We proberen de bronnen welke we gebruiken terug te geven bij elk onderwerp, mochten er opmerkingen zijn worden deze aangevuld op aanvraag of worden de publicaties verwijderd.
Aan de Menenpoort , op de hoek van voornoemde straten werd in 1920 een standbeeld geplaatst ter nagedachtenis van de gesneuvelde Kortrijkzanen in WO 1. Het beeld was van de hand van Alfons Noseda. Het beeld werd korte tijd later verwijderd en is nooit meer terechtgekomen.
Alfons Noseda (Kortrijk, 1885 – 1945) was een beeldhouwer keramist uit de school van Laigneil. In 1924 richtte hij een pottenbakkerij op aan de toenmalige Zoutboerewegel, nu Theodoor Sevenslaan. De gebouwen besloegen een oppervlakte van 2.000 m². Er waren 4 ovens en een dertigtal arbeiders.
Volledig achteraan bij de bomen, de Brugsepoort met nu het Pater Vandeputteplein. Er waren toen nog veel herbergen, buiten de vernoemde waren er in die rij ook nog De Zwarte Leeuw en de Eendracht. Was de vaste weg van het centrum naar de kust via de Brugsesteenweg.
Persoon aan wie we vele oude foto’s van Kortrijk te danken hebben ! Was een Kortrijkse textielondernemer en garenfabrikant. Kocht in 1866 een spinnerij op welke later uitgroeide tot de Linière de Courtrai. Hij was ook veelzijdig als historicus, verzamelaar, bibliofiel en tekenaar. Hij was een van de eerste succesvolle fotografen die kwalitatieve foto’s maakte van Kortrijk, Brugge, Ieper en andere steden. We danken aan hem vele opnames van straten en pleinen, welke momenteel waardevolle naslagwerken zijn. Hij huwde in 1886 met Clara Van Volksem, samen kregen ze zeven kinderen. Hij was samen met Guido Gezelle oprichter van het patronaat van de Katrientjes. Hij overleed in 1897 op 54 jaar.
Katrientjes : Om fabrieksmeisjes voor de gevaren van de straat te behoeden en ze lessen ”van goede manieren van eere en deugd” te geven.
Centraal het Belfort, let er op dat Manten en kalle en Mercurius er niet op aanwezig zijn. Rechts het Postgebouw, zwaar beschadigd door de bombardementen, wordt tijdje later jammerlijk genoeg volledig afgebroken. Veel volk op de Markt, waarschijnlijk de maandag toen “De beurs” (*) gehouden werd. Voor het Belfort een bord verwijzende naar een Internationale Jaarbeurs.
(*) Beurs = Wekelijks bijeenkomst van diverse zelfstandigen om handel te drijven en te promoten, trok steeds veel volk.
Foto Interbellum. Voor de kerk de buste van Guido Gezelle, links burgerwoning, het latere hotel Groeninge. Rechts de Berg van Barmhartigheid, tijdens de oorlog in 1944 gebombardeerd en gedeeltelijk vernietigd. Op de muur aanplakking, o.a. voor de opvoering van “Het Witte Paard” en Vlaamse affiches.
De maandagmarkt bestaat reeds van in de middeleeuwen. Vroeger had men er meerdere plaatsen zoals de Pottenmarkt, de Fruitmarkt, de Eiermarkt… Alles was er te krijgen, kledij, voeding, vee, honden, konijnen…de Markt steeds een beetje belevenis met zangers die de laatste gebeurtenissen zoals een gepleegde moord in een lied brachten en de tekst er van verkochten op een blaadje.
Vele jaren kwam Julien Dewulf een woonwagenbewoner uit Gent ( En Brugge) accordeon spelen op de Maandagmarkt, hij speelde er tot ver in de jaren 1990. In de vroegere jaren begeleidde hij de Marktzangers.
Op de hoek met de Ijzerkaai, was in 1883 een café Chantant met orgel, waar de uitbaters ferm aan de drank waren. Het gemeenste volk van Overleie waren de vaste stamgasten en de Politie moest er veel tussenkomen. In 1893 was het uitgebaat door Tambour Major Herman Vandecaveye. Was tevens het lokaal van de Budabolders. Ging in de jaren 1900 over naar een gewone volksherberg en in de laatste jaren werd het deftig uitgebaat. Een der laatste volks en dansherbergen van Kortrijk. Was van de brouwerij Lust en daarna van Haacht, werd in 2001 onteigend voor de verbreding en rechttrekken van de Leie. Op die plaats ligt nu Budalys serviceappartementen.
- La Thoroutoise – De Torhoutse weverij van Eric Benoit. Blekerij en weverij met op stoom aangedreven machines.
- Broelbrug gebombardeerd en vervangen door een houten noodbrug. Op 15.10.1918 werd de brug gedynamiteerd bij het terugtrekken van de Duitsers. Ze bood nogal wat weerstand en stortte pas de dag erna in met een nieuwe lading van 750 Kg dynamiet.
- Over de Broelbrug aan de kant van de Handboogstraat stonden de huizen nog tegen de Leie aangebouwd, bij het opblazen van de Broelbrug in 1940 door de Engelsen werden deze zwaar beschadigd. De woningen werden na de oorlog afgebroken voor de Verzetskaai.
- Tayaerts gat, rij kleine woningen genoemd naar de vroegere burgemeester Boudewijn Tayaert (1585-1667)
- Nieuwe Kaaimuur. De Kleine Leie die daar uitmondde werd in 1913 gedempt. De muur zier er nog nieuw uit, alsook de reling.
- Olieslagerij Devos. Het oliekot genoemd, later kwam er de meubelfabriek Degezelle en het Broel Hotel, inmiddels eveneens afgebroken voor een nieuwbouw.
- Cercle Musical et Choral, ook het Kalotenpark genoemd. Lusthof van de katholieken gesticht in 1868.
VOORZIENIGHEIDSTRAAT – DE CHINEZEN – DE ECHTE PALJASSEN.
De Chinese carnaval groep ontstond in de jaren 30, onder het voorzitterschap van André Warlop, de beenhouwer, en artistiek begeleid door zijn broer, het schoolhoofd Warlop. Erevoorzitter en hoofdsponsor was aannemer Leon Vanassche, eigenaar van de enige villa in de straat. De hele bevolking deed mee aan de carnaval groep van de straat. In 1952 vormden zij de nieuwe groep De Echte Paljassen. Hun optredens beperkten zich niet tot eigen stad, ze traden ook op in Aalst, Bergen, Gent, Blankenberge en zelfs in het Franse Tourcoing. De bewoners van de Voorzienigheidsstraat konden zich ook optrekken aan de sportfiguren uit hun straat. Valère Mahau, kampioen van België boksen van de zwaargewichten, wonend in nummer 48. Valère was ook keeper bij SV Kortrijk. Een andere Mahau uit de Voorzienigheidsstraat, Theo, kweekte Mechelse schepers en was Belgisch kampioen in een competitie van 'verdedigingshonden'. Zijn zoon, Albert Mahau was voorzitter van de Kortrijkse hondenclub die zijn lokaal heeft op Kapel ter Bede. Voetbaltrainer Georges Millecamps, wonend in nummer 44, begeleidde zowel de ploeg van SV als die van Stade Kortrijk (later opgegaan in KVK).
Let op de vlaggen :
Links een vlag van Aalst waar ze optredens gaven.
Midden hun vaandel uit 1936.
Rechts nog een vlag met opschrift Ville Stad Aalst – Alost.
De Sionstraat (Van de Lange Steenstraat tot de Wijngaardstraat) bestaat niet meer in haar vroegere vorm en is nu ingenomen door de K in Kortrijk. Was reeds gekend in 1482 als het straetkin also men gaet van de Steenpoorte ten Eveldriessche waert. , in de 15e eeuw noemde het Woormstraetje naar Daniël De Woorme die daar woonde. In 1541 Syoenstreatkin en in 1734 Sioenstraetjen. Genoemd naar de zusters van Sion die in 1429 naar Kortrijk kwamen en er een klooster bouwden welke gesloopt werd in 1834. Een van de smalste straatjes van Kortrijk vroeger bestaande uit kleine burgerhuizen.
Foto onder : 1935 - De foto werd genomen ongeveer ter hoogte van het nummer 19 de herberg Au Voyageur Etranger, een logement waar Noord-Afrikaanse Tjoek-Tjoeks overnachtten toen ze hun waar (veelal tapijtenverkoop van deur tot deur) ik Kortrijk kwamen aan de man brengen. Die herberg met logement was ook de verblijfplaats van de Kortrijkse volksfiguur Nantus Beurze, Eduard Stillatus.
Foto onder : Sionstraat – Met achteraan de Steenpoort. Smal (2,5 meter breed) niet meer bestaand straatje met een zestiental woningen. Vanaf 1974 verkeersvrij en wandelstraat. Rechts aan de verbreding lag het instituut OLV van Bijstand. Nr. 7 was het kantoor van het weekblad Atlas. Er waren twee koeren aanwezig, de Molenkoer (Met 3 huisjes) en de koer Salens. Er waren vroeger twee herbergen, Au Voyageur Etranger en Au Cosmopolitan. Die madam op de foto haar hondje noemde Flikske.
Foto onder : 1982 – Sneeuwstorm, de Sionstraat gezien vanaf de Steenpoort – Ingekleurde foto uit Duizend Kortrijkse straten.
Beheerstraat nr. 47, hoek met de Blekerstraat. Was altijd een handelswoning met appartement op de verdieping, velen zullen het appartement herinneren aan de man die steeds aan het venster zat en zwaaide naar de passanten. Vele jaren een toonzaal voor natuursteen en de laatste jaren verkoopzaal van Sauna Delmi. Nu een ruime nieuwbouwwoning gelegen vlakbij Kortrijk Weide en de Leieboorden.
De Budabrug pas vernieuw in 1912 werd in 1918 gedynamiteerd waardoor de onmiddellijke omgeving zwaar beschadigd werd. Alle ruiten sneuvelden, daken en gevels werden vernietigd. De woning nummer 3 met een trapgevel uit 1680 (’t Rood Bourgoensch cruys) vooraan de Budastraat deelde ook in de klappen.
(Bronnen Nat Bib BXL)
Budastraat 3 - Winkel met trapgevel - Metaalhandel, volgens gevel verkoop van brandkasten sloten en Amerikaanse kachels (in het frans). De niet beschadigde gevel voor 1918. Let op het Mariabeeld in de gevel !
De winkel na het dynamiteren van de brug. Het Mariabeeld werd in de woning gekatapulteerd en veroorzaakte een opening in de gevel. Alle ruiten zijn gesneuveld.
Hoek Budastraat en Reepkaai, voor de woning nr. 3 en de hoek liggen delen van de gedynamiteerde brug.
Foto onder : Overzicht van het kruispunt, afbeelding uit 1865.
Broelkaai – Kapucijnenstraat – 1e WO. Boerenkarren staan aan te schuiven ter hoogte aan de Graanzuiger van “Les Moulins de Courtrai” van firma Devos & Vandevenne in de Kapucijnenstraat. Deze firma gesticht in 1884 produceerde bakkersmeel in mechanische molens. Het meel werd aanvankelijk door dragers (gezworen arbeiders genoemd) van en naar de schepen gedragen. Einde 19e eeuw werd een graanzuiger geplaatst en waren geen dragers meer nodig. De activiteiten bleven bestaan tot 1962. Foto werd blijkbaar genomen van uit de dakgoot van een woning aan de kant van de Handboogstraat – Verzetskaai.
Paard en kar van de “SA Industrie du froid” (Ijsfabriek) aan de Damkaai leverde ijs aan herbergen, winkels, beenhouwerijen enz… Hier aan café de Phenix in de Gentsesteenweg. Het ijs werd ook ver buiten Kortrijk geleverd. De ijsblokken werden zelfs gebruikt om vis te gaan halen aan zee. Bij een levering droeg het personeel een lederen schouderlap en hakte met een haak de ijsblok uit de wagen en deponeerde deze in de voorziene koelbak van de frigo. Kleine losse stukken ijs werden soms aan de kinderen gegeven als verfrissing (zonder smaak). Veel klanten gingen ook zelf hun ijsblokken gaan afhalen aan de fabriek. Sommigen per fiets en reden met het ijs op hun “staantje” naar huis. Dit betroffen kleinere ijsblokken van 20 op 30 cm. Volgens getuigen dronk de leverancier van de kar met paard, links en rechts een glas bier. Blijkbaar kende het paard goed de baan en bracht het vervoer steeds veilig terug naar de fabriek.
In 1815 de Damstraat, in 1846 Quai de la Digue of Damkaai. Vanaf 1925 de Dam. De Kleine Leie werd gegraven in 1398 (Als omwalling) en gedempt in 1913 omdat grotere schepen er niet meer doorkonnen. De borstwering werd geplaatst in 1858. De straat werd geplaveid in 1884. In 1898 waren er in de straat zeven herbergen, vijf er van droegen geen naam of uithangbord. De Kleine Leie was smal, de bomen hingen boven het water en masten van schepen braken soms af daardoor. In 1902 kantelde een wagen van de ruimdienst in de Leie, twee personen verdronken er waren meerdere gekwetsten.
Stadhuis en Rijselsestraat in 1902 – 1997 en 2021.
Foto : 1902, Links de kleerwinkel Au Carillon en sedert 1932 het Belfort, op de hoek A La Tête D’Or, het Kopke.
Foto : In 1997 nog steeds dezelfde benamingen.
Foto : In 2021 de hoek heropgebouwd met behoud van de gevel. Kopke verdwenen en vervangen door een Hawain Poke Bowl. Het stadhuis blijft onveranderd, inmiddels wel al enkele keer gerestaureerd. Op de twee eerste foto’s zijn er nog veel winkels in de Rijselsestraat, op de laatste foto zijn er meer appartementen en veel minder winkels.
1925 - Links lag de drukkerij Gernay. De winkel van Saverys was tijdens WO 1 café Prins Boudewijn. Op de hoek de breigoedwinkel van Camille Depreitere met de naam Au Drapeau Américain, genoemd naar zijn oom de Mgr. Meerschaert de eerste bisschop van Oklahoma. In 1936 kwam er de winkel De ooivaar. Toen reden nog koetsen rond van het model Coupé.
1996 - Links lag de traiteur Maes, in het midden staat Union te huur, op de hoek een kledijwinkel.
2021 - Winkels vervangen door restaurants, op de hoek immokantoor Chiers.
Aanvankelijk was het “Café Des Arts”, het eerste huis die gezet werd op het Stationsplein. Van in de 19e eeuw was het “Hotel Des Flandres”, het behield die naam tot ergens begin 1960.Het werd ook werd ook Hotel der Vlaanderen genoemd en in de volksmond “De Flanders”, het was een hotel met 8 kamers en 25 bedden. In 1886 wilde een bejaarde Schot er zelfmoord plegen door met een scheermes zijn keel over te snijden, de wonde werd genaaid maar hij overleed een tijdje later aan zijn verwoningen. In december 1988 kon men er voor 30 centiemen een aaneengegroeide tweeling bewonderen, ze hadden twee hoofden, twee benen, en vier armen. In de jaren1950 was de Jockey Albert Tjolle de Uitbater, hij was gehuwd met de dochter van café Terminus op de Grote Markt. In de jaren 1960 noemde het “Brasserie de Flandres” maar met de studentenstakingen van Leuven Vlaams veranderden ze vlug de naam in “Den Bras”. In 2000 lieten twee gangsters een machinegeweer, een geluidsdemper en een granaat achter in het toilet. De herberg was ook het supporterslokaal van wielrenner Patrick Mattan. De muziekband “Goose” deden boven de herberg lange tijd hun repetities. In 2000 hebben drie Albanezen de uitbater lelijk toegetakeld toen ze gevraagd werden om even geduld te hebben vooraleer het drukke café begin te gaan. Het is nog steeds een bruin volkscafé met een publiek van alle leeftijden die er genieten van een lekkere Bockor.