheid verbeurd.
Langs Kairo naar Toronto zijn Chistenen gevlucht. In hun koffer olie en olijven, brood en fier verdriet. Zij hebben zand en bloed van hun schoenen geschud. Maar ginder omhelst hen een leerling van Jezus en giet water over hun vermoeide voeten. In de nieuwe lucht vlucht de ster hen voor. Broeder, zuster, wanhoop niet.
Herman Boon pr. Kerstmis 2003
|