We proberen de bronnen welke we gebruiken terug te geven bij elk onderwerp, mochten er opmerkingen zijn worden deze aangevuld op aanvraag of worden de publicaties verwijderd.
Struikelsteen afkomstig van het Duitse “Stolpersteine” is een project van de Duitse kunstenaar Gunter Demnig en is een wereldwijd verspreid monument (of diverse monumentjes) voor slachtoffers van het Nationaalsocialisme. Deze gedenktekens worden aangebracht in voetpaden voor de woning van personen die door de Nazi’s vervolgd werden. Het betreffen betonnen stenen van 10 x 10 cm met bovenaan een messing plaatje waarin de gegevens staan gestanst. Ook genoemd Stolpersteine in Duitsland – Stroffelstiennen in Friesland – Gedenkkasseien in Vlaanderen.
Foto : De eerste struikelsteen in Kortrijk werd geplaatst in 2019, precies 75 jaar nadat de oorlog eindigde. Die eer viel te beurt aan Edmond Buysschaert die actief was bij het verzet tijdens de 2e WO. Hij hielp geallieerde piloten onderduiken en deed mee aan diverse sabotage acties. Op zaterdag 02 september 1944 werd hij neergeschoten door een Duitse colonne, tijdens een sabotage actie op de spoorweglijn Kortrijk – Brussel. Hij was pas 21 jaar.
Foto : De Struikelsteen is geplaatst op de Graanmarkt op de hoek van de vroegere herberg De Drie Moren (Nu 2021 in verval).
De begrafenis van gesneuvelde verzetsstrijders, waaronder Edmond Buysschaert in 1944 ter hoogte van het Plein.
Gelegen op de hoek van de Groeningestraat en de Guido Gezellestraat lag sedert 1975 Hotel GROENINGE, juist naast de school van Ten Broele bij de Paulinen. De plaatsgesteldheid van de woning heeft een lang geschiedkundig avontuur achter de rug, terug te vinden in diverse historische beschrijvingen. De Groeningestraat werd gespaard van de zware bombardementen tijdens de 2e oorlog, waardoor er nog veel geschiedkundige panden staan.
Het hotel zelf bestaat ongeveer 45 jaar en was de laatste 30 jaar uitgebaat door Jacques Vuylsteke, het was een van de oudste hotels van Kortrijk. Sedert 2003 ligt het gebouw in een beschermd stadsgebied. Na een leegstand van zeven jaar en de huidige verbouwingen (2020) kreeg het hotel een nieuwe invulling met beneden een handelspand, op de eerste verdieping kantoren en daarboven appartementen.
Foto : De Groeningestraat gezien in de richting van het plein voor de tweede WO. Links vooraan het vroegere gebouw voor het hotel. Blijkbaar was het een wijnhandel, te zien op het bord aan de muur met vermelding VINS EN GROS DECUBBER. Het gebouw vooraan rechts heeft plaats gemaakt voor de kliniek St Vincentius en het grasplein voor het standbeeld van Guido Gezelle.
Foto onder : Het Hotel GROENINGE zoals we het tientallen jaren kenden, een gezellig hoekhotel in het centrum van de stad en na de veranderingswerken door architect Ward Van Kerckhove en gedoopt “Groeninge. Het Pand”. De gevel maakt deel uit van een beschermd stadszicht. De herbestemming in samenwerking Erfgoed Vlaanderen blijkt geslaagd.
Foto : Jacques Vuylsteke stond meer dan 30 jaar aan het roer van hotel GROENINGE.
KORTRIJKSE PORTEURS AAN STATION "CHASSEURKE" en "PREUTJE"
Twee gekende volksfiguren, waren tijdens het interbellum allebei kruier aan het station van Kortrijk en zorgden o.a. voor de bagage van de reizigers. Werkten veel in de omgeving van café Motje.
Links CHASSEURKE en rechts PREUTJE.
Foto's genomen in de jaren 1930.
Onderste foto :
Met hun beste kledij aan, vrienden hadden hun wijsgemaakt dat de minister hen ging komen decoreren. Geen minister gezien, echter wel een goed glas gedronken aan het Kortrijks station.
Van omstreeks 1402 tot rond 1750 lag ter hoogte van de Dam, aan de Burgemeester Tayaertstraat dicht tegen de Broeltorens een houten korenwindmolen op de “Kleine Broel”. Hij wordt omschreven als een staakmolen met open voet. Betreft een molen waarmee uit graan meel wordt gemalen. De molen was eigendom van de stad en de eerste huurder was een zekere Jacob Sacquier. In 1431 werd hij te koop gesteld omdat de stad er geen winst op maakte. In 1438 werd de molen verkocht aan Bertrand Sacquier en Denys van de Spierre. Tussen 1435 en 1466 was Rugger van Sasseghem een schepen van Kortrijk de eigenaar. De molen verdween tussen 1750 en 1775. De ligging van de molen was toen niet echt gunstig, hij stond op een “mote” (kleine molenberg) langs de wallen. Het nadelige was de gebouwen en bomen van het Kapucijnenklooster. De molen werd tevens gebruikt door de voetboogschuttersgilde van Sint Joris, die een wiek van de mast gebruikte als vogelmast.
Foto onder : Schilderij met zicht op Buda voor 1668. Op de linkerhelft de Broelmolen met rechts er van de trompetterstoren. Op de rechterhelft de Broeltorens, Broelbrug en centraal de Leie. Stadsmuseum Kortrijk.
Foto onder : Afbeelding uit Flandria Illustrata.
Foto onder : Afbeelding Sanderus.
1 – De Broelmolen.
2 – Broeltorens aan de Leie.
3 – Kleine Leie, veel later gedempt en nu de Dam.
Foto onder : Voorbeeld van een Korenmodel van het model staakmolen op voet.
Foto onder : Ongeveer de plaats waar de molen stond op het huidig stratenplan.
1935 - KONINGING ASTRID BEZOEKT KORTRIJKSE GEZINNEN.
Op 05 april 1935 bezocht Koningin Astrid meerdere kroostrijke gezinnen in Kortrijk, waaronder de Roterijstraat, Vlasbloemstraat, Deerlijksestraat, Graaf Boudewijn 9 laan, Sionstraat, Tuinwijk en Burgemeester Vercruysselaan. Het betroffen hulpbehoevende gezinnen die haar steun kregen. Het waren geen officiële bezoeken wel persoonlijke. Het was bar koud die dag en er lag sneeuw. Onder haar impuls werd tevens geld ingezameld voor die gezinnen. Er werd toen in de media weinig belang aan gehecht wel verschenen er later foto’s in de Koninklijke reeksen welke Je kon sparen bij chocoladerepen. Na het bezoek werd aan iedere bezochte woning een “Plaquette” bevestigd met vermelding dat de Koningin er op bezoek kwam. Er zijn slechts nog een paar plaquettes aanwezig aan geciteerde woningen. Zes maanden na haar bezoek overleed de populaire Koningin Astrid tijdens een verkeersongeval in Zwitserland.
Het toenmalige “Volkspark” werd na dit bezoek en de dood van de Koningin dan ook omgedoopt tot het “Astridpark” en werd er daar een standbeeld voor haar opgericht.
(Bronnen : Archief Turbo – BB – Curtricke.)
Foto onder : Diverse bezoeken aan hulpbehoevende Kortrijkse bewoners, Linksboven de familie Deprez, links onderaan de Sionstraat (inmiddels verdwenen). Rechtsonder met de burgemeester Arthur Mayeur.
Foto onder : Uit een Franstalige magazine aangaande het bezoek aan de Burgemeester Vercruysselaan nr. 8 , het gezin Deprez-Herman. De woning was gelegen in “Putjesreke”, op de grond van landbouwer Vandeputte-Florin. Het gezin telde zes kinderen. Op de foto draagt vader Leon (1899-1984) de kleinste Leopold op de arm. Verder v.l.n.r. Achiel, Blanche, Jacqueline, moeder Marta Herman (1899-1984). De veertienjarige oudste zoon Emile stond rechts (niet op de foto). Naderhand kwam er nog vier kinderen bij (Wat een bezoek van de Koningin kan doen). De Koningin sprak er “schoon Vlaams” en kwam erg minzaam over.
Foto onder : 2021 - Lekkerbeetstraat nr. 6. De winkel van de styliste Lydie Valcke werd omgedoopt tot Het Koningin Astridhuis. Prachtig initiatief!
Foto onder : Links de Deerlijksestraat. Rechts de Graaf Boudewijn 9 laan, waar een bezoek gebracht werd aan het gezin van Cyriel Verbauwhede een invalide uit de eerste WO, die dertien kinderen had. De woning is nog steeds bewoond door zijn kleindochter Rita Verbeke.
Foto onder : Bezoek aan een woning in de Vlasbloemstraat bij het gezin Ameye. Er is een grote opkomst van de buren om de Koningin te ontmoeten.
Een windhaan dient om rondjes te draaien op de kerktoren en met zijn snavel de windrichting aan te duiden. Waarom het een haan is en bv. geen varken of een koe ligt hem in het volgende.
De gelovigen dienen er te worden aan herinnerd aan de geschiedenis van Petrus, die Jezus na zijn gevangenname volgens de evangeliën drie keer verraadde voor de haan kraaide. Jezus had zijn leerling dit eerder al aangekondigd en precies toen Petrus zijn meester voor de derde keer verloochende, kraaide er een haan.
De haan was eigenlijk een heidens afweersymbool. Bij het aanbreken van een nieuwe dag kraait hij. Zo verdrijft hij als het ware het duister en verwelkomde hij elke dag het licht opnieuw. De haan staat ook vaak symbool voor waakzaamheid. Hij kijkt hoog vanop de toren naar wat de mensen op de begane grond niet kunnen zien en kraait bij gevaar. Zo waakt hij over zijn kippetjes in de kerk.
(Bronnen – BB – Foto Hol – Turbo.)
Foto : 1951- Oktober, terugplaatsen van de windhaan op de torenspits door Raf Scherpereel. V.l.n.r. zien we een smid van de firma Veys uit Aalbeke, die de haan herstelde. De torenwachter Oscar Dhooghe. Dakdekker Raf Scherpereel. Leopold Devolder werknemer bij Scherpereel. Veys Metaalwerken uit Aalbeke. In 1972 diende Raf nogmaals de klus uit te voeren toen de haan zijn staart kwijtraakte door de bliksem. De firma Scherpereel dakbedekking is nog steeds bestaande.
Foto : 1987 - Wijding kerkhaan Sint-Maartenskerk. Priester Marc Delrue wijdt de kerkhaan van de Sint-Maartenskerk alvorens deze terug op de spits geplaatst wordt.
Foto : Terugplaatsen van de windhaan, een klus met mooi uitzicht.
KORTRIJK MARKEBEKESTRAAT – MONUMENT VAN DE BOERENKRIJG.
Misschien een minder gekend monument, maar met een imposante geschiedenis. De aanleiding voor de Boerenkrijg was de opeising van alle jonge mannen tussen 20 en 25 jaar voor het leger van de Franse Republiek. We schrijven 1798.
In Marke was er een schuttersfeest geweest. Drie Markse schutters, ver boven hun theewater, haalden het in hun hoofd om die nacht nog eens af te zakken naar Kortrijk. In de Magdalenastraat losten zij zelfs enkele schoten in de lucht. Meer was niet nodig om de Franse militairen in alarmfase te brengen. Bij het zien van de troepenmacht die op hen afstormde, renden onze drie helden terug naar Marke, achtervolgd door ruiters. Aan de Markebeek verstopten zij zich onder de brug. Al die herrie deed het volk van het gehucht Markebeke nieuwsgierig naar buiten komen. Zo ook drie mannen die werkten in de brouwerij die toen naast het legendarische café De Slabbaert werd uitgebaat. De Franse militairen dachten in die mannen de drie dolle schutters te herkennen. De drie mannen vluchtten de herberg binnen, maar de soldaten beukten de deur in en schoten ze alle drie dood. Van enige bereidheid om voor god en vaderland hun leven te schenken en van heldenmoed was er bij deze drie onschuldige slachtoffers geen sprake.
Onder : 1899 – De oorspronkelijke gedenksteen werd geplaatst in de voorgevel van café “De Marckebeke”. Baron Emmanuel de Bethune maakte de tekening voor de steen en R. Cagneaux voerde het werk uit. In 1948 verscheen van de hand van Antoon Lowyck het boek “Boerenkrijg in West-Vlaanderen”, aangaande de plaatselijke gebeurtenissen van de Boerenkrijg in West Vlaanderen. Op de voorkaft van het boek staat een afbeelding van de beschadigde gedenkplaat.
Onder : Gehucht “Marckebeke”.
Aan de zijgevel van het café "De Marckebeke" werd in 1899 een hardstenen gedenkplaat bevestigd met de namen van de drie vermoorden, Augustijn Vromant (46 jaar), Jan vromant (26 jaar) en Jan Carlier (21 jaar). De gedenkplaat werd in 1944 tijdens de bombardementen zwaar beschadigd. In 1972 werd door steenhouwer Kesteloot een identieke gedenksteen vervaardigd, die dan aan de overkant van de straat op 11.7.1973 onthuld werd.
Onder : 1969 - Emmanuel de Bethune, de latere burgemeester van Kortrijk maar toentertijd gemeenteraadslid in Marke, overtuigde het gemeentebestuur in om van de Belgische staat enkele vierkante meter grond aan de Markebeek aan te kopen. Op die spie werd de plaat verwerkt in een monumentale muur. De gedenksteen werd hersteld door steenkapper Hugo Kesteloot.
1973 – Kreeg arduinkapper Hugo Kesteloot de opdracht de steen te herstellen en te plaatsen in een gemetste muur op het pleintje. De gedenkplaat werd plechtig onthuld op 11 juli 1973. Het werd onthuld en ingewijd door pastoor Joris Vandenberghe in bijzijn van schepenen Palmer Vandermeersch en Maurits Bekaert , ere-secretaris Albert Vandaele en Baron Emmanuel de Bethune, toen schepen van Kortrijk.
1978 - werd het monument terug afgebroken en heropgebouwd.
Onder : Het monument vandaag.
2004 - Werd het hersteld op kosten van stad Kortrijk, het ensemble kreeg de naam 'het monument van de Boerenkrijg'.
Op zondag 3 september 1899 had in Marke een herdenking plaats. Een stoet trok van de Markebeke naar het dorp. Ter die gelegenheid werd een zeer beperkt aantal gedenkpenningen uitgegeven met opschriften :
- Aan onze boeren van 1798 die streden voor God en Vaderland.
DE HERBERGEN AAN HET STATION VAN KORTRIJK - DE POSTHOORN
Tolstraat vroeger het huisnummer nr. 14 – Nu bij het Conservatoriumplein.
Was reeds van voor 1898 café Au Chinois. Herberg die tot aan WO2 veel werd aangedaan door bezoekers van de toenmalige gevangenis op het Conservatoriumplein (vroeger : Oud Gevangenisplein) en klanten van de toen nog bestaande douanekantoren. De herberg behoorde toen nog tot de Tolstraat, sedert 1971 bij het Conservatoriumplein. Tussen 1920 en 1960 opengehouden voor Laurent Depestel. Na de afbraak van het gebouw rond 1975 een jaar later opnieuw geopend als De Posthoorn. Herberg werd meerdere jaren opengehouden door Wilfried Depauw. Roland Goderis hield tevens de zaak open, hij was komende van café het Voske in de August Reynaertstraat.
Sedert geruime tijd in handen van Jean Pierre Devos. Is altijd een café geweest die open was van in de vroege ochtend tot een niet bepaald sluitingsuur. Boven de Posthoorn waren er meerdere jaren burelen van de kredietbank, de diensten marketing, boekhouding en effecten waren er in onder gebracht.
Foto : Au Chinois van bieren Staceghem met de gekende sierlijke S , die op al hun herbergen voorkwam. Links was er nog een gewone rijwoning die later vervangen werd door het nieuwe hoog gebouw van Vanmarcke en nu door het Parkhotel.
Foto : De Posthoorn begin 1990 met de toenmalige uitbater Roland Godderis
Foto : De Posthoorn in 2009. De overige herbergen in de Tolstraat tot aan het Park Hotel zijn inmiddels verdwenen.
Foto : Vroegere uitbaters links Wilfried Depauw, rechts Jean Pierre Devos.
Victor Zwaenepoel wandelend door zijn Kortrijk, een vertrouwd beeld. Veelal in hemd en met sandalen aan de voeten, handen op de rug, lachend en steeds tegen iedereen vriendelijk. Soms een beetje verward, nu en dan beetje veel verward, waardoor hij diende opgenomen in een gepaste instelling. Schooide aan iedereen “een sigaretje”, wat we hem graag gaven. Was de zoon van de begrafenisondernemer Zwaenepoel uit de Onze Lieve Vrouwstraat. Hij had nog een werkplaats aan de Dam, waar hij tafels en stoelen verhuurde. Hij woonde aan het Albertpark. Was een goede kunstschilder en maakte prachtige aquarellen. Hij verkocht deze en ging ze soms gaan terugkopen. Bij koffie Bruynooghe ging hij zijn koffie drinken en een sigaret vragen, hij gaf daarvoor een bloempje…welke hij geplukt had bij de buren. Had vroeg zijn echtgenote verloren, had twee dochters en een zoon. Ging bij Laurette op Overleie zijn pintje drinken en nam er enkele roze en blauwe pilletjes bij en vroeg aan de klanten…een sigaretje.
DE HERBERGEN AAN HET STATION VAN KORTRIJK - DE TOLSTRAAT.
De Tolstraat werd aangelegd omstreeks 1840 ongeveer samen met de bouw van het station en het tolkantoor. Nogal vlug werden er huizen gebouwd en herbergen en eethuizen geopend. Het waren oorspronkelijk volkse cafés, bezocht door de bezoekers van de nabijgelegen gevangenis, het station, de tram, douanekantoor , en het personeel van al die diensten. Vele jaren later, door het verdwijnen van het douanekantoor en de gevangenis bleef het ouder publiek weg en kwam er jonger volk als klantenkring.
Door de uitbaters van de handelszaken werd daar op ingespeeld en werden menige cafés voorzien van muziek installaties en optredens van muzikanten. Tussen de 2e wereldoorlog en de jaren 1980 was de statie een aantrekkingspool voor een divers publiek van ouder volk voor het sportlokaal en bij de accordeonisten tot een jonger publiek in de overige herbergen. De laatste jaren tot ongeveer 1990 was er enkel nog jeugd. Het overgrote deel gedroeg zich, een kleine minderheid gaf de statiebuurt een slechte reputatie. Vechtpartijen waren schering en inslag, er werden inbraken gepleegd in de herbergen en verdovende middelen deden hun intrede. De etablissementen veranderden gestadig van naam en van uitbaters. Kleinere herbergen veranderden van brouwer en werden samengevoegd tot grotere cafés. Sedert eind 1990 kwam de teleurgang en werden de herbergen stelselmatig afgebouwd en ingenomen door het omliggende parkhotel en enkele dag/nachtwinkels. Vandaag is de vroegere rij herbergen volledig verdwenen en resten er enkel nog herinneringen.
Alle herbergen worden afzonderlijk gepost.
Wie nuttige info kan aanvullen mag die gerust plaatsen, met dank.
Bronnen : Archief Turbo - BB – Van Hoonacker –Huysentruyt.
Foto : Fictieve huizenrij van de Tolstraat met vermelding van de namen welke alle herbergen droegen door de jaren heen.
Foto boven : De herbergen aan de Tolstraat in Juli 1984 – Foto Vanhoonacker.
Foto onder : Diverse benamingen van herbergen in de glorietijd van de Tolstraat.
Voor 1935 waren gemeenten en steden in België niet wettelijk verplicht om over een eigen brandweerdienst te beschikken. Indien de gemeenteraad het toch belangrijk vond dat er een brandweerdienst was, kon men beroep doen op private agentschappen. Als bewijs van hun betaald lidmaatschap en recht op hulp bij brand werd er een plaatje aan de gevel bevestigd. Die waren eerst van lood en later van zink. Een van de oudste brandverzekeringsmaatschappijen was Securitas Antverpia (vanaf 1819) die in en buiten Antwerpen dergelijke plaatjes verspreidde.
Onder : SECURITAS ANTVERPIA - zittende vrouwenfiguur met detail wapen van Antwerpen. Oorspronkelijk goud op zwart. In eerste versie in lood, later in blik.
We passeren er regelmatig, maar wie blijft eens stil staan aan de brughoofden van de Leiebrug ? Bij de vier stoere arduinen sierblokken vervaardigd door een Kortrijks beeldhouwer.
Na de vernietiging van de oude Leiebrug in de tweede WO, werd in 1948 de nieuwe brug gelegd. De beeldhouwer Marcel Vandemeulebroucke werd aangesteld om vier arduinen monumenten te vervaardigen om de brug op de vier hoeken te sieren. Deze werden gekapt in het schrijnwerkatelier van zijn broer Georges gelegen aan de Stationstraat. De brug was klaar op 17.05.1949 en is nog altijd in de originele toestand.
Marcel Vandemeulebroucke was een beeldhouwer en restaurateur (1909-1992) welke veel heiligenbeelden sneed en ook meewerkte aan de restauratie van het stadhuis van Oudenaarde, de basiliek van Tongeren en de Romboutstoren in Mechelen.
Boven : 1949 – Leiebrug gezien vanuit de Leiestraat, achteraan de Budastraat. Links achter de Reepkaai en rechts achter de Broelkaai. De woning op de hoek van de Broelkaai was nog niet heropgebouwd. De vier arduinen sierelementen zijn ingekleurd. Let op de tramsporen over de brug en de dame links met de “kindervoiture”.
Onder : Ingekleurd de arduinen sierblokken. De brugmuren zijn nog niet ingekleed met arduin.
Onder : Links beeldhouwer Marcel Vandemeulebroucke, op de achtergrond zijn broer Werner. Foto genomen in het atelier in de Stationstraat. Rechts, Marcel aan het werk.
Onder : Wapenschild Textiel (?) bemerk een “schietspoel” en wapenschild van West-Vlaanderen. De schilden rusten aan beide zijden op een “morgenster aan ketting”, ook soms goedendag genoemd.
Onder : Wapenschild de Vlaamse Leeuw en wapenschild van Kortrijk.
In het hoekhuis aan de ingang van het Begijnhof stond sedert de jaren 1800 een officiële balans opgesteld. In de volksmond werd ze de “Waeg” genoemd. De maandag (maandagmarkt) werden er stullen boter gewogen. Blijkbaar was het bestaande dat er gefraudeerd werd met de boter en er stenen in gestopt werden om ze te verzwaren. Tevens werd er soms Margarine in gemengd. In de “Stadswaag” werd met een “Weegschaele” alles afgewogen.
Deze waag heeft niets te zien met de stadswaag aan het St Michielsplein - Rijselsestraat.
Daarna werden er in de opvolgende tientallen jaren diverse handelszaken in ondergebracht.
Momenteel is er het “Infopunt Begijnhof” van stad Kortrijk.
(Bronnen : Turbo - Van Hoonacker - FB)
Boven : Een van de eerste handelszaken, waarschijnlijk een kruidenierszaak van Alsberghe-Geers. In het deurgat Valerie Geers , echtgenote van Felix Alsberghe, met hond. Let op het linkse meisje, duidelijk sjofeler gekleed dan de anderen en met klompen aan. De woning droeg toen nog het huisnummer 4.
Boven : Kruidenierswinkel “In de balance” bij Allyns. In 1970 was er de antiekwinkel van Herpens. In de opvolgende jaren waren er diverse middenstanders in gevestigd.
Boven : De woning vandaag, het infopunt van het Begijnhof.
Boven : Bericht uit een oude krant over fraude met boter welke gecontroleerd werd in de Kortrijkse waag.
Onder : Rechtover beschreven woning was een hoekherberg “Den Boterstul” genoemd, waar volgens een oude reclamefolder zangavonden werden georganiseerd “Met den beroemden luidspreker Polyphar”. Later werd het de herberg 't Begijntje en nu een kapperszaak.
Op de hoek van de Begijnhofstraat en de Kapittelstraat staat een bakstenen gebouw daterende uit de zeventiende eeuw. Tot 1588 lag er de Kapittelschool waar tevens een zangschool aan verbonden was. Van de vroegere school zijn de overwelfde kelder en de balklagen die de vloer dragen bewaard.
Men sprak toen over de “Hoge schole” in de Volksmond “De Sorbonne”. Tot de leerlingen behoorden de kinderen van de zangschool gelegen in de Kapittelstraat, de goede zangertjes werden er opgenomen als intern om er kerkelijke zangen aan te leren. In de vrije uren mochten ze aan de school lessen volgen. Als ze hun kinderstem (alten en sopranen) verloren hadden, kregen ze een studiebeurs waarmee ze Latijn konden volgen aan de school, dit als voorbereiding op het priesterschap of hogere studies. Men had er eveneens zonen van notabelen welke betaalden voor de studies. De school kreeg toelagen van de kerkfabriek. Na de inval van de Geuzen in Kortrijk (1578-1580) bleef er van de Kapittelschool weinig over. Beschermde woning sedert 2003 omwille van zijn historische waarde.In opdracht van de huidige eigenaar werden er studentenappartementen geïnstalleerd.
Foto : Begijnhofstraat nr. 13 – Rechts de Kapittelstraat – Uiterst rechts, gedeelte van de gevel van de vroegere herberg “De Piraat” bij Phillebert Viaene.
Foto : Gezien in de richting van de O.L. Vrouwkerk – Uiterst links “Debeyne Antiek” met specialisatie in oude wapens.
Foto : Postkaart onbekende uitgever – Kapittelschool in 2006 – De lichtreclame verwijst naar hotel ’t Kapittel gelegen in de Kapittelstraat, inmiddels afgebroken in 2021.
Foto : Situering Kapittelschool op het stadsplan uit Flandria Illustrata omstreeks 1640.
In 1979 bouwde men drie afzonderlijke kleine huizen om tot hotel ’t Kapittel, een zaak met een tiental kamers. Tussen 1979 en 1989 was er in de kelderverdieping een taverne. Betrof een rustieke herberg in een mooi gewelfde middeleeuwse kelder.
De kamers werden sporadisch verhuurd aan reizigers maar de hoofdbedoeling was een rendez-vous hotel voor discrete verhuur aan scheve schaatsrijders. De kamers werden verhuurd aan ongeveer 15 tot 20 € (toen nog in B fr.) voor enkele uren. Alhoewel het een discreet hotel was, wist iedereen in Kortrijk wat er gebeurde. Vanuit de kelder liep een lift naar de bovenste verdiepingen zodat men ongemerkt vanuit de taverne gelukzalige oorden kon gaan opzoeken. Er was tevens een goed uitgeruste SM kelder aanwezig. In Augustus 1979 woedde een hevige brand in de zaak.
Hilarisch feit, de woning ernaast betrof de Pastorie van de Onze Lieve Vrouwkerk
Het hotel was eigendom en werd langst uitgebaat door Vanoverberghe Roger en zijn vriend Eddy. Ze waren eveneens de uitbaters van De Golden River (Noordstraat) en de Saxo (Elzaslaan).
De laatste jaren waren het andere uitbaters.
De gebouwen zijn recent (januari 2021) met de grond gelijk gemaakt. De kelder wordt gezien zijn beschermd historisch karakter bewaard en gerestaureerd. Bovenop komen woningen.
(Iedereen mag gerust zijn, Roger en Eddy zijn overleden en namen alle geheimen mee in het graf)
Vooraan rechts de pastorie van de onze Lieve Vrouwkerk. De kleine deur was de ingang naar de kelder en taverne. De deur met aan beide zijden een licht was de ingang tot het hotel. Achteraan de Begijnhofstraat.
De deur waar men afzonderlijk binnen en buiten kwam maar binnenin erg close was.
De uitbater Roger Vanoverberghe.
Boven : Een gedeelte van de gewelfde en beschermde kelder die nu bloot ligt (2021).
Deze monumentale triomfboog werd gebouwd naar aanleiding van de 600ste verjaardag van de Guldensporenslag en geeft toegang tot het Groeningepark met zijn Groeningemonument de “ Maagd van Vlaanderen”. Op het slachtveld van Groeninge vond in 1302 een bloedige veldslag plaats waar de Vlamingen een overwinning haalden op Franse edellieden, er zouden achteraf vele “gulden sporen” aangetroffen zijn welke tot op heden bewaard bleven.
De straat aan het Plein werd aangelegd in 1862, de dreef achter de Groeningepoort noemde vanaf 1900 de Dreef Antoon Goethals of Goethalslaan en is nu de Groeningepoort. Deze dreef werd in feite ook aangelegd om aan de bewoners van de Veldstraat de weg naar het centrum te vergemakkelijken. De grond samen met de zes woningen aan het Plein werd daarvoor geschonken door de familie Goethals aan stad.
Het monument opgetrokken in 1908 bestaande is uit Ardense hardsteen en is naar een ontwerp van de Kortrijkse architect Jozef Viérin(1872-1949) .
(Bronnen : Archief Turbo)
Onder : De Groeningepoort in 2020, pas gerenoveerd, de dreef er achter noemde aanvankelijk de Goethalslaan. Rechts achter de poort lag het St Jozefinstituut, welke inmiddels gedeeltelijk is afgebroken. Nu komen er nieuwe gebouwen van het centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie, van de Heilige Familie.
Onder : Oude afbeelding van de Groeningepoort met rechts de gebouwen van het St Jozefinstituut, toen nog het “Gesticht Sint Jozef – Institut Saint Jozef”
Onder : De rij woningen (zes woningen) welke begin de jaren 1900 afgebroken werden voor de bouw van de poort. Het eerste huis links met grote poort, staat er nog steeds in identieke staat. Het gebouw uiterst rechts van de St Jozefschool is eveneens bewaard gebleven. Dit was aanvankelijk de woning van Dr. Doutreligne waar in 1907 het Sint-Jozefinstituut geopend werd.
Onder : Afbraak van een rij woningen voor de bouw van de poort. De Rechtse grote woning van het St Jozefinstituut staat er nog steeds in identieke staat. Let ook centraal op de openbare waterpomp.