Er is waarschijnlijk geen land in Europa waar die straatzangers meer en ook langer actief bleven dan in Vlaanderen. Zij brachten het nieuws in de vorm van volksliederen, de zogenaamde marktliederen. Op markten en pleinen, kermissen, bedevaarten en andere gelegenheden waar volk samenstroomde waren ze eeuwenlang niet weg te denken. Hun gezongen nieuws werd door middel van ‘vliegende blaadjes’ aan de man gebracht (verkocht!), zodat het publiek de marktliederen kon meezingen. Die liederen vertelden het verhaal van vreselijke moorden, oorlogsleed, pikante liefdesperikelen, modeverschijnselen, uitvindingen, koersoverwinningen, … maar vooral ook van veel plezante feiten en gebeurtenissen waarmee zij het volk vermaakten. Soms maakten de marktzangers gebruik van ‘plakkaten’ of ‘rolprenten’ waarop het verhaal in tekeningen werd verduidelijkt. Met hun kritische en soms gepeperde teksten waren zij door de wetsdienaars en de geestelijkheid zeker niet geliefd. Door het volk des te meer!

Alberic 'Brieken" Cattebeke - zoals hij in de omgang werd genoemd - werd marktzanger door "omstandigheden". Loodgieter van beroep overkwam hem in april van 1914 een zwaar ongeval. In Wetteren wilde hij (dronken) op een rijdende tram springen, gleed daarbij uit en kwam onder het voertuig terecht, waardoor hij zijn beide benen verloor. Tijdens zijn revalidatie leerde hij trekzak spelen en werd omstreeks 1920 marktzanger. Daarbij verplaatste hij zich in een invalidewagentje. In de marktzangerswereld bleef hij een apart geval. Alberic Cattebeke trouwde in 1919 met Valerie Dekimpe en " 't was van moeten". In de eerste jaren werd hij bij optredens soms vergezeld van zijn vrouw en dochter.
Later werd hij bijgestaan door zijn schoonbroer Arthur Lebon “Zotte Tuur”. Samen gingen ze op zondag en feestdagen naar kerken uit de omgeving, waar ze na de hoogmis de laatste gebeurtenissen in gezang verkondigden. Ze waren ook te zien op kermissen en jaarmarkten en tijdens ommegangen en processies. Per optreden werden 2 tot 300 liedblaadjes verkocht. Alle genres waren vertegenwoordigd. Cattebeke zijn repertoire bevat een 300 nummers met voorkeur voor sentimentele sensationele en sociaal kritische liederen. Het beste schoorde hij met zijn liefdes- huwelijks- wees – en dodenliederen waarmee hij op algemene emoties inspeelde.
Bovenste afbeelding Cattebeke met vrouw en kinderen, onder met dochter en Alberic op latere leeftijd tijdens een café-optreden.

In 1940 bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, onderbreekt hij zijn marktzangerscarrière en wordt standwerker op de markt, waarbij hij lederwaren verkoopt. Na de oorlog herneemt hij zijn oud beroep maar blijft ook lederwaren verkopen. Na 1947 stopt hij definitief met zingen en leeft zich volledig uit als standwerker met zijn lederhandel. Cattebeke sterft op eenentachtigjarige leeftijd, amper drie maanden na het overlijden van zijn vrouw (20-1-1975). Zijn werkterrein bleef beperkt tot West-Vlaanderen.

Enkele van zijn teksten :
Een vreselijke moord te Kortrijk, eene laffaard vermoord zijne brave vrouw Marie Blieck met een scheermes
De gruwelijk moord te Tiegem - gebeurtenis
De gruwelijke moord te Rumbeke - gebeurtenis
Het portret van mijn Treeze - klucht
Ik heb mijn gezicht verloren - Poeme
Voor ik naar het regiment trok – klucht.
De kinderbeul van Eessen – Romance
Een van zijn "Vliegende blaadjes" over een vreeselijke moord in Kortrijk.

|