Met de aanleg van de Groeningelaan eindjaren 1880 rijpte het idee om daar een monument op te richten als een permanent aandenken aan de Guldensporenslag. Tijdens zijn gestaag mandaat van 1884 tot 1915 schonk burgemeester Reynaert (1833-1915) een opvallende aandacht aan de stadsontwikkeling en de opsmukking van Kortrijk door de constructie van parken en de oprichting van monumenten.
(Bronnen : Diverse literatuur – Curtricke – Beeldbank – Archief Turbo – Paul Van Colen)
Het Groeningemonument memoreert de overwinning van de Vlaamse gemeentemilities op het Franse Koninklijke leger op de Groeningekouter van 11 juli 1302, beter bekend als de "Guldensporenslag". Het Kortrijkse Groeningecomité, gesticht in juni 1891 , opperde de gedachte om een monument op te richten. Elf kunstenaars namen deel aan het ontwerp. Het ontwerp van de Kortrijkse Beeldhouwer Godfried Devreese (1861 – 1941) werd bekroond en volbracht.
Foto : De proefopstelling die maar enkele jaren standhield.
Men ging er vanuit dat het Groeningemonument tegen 1902 kon worden opgericht, wat echter onmogelijk leek. Als oplossing diende een proefbeeld geplaatst door schilder-decorateur Henri Baes uit Brussel. Een beeld op ware grootte werd geplaatst tegen augustus 1902 in de Groeningelaan. De onthulling nam plaats in augustus 1902. Het proefbeeld in "Staff” (mengsel van cement, glycerine, jute en vezels) bleef slechts korte tijd overeind daar het niet bestand was tegen de weersomstandigheden.
1906 Matige belangstelling bij het hijsen van het monument
Devreese beschikte over vier jaar tijd om zijn werk te voltooien ( tussen 01.01. 1902 en 31.12.1905).
De kosten van het echte beeld werden geraamd op 140.000 fr. Het beeld werd gefinancierd door :
- Gebuurtepenningen door minderbegoede burgers jaarlijks 25 centiemen.
- Collectebussen in cafés.
- Verhuur van geschonken stoelen aan concerten e.d.
- Giften van Davidsfonds, Willemfonds, culturele verenigingen, gemeenten zoals Brugge…
- Toneelverenigingen traden op ten voordele van het monument.
- Opbrengsten van concerten.
- Winst van boeken van Theodoor Sevens.
- Publieke feesten , banketten tombola’s.
- Schenkingen door particulieren, foorkramers, marktkramers.
- Procent op de verkoop van 1.000.000 Groeninge-sigaren.
- Verkoop van geïllustreerde briefkaarten…enz.
Het verloop van de bouw :
13.04.1904 – De eerste blokken hardsteen worden geleverd. Ze wegen 12.000 kg . en 14.000 kg . Ze worden naar de Groeningekouter gevoerd op een speciale wagen met een gespan van vier paarden. Het transport verloopt zonder problemen hoewel de wielen van het gespan in de Groeningelaan tot 15 cm diep in de grond wegzakken.
Begin juli 1904 bouwen arbeiders een barak in de Groeningelaan, die hoofdzakelijk moet dienen als werkruimte voor de steenkappers.
25.08.1904 – Devreese en zijn helpers zijn effectief met het beeldhouwwerk waren gestart. Zijn helpers zijn een Fransman, een Belg en twee Italianen. Het stadsbestuur, bezorgd om diefstallen stelt Leopold Deloddere aan als nachtwaker tegen 2 frank per nacht.
1905 - Het monument krijgt vorm.
17.03.1906 - Het voetstuk in hardsteen is volledig afgewerkt, op het beitelwerk , de schilden en de inscripties na. Het eigenlijk beeld verlaat binnenkort het atelier van de beeldhouwer voor het afgieten in brons. Deze opdracht wordt toevertrouwd aan de "Fonderie Nationale des Bronzes" uit Sint Gillis.
21.06.1906 - De aankomst van de Maagd van Vlaanderen op de Groeningekouter op donderdag 21 juni 1906 gaat niet onopgemerkt voorbij. Het betreft hier immers een beeld van zeven meter hoogte. De daaropvolgende dag wordt het beeld behoedzaam op het voetstuk geplaatst en bevestigd. Kunstschilder-decorateur Henri Baes verguldt het bronzen beeld.
05.08.1906 – Onthulling van het beeld op zesde eeuwfeest.
Foto :Plaatsing van het beeld in 1906 en een zomerfoto van vele jaren later. Achteraan de Villa Goethals. Gebouwd in 1902 naar een ontwerp van Architect Demeere.
Foto onder : Herdenkingen van het beeld met vele jaren tussen.
|