Rijselsestraat van de Grote Markt naar het Louis Robbeplein. De straat maakte in oorsprong deel uit van de Romeinse weg Gent-Rijsel-Kortrijk. In 1948 koopt de socialistische vakbond ABVV dit woonhuis en richt er kantoren en een café in. De Het gebouw betreft een rijbebouwing, breedhuizen onder pannen met zadeldaken voornamelijk daterend uit de 19de eeuw en het begin van de 20ste eeuw, en met typische bepleisterde en witgeschilderde lijstgevels. "Het Textielhuis" met vernieuwd parement van 1947 , aansluitend bij de typische monumentale architectuur uit het eind van de jaren 1940 - begin jaren 1950 . Van 1908 tot 1957 passeerde er de buurttram Kortrijk-Deerlijk.

De gelagzaal is versierd met een bronze bas-reliëf van het profiel van Jozef Coole geboetseerd in 1948 door Johan De Maeght . Verder drie grote wandschilderingen van Albert Saverys (Latemse kunstenaar) , zijnde twee Leiezichten en het interieur van een textielfabriek. In het gebouw is een feestzaal waar feestjes kunnen ingericht worden of waar orkestjes optreden. Tot 1995 lag achteraan het gebouw de kantoren van het Algemeen Belgisch Vakverbond, die tevens bereikbaar waren via de achterzijde uitmondende in de Jan Persynstraat.

Het interieur van het Textielhuis is een toonbeeld van architectuur uit het interbellum. Zware houten lambriseringen, kunstig bewerkt, in de traditie van de Kortrijkse meubelmakers. Prachtig zijn de panelen van schilder Savery, die de vlasteelt in het Kortrijkse uitbeeldde. Destijds gemaakt In opdracht van de vakbond, die toen een soort van mecenas wilde zijn voor kunstenaars. De panelen blijven in het Textielhuis. Kan ook moeilijk anders, want de panelen zijn mee getimmerd in het houten decor. De schilderijen vallen onmiddellijk op als je het café binnenstapt. Rechts van de ingang zie het grootste werk: een weergave van het industriële proces. Links heb je de grondstoffen, rechts de afgewerkte producten en daartussenin gigantische machines. De arbeiders zien er tussen al dat geweld klein en onbeduidend uit.
De twee werken aan de linkermuur tonen ons die industrie aan de buitenkant: de Leie met rokende fabrieken eromheen. De panelen verwijzen ook naar de vlasnijverheid: je ziet duidelijk de vlaskapelletjes op de Leieoevers.

Er waren diverse verenigingen zoals de Culturele Centrale Marianne, het vormingscentrum ABVV, het lokaal van de Socialistische partij, de Natuurvrienden, De Rode Mijnwerkers, de Vermeylenkring, de 1 mei Vinkeniers. Vroeger kwam dokter Felix Comer er regelmatig spreken over de problematiek van de mensenrechten.
Tijdens de manifestaties tegen de schoolwet van Minister Collard gooiden betogers de ruiten stuk en wierpen naar het gebouw met eieren. De socialisten verweten het stadsbestuur dat de politie te laat optrad. In oktober 1984 gooide een onbekende een gietijzeren rooster door een groot venster naar binnen.

Vanaf oktober 2001 kon je in het Textielhuis terecht voor een dagschotel of een alternatieve hap. Het was echter een kort leven beschoren wegens niet rendabel.Achteraan is een tentoonstellingsruimte voor kunstenaars en een pluralistisch ontmoetingscentrum.
De woning aan de achterzijde, kant Jan Persynstraat werd in 1905 gebouwd voor Paul Vercruysse, Bovenaan de gevel hangt een beeld van Madonna met kind, verder met een prachtige lantaarn. Tevens nog de verwijzing naar het restaurant, welke inmiddels niet meer bestaande is.
Bronnen – Archief Turbo – E. Van Hoonacker.

|