Nonkel Franseken
22 Februari 1919 - 3 November 2002
23-08-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.10 Augustus 1941 “Zondag...
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Vader brengt regelmatig op zijn dagelijkse boerenreis bij zijn aardappelen en groenten, ook geraapt tarwe of graan mede. Op zo’n zondagochtend pellen wij de aren uit en er komen aanstonds enkele kilo van terecht. Dat betekent voor ons een maand of 2 eten en pap. De dagen tegenwoordig zijn donker en regen altijd door regen. De boeren zien alles rotten, ook dit slaat tegen… Hier tehuis haalt Dillie weer wat nare gedachten in ’t hoofd doordat ons Theo iets zegt over d’uur van de thuiskomst. Ik ondervindt weer wat wantrouwen is.”

 

11 Augustus 1941 “Maandag. 2de kermisdag. Er staat wat foor op den boulevard. Muziek en pret klinken zo vies in dezen tijd! Toch wordt er veel geld verteerd door de lui die in Duitsland werken. In deze periode zegeviert ook de mode! Er was tarwe in de molens en we kregen een paar keer beter brood. Nadelig is het wel doordat een mens zodoende meer te eten hoeft. De strijd in Rusland: Duitsland spreekt steeds over Smolensk. Ze hebben het al van 16 Juli. De radio logenstraft het. Er hangt overal viesheid in de lucht door de regen.”

Smolensk is een stad in het westen van Rusland, gelegen aan de rivier Dnjepr. Zij is het toneel van een grote veldslag. Doordat Smolensk zo lang stand houdt, kunnen de Russen de verdedigings-linies rondom Moskou op orde brengen, 93% ervan is verwoest.

 

19 Augustus 1941 “Dinsdag… 1 kilo petatbloem aan 35 Frank!”

 

10 September 1941 “Woensdag… Vader, Jos, Petere, Hubert en nonkel Bert gaan petaten rapen en komen steeds goed geladen terug. Het is harde arbeid voor vader die ziek is zeker. Maar er komt al een soort kontentement over hem dat wij een beetje aan petaten zullen geraken. Dat doet me goed… Bij Dillie moeten ze altijd laat werken maar ze verdienen nu een schoon centje. Dat is maar goed ook! Arbeid adelt.”

 

14 September 1941 “Zondag. Niel kermis. Julian komt niet want daarvoor is het te slecht weer. Ik wacht op Dillie, wij maken petatbloem van de slechte petaten. Met een rasp wordt de petat fijn gewreven en dan daarna in een schonen handdoek gedaan en altijd schoon water bijvoegen. De bloem blijft langs onder liggen.”

 

12 Oktober 1941 “Zondag. 7 uur mis. Daarna rijden vader en ik gans de streek van Geizegem rond om ajuin te zoeken maar tevergeefs. Ik leer zo ook wat vragen en vader ken ik als den beste vrager met het meest meelijwekkende gezicht. Hij krijgt een ruime kilo ajuin. Wij plukken nog wat rapen en dat is de prijs van ons reis die tot een eind na de middag duurde. De boeren zijn rijke smeerlappen. Ik kan er geen meer voor mijn ogen zien en moet mezelf bedwingen als ik voor zo’n type sta die zijn leugens tastbaar zijn en die zich nog uitgeeft voor martelaar door kontroleurs uitgezogen. Ze verleren de les God’s…”

 

27 Oktober 1941 “Maandag. Men neemt 61 jongens mee naar Antwerpen.”

In de Rupelstreek en Klein-Brabant is een verzetsgroep actief : “De Zwarte Hand” . De Duitsers pakken een aantal vermoedelijke leden op. Velen onder hen zullen niet terugkeren en sneuvelen in concentratiekampen.

 

De Zwarte Hand (bron: internet)

Aanvankelijk doel van de verzetsbeweging was om door de verspreiding van pamfletten en kranten de Belgische bevolking op te ruien tegen de Duitse bezetters en Duitsgezinde Belgen en daarnaast de nationaal-socialistische Belgische verenigingen zoals VNV van Staf de Clercq en de Zwarte Brigade van Jef Van de Wiele te bestrijden. De verzetsgroep had haar zetel in Puurs en haar actieterrein besloeg de ganse Rupelstreek en delen van Klein-Brabant.
Hun acties beperkten zich tot eenvoudige handelingen zoals het verspreiden van sluikbladen als La Libre Belgique, die vanuit Brussel met koeriers naar hun hoofdkwartier worden overgebracht. In Puurs wordt de V van Victory op de gevels gekalkt. De groep schaft zich ook kleine vuurwapens aan om zich 's nachts te kunnen verdedigen, maar nooit werd er gebruikt van gemaakt.
De actiegroep schaft zich ook in het geheim een radiozender aan en zendt boodschappen uit naar Londen omtrent militaire bewegingen in hun streek. Ze plegen ook een enkele sabotagedaad door een kerosineketel op het militair vliegveld van Hingene te laten leeglopen. Hun 'spectaculairste' daad was wellicht toen de groep op 21 juli 1941 (nationale feestdag van België) via hun radioapparatuur een radio-uitzending houden, het Belgisch Volkslied afdraaien, en onder pianospel de luisteraars oproept tot verzet tegen de nazi-onderdrukking.
Een jaar later, tegen de herfst van 1941 telde de groep reeds 111 actieve leden, het merendeel jonge twintigers. Ondanks de goede bedoelingen werd het amateurisme spoedig de groep fataal. Elk lid moest namelijk een lidmaatschapsformulier met een pasfoto er op gekleefd ondertekenen, en al die formulieren werden tezamen opgeborgen onder het altaar van de kerk van Tisselt.

Op 20 september 1941 worden de eerste twee verzetsmannen (Bert De Mul en Jos Thijs) van de groep ingerekend. Met in hun handen een pak pamfletten dat ze verdeelden over de brievenbussen in hun gebied. Waarschijnlijk na een tip, vond de SD (Sicherheitsdienst) de bewuste formulieren in de kerk en werden de leden massaal opgepakt.
Op 12 oktober wordt de VNV-er Richard Philips de nieuwe burgemeester van Puurs en in zijn openingsspeech belooft hij 'dat schorremorrie van De Zwarte Hand een lesje te leren!'. Ook Albert Moortgat (Brouwerij Moortgat, "Hier rust den Duvel") de VNV-burgemeester van Breendonk steekt een stevige duit in het zakje. Tegen 28 oktober 1941 waren 109 leden ingerekend en dat betekende ook het vroegtijdige einde van De Zwarte Hand.    

23-08-2011 om 16:24 geschreven door uw neef


>> Reageer (0)
22-08-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.22 Mei 1941 “Donderdag. Donkere Rerum Novarum dag...
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Naar ’t Laarkapelleke met onze Jos, per fiets. Ik koop in Hemiksem Brusselse Kaas…”

Jos (1926 -) is één van de twee neven van Frans die worden opgevoed door zijn tante Elza.

 

1 Juni 1941 “Zondag. Op bezoek in Loksbergen… flink eten bij die brave lui en maar babbelen, dan goed geladen! Met 6.5 kg patatten, 2 grote broden en een mooie klomp frisse hoeveboter… Was de wereld maar zo vol van dat soort mensen als te Loksbergen!”

6 Juli 1941 “Zondag. Gewone dagen. Als ik deze dagen niet veel kribbel in mijn dagboek dan ligt het aan de zaak dat er niet veel moed voor is en dat er toch niet zo bijzonder veel gebeurt als het alledaagse.”


21 Juli 1941
“Maandag. Nationaal Feest. De Belgische driekleur wordt gedragen. Patriottisme is nog niet dood!”

2 Augustus 1941 “Zaterdag. Naar Bilzen. ’s Morgens de trein te 7h21. We moeten zeer vroeg vertreken uit Boom met de tram van 6h00. Dan trein te Antwerpen. Aarschot, Hasselt, Bilzen. Aankomst te 10h43. Goed verlopen. Wij worden met brijo ontvangen en het wordt een hele schone feestelijke dag. Ma en Pa en de kinderen zorgden voor ons en het doet goed aan m’n ´slecht gemoed`. Zoveel goeds nog te weten dat er goede lui in de wereld zijn…”

3 Augustus 1941
“Zondag. Wij slapen knap op 2 huizen afstand, mijn juffer en ik. Daarna goed en knap middageten: soep met konijn en flinke saus en dan ferme taart! Dan naar Vlijtingen. Wat een boel oude herinneringen. Niettegenstaande al die kapotte dingen en huizen. Daar is nogal wat gebeurd. En die vrouw van het winkeltje is lelijk gesteld aan heren ogen…”

 

6 Augustus 1941 “Woensdag. Vader doet tegenwoordig wel veel arbeid daar hij regelmatig de boer op moet al is hij ziek. Dat gaat mij wreed in ’t harte! Ik vind dat schrijnend dat jij als jongman met waarde bezeten alles zo moet afzien. Ik had van morgend goesting om naar Duitsland te trekken. Kwam er toch maar een oplossing! Ik zit nog steeds met die René van Vlijtingen in m’n  hoofd en denk nog altijd aan die arme vent die een boterham vroeg. Dat kwelt me en ik vergelijk dat altoos met de toestand van vader en hoe die ook altijd maar hoeft te vragen en te zorgen voor de bete broods. Dat is me waarlijk te bar en ik beleef wel een  ware neerslachtigheid. Dat helpt niet veel want ik verricht weinig in de praktijk. M’n wil is goed nopens de arbeid! Kon ik maar betaald geraken.”

22-08-2011 om 11:41 geschreven door uw neef


>> Reageer (0)
15-08-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.4 Februari 1941 “Dinsdag. Brief aan Maria weggestuurd! Die Julian blijft toch lang weg!
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Die jongen zal nog al geschiedenissen weten te vertellen. In hem zie ik nu een ware kerel! Julian was een trouwe makker en daarbij vond hij een knap meiske dat zo regelmatig met me wist te korresponderen en zo juist dezelfde gevoeligheden vertoonde als ik. Vader werkt weer, ik heb nog geen gedacht op geld... 2 liter volle melk! ”

 

5 Februari 1941 “Woensdag. Winterhulp. Soep en 40kg kolen.”

Winterhulp was een hulporganisatie die tijdens Wereldoorlog II werd opgericht. Ze bestond in zowat alle gemeenten en had een vrij goed georganiseerde structuur in gans het land. Ze vulde het Rode Kruis in die zin aan, dat ze ook beroep deed op de weldadigheid van de medemensen, doch richtte zich vooral op de materiële behoeften van de door oorlogsomstandigheden getroffen plaatselijke behoeftige kinderen. Bij de aanvang hield ze zich vooral bezig met de bedeling van soep, melk en vitamines. Nationaal werd Winterhulp mede gesponsord door de "Koloniale Loterij", de voorloper van onze "Nationale Loterij" en de "Lotto".

 

7 Februari 1941 “Vrijdag. Ik ontvang een brief uit Bilzen. Deze dagen zit ik weer met de hersens volgepakt van dat oord dat me toch geen ongelukkige maar een waar levendig tijdje boodt. Lizette schrijft over de vreemdelingen en Joden uit Antwerpen. Dat is menselijkheid! Daar wonen die in barakken na verdreven te zijn uit de stad. ’t Is een droevige periode…”

 

9 Februari 1941 “Zondag… Theo voert weer zijn machtige revue op. Misschien wordt hij eens de grote man van ’t moment. Amen!”

 

19 Februari 1941 “Woensdag. Vader onderneemt nu zijn bedeltochten die weliswaar me zo wat door ’t harte priemen. Maar men vraagt veel voor eten…”


21 Februari 1941
“Vrijdag… wat gezelligheid bij Peet. Voor ons Elza is dat toch ook erg. Zo verwijderd te wezen van je man en dan die sloeber van een Walter te zien opgroeien zonder een vader. Dat meiske heeft ook geen rooskleurig leven. Petere wordt zo wat een kniezer. Peet is daar dikwels op bezig. Maar ik hou toch van die mensen en van die sfeer, daar ben ik toch immer goed thuis geweest.”

 

28 Februari 1941 “Vrijdag. Op de laatste dag van Februarie is onze jongen thuisgekomen.”

 

4 Maart 1941 “Dinsdag. Regenachtige dag. ’s Morgens brood, smeerkaas, konfituur en geurige koffie. ’s Middags: erwtensoep met een flink been en vlees, aardappelen met stoofvlees en pap met rijst en bloem. ’s Namiddags bouillon en een flinke wortel. ’s Avonds: fijn gebak met koffie en boerenboter. Eten hoeft een mens, dan komt hij bij, met honger voert men geen strijd.”

 

5 Maart 1941 “Woensdag… Ons Theo is geregeld uit en haalt op een schalkse manier van alle leutige fratsen uit. Dat is nog een kerel met een stuk optimisme en veel etenslust.”

 

15 Maart 1941 “Zaterdag. Het brood is tegenwoordig wat beter. Russische tarwe.”

 

20 Maart 1941 “Donderdag. En dag lijk velen. Peet wil 75 Frank geven voor een fles olie. Waar gaat de wereld met een mens naartoe ? Ik krijg een zweer op mijn achterwerk.”

 

30 Maart 1941 “Zondag. Begin van een ongelukkige liefdeshistorie. En dat nu nog!”

In Maart-April beleeft Frans een avontuurtje met een zekere Y. Zijn relatie met Dillie overwint.

12 Mei 1941 “Maandag. Ons Theo z’n bundel komt uit ´Mozaïek` pseudoniem Theo Schalk.

15-08-2011 om 10:25 geschreven door uw neef


>> Reageer (0)
14-08-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1941
Klik op de afbeelding om de link te volgen

1 Januari 1941 “Woensdag. Het was een schrale dag! Ik maakte van me zelf een onmogelijke kerel! Zo is het jaar begonnen.”

 

2 Januari 1941 “Donderdag. Jef naar Duistland 2de keer.”

 

4 Januari 1941 “Zaterdag. Ik vind het naïef hoe veel oudere, wijsdoende mensen kunnen handelen en hoe ze veel te kort schieten daar waar het op menselijkheid op aankomt. We wensen de secretaris ’n gelukkig Nieuwjaar, nu vandaag was ‘t de burgemeester. Maar ’t kwam op een borreltje op aan, daarom stuurden ze ons naar huis…

’s Namiddags bibliotheek ´Het bankroet van het huwelijk` Deze tijd kenmerkt zich wel dat ik oneindig veel voel voor lektuur. Ik vind daarin de zalige ontspanning en een verdrijf dat zeer leerrijk is. Zelfs de avonduren bij mijn meisje breng ik lezend door. Het helpt ons beider tot breder denken en inniger samenwerken.”

 

5 Januari 1941 “Zondag. Akademie, thuis. Julian nog weg. Deze dagen zijn 10 frank, ’n schamele 10 frank nog te veel om te verbruiken op een zondagavond.”

Frans volgde de tekenacademie in Boom om zijn talent verder te ontwikkelen.

 

11 Januari 1941 “Zaterdag. Vader moet altijd door dat onweer om roggebrood. ’t Is niet van weelde hoor! Nochtans doet dat goed aan ’t verbruik de rantsoenzegels die we alles behalve te veel of genoeg hebben. Wees zuinig met zeep.”

 

14 Januari 1941 “Dinsdag. Nog steeds trekken er meer en meer werklui naar Duitsland. Dat is zeker van weelde. Vader heeft weer wat minder hoop op ’t werken. Bij broer is ’t soepbedeling mits 1 kg aardappelen mee te brengen per 14 dagen.”

 

16 Januari 1941 “Donderdag. Het sneeuwlandschap doet denken aan de tijd van ons mobilisatieleven. Nu is ’t de tijd van het rantsoen en in die periode van ons soldaat zijn was er genoeg. Dan hadden we de weelde van ons valies. Goed gevuld. Dan hadden we ons welbesteedde centjes. Plus nog de heerlijkheid van de kameraadschap ten opzichte van de gruweltijd van de oorlog. ’s Avonds verveel ik me in de overbevolkte familieatmosfeer. Dat zal wel voorbijgaan maar mijn karakter schikt het moeilijk, tegen mijn meisje heb ik niets.”

Frans brengt menige avond door in de Bassinstraat bij zijn vriendin Dillie, daar zijn ze met velen en er wordt meestal duchtig gekaart, iets wat Frans niet echt ziet zitten.

 

17 Januari 1941 “Vrijdag. ’s Nachts was er sneeuw gevallen. ’s Morgens in het donker naar de arbeid. Wanneer de centen? Dat is het gewichtigste van het moment. Het is een gezellige avond in onze voorplaats. Ik voel me het best tehuis tussen al die boeken en krantensnipperingen. De leerstof en wetenschap die ik er uit put leg ik toch op een goede plaats en wie weet voor wat dat al nog dienen kan! We vinden ook een gazetje van 1914-1918, nu heb ik bladen uit dezen Krijg. God weet hoe we dat vinden binnen een tiental jaren. Alle hernieuwt zich, ook de oorlog en we weten hoe slecht hij alles maakte. In Antwerpen eet men beeten in plaats van petatten.”

 

18 Januari 1941 “Zaterdag. Vader is al weg, op weg naar brood. Zo in de vroege ochtend en zo bijtend koud. ’n Mens doet veel om z’n dagelijks brood en dan hoeft hij nog op te passen. Moeder loop ook elke zaterdag om vlees of beentjes. ‘ Zijn nog gelukkige mensen die eens een lekker soep kunnen genieten. Hier in de root zijn talloze voorbeelden van het omgekeerde. Die mensen zijn genoodzaakt naar Duitsland te trekken of anders te onderkomen. Droevige tijd!”

De “root” is een afkorting voor Caluwaertsroot, de Vrijheidshoek, waar Frans woonachtig is.

 

19 Januari 1941 “Zondag. ’s Morgens naar de vergadering van de harmonie. De heer Van Wouwe heeft zo maar 3 zoons verloren, ’t zal hem voorzeker in ’t hart gaan als hij de vroegere jongens terug bijeen ziet. Broer krijgt ruzie van vader voor zijn laat thuiskomen.”

Broer Theo, bijna 17, gaat geregeld uit, vooral naar Willebroek. Vermits er een avondklok geldt is dat niet zonder gevaar, vandaar de bezorgdheid van zijn vader.

 

25 Januari 1941 “Zaterdag. Moeder verjaart. Trieste werk is dat vader om brood moet naar Steenhuffel. Arme zaak want ’t is regenachtig en vader is dan niet al te goed ook. Moeder moet ook vroeg lopen want bij de beenhouwer is weinig vlees. Verder onze gewone werkuren en altijd maar op ’t geld wachten want thuis zitten ze er alles behalve goed voor. Nu zeker als vader weer zonder werk is. ’t Zijn zware tijden. Toch wordt moeder 45 jaar, gelukkige verjaardag.”

Steenhuffel ligt op 16 km afstand van Boom, met de fiets ben je al vlug enkele uren onder weg.

Frans heeft voor moeder’s verjaardag de dag tevoren een taart met krieken en abrikozen gekocht en pekelharingen die amper groter zijn dan sprotjes…

14-08-2011 om 08:45 geschreven door uw neef


>> Reageer (0)
13-08-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.6 November 1940 “Woensdag. Ik schrijf aan Maria...

Ik studeer ’s avonds. Het weer is slecht. Ik krijg een nieuw paspoort.”

Maria is het meisje van Julian die nog steeds krijgsgevangen is. Frans studeert bestuurlijke wetenschappen in de hoop op een beter betaalde betrekking op het gemeentehuis van Boom.

 

10 November 1940 “Zondag. We rijden naar Breendonk. Er staan kontroleurs + gendarmen aan de brug. We hebben wortelen bij en laten die in Klein Willebroek. De dagen zijn aldoor dezelfde.”

 

21 November 1940 “Donderdag. Donkere dag. Geen uitbetaling. Weer Duitsers in Boom.”

 

28 November 1940 “Donderdag. Er kwamen woensdag veel krijgsgevangenen weer. De jongens zien er sip en droevig, gekraakt uit. De vliegers plagen ons ’s avonds weer wat.”

 

2 December 1940 “Maandag. Vader werkt!”

 

23 December 1940 “Maandag. Jef komt weer uit Duitsland.”

Hij bleef 3 maanden weg.

 

27 December 1940 “Vrijdag. Vaders geld voor een gerookte bil.”

Aan eten geraken is een essentiële bezigheid en kost veel moeite en geld.

 

31 December 1940 “Moeder maakt gebak. Theo krijgt zijn pree. Nu ik nog! Wanneer ? We brengen dag nog gezellig door.”

Het gezin heeft geld van doen. Vader Jan werkt maar sporadisch in de diamant en Frans wacht al maanden op de uitbetaling van zijn loon als gemeentebediende. Broer Theo is daardoor moeten stoppen met zijn studies aan de Grieks-Latijnse afdeling van de “Mannekesschool”, het latere atheneum van Boom. Hij begon in augustus als hulpje bij “De Winter”, de latere Boomse Metaalwerken.

De Mannekensschool, de eerste "vrije" Middelbare School opende te Boom in 1861 met aan het hoofd Laurent Mannekens. In 1940 wordt de school meestal bevolkt en bestuurd door liberaal gezinde, staatsscholen worden immers door de (katholieke) bevolking nog altijd scheef bekeken. Frans en Theo liepen er allebei school. Theo is een uitstekende leerling en het gezin werd door de schoolleiding financieel geholpen opdat Theo zijn diploma van lager middelbaar zou kunnen behalen.
Arthur De Winter, de baas van een bloeiend staalbedrijf (dat nu onder Duits toezicht staat) bekleedt daarnaast ook een bestuursfunctie in de school. Hij zorgt ervoor dat Theo als loopjongen kan beginnen op zijn bedrijf, mits hij aansluit bij enkele liberale organisaties…

13-08-2011 om 16:02 geschreven door uw neef


>> Reageer (0)
11-08-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.13 Oktober 1940 “Zondag. Jaarmarkt. Julian nog niet thuis.”
Klik op de afbeelding om de link te volgen

15 Oktober 1940 “Dinsdag. Kaartje van mijn beste makker. Kriegsgefangenenlager.”

Julian heeft een kaartje gestuurd.

 

18 Oktober 1940 “Gedichten Theo Sirene. Brief aan Vlijtingen. Vader heeft geen werk meer. Liefde leeft niet om te krijgen maar wel om te geven.”

Broer Theo schrijft gedichten en stuurt deze naar Sirene onder het pseudoniem Theo Schalk.

Sirene (bron: Louis Paul Boon centrum)
Het eerste nummer van Sirene was in december 1939 verschenen. Dit “Maandblad voor Jongeren”, zoals de ondertitel luidde, was in feite een soort schoolblad dat door studenten van de Rijksnormaalschool Lier werd uitgegeven. Daar was ook het redactiesecretariaat gevestigd. De inleidende tekst bij het nieuwe tijdschrift kon men nauwelijks een programmaverklaring noemen en toch was meteen duidelijk dat het blad niet zonder enige “pretentie” lonkte naar de literaire wereld, het wou “een wolf zijn in het landschap”.
Dat landschap zag er volgens de redactie troosteloos uit, dor en onvruchtbaar. Om enig leven in de brouwerij te brengen riep Sirene de jongeren, met name studenten, op om al hun pennenvruchten in te sturen. Ook zocht men steun bij al wie nieuwe literaire paden zei te willen bewandelen. De redactie erkende dat “Sirene onmogelijk een studententijdschrift kon blijven. Het moest groeien, en daarom werd alles wat met den naam studentikoos kon aangeduid, geweerd. De stichters waren er van overtuigd, dat hun blad iets kon worden. Ze werkten door”.
De redactie drong er in de zomer van 1940 bij Hubert Lampo op aan om regelmatig mee te werken aan het blad. Voor die gelegenheid werd een vergadering georganiseerd in een café vlak bij het centraal station van Antwerpen. Het was daar, in “Hotel des Sports”, dat Lampo voor de eerste keer ene Piet van Aken ontmoette, die eveneens uitgenodigd was om op regelmatige basis mee te werken aan Sirene. De jonge schrijver Van Aken had net als Lampo kort tevoren (in 1939) zijn entree gemaakt in Vormen, met het verhaal “De man en de hond”, maar de twee hadden elkaar tot op dat moment nog nooit ontmoet. Van Aken had toen, in tegenstelling tot zijn leeftijdgenoot Lampo, al enige ervaring in het literaire wereldje opgedaan. Korte tijd was hij redactiesecretaris geweest van Vlucht (mei 1937 - 1939), het blad van het Willemsfonds in Boom. En naast de korte verhalen die in Vormen waren gepubliceerd, had Van Aken in 1938 al in eigen beheer in een erg bescheiden oplage van 75 exemplaren het verhaal “Twee van “t gehucht” uitgegeven, een psychologische verhaal van een dramatische liefde tussen twee zwijgzame zielen tegen de achtergrond van de Rupelse steenbakkerijen. Piet van Aken en zijn vader verkochten het 52 pagina tellende boekje thuis voor de prijs van 5 frank.
Achteraf bezien, traden Lampo en Van Aken via Sirene toe tot een groep jongeren die zich geroepen voelden om de literatuur een nieuw elan te geven en vonden dat zij dat, zeker na de opheffing van Werk en Vormen, niet konden doen via de bestaande tijdschriften. Het uitbreken van de oorlog had hen niet kunnen remmen in hun enthousiasme voor de Schone Letteren en nog lang na de “wondere zomer van 40” zouden zij hun zendelingenwerk rustig voortzetten.
Niet alleen met de import van een heleboel nieuwe jonge auteurs zoals Johan Daisne, Kamiel Top (1923-1945), Luc van Brabant (1909-1977) en Remy C. Van Kerckhove (1921-1958) veranderde Sirene drastisch. De lay-out en het formaat werden eveneens grondig onder handen genomen. Het secretariaat verhuisde naar Boom en de redactie werd gevoelig uitgebreid door het samengaan met het blad Richting van de Rijksnormaalschool Blankenberge in oktober 1940 en later in januari 1941 met Hedendaagsche Kunst, een Brugs kunstblad. Bovendien werd er besloten om van het blad een halfmaandelijkse uitgave te maken. In het eerste halfmaandelijkse nummer van 15 oktober werd Heidekens officieel als redactielid vermeld. Daarmee werd het blad zo goed als volledig losgekoppeld van het oorspronkelijk studentikoze “wolvenblaadje” van de Rijksnormaalschool Lier.

Sirene nieuwe stijl bleek alleszins succesvol. Wat oorspronkelijk een bescheiden studentenblaadje was, veranderde onder impuls van Heidekens in bliksemvaart tot een volwaardig literair blad. Niet alleen boek- film- en theaterbesprekingen vulden het blad, er werden ook uitgebreide interviews opgenomen en natuurlijk veel poëzie en proza. Het blad slaagde er bovendien in om interviews met gereputeerde schrijvers af te drukken, vergezeld van ongepubliceerd werk, onder meer een gedicht van Willem Elsschot: “Spijt”. Kamiel Top publiceerde daarmee het eerste interview met de schrijver Elsschot. Eerder had Top al op zeventienjarige leeftijd een tekst “Een begrafenis” naar Elsschot opgestuurd die daarover zeer lovend schreef in een brief aan Jan van Nijlen.
Auteurs die ondanks het gebrek aan tijdschriften toch wensten te publiceren konden bij Sirene terecht. Dat laatste aspect speelde bij Lampo en Van Aken beslist een rol om verdere medewerking aan het blad te verlenen.
Het kon niet op voor de jeugdige hemelbestormers: koste wat kost zouden zij zich een plaats veroveren in het volgens hen ingedommelde literaire wereldje. Hierbij moest behalve een drastische reorganisatie van het blad ook de oprichting van een eigen uitgeverij een rol spelen. De uitgeverij Sirene (Meir 119, Antwerpen), een vereniging zonder winstoogmerk (vzw), werd voor het eerst vermeld in Sirene van november 1940. Voor zover ik heb kunnen reconstrueren gaf de uitgeverij in haar korte bestaan zeven goed verzorgde werkjes uit, voornamelijk poëzie: Frans Swerfgeest, Klein Boeket (1941). Frans Swerfgeest, De ring om het hart: verzen (1941). Jos Vanderstappen, Het zoek licht in de mist (1941). Fritz Vlaminc [ps. Joris Verstappen] Sirene: bloemlezing uit het werk van jonge dichters, (1941). Ernest de Weert, Kameraadjes: een dichtkrans voor de jeugd (1941). Theo Schalk, Mozaïek (1941). Jos Wilzen, Groet (1941). Een aantal andere boekjes werden aangekondigd maar verschenen niet of werden later elders uitgebracht zoals De andere weg van Houthuys” jeugdvriend Remy C. Van Kerckhove bij Nijgh en Van Ditmar.

28 Oktober 1940 “Maandag. Al enkele keren schreef ik naar Vlijtingen. Nog geen antwoord. Ik krijg een treurige brief uit Loksbergen: René is gestorven. Ik kribbel aanstonds terug.”

Frans onderhoudt een correspondentie met de mensen die hem als "front"-soldaat onderdak hebben verschaft.

 

11-08-2011 om 16:51 geschreven door uw neef


>> Reageer (0)
09-08-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.4 Augustus 1940 “Zondag. Theo komt thuis. Nog is Julian er niet.”
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Broer Theo komt ongeschonden thuis na zijn verblijf van 3 maanden in Frankrijk.
Frans wordt assistent van de gemeenteontvanger op het gemeentehuis van Boom.

 

25 Augustus 1940 “Zondag. Verjaardag: 5 jaar geluk – 1 jaar ongeluk.”

Frans en Odile hebben nu 5 jaar verkering. De vooroorlogse perikelen zijn een jaar geleden begonnen.

 

28 Augustus 1940 “Woensdag. De dagen zijn grauw en duister. We snakten vroeger zo om onze thuis te zien. Nu denken we met enorme bang aan de dag die ons weer verwijderen zou van die goedige warmte, van mensen die je beminnen. Je leert dat het een tijd is die veel doet waarderen waar je vroeger soms licht en onbezonnen overheen ging. Ik denk zo … ik ben bang!”

 

1 September 1940 “Zondag. De Zondag is voor God. De Zondag is niet meer als vroeger. Hij lijkt me eerder wreed. Geef ik een cent uit dan denk ik aan de grote nood van ’t huishouwen. Ik loop er mee in ’t hoofd. Alles lijkt zo naarheid! God geef dat het verandere. Julian nog niet thuis.”

 

10 September 1940 “Dinsdag. Onrustiger wordt het dagelijks! Het leven is al langer hoe pregnanter! Dopkaarten worden ingehouden. Ons idee daaromtrent steekt diep in ons hart. Het blijft in ons naleven. Vergeten zullen we nooit. We halen ons aardappelen. Eten is een kapitale zaak.”

 

13 September 1940 “Vrijdag. ’t Is droevig weer. Jef gaat te keuren! Men eist mensen als vee!”

De Duitsers ronselen mannen om te werk te stellen in de oorlogsindustrie in Duitsland. Jef, de man van Frans’ tante Elza is opgeroepen.

 

14 September 1940 “Zaterdag. De nachten zijn geen nachten meer. Elke nacht is er klank en gebonk. Heere God, hoe lang nog ?”

 

23 September 1940 “Maandag. Rond 6 uur vertrekt Jef naar Duitsland!”

09-08-2011 om 09:14 geschreven door uw neef


>> Reageer (0)
08-08-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.7 Juni 1940 “Vrijdag. Er zijn berichten over de demobilisering van landbouwers en metsers van alle soort...
Klik op de afbeelding om de link te volgen

behalve van mijn soort. Maar als ’t woord demobilisering al valt is ’t al genoeg. ’s Avonds bad.”

 

8 Juni 1940 “Zaterdag. Weer zon. We kunnen om te beginnen eens leuk de straat keren omdat er een zeker Duits heerschap zal komen. We kuisen en verder wachten we op nieuws. Er wordt hier een jongen begraven… Slapen, bombardement.”

 

9 Juni 1940 “Zondag. Te 5 ½ uur bericht: we demobiliseren. Vertrek per fiets. We komen rond 7 uur aan, wat een weerzien. Was ons Theo er maar.”

 

12 Juni 1940 “Woensdag. Ons Theo is ’t leidmotief van alle dagen. We gaan naar Willebroek. Wafelen. ’s Avonds wat afleiding.”

13 Juni 1940
“Donderdag… Overal wordt er gepraktiseerd over rantsoen en toekomen.”
Op 17 Juni 1940 kan Frans beginnen werken op het gemeentehuis van Boom, hij zal er heel zijn leven blijven.

 

23 Juni 1940 “Zondag. Julian’s moeder geven we nog wat moed. De jongen is nog niet thuis. Dat is zeer erg.”

Later zal blijken dat Julian krijgsgevangen werd genomen door de Duitsers.

 

11 Juli 1940 “Donderdag. Jef komt thuis.”

Nonkel Jef komt alleen terug uit Frankrijk zonder broer Theo!
Elke dag wacht Frans op de thuiskomst van broer Theo en zijn vriend Julian. Er is weinig te eten

 

13 Juli 1940 “Zaterdag. O! Varken, Koning van alle bevleesde dieren, wat missen we je spek!”

27 Juli 1940 “Zaterdag. De kelder is een noodzaak bij elke woning.”

08-08-2011 om 14:04 geschreven door uw neef


>> Reageer (0)
05-08-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.15 Mei 1940 “Woensdag. Vanaf 4 uur op de baan. Fel afzien, koude nacht.”

Het Duitse leger brak door tussen 13 en 15 mei 1940 nabij Sedan en Charleville, waardoor ze de KW linie konden omzeilen. De Belgen aan de KW linie wisten niet van de doorbraak nabij Sedan en Charleville, zij moesten zonder slag of stoot hun "ijzeren muur" prijsgeven en zich terugtrekken.

De Fransen lagen in Breda op 15 mei 1940, toen men hoorde dat Nederland de wapens had neergelegd !  De Fransen kregen het bevel om zich terug te trekken en de Schelde linie te versterken. Op 15 mei 1940 begon het Duitse 18de leger met de aanval op Antwerpen.

 

16 Mei 1940 “Donderdag. Met de bus tot Schelderode. Daar slapen we nogmaals. Goeie mensen. Ons haar wordt geknipt. We denken aan onze thuis…”

 

17 Mei 1940 “Vrijdag. Vroeg uit. Schone dag. Vertrekken. We liggen op een villa te Melsen bij Gent. Slechte berichten in de radio. Duitse troepen bij Antwerpen. Ik denk aan broertje en poesje en de kleine Walter en aan allen. We slapen gerust niettegenstaande het geschut.”

Melsen is een dorp in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van Merelbeke.

 

18 Mei 1940 “Zaterdag. Zo’n schone tijd en er gebeurt zoveel. Als we feitelijk nagaan hoe schoon het leven had kunnen zijn en hoe het nu is. Soms heb ik hoop, soms ben ik de zwartkijker… Ik krijg zo’n miserabel idee over de wereld. Mijn moedertje leerde ’t me zo schoon allemaal gaarne te zien en nu roep ik tegen eenen broeder die zich Duits heet: moordenaar! Mensen brengen slechte berichten over het opblazen van de bruggen in Boom.”
Op deze dag ontmoeten Belgen en Nazi’s elkaar aan de Leie, het Belgisch leger vocht er het zwaarder en heldhaftiger dan alle andere vorige veldslagen, niet alleen de Ardense jagers bewezen hier geoefende en vastberaden strijders te zijn, maar ook vele onder de wapens geroepen Vlaamse jongeren vochten er als leeuwen ! Ze konden de Duitsers op een afstand houden !

Maar de situatie werd slechter, Frankrijk was zo goed als onder de voet gelopen en in België krioelde het van de vluchtelingen, de Britten waren zelfs al aan het inschepen voor hun terugtocht naar Engeland.  De toestand zag er voor de Belgen steeds minder en minder goed uit.

 

19 Mei 1940 “Zondag. Verzamelen om 7 uur. Op ’t kasteel van Schelderode wachten. We wassen ons flink de eerste maal sinds we thuis weg zijn.”

 

20 Mei 1940 “Maandag. Mee met de luitenant. We maken goed eten. Afwisselen met de wacht.”

 

21 Mei 1940 “Dinsdag. We zorgen alweer voor ons eigen buik. Het is weer een geweldig gebonk der kanonnen. We moeten zorgen voor abri’s. ’s Avonds wacht. Er schiet iemand op ons wacht!”

 

22 Mei 1940 “Woensdag. Vliegtuigen zijn op post. We doorleven weer donkere uren. Eten is er genoeg: spek en eieren en melk. De tijd is wel onveilig, moeten we weg ?... Och Here, sta ons bij. ’t Is toch zo akelig.”
De Duitsers bleven alles in de strijd gooien, namen enkele bruggen over de Schelde in en dwongen de geallieerden een terugtocht tot achter de ijzer, De Schelde linie werd verlaten evenals een week ervoor de KW linie.

 

23 Mei 1940 “Donderdag. Altijd maar doormarsjeren, gans de nacht, tot we in Lotenhulle aanbelanden. Wij zijn geradbraakt, we vinden toch slapen. Dan komt er een schoon, schoon briefke van mijn lieve broertje. Die kleine laat toch zo goed zien hoe hij van ons houdt. We zijn toch 2 gebroers. Z’n brief is van de 14de…”

24 Mei 1940 “Vrijdag. De dag is schoon maar al wat hij meebrengt vies en slecht. Brood is nergens mee te krijgen. Het paardenbrood van gisteren was plat en oneetbaar. De mensen in dees streek zijn zo schrokkig en zonder mening… Alle lijkt zo zonder eind na 14 dagen.”

 De dag van het laatste grote treffen tussen Duitse en Belgische eenheden.  Nabij Kortrijk braken hevige gevechten uit, doch met hevige weerstand slaagden de Duitsers erin om de rivier (Leie) over te steken.  Bij Harelbeke konden de Duitsers dan een kleine bruggenhoofd uitbouwen, waardoor er nieuwe Duitse troepen konden worden aangevoerd

 

25 Mei 1940 “Zaterdag. Vroeg vertrekken. We springen een auto op. We leggen heel wat kilometers af. We komen door Brugge. Boel is daar normaal. Na enkele kilometer landen we te Aalter-brug… De stoet van vluchtelingen was enorm vandaag.”

 

26 Mei 1940 “Zondag. ‘t Is wel wat met die vliegers. Ze leggen wel alles aan op verraderlijk opdagen met hun luchtvloot. De moordenaars.”

 

27 Mei 1940 “Maandag. Er zijn vieze teleurstellende berichten over de strijd. De jongens vertellen ons weinig goede berichten over gevallen makkers. Die jongens laten toch hun jong leven!”
Het einde voor de Belgen was nabij, aan de Leie werden nog 2 gevechten geleverd.  Bij Vinkt en Knesselare vielen de Duitsers keer op keer aan, maar werden teruggeslagen, woedend door hun nutteloze aanvallen vergrepen de Duitse eenheden in Vinkt zich aan Burgermoorden.

 

28 Mei 1940 “ Dinsdag. Overgave. Na een kille, akelige nacht komen we te weten dat België het laatste stuk van zijn vrijheidadem heeft gelaten! De vliegtuigen bombarderen ons toch nog en we zien er eentje naar omlaag komen. We zijn nu in Stene bij Oostende. We rijden naar Oostende, alles is daar een droevig schouwspel. We moeten maken dat we er wegkomen want het wordt gevaarlijk.
Leopold III werpt de handdoek in de ring. Tijdens de Achtiendaagse Veldtocht (10-28 mei 1940) stierven ongeveer 6.000 Belgische militairen.

 

29 Mei 1940 “Woensdag. We blijven nog in Veldhoek. We zagen gisteren een lange stoet Duitse troepen. Nu komen er af en toe vliegtuigen over dwalen. We vernemen alles behalve gezellige berichten. We hebben hongerige magen en zoeken eten. Het is droevig en misschien duurt het nog lang?”

Veldhoek is een deelgemeente van Evergem in de buurt van de Gentse kanaalzone.

30 Mei 1940 “Donderdag. De dagen en de nachten zijn zeer killig al is ’t zomer. De orders zijn streng en tuchtvol. De schuur doet ons nog goed en we zorgen voor de bik. Van de keuken krijgen we aardappelen en de rest schooien we. Nog altijd niks van voorttrekken. Alles is hier nog hoe langer hoe doelloos. We kijken eens naar de fotokes. We krijgen eens wat heimwee. We voelen ons zelve niet lijk ’t moet en zo eindigen dagen die zo heel anders hadden kunnen zijn. ’s Avonds in ’t stro vertellen we. Hebben we wat geluk in zaken die allang voorbij zijn. Ergens is een ontploffing en vliegtuigengezoem.”

31 Mei  1940 “Vrijdag. Om 6 uur in de morgen is er zon, dan wordt het weer donker. Alles is overtrokken. We horen mis in een boomgaard. Van achter op een auto is alles uitgestald. Het is zo eenvoudig en roerend dit toneel van de jongens in kaki die buigen en bidden voor alles. Dat miske zal me altijd bijblijven. ’s Avonds doen we zo’n plezierreiske van 8 kilometer en komen dan terug naar Waardamme. De Duitsers hebben onze plaatsen reeds ingenomen.”

Waardamme is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van Oostkamp.

1 Juni 1940 “Zaterdag. ’n Marsj om nooit te vergeten. Vanaf 5 uur ’s morgens. De rit van 50 à 60 kilometer duurt lang. Er blijven heel wat jongeren bij. We slapen in een oud kasteel. Zo maar op de grond…”

2 Juni 1940 “Zondag. Vanaf ’s voormiddags in de bres. We marsjeren goed door al kunnen we moeilijk. We passeren Gent en geraken tot Zeveneken… We verkwikken ons wat en slapen in een school die ons een stede verschaft waarop we ons knoken zeer doen. Maar overmoeid kan ons elke rust goed verdragen. Ik denk deze dagen altoes veel aan huis…”

3 Juni 1940 “Maandag. De dag begint vroeg want om op die hardheid te blijven is meer dan moed van doen. Er is zon in de lucht en allerhande berichten. Wel rijst de eeuwig kapitale vraag: mogen we naar huis? Ik tekende op ’t bord en schreef een spreuk: Kinderkens, bemint elkander! ’s Avonds als we al op ons steke liggen wordt er gebombardeerd. We slapen alles behalve gerust.”

4 Juni 1940 “Dinsdag. 8 dagen na die overgave. De berichten van deze dagen zijn maar al te variant. Hoe lang gaat dat spelleke hier nog lopen? We beleven een schoon weerke…We hebben alles te doen zoals ze ’t willen!”

5 Juni 1940 “Woensdag. Schoon weer. Alles is afgezonderd. De straat mag niet bezocht worden. Er wordt gewassen en gedroogd en daarbij veel nieuws gehoord dat op niets trekt.”

6 Juni 1940 “Donderdag. We staan in de vroege morgenduren paraat om wat te marsjeren. De enkele kilometers gaan wel goed. Ik leg toch wat goed op de fiets van de luitenant. Dan komen we in Kalken en vinden een plaats: café + beenhouwer. Ik krijg nieuws van een bezoeker dat mijn broerke nog niet thuis is.”

Broer Theo, juist 16 geworden, is in de eerste weken van Mei overgebracht naar het Zuiden van Frankrijk samen met Jef, de man van Elza. Ze zitten in Saint-Sauvy in de Gers in het departement Midi-Pyrenées. Weerbare Belgische mannen, die niet onder de wapens waren, werden daar samengebracht ter voorbereiding van een eventueel tegenoffensief.

05-08-2011 om 06:48 geschreven door uw neef


>> Reageer (0)
03-08-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.10 Mei 1940 “Vrijdag. OORLOG...

1 uur alert. 4 uur uit Bilzen. Nachtelijk bombardement. Geweer kapot. Vliegtuigen, anders niets.”

Duitse troepen vallen België, Nederland en Luxemburg aan, wat men al een hele tijd vreesde is nu gebeurd, de Belgische neutraliteit werd geschonden.

 

11 Mei 1940 “Zaterdag. ’n Vieze nacht vol oorlogsgerucht. ’s Morgens een ganse morgen bombardementen. We liggen op de buik gans de dag. ’s Avonds in alle vluchte weg. Magazijn achtergelaten, op kamion gesprongen. Hasselt in handen van de Duitsers.”
3 regimenten van de Belgische 7ste  divisie hielden ongeveer 19 km linie langs het Albertkanaal bezet. De linie werd langs de rechterflank beschermd door het grote fort Eben-Emael.  De linie en vele knooppunten werden constant gebombardeerd door de Duitse Luchtmacht en niet veel later drongen de Duitsers door in de Ardennen.

Ze drongen Belgische troepen terug, de Belgen hadden gehoopt dat ze de Duitsers langs het Albertkanaal langer konden tegenhouden zodat andere geallieerden ( Fransen ,Britten) samen met hen slag konden leveren, maar dit was niet mogelijk !

De slag aan het Albertkanaal duurde slechts 2 dagen... niet lang genoeg voor geallieerde hulp.

Bruggen werden ingenomen en de Duitse troepen vloeiden binnen. Bijna alle bruggen die de Duitsers wilden veroveren werden ingenomen, alleen de brug van Kanne werd net op tijd opgeblazen. Franse, Belgische en Britse troepen moesten kost wat kost de ingenomen bruggen zien te vernietigen, maar de Duitse luchtafweer aan de bruggen, de trage Belgische toestellen en de Duitse overmacht in de lucht maakten dit niet mogelijk, elke aanval werd afgeslagen.

In de nacht van 11 op 12 mei 1940 begon de grote Belgische terugtocht, de troepen trokken zich terug achter de "ijzeren muur ".

 

12 Mei 1940 “Zondag. De kamion verloor een wiel. We pikken fiets. We pikken kamion. 1000 meter verder panne. We zien alles voorbij trekken, akelige nacht. Te voet naar Diest, onder de morgen daar. Diest ligt plat. Daar kamion. Tot Leuven, alles leeg. Tot Mechelen en dan naar Boom. Wat een terugzien!”

Frans heeft maar één doel, zo snel mogelijk zijn familie in Boom opzoeken om daar de toestand te kennen. Alles is daar gelukkig nog in orde.

13 Mei 1940 “Maandag. Een nacht thuis vol vliegtuigengeronk. Naar Antwerpen, dan naar Lier. Over Bouchout. Akelige nacht in Hove, we slapen in coiffeurszaak.”
Frans tracht zijn eenheid zo snel als mogelijk te vervoegen.
Die dag kwamen Franse en Britse troepen de Belgische verdedigers ter hulp! De Franse troepen baanden hun weg naar Gent, Dendermonde en zo naar Antwerpen.  Via Antwerpen rukten ze op naar Breda, maar bij Zundert liepen ze vast ! Bruggen waren opgeblazen en wegversperringen waren geplaatst.

 

14 Mei 1940 “Dinsdag. ’s Morgens vroeg op de baan. Komen te Mechelen. In kolonne naar Kapellen. Alles daar plat.”

03-08-2011 om 20:30 geschreven door uw neef


>> Reageer (0)
01-08-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.3 Maart 1940 “Zondag. Deze dag is keurig verwerkt...
Ons Elza schenkt ons een leuke jonge zoon... Ik sta oprecht goed met mijn nieuwe kostuum. ’t Was voorwaar een ekselente kleurrijke dag.
Frans is enkele dagen in verlof en thuis. Het zoontje van Elza en Jef wordt Walter genoemd.

20 Maart 1940 “Woensdag. Paaskommunie. Na de middag wat snuisteren. Uitgaven: 1.5 Frank plaksel, 2.00F kinema, 1.00F frites, 1.5F melk, 2.10F tram.”

21 Maart 1940 “Donderdag. Uitgaven: 1.5F melk, 1.2F eieren, 1.3F boter, 3.5F bier, 2.00F pekelharing. ’n Dag waarop we uitslapertje spelen. We eten deze dagen de stukken van de muren. De Julian is terug. We praten gezellig. Julian is toch ’n goeie kerel. Door al te edele gebaren niet alleen ten opzichte van mij maar ten opzichte van ieder.”

2 April 1940 “Dinsdag… De gasmaskers worden van nieuwe flessen voorzien.”
Duitse troepen vallen Noorwegen en Denemarken binnen op 9 April 1940. Frankrijk en Engeland stonden stom van verbazing, ook België voelde nu dat de kans dat ze deze oorlog konden vermijden nihil is geworden! Het zou niet lang meer duren of de Duitsers zouden ook de rest van "Europa" innemen!

10 April 1940 “Woensdag. Verlof ingetrokken…”

14 April 1940 “Zondag. Verjaardag van mijn poesje (22) en mijn broertje (16).”

7 Mei 1940 “Dinsdag. Slecht weer. Ook slechte tijdingen over de politiek in Noorwegen. Dan schrijven ’s avonds. De meikevers vliegen niet goed, we hebben er maar één gevangen.”

01-08-2011 om 08:54 geschreven door uw neef


>> Reageer (0)
30-07-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1940
Klik op de afbeelding om de link te volgen Aanhef van het nieuwe dagboek:

Wees eerlijk! Geef  ieder wat hem toekomt!

6 Januari 1940 “Zaterdag. We trappen ’t af uit Vlijtingen… ’t is hier vredig stil in ’t dorp.”

Frans is de hele tijd zeer goed ontvangen bij de familie Gonissen uit de hospitaalstraat in Bilzen, hij was er kind aan huis. Een vriendschap die hij heel zijn leven lang zal koesteren.

Zijn taak als legermagazijnier voert hij nu uit in Loksbergen, een dorp eveneens gelegen in de Belgische provincie Limburg en een deelgemeente van de stad Halen, op de grens met Vlaams-Brabant. Hij logeert er ook bij burgers.

25 Januari 1940 “ Donderdag. Verjaardag van mijn moe! Alles wordt gereed gemaakt… We eten flinke kip bij die brave lui uit Loksbergen, die mensen zal ik me nog vaak herinneren.”

De moeder van Frans, Celine Michiels, viert haar 44ste verjaardag.

4 Februari 1940 “De verlofdag is begonnen. We gaan bij Petere die deze dagen in ’t gasthuis zijn laatste ogenblikken schijnt te doorleven.”
Petere, alias Gommaar Van Cammeren, Frans’ grootvader langs vaderszijde en dus ook mijn overgrootvader, overlijdt op 9 februari 1940.

22 Februari 1940 “Donderdag. Beverlo. Verjaardag! Dat is mijn 21ste verjaardag, zo ver van huis weg. Ik heb toch vrienden. We drinken op ons gemakske een bakske af. ’t Was toch gezellig onder elkaar. Maar ’t harteke zit zo thuis. Het verlof is weeral in ’t gedrang… Verlof dat is nog ’t enige dat ons redelijk maakt.”

Frans verhuist enkele dagen later terug naar Bilzen.

Op de foto Juliaan Spruyt, beste vriend van Frans, met op de keerzijde in handschrift:
Uit diepste en innigste genegenheid aangeboden aan m’n éénige vriend Frans
Februarie – mobilisatiemaand 1940
Julian

30-07-2011 om 15:52 geschreven door uw neef


>> Reageer (0)
28-07-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.11 november 1939 “Zaterdag. We doorbrengen bange tijd...
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Naar het verlof verlangen we. Kogels worden uitgedeeld! Er roert wat. We zien alles danig pessimistisch…”

Doch het blijft rustig in Limburg.

18 December 1939 “ We worden magazijnier. We landen in die fameuze spookhoeve. Ratten. We arrangeren ’t kamertje. ’t Wordt er gezellig bij ’t stoveke.”
December 1939, Majoor Reinberger van de Duitse luchtmacht moest met zijn vliegtuig een noodlanding maken, hij landde nabij het dorp Kwaadmechelen.  Hij had Duitse plannen bij zich voor de invasie van België, Nederland en Luxemburg. Deze plannen zorgde voor een versterking van de Belgische bruggen (diegene die de Duitsers zouden innemen voor hun snelle opmars ), ook in Frankrijk en Nederland werden maatregelen getroffen, maar het enige dat men niet wist was wanneer de aanval zou gebeuren !
België bleef paraat en wachtend !

Op de foto, genomen in October 1939, Odile Keppens, vriendin van Frans.

28-07-2011 om 07:32 geschreven door uw neef


>> Reageer (1)
23-07-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het uitbreken van de 2de Wereldoorlog !!!
Klik op de afbeelding om de link te volgen

(bron: Internet, tekening: dagboekfragment Frans 1939)
Op 28 augustus 1939 waagde de Britse regering nog een laatste poging om Hitler tot andere gedachten te brengen. Ze stelde voor dat Polen en Duitsland direct over de Duitse eisen ten aanzien van Dantzig en de Poolse Corridor zouden gaan praten. Groot-Brittanië was bereid aan de besprekingen deel te nemen. Hitler deed alsof hij er wel voor voelde, maar zijn eis, op 29 augustus gesteld, dat er op 30 augustus 1939 een Poolse gezant met volledige volmacht naar Berlijn zou komen, was natuurlijk onaanvaardbaar en onuitvoerbaar. Toch kreeg de Poolse ambassadeur  opdracht, contact op te nemen met Hitler. Tegen de avond van 31 augustus deed hij dat, maar tevergeefs. In de vroege morgen van 1 september 1939 trokken Duitse strijdkrachten Polen binnen.
Groot-Brittannië en Frankrijk verzochten Duitsland zijn troepen terug te trekken, maar er kwam niet eens antwoord. Daarop verklaarde Groot-Brittannië de oorlog aan Duitsland. Frankrijk deel vijf uur later hetzelfde. De Tweede Wereldoorlog was begonnen !

1 September 1939 “Vrijdag. De dag werd weer heerlijk ingezet. Een bericht komt ons toe dat er 3 bruggen gesprongen zijn in Luik. Ik ben wel bang om oprecht te zeggen: dat ons dat ook moest overkomen. Ik denk zoveel aan mijn thuis.”

3 September 1939 “Zondag. 6 uur ‘s avonds. We zitten in de zon. Mis zo schoon en zo gezellig. ’n Ganse namiddag aan de lijn in Hasselt. We krijgen regen. ’s Avonds café Chantant. Er wordt appel gemaakt.”
De troepen blijven gelegerd in de buurt van Duitsland en worden paraat gehouden. Er zijn maar weinig vergunningen om naar huis te gaan. Iedereen wacht af.
Op 4 September 1939 werd het Belgisch leger gemobiliseerd. 600.000 Belgen kwamen onder de wapens. België moest zich klaarmaken voor het geval Duitsland haar neutraliteit niet aanvaardde en zou binnenvallen.Er werden aan de grensstreken antitank versperringen opgericht, kazematten gebouwd en mijnenvelden gelegd.
België verstevigde ook zijn grootste posities, Fort Eben-Emael werd versterkt met een groot aantal manschappen en ook de
K(oningshooikt)-W(aver ) linie werd versterkt, deze verdedigingslinie bestond uit 350 bunkers en tankversperringen. De Belgen noemden de KW-linie "De ijzeren muur”.

23-07-2011 om 15:04 geschreven door uw neef


>> Reageer (0)
22-07-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.30 Maart 1939 “Vrijdag. Wij houden onze Pasen, onze soldaten-Pasen.”

In het 1949 dagboek van Frans dat werd opgetekend in een oude agenda uit 1935, vinden we volgend, in potlood geschreven, ontwerp van brief :

                        “ Ondergetekende verklaart dat de

               familie Van Cammeren – Michiels een
                           hulp zou moeten bekomen eene

               normale gezondheid te verkrijgen
                           De vader is lijden aan een slepende
                           ziekte en werkloos. De zonen:
                           de oudste is dienstplichtig en jongste
                           is pas teruggekeerd uit een preventorium
                           Het ware wenschelijk den familie

               tijdelijk te steunen “

De brief werd geschreven door de moeder van Frans, mijn grootmoeder, maar het is niet zeker dat hij ooit werd verstuurd, noch aan wie hij is gericht.

 

16 April 1939 “Zondag. We wandelen in Mechelen. Ik vind mijn liefde nog eeuwiger!”

 

29 April 1939 “Zaterdag… Julian nog steeds in ’t hospitaal. Die lompe knie van hem…”

Julian Spruyt, ook een rekruut, deelt wel en wee met Frans in het kazerneleven en is zijn enige boezemvriend geworden, diegene die hij kan vertrouwen en hem helpt als hij het wat moeilijk heeft met de andere legermakkers. Frans is een frêle romanticus, Julian is gehard door het leven. Hij komt uit de rosse buurt van Antwerpen, zijn moeder voedde hem alleen op. Zijn vader is een onbekende.

 

19 Mei 1939 “Vrijdag. We hebben regelmatig oefeningen. Julian terug! We hebben er gisteren leuk mee uitgeweest. ’s Avonds mis. Goeien dag.”

 

4 Juli 1939 “Dinsdag… Op langdurige oefening naar Koningshooikt. We hebben rust na ’t leggen van onze lijn.  Fikske en ik vallen flink in ’t slaap. Ze zoeken ons. We horen een fels lawaai van de schreeuwsergeant. Besluit: 8 dagen koeken. Povere paljassen! We voelen het aan als een foltering, onnozel, gemaakt, fantasie in deze wereld! Waarom mag er geen verstandhouding zijn ?”

Koeken betekent geen verlof, kamerarrest en karweien doen.

21 Augustus 1939 “Maandag. Gewone oefendagen. Doch er broeit weer wat. In de politieke toestand is het niet al te pluis. 1ste sergeant is weer goed geluimd.”

26 augustus 1939 “Zaterdag. ’n Bange, akelige nacht plus een geweldig geladen dag. Die fameuze rit naar Bonheiden. Is me dat een schrik hebben. Paard halen naar Bonheiden onder geleide van 1ste sergeant Bastaens. Wat een last met mijn paardje, het springt en duikelt… Onze Frans die hoeft geen paard, dat is een TS-man.”

Frans moest een paard gaan afhalen in een andere kazerne en er te voet mee naar Mechelen gaan. Het dier was wat onrustig en Frans die niets moet weten van dieren beleeft er de schrik van zijn leven mee.

28 augustus 1939 “Maandag. 3 uur ’s nachts vertrek na dat gezellig oponthoud van verschillende uren in beestenbakken…Bivak. Vlijtingen met z’n drollig torentje. Schuur vol oorwormen, spinnen, ratten en muggen.”

Vlijtingen is een deelgemeente van Riemst en ligt in het zuidoosten van Limburg in de regio Haspengouw. Frans vertrekt met zijn eenheid, de Belgische troepen worden daar bijeen getrokken.

22-07-2011 om 10:30 geschreven door uw neef


>> Reageer (0)
21-07-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1939

Aanhef van het nieuwe dagboek:

 

Hoe hoger uw weg, hoe eenzamer uw gang!

Mens worden is een grote kunst!

Wie zijn eigen hout hakt, verwarmt zich twee maal!


Hallo! Vinder!

Moest je dees agenda vinden

Laat je er niet door verblinden

Hij is van een mens als jij

Geef het hem dan is hij blij

Soldaat TS 11de Kie 7de Linie Regiment Mechelen

 

Wijze lieden weerleggen meer met zwijgen dan met zeggen.

 

20 Januari 1939 “Vrijdag. Mobilisatieoefeningen. Klonerie op grote schaal.”

 

24 Januari 1939 “Dinsdag. Ik ga naar huis. Dillietje ook niet al te wel… Vader doorleeft weer een droevigen tijd.”

De Spaanse griep heerst in het land. De legerdienst van Frans verloopt zoals tevoren met goede en kwade dagen. De hoogtepunten zijn: verlof!

 

1 maart 1939 “ Woensdag. De eerste dag der lentemaand. Hoop. ’s Avonds tot thuis. Mijn juffertje werkt op een nieuw avenuutje. Ik vind heur prettig in heur gesprekken, in het bijzonder over huwen!”

 

4 maart 1939 “Zaterdag. ’t Weertje is puik. Altijd maar werken…niet naar huis. Jeanke om mijn haar te laten verzorgen.. Dat ventje is ’n goeden makker en heeft steeds zijn best gedaan datgene waar ik zo veel van hou, mijn haar, te toveren zoals ’t moet. Ik droom op den vensterrichel terwijl ik kijk in den diep donkeren sterrenhemel, ik droom over het leven, over jong zijn, wat ons nog te wachten staat. Onder mij gaan de jongens is uit de kazerne, buiten staat de wacht. Alles is zo gewoon geworden dat leven van dwang en ongewilde wendingen…”

Jeanke is een legermakker.

17 maart 1939 “Vrijdag. … Jeanke is van jongsaf zowat gedwaald van huis weg en bij zijn tante geweest. Iemand die zijn leven graag verklapt en het soms als verlichting moet doen. Wendt zich vlug tot mij, nu ik aanhoor en geef hoop.”


22 maart 1939
“Woensdag. Ik lees ´Drie Kameraden` heerlijk boek om bij te dromen.”

Het boek verscheen in een Nederlandstalige uitgave in 1937 en is van de hand van  de Duitser Erich Maria Remarque: drie vrienden keren terug uit de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog, beroofd van ieder idealisme, iedere illusie. Ze beginnen een garage in Berlijn en gaan een nieuwe strijd aan: de strijd om overeind te blijven in het burgerlijk leven. Hun wapens: sterke drank, kameraadschap en de durf om het lot te bespotten. Kameraden, wat zijn dat? Dat zijn mensen waarbij je je niet groter hoeft voor te doen dan je bent en van wie je onder geen voorwaarde accepteert dat ze naar de donder gaan. Deze magistrale roman schetst de hoofdthema’s van de periode tussen de twee Wereldoorlogen op indringende wijze. Werkeloosheid, opkomend Nazisme en het wegvallen van solidariteit, de drie kameraden krijgen er alles mee te maken. Tegen deze achtergrond ontspint zich een liefdesverhaal dat alle cynisme trotseert en al in vele talen miljoenen lezers heeft ontroerd.

21-07-2011 om 08:18 geschreven door uw neef


>> Reageer (0)
14-07-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.25 September 1938 “Zondag. Verlof, zogezegd, want daarmee is alles ijdel geworden...

Zo’n ganschen onnozelen dag binnen, veel droom ik er en fantaseer en dub over het leven. Ik volg ieder loop rondom mij en heb mijn konklusies over de verscheidene karakters. Ik vind het verder dat het leven niet al te juist is. Moeder en Dillie komen ’s avonds. Om 7 uur bezoek geëindigd.”

 

27 September 1938 “Dinsdag. Vertrek naar Pamel. 6 uur ’s nachts aankomst. Wat is me dat ’n nachtje. Die kamions op, dat doelloze rijden in den pikdonkere nacht. Aankomst op een hoekje, we waren moe en slaperig, slapen in een brouwerij!”

 

29 September 1938 “Donderdag. In Pamel. Het is me wat, de auto’s staan houden, de bidons soep erin en maar rijden. We hebben hier een rare Hollandse en die voorspelt dat we rap naar huis zullen gaan nopens overeenkomst tussen de landen – Laatste dag!”

 

30 September 1938 “Vrijdag. We kramen op. We hopen dat die mizerie voor goed van de wereld is al staat het me niet aan. Daar waar rook is, is er ook vuur! Aankomst te Hekelgem met kamion.”

Na de ondertekening van de akkoorden van Munchen op 30 september 1938 wordt de demobilisatie afgekondigd.

 

4 Oktober 1938 “Dinsdag. Antwerpen. Het is voor die zaak van mijn horloge. Ik zag het bij een oefening te Kathelijne-Waver en het pakte me. Ik riep sergeant Theuns. Zo begon ook het verhoor bij de Luitenant, daarna het hoofd van de gendarmerie. Ook historie van den aansteker. Zo is het op een rechtspraak uitgelopen. 7 ½ uur, Dillie mee! We horen gerechtspraak, dan kinema…”

Frans heeft een vroegere kamergenoot betrapt die zijn verdwenen horloge rond de pols had en gaf die aan. Loontje komt om zijn boontje.

 

21 Oktober 1938 “Vrijdag. Verlof. We gaan naar Peper en Lam. Daar vind ik steeds iets weer van gemoedelijkheid en openhartigheid bij die vriend die me altijd zo ongestoord die vijf frank in de hand stompt. ´Hou je goed, Frans` zegt die wijze, brave man. We hebben een goede avond.”

 

15 December 1938 “Donderdag. Verlof. En zo gaan de dagen…”

14-07-2011 om 12:05 geschreven door uw neef


>> Reageer (0)
11-07-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.21 Augustus 1938 “Zondag. We rijden naar Hoei...
Klik op de afbeelding om de link te volgen Een bewogen dag in dat autoke te snorren doorheen ’t land. Hoei is schoon. De ontmoeting met mijn broer zalig. Ik leef met hem mee, zo’n kerel als hij is vol moed en zo intelligent. We hebben de krop in den keel als we afscheid nemen en hopen hem vlug weer onder ons te mogen hebben. Ik wil dit zeker! 9 ½ uur thuis.”

25 Augustus 1938
“ Donderdag. Weer een verjaardag van onze kennismaking. We zijn nu ver van elkaar verwijderd – zogezegd – maar met elkaar tenslotte innig verbonden! Leve onze verhouding.”
Dillie en Frans kennen elkaar nu 3 jaar.

7 September 1938
“Woensdag. Kamp. Verkort aan geld en dat zegt wat. Ik doe geen overdaad en toch…”
Frans is met de trein en zijn legermakkers vertrokken naar een onbekende bestemming op oefenkamp. Zij logeren in kale blokken die aandoen als een gevangenis. Gelukkig duurt het kamp niet te lang.

24 September 1938 “Zaterdag. Verlof! Maar nu komt de explosie – een telegram ´Onmiddellijk kamp vervoegen` Met Bus van 9 ½ uur. Den gansen dag over en weer geloop, van d’ een kazerne naar d’ andere. Vader is er ’s avonds, met de fiets aan de kazerne maar ik mag niet buiten. Ben een gevangene.”
Hitler dreigt een stuk van Tsjecho-Slowakije in te nemen. In dit uiterst gespannen klimaat wordt het Belgisch leger in staat van versterkte vrede gebracht. De elite-eenheden (de grenswielrijders en de Ardense jagers) staan paraat; gespecialiseerde genie-eenheden ondermijnen zowel bruggen als talrijke andere bouwwerken; in het algemeen worden verschillende eenheden versterkt met manschappen of materiaal en goederen worden voor onbeperkte duur opgeëist.

11-07-2011 om 14:54 geschreven door uw neef


>> Reageer (0)
07-07-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.13 Juli 1938 “Woensdag. Ons Theo heeft prijsuitdeling maar moet naar Hoei...
Klik op de afbeelding om de link te volgen naar L’Heureux Abri in Chateau de Solières. Wat me dat doet als broer is niet te verwoorden. We houden van elkaar en begrijpen ons goed in wel en wee. Als hij maar vlug gezond is.”
Broer Theo heeft een zwakke gezondheid. Hij was op het nippertje genezen van kroep (difterie) door middel van één van de eerste antiserums tegen deze ziekte en dient weer een gezondheidskuur te volgen, dit maal in de Ardennen. Hij was al eerder voor enkele maanden in Wenduine geweest.

14 Juli 1938
“Donderdag. Nachtmarsj mobilisatie…”

26 Juli 1938
“Dinsdag. Schrijven is een hersteller!”
Frans is recent ziek geweest en put kracht uit zijn schrijftalent.

07-07-2011 om 14:31 geschreven door uw neef


>> Reageer (0)
06-07-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zaterdag 21 Mei 1938: “We komen d’eerste maal naar huis...

Wees zeker dat is me een weerziens. Daar is dien spiegel aan de “corps de garde”, hoe we onszelf daar in bekeurden, hoe smal ik mijn broek vond en hoe mottig het geheel met daarboven op die idiote stoomboot met kwispel. In elk geval ’t was gauw vergeten thuis.”

Frans is in het geheel niet opgezet met het feit dat hij onder de wapens moet. Hij is steeds fier en verzorgd gekleed geweest en heeft een hekel aan het soldatenkostuum, zeker aan het hoofddeksel dat hij ronduit belachelijk vindt.

27 Mei 1938
“Vrijdag. Van ’t leger kan je niets goeds vertellen.”

3 Juni 1938 “Vrijdag. We hebben al weer hoop maar ze pikken mijn horloge. Betrouw de makkers maar. Ik ging naar de waschzaal deed m’n horloge af en vergat ze daar ’n uur. Iemand nam ze weg. Ik verwittigde de sergeant die van wacht was. Hij doorzocht de valiezen, zonder resultaat. De korporaal vroeg om de vinder ze eerlijk op de WC te leggen tegen ’s morgens maar ook zonder gevolg. Ik was mijn goede, trouwe vriend en waker kwijt!”

6 Juni 1938
“Maandag. Nog ‘n dagske thuis. Naar tante Jos. Om 10 uur min 10 minuten alweer vertrekken. ’t Is erg hoor. Dat vertrekken is me steeds zwaar. Afscheid nemen van alles wat je lief is om niet in de klauwen van ‘t monster te loopen. Ik stel het me weeral te cynisch voor maar ik hou zo veel van thuis en alleen wat me ergert is dat ik eenmaal het zoo aanvoel!”

Tante Jos is de vrouw van Gabriël Van Cammeren, een halfbroer van Frans’ vader Jan. Zij wonen op “De Schomme” eveneens een gehucht van Boom, richting Aartselaar.

9 Juni 1938 “Donderdag… Heb bij mijn inenting veel slameur ondervonden. Ik rijd naar Boom en telefoneer voor de eerste maal. Ginds is er geen al te goede ontvangst nopens de wijze en schrikgevende raad van een vader als de mijne.”

18 Juni 1938
“Zaterdag. Militiaan Van Cammeren Frans 107.87591 neemt mee naar huis: paar kousen en een broek…”

Frans is gekazerneerd in Mechelen en gaat veel op oefening naar Battel waar hij wordt opgeleid als “lijnenlegger” bij de veldtelefonie, de zogenaamde TS-en.


30 Juni 1938 “Donderdag. Ons marsj van 19 kilometer. Dat wil wat zeggen hoor met al dat gedoe op je schouders!”

9 Juli 1938
“Zaterdag. March van 16 kilometer. Strombeek. Slecht weer - toch goed om te marsjeren. Korvé. ’s Avonds op ’t onverwacht meisje. Met ze naar ’t Vrijboek. Daar is de natuur prachtig. Dit park met bloemen, die frisse geur vergeet ik nooit en dan die zoete gewaarwording van alles te vergeten rondom je en alles te bezitten wat je bezitten kunt: je meisje!”

Het Vrijbroekpark is een groene long van 50 ha, gelegen aan de rand van de stad Mechelen.

06-07-2011 om 06:47 geschreven door uw neef


>> Reageer (0)



Zoeken in blog


Archief per week
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 15/08-21/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 16/05-22/05 2011

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!