Ligt ze ondergronds in de dikste aardlagen?
Wenkt ze me verborgen tussen het hoge gras?
Zit ze achter de trappen van de stapelwolken?
Of ergens tussen de hanenbalken van het oude huis ?
Ze roept me onder water te duiken vissen achterna
Ze opent een holte van een overjarige boomstam
Een spook neemt me onder zijn mantel mee
Of droom ik bij nacht onder de sterren?
waar ik schuil ga achter de stralen van de maan
waar ik zwijg als vermoord met verzegelde lippen
in een geheim over grote zwarte diepten
zoals woorden hun deuren sluiten tegen rampspoed
Als een pelgrim op pad zoek ik nog altijd
een plaats om te schuilen waar ik kan lachen
desnoods huilen in het veilige warme nest
in het dons ver weg van verloren illusies
Ingrid Lenaerts
|