De botanische of wilde krokussen zijn het eerste in bloei en nu met dit prachtige weer zijn ze in hun volle pracht te bewonderen in de kruidtuin te Leuven. De naam van dit bloempje komt van het griekse krokos, wat saffraan betekend en duidt op het saffraankleurige stampertje. De gele krokus is geliefd bij de vogels daar deze veel vitamine C bevatten en dit geeft een mooie aanvulling op het eentonige wintermenu.
Bedreigt industriël erfgoed, de Hertogenmolens te Aarschot?
Tijdens mijn bezoek was ik getroffen door de rampzalige toestand van de grootste watermolen van Vlaanderen. De eigenaar het vlaamse gewest weet Aarschot blijkbaar niet liggen! Deze molen gebouwd door de hertog Willem Van Croy in de zeventiende eeuw, dankt zijn naam aan deze bouwheer. Deze molens speelden een belangrijke rol in het economische leven van Aarschot en ook op militair vlak was het het sluitstuk van de verdedigingsgordel rond de stad. De molens dienden in oorsprong vooral voor het malen van graan, mout, koolzaad en schors. De molens kenden ondertussen beroerde jaren met brand en godsdienstoorlogen, een tijdje werd er ook glas gemalen om te kleven op de zijkant van de luciferdoosjes. Een maand na de officiële bescherming op 11 september 1986 storte de achtergevel van een gedeelte van de molen in. Nu zijn we ondertussen 2008 en kunnen we de stiefmoederlijke behandeling door het fameuse Vlaanderen bewonderen.
Begijnhof en de O.L.V. kerk te Aarschot. Deze kerk is een prachtig voorbeeld van Demergotiek met zijn kenmerkende speklagen uit ijzerzandsteen. Vooraan op de foto zie je het mooi gerestaureerde begijnhof van Aarschot. Ontstaan in het midden van de 13de eeuw was dit begijnhof in oorsprong volledig ommuurd met toegangspoorten. Eentje van deze poorten is nog bewaard gebleven. Na bijna volledige vernietiging door aanleg van straten en bombardementen werd uiteindelijk nog een klein gedeelte tot beschermd erfgoed uitgeroepen. Dit gedeelte toont ons nog de traditionele Brabantse bak- en zandsteenarchitectuur uit de 17de eeuw, dit met kruisvensters, zadeldaken en dakkapellen. Deze elementen kunnen we nog steeds terugvinden in onze huidige architectuur bij woningbouw.
Eindelijk zijn ze er de krokussen. Men kan zeggen dat de winter op terugtocht is. In de kruidtuin te Leuven komen ze met duizenden te voorschijn deze wilde krokussen. Een ware streling voor het oog en een link naar de lente.
In het begijnhof leefden zowel rijke afstammelingen als arme door elkaar. Wel was het zo dat de rijken zichzelf een begijnhuisje konden laten bouwen. Voor de arme die zich geen eigen huisje konden veroorloven werden er conventen opgetrokken dit door giften of nalatenschappen.
Deze conventen kregen dikwijls de naam van de mecenas. Het bekenste convent in het Groot Begijnhof te Leuven is dit van Chièvre. Gebouwd in 1561 en genoemd naar de stichteres Maria Magdalena van Hamel, weduwe van Willem van Croy, heer van Heverlee en Chièvre.
Het convent is vierkantig en heeft een tentdak met peerspits.
In 2007 werden er de vergaderzalen voor de K.U.L. terug gerenoveerd. Onder de nok van het tentdak vinden we de prachtige Van Croyzaal.
Via de Schapestraat bereikt u de ingang van het Groot Begijnhof. U volgt daar de Rechte Straat, links van u de Begijnhofkerk en na het oversteken van de eerste Dijle-arm komt u recht op het Convent van Chièvres uit, gelegen aan het begin van de Benedenstraat.
Wat was er vroeger gezelliger dan verhalen vertellen rond de leuvense stoof? Deze prachtige kachels waren dikwijls het pronkstuk van de bezittingen van de bewoners. Zie je het nog voor je, de grote pan met spek die stond te sudderen achteraan op de buis? De gebarste pot die hersteld werd met leem. De landwegen die zich vulde met asse aan de rand van de dorpen. De heerlijke pannekoeken en taarten die werden gebakken op deze troef van gezelligheid. De eerste van deze stoven ontstonden rond 1600 en hebben onze woningen verwarmd tot de zestiger jaren. Waar ze stilaan verdrongen werden door de feu continu en de centrale verwarming.
Diest Laatste overblijvende stadspoort en deel van de vestingsgordel die na de Belgische onafhankelijkheid van 1830 werd gebouwd. In 1831, kort na de Belgische onafhanke-lijkheid, ondernam de Nederlandse koning Willem I een ultieme poging om België te heroveren tijdens de tiendaagse veldtocht. Dankzij hulp van de Fransen, mislukte deze poging, maar de belangrijkheid van de centrale en strategische ligging van Diest werd erdoor aangetoond. Daarom werd besloten de stad tot vestingsstad uit te bouwen. In 1837 werd begonnen met de aanleg van de 19de eeuwse verdedigingsgordel die bestond uit drie grote delen : de wallengordel, de Citadel en het Fort Leopold. Een gedeelte van de gordel werd afgebroken sinds de jaren '30 van de 20ste eeuw, om plaats te ruimen voor nieuwe stadswijken, maar er resten nog de Schaffensepoort, de Petrolpoort (met vroegere kruitmagazijnen) en het Saspoort, plaats waar de Demer de stad inliep. info: http://www.toerismediest.be
Ik ben Mars, en gebruik soms ook wel de schuilnaam marsje.
Ik ben een man en woon in Leuven (Belgie) en mijn beroep is steeds tot uw dienst.
Ik ben geboren op 01/01/1954 en ben nu dus 70 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Fotografie, geschiedenis.
Deze blog heb ik opgezet wegens mijn belanstelling in Leuven en haar geschiedenis.