Nonkel Franseken
22 Februari 1919 - 3 November 2002
06-09-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Boom, Februari 1942 (apart briefje)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

“Eén der ergste zaken die ons overkomen konden is nu opgedaagd. Vader is ziek te bed. Het zijn erg droevige dagen voor ons allen. De oorlogstijd, het dure, bijna onmogelijke leven en dan nog een zware ziekte daarbij. Vader was al veertien dagen niet goed maar zou van ’t bed-blijven niet weten. Hij zorgde voor Anna de Coeseman omdat hij er zo’n meelij mee had en nu bleef hij zelf liggen. Op den nacht van zondag op maandag moest moeder ‘s nachts al opstaan en zorgen voor vader. De ziekte was gemeend en Dr. Cuyckens stelde een zware kou- bronchit vast. Zo gaan de dagen in een dubbele triestheid verder en het door-en door slechte weder betekent voor den zieke zeker geen vooruitgang. Vader werd gespoten voor zijn luchtpijpen vrij te maken (ephidrine) dat gaf hem ook voor zo lang het mocht duren wat rust. En het hart klopte alzo wat regelmatiger. Dat hart is heel en gans slap en werkt heel moeilijk. Vader weet dat zelf. Deze laatsten nacht had hij gedroomd dat hij dood was zei hij en nu zelf konstateerde hij dat z’n hart niet al te bestig meer mee wilde.
Zoals ik dikwijls in mijn dagboek schreef is vader heel en al dezelfde van mij. Onze gedachten koncentreren zich geweldig met elkaar. Soms botsten we maar de verstandhouding werd steviger omdat vader en ik elkaar begrepen. Nu weer komt het tot uiting. Vader verzweeg altijd dat het hem slechter ging. Ik vat z’n gedachten. Ik ook zou in zijn geval hetzelfde hebben gezegd. Maar ik weet nochtans dat vader héél héél ziek is. Nu kan hij niet meer goed blijven liggen. De rug doet hem pijn. Hij wordt heel moeilijk te hanteren en z’n ogen volgen ook de minste beweging en het kleinste woordje vat hij op. Gisteren zei hij nog dat ik het niet al te triestig moest opnemen. ´Triestig maak je ’t maar als je wilt, je moest eens zien als ik moest uit mijn bed zijn dan weet je niet eens dat ik ziek was` en zo is vader.

Het zijn heel droevige uren, moeder bijzonder lijdt er onder. Zij slaapt in de voorplaats op een divan. Maar al de zorgen en kommer rusten alweer op heren. Dan is ook Theo, al is hij zo artistiek, zo toch te benijden en kan ik, al maak ik kabaal, het wel aannemen dat het een gevaarlijke ouderdom tot begrijpen is. Van mij zelve merkt men dat het niet goed is bij mij tehuis al wil ik het ook zo licht mogelijk schikken en betrouw ik op God…

Verder hebben we de droevige dagen van nonkel Frans zijn begrafenis. Nonkel Frans stierf op 14 februari in ’t gasthuis van Antwerpen als slachtoffer van een arbeidsongeval. De man had een schone begrafenis. Maar het was buitengewoon koud, broer en ik namen er aan deel.

Het weer blijft deze dagen vreselijk koud. Een strenge winter en de mensen lopen achter kolen als waanzinnigen.”
Met nonkel Frans wordt hier Frans Van Cammeren (1878-1942) bedoeld, eigenlijk een stiefnonkel. Hij is één van de twee voorkinderen van Anna Catharina Van Herck, door grootvader Gommaar Van Cammeren erkend bij zijn huwelijk met haar.

Die Nonkel Frans werkte op een steenbakkerij en werd vertrappeld door zijn paard dat panikeerde voor een losgeslagen wagonnetje.
Foto afkomstig van www.tenboome.be

06-09-2011 om 16:03 geschreven door uw neef


>> Reageer (0)
09-09-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.8 Maart 1942 “Zondag. Marsj naar Schelle...

Dillie en ik gaan tot bij Leonie. Leonie is alleen thuis. De Lowie is een zeer sappige kerel. We eten koekengebak met tas kakao. Het doojt. Er is zonneschijn en goed weer. Het ijs rijst van de daken. We eten karamellen van 12 centiem d’honderd gram… Jef komt thuis uit Hamburg (er is niet veel).”
Leonie Van Cammeren (1895-1987) is een nicht van de vader van Frans en woont in Schelle.

Boom, Maart 1942 (apart briefje)

“Il pleut, mais le bonheur me sourit … Je me moque de la pluie. Het regent maar of het geluk ons toelacht betwijfel ik sterk. Oorlogstijd is synoniem van ongelukstijd. De maand maart die ons op 21 de lente bracht schenkt wisselvallig weer. Niet goed voor vaders gestel en de poederbranderij houdt dan ook bijna niet op. Dat ziek zijn blijft in ons huishouden een spijtig licht brengen. We hebben wel wat hoop in vaders toestand, maar als ik moeder soms hoor over slechte nachten en altijd door poeder branden dan komt er weer altijd zo’n wasem van meer terneergeslagenheid over allen. Gezondheid is toch rijkdom!!!

Gaarne zou ik zingen: je me moque de la pluie, maar eerst kunnen…

De materiële kant valt alweer zwaar te slikken. Ik heb Dillie voor de grootste verlichting fel te danken. Dat meisje staat me in alles zeer na bij en ik respekteer dat ook ten volle. Naast de gehechtheid van ons beide hebben we nog een onuitsprekelijke vriendschap ten bate van ons van de broer en zus uit het Antwerpse. In moeilijke momenten helpt Julian. Een paar woorden van hem geven me moed. Hij is zo’n speciale kerel die recht door zee gaat. Ik zie dat uitkomen voor zijn eigen idee doodgaarne bij hem. Hij is een wilskrachtig jongeman. Bij hem heb ik velerlei gedachten opgedaan die me veel van pas kwamen en z’n praktiesen zin heeft, naast mijn eigen zenuwachtigheid, altijd veel leskens afgedwongen. Zo was het bij ’t leger en zo ging het bij ons in Vlaandren.

Mit ook is een zeer aangenaam meiske. Ik heb achting voor heren en een oneindige sympathie. Het lachend optimisme en de gezonde kijk op zaken die heren eigen zij, staan haar wonderwel, ze is net een heel mooie vlinder die bij de minste zonnegoedheid door ’t hemelblauwe fladdert. Ja, Mitteke is een goeie vriend. Soms heb ik me zelf als eens afgevraagd of dat ik ten opzichte van heur geen liefde koester. Das raar maar dat is zo’n soort van liefde die niet te verklaren is. Het is meer dan sympathie, veel meer. Maar echte vriendschap is het toch wel. En ik hou van Julian ook wel en daarom ook van Mit. Vrienden, ware vrienden zijn het beiden.

We zijn over dezen tijd ietwat tevreden. Omdat ik nu een beetje geld verdien plus onzen Theo. We moeten zo ons plan trachten te trekken en zijn nog kontent als we thuis mogen blijven, in eigen sfeer.

Men brengt ons ook nieuws over het tewerkstellen van ouderen en niet-werkenden. De jongere elementen zouden een gepasten stiel aanleren. In Nederland spreekt men over te studeren in Hannover. In Frankrijk om als boer te gaan naar Oostland. Zo krijgen we de variëteit aan nieuws en het doet ons denken op het invallen van het briefke van de werkbeurs. Wat er ook van zij, als God ons maar behoede van elk kwaad.

Verder is Jef dus thuisgekomen. Hij was al in de keuken zonder dat wij er van wisten. Jef bracht niet veel mee naar ’t schijnt. Hij heeft ook zijn vrij-papieren maar wat of hij doen zal weten we niet eens van allemaal!

Wat het eten aangaat: de boter is in rantsoenhoeveelheid geweldig gedaald. We kregen 60 gram. Je hoort mensen praten en je hoort verscheidene opinies. De ´woekerhandel`vraagt reeds 300 frank voor een kilo boter. Het kan ons niet raken want zoveel geld om het daaraan te besteden bezitten we niet eens.

Onze melk is ook tegengeslagen. Eén keer reed ik naar Antwerpen en haalde en paar liter. Dan was ’t gedaan. Moeder haalt nu om de week een liter naar onze melkboer van vroeger…

In deze week schreef ik naar Bilzen en kreeg een sappig briefke weer. In Bilzen verhuisden ze. Het huis van moeder werd gekocht. Als ik aan Bilzen denk is het nog steeds met weemoedigheid en een bijtend, onverklaarbaar heimwee. Het zijn er toch doorbrave mensen ook!

Ook schreef ik naar Vlijtingen en Loksbergen. Tot heden nog geen antwoord…"

De vrijwillige en verplichte tewerkstelling
(bron: http://users.skynet.be/luc.sadones/Geschiedenis/VerplichteTewerkstelling/VTFeiten.htm)

Bij het begin van de bezetting was de werkloosheid massaal: ongeveer 500 000 personen, d.i. 25 % van de beroepsbevolking, hadden geen werk in augustus 1940.  De massale terugkeer van krijgsgevangenen en vluchtelingen, het ontredderde industriële apparaat, het gedeeltelijk verwoeste wegennet en de ontwrichte grondstoffentoevoer waren hiervan de oorzaak.  De Militärverwaltung zag in deze werkloosheid een potentiële bron van onrust en een bedreiging voor het herstel van de zo noodzakelijke oorlogsindustrie.  Vandaar dat de bezetter reeds begin juni 1940 startte werd met een Arbeitseinsatzplan.  De Arbeitseinsatz was een typisch nationaal-socialistisch concept: centralistisch, totaal, plangeleid en daardoor in strijd met de wetten van de vrije arbeidsmarkt.  Het doel was tweeledig: de werkloosheid oplossen en het arbeidsaanbod stimuleren ten dienste van de oorlogseconomie, waarbij het tweede luik vrij vlug het belangrijkste werd.  De Duitse overheid stimuleerde het bedrijfsleven en organiseerde de wederopbouw.  Bovendien nam zij het heft in eigen handen: Luftgau, Kriegsmarine en vooral de Organisation Todt wierven massaal aan om militaire verdedigingswerken te bouwen en te onderhouden.  Op 1 november 1941 stelden deze organisaties 152 000 Belgische arbeiders tewerk, in België en Noord-Frankrijk.

Bij het begin van de Arbeitseinsatz werd de tewerkstelling op vrijwillige basis georganiseerd.  Via de Nationale Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Toezicht (NDAT) ronselde de Gruppe VII-Arbeitseinsatz van de afdeling Economie van de Militärverwaltung arbeiders voor Duitsland.  Een intensieve propagandacampagne in de arbeidsbureaus en de collaboratiepers trachtte de Belgen warm te maken voor het opzet.  Bij het begin was de actie een relatief succes: aangetrokken door de hoge lonen in Duitsland, de werkloosheid en de armoede in België en de beloofde sociale voordelen, vertrokken tot december 1941 circa 90 000 arbeiders “vrijwillig” om den brode.  Slechts een kleine minderheid van de arbeiders waren Nieuwe-Orde-aanhangers die zich geroepen voelden om uit idealistische overwegingen hun diensten aan te bieden in den vreemde.

Maar vrij vlug bekoelde het enthousiasme wegens het niet naleven van de vooropgestelde verbintenissen door de Duitse werkgever.  De lonen waren lager en werden onregelmatig doorgestuurd naar België; de arbeidsduur was langer dan afgesproken en de beloofde verlofregeling werd niet gerespecteerd; de arbeidsvoorwaarden waren soms slechter dan voorgesteld.  Protest van de Militärverwaltung tegen deze gang van zaken bij de diensten van Sauckel in Berlijn, kon het tij niet doen keren.   Het werd snel duidelijk dat de vrijwillige tewerkstelling niet voldoende was om aan de noden van de Duitse oorlogsmachine te voldoen.

Over het aantal arbeiders dat vrijwillig naar Duitsland trok zijn de meningen verdeeld.  Realistische ramingen houden het bij 200 000 Belgische arbeiders die vrijwillig dienst namen in het Reich. De documenten PS 1323 en 208 van het proces van Nürenberg geven 212 903 tewerkgestelden voor het jaar 1941.

Reeder, de commandant van de Verwaltungsstab, was niet te spreken over de vele problemen die zich voordeden bij de rekrutering van vrijwillige arbeiders. Schultze, de vertegenwoordiger in België van de Arbeitseinsatz, drong reeds vanaf augustus 1940 aan op sancties tegen werklozen die weigeren vrijwillig naar Duitsland te gaan.

Op 6 maart 1942 werd de arbeidsverplichting in België en Noord-Frankrijk ingevoerd, zeer tegen de zin van de Secretarissen-Generaal.  Verwilghen, Secretaris-Generaal voor Sociale Zaken, neemt ontslag uit protest.  Het Hof van Cassatie, de hoogste rechtbank, veroordeelt de ordonnantie als strijdig met de Conventie van Den Haag.  De Duitsers zetten echter door: volgens de Militärverwaltung had de maatregel alleen de asociale elementen op het oog die zich onttrokken aan de dienstbaarheid aan de gemeenschap en de strijd tegen het Bolsjewisme.  Bovendien werden een aantal “begeleidende” maatregelen genomen om het succes van de acties te verzekeren: niet-kriegswichtige  bedrijven worden gesloten; er mochten geen “nutteloze” bedrijven meer opgericht worden; er kwam verplicht zondagswerk in de mijnen; werkbekwame behoeftige verloren hun sociale uitkeringen.  De arbeidskrachten die zo vrij kwamen, en die niet bereid waren om dienst te nemen in Duitsland of bij de Organisation Todt  werden verplicht tewerkgesteld in België en Noord-Frankrijk, op speciale werven, tegen 85 % van het minimumloon.

09-09-2011 om 09:53 geschreven door uw neef


>> Reageer (0)
20-09-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.9 April 1942 “Donderdag. Het begin van een drama. We leven in afwachting.”
Klik op de afbeelding om de link te volgen

16 April 1942 “Donderdag. Spanning. Ik ben nog steeds vol vraagtekens. Ik vraag niks dan dat er opheldering kome. Zou er geen oplossing komen ?”

 

Boom, April 1942 (apart briefje)

“Deze grillige maand heeft heur naam niet verloren gekregen. Dat is bewezen. Het weer bracht veel wind, weinig zon en een portie regenwater. Dat heet Aprilse grillen.

Het humeur van ons mensen is ook grillig. Geweldig. Dat staat bloot aan elke weersgesteldheid. Op’t werk is de rekening er. Buiten ’t werk de zorg om eten.

’s Nachts komen de Tommies en de Duitsers zorgen voor knap vuurwerk dat de lui doet sidderen van plezier in hun bed.

Benevens dit alles is er een kapitale zaak. In de Larousse vind ik: menstruer. Heerlijke, harmonieuse woorden. Ze klinken als zilveren klokken maar eer dat ze bing-bangelen is er tijd nodig. Heel veel tijd. Die tijd hoeft danig verstandig doorgebracht en idiote te ver drijvende gevaarlijkheden hoeven ter zij gelaten. Moeilijk is het! Maar des te aangenamer als je de fijne klokjesklank in je brein voelt klinken.

Filosofie in ’t begin der grillenmaand.

Vandaag trouwen er veel paartjes. De Aankondiger van Boom hoeft een blad meer uit te geven doordat ze te veel lijntjes moest bezigen voor huwelijken. Vrienden trouwen: Lowie van ’t kotje, de Swa van Wiske en De Gaston. Wat een massa, wat een galanterie!

De Gaston zijn wijf, die plezante van krollemie heeft een pees verrokken. Ze gaat met ’n bamboe. En de Swa van Wiske is de grootste sukkelaar. Hij vertrekt maandag al naar Duitsland en zijn vrouw schonk hem met de gauwte een jonge zoon juist den dag voor hun huwelijk. Schoon affaire, zeg, maar heel treurig voor dezen die hem beleeft.

Het is den getrouwden mens die met overtuiging kan beweren dat het bij hem niet voorvallen zou en dat hij karakter en zij moed heeft. Maar die misschien op den drempel gestaan hebben van heel anders te zijn. Gelukkig dat er een stuk of wat mensen gevonden worden die dat met een eerlijk oog durven bezien. In feite zijn we daar nog geen steek verder mee want…

Realiteit: de realiteit is datgene wat vaak het meest geweigerd wordt en dat het delikaatst en meest broos is. Het is datgene raak is en meest treft en waarom me het liefst ons mondje houden. En tenslotte buigt eenieder voor de waarheid want tegenover de waarheid haalt men ’t niet. Ineens barst het!

14 April is de verjaardag van Dillie en van broer. Het is een merkwaardige dag t.t.z. dezen dag behoort zeker al tot de reeks onevenwichtige soorten die me zenuwziek en bijna suf den worden.

Het is een ziekelijke periode bij Dillie. Op donderdag 9 April zou Dillie’s vakantie daar moeten zijn. Ze is ten achter en we zijden het aan de zondag voor de week der vakantie toen ik zo plots bij heur ben weggegaan en toen heeft ’t meisje gerild. Ze had zo’n drollig voorgevoel en nu konstateren we dat we een van de akeligste tijdperken doorspartelen die we als jong mens al ontmoetten.

Ten opzichte van moeder ben ik altoos openhartig. Ik wou heur ’t al zeggen maar als ik heur blik zie, als ik in heur ogen kijk heb ik er genoeg van en doet er me iets altijd zwijgen en wachten tot morgen. Het is misschien dan ook niet nodig dat ik nog iemand méér betrek in die gruwelperiode en dat vieze wachten op iets dat je toch niet betwijfelt weg te blijven en waar je toch bang van hebt op grote schaal.

Verleden zondag gingen we naar Schelle naar Frans en Leonie. Het waren gezellige uurtjes al was ik door m’n geweldige zenuwachtigheid en mijn gedurig prakizeren niet al te goed. De toestand voor gehuwden is zeker erg…

’s Avonds kuieren we efkens door Niel, ’t was kermis. In Niel wordt er ook gedanst. We waren in een café of 2. Alles proppens vol.”

 

19 April 1942 (2de apart briefje)

“Ontspanning! Ja, zeker! Ik adem eens diep vooraleer ik begin te kribbelen. Ik adem eens diep om m’n ideeën bijeen te franselen. Ik adem eens diep om eens naar waarheid, raak en juist te weten vertellen hoe de gewenste ontspanning kwam.

Ze kwam opeens, zonder inleiding, verrassend! Maar kontent dat ik was, ongelooflijk!’

Zondag 19 April was de gewichtige dag.

’s Morgens vroeg uit de veren om naar d’ achturenmis te gaan. Wat heb ik daar vurig gebeden. Echt en gemeend. In den nood staat een mens nauwe bij God.

Na de mis was er wit brood maar ik at niet. Dan bad en daarna Nonkel Bert om eieren. Ik kreeg ze aan 5 frank. Ik ben tevree daarover. Dan ga ik tot bij Dillie, ik bezie heur wezen. Het zegt me niks nieuws. Ik zwijg, zij ook, dus…

Ik speel klarinet hetgeen mijn zinnen verzet. Daarna lees ik het potige boek van Felix Timmermans ´Boerenpsalm`. Een leuk boek. Zo opmonterend en eklatant als ’t groot is. ’t Geeft zo wat zon in een bewolkte hemel!

Dan lopen we naar den tram van 12h55. We zitten gepakt als haringen. Ik praat over koetjes en kalfjes aan Dillie maar raak ons delikaat onderwerp niet eens een sekonde aan. Dat was heel natuurlijk goed voor Dillie’s manoeuver. Maar… we raken bij de vrienden.

Goede God! Een vriendenhart is altoos zo zeer konsekwent dat het ook maar zijn kan en we waren nog niet in den gang van nr. 44 Borgerhout of Julian zei al lakoniek en welklinkend: ´Wat een gezicht trekt gij nu zeg ?` Dat kan een vriend, een echte vriend alleen. Die tast op een millimeter na je gevoelens en die meet zonder het te voelen je harteklop.

Dat is niet al, ook de mamie en de papie van Maria konstateerden m’n vieze tronie. Doch werkte ik dat min of meer weg onder een paar schertsende klanken en wat gemoedelijk praten zoals ze je daartoe noodzaken in zo’n fris heerlijk milieu als bij Mit.

Maar Dillie profiteerde van elke second en ze fluisterde Julian en Mit wat in ’t oor. Ik wist van niks en daarna zijn we op tourné gegaan door de drukke Antwerpse straten.

Verloren loop je tussen de mensen. Doch is me dat hartelijke Antwerpen van vroeger weer sympathiek geworden en houd ik er van om onder de vrienden wat rond te klawieteren en hier en daar hoogst zakelijk voor een vitrine te blijven hangen en onder de stiekeme drukte van dezen tijd als goede huisvader te handelen.

Maar, o wee, de meiskens hangen voor de modeshow, hangen voor de winkels waar schoenen van de nieuw orde prijken. Maar ze blijven ook staan voor winkels van kindergoed en breiwol en allerlei zaken die een kinderkorf aangaan. Wel das wel te kras. Proficiat, jullie!!!

We kunnen ze met hand en tand er weg trekken…
In ´veni-vidi-vinci` het café op ’t hoekske op ’t terras waar alles wat naar ’t stad ruikt daar is ’t gekomen. Ja, onverwacht maar onverbiddelijk. D’ één keek naar d’ ander en d’ander naar d’ één. Ik keek naar allen en allen naar mij. En dan zei Mit: ´Toe, zeg ’t hem maar, anders sterft dat jonk nog.` ´Ja, vriend` zei Dillie, ´’t Is zo!`. Ik zuchtte. Ik ging de lucht in juist zoals als die balonnen die die vent juist toen droeg. Ze zouden de lucht in gaan als ze van ’t koordeken en de stok los konden. Alles werd paars, geel, blauw en rood. Wel was me dat een ontploffing. God dank! De volgende pint smaakte eens zo zoet. ’t Was die van Dillie, daar was roje groseil in. Zoet als honing. Dat was de kloe van al die maanden oorlog!

Toen we eens flink gelachen hadden met het ´paradijs der jonggezellen` regende ’t als we terugkwamen. Verder hadden we een gezellige en doorgelukkige dag die we nooit of nooit vergeten. We geraakten goed aan wal en zo liep 19 April als dag van ´volledige ontspanning`…”
Frans beleeft enkele bange weken wegens het uitblijven van de maandstonden van zijn vriendin.
Er wordt veel gehuwd als anticipatie op de verplichte tewerkstelling daar gehuwde vrouwen niet in aanmerking werden genomen.

20-09-2011 om 11:27 geschreven door uw neef


>> Reageer (0)
27-09-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Boom, Mei 1942 (apart briefje)

“De meimaand is de heerlike vertolking van jeugddromen en schitterende sprookjesgedachten. De Meimaand is de maand van Ons Lieve Vrouwken. De kapellekens zijn versierd met duizend kleuren en de banden papier en zilveren bollen en allerlei slierten zijn een bonte wemeling van eergetooi. Dat is het bewijs dat de mensen Maria nog niet vergeten zijn en er in het diepste van hun hart een zweem liefde overblijft voor de Heilige Moeder.

De Meimaand is er des te schoner in betekenis door. Al het groen herleeft. Alles is als statievol. Ik geniet er van als ik er eens op los pedaal. Zo gingen we op zondag 10 Mei naar Booischot.

Het was een fijne reis en we hadden een knap weer. Het was zo echt lekker en om van te genieten. Dat deden we dan ook. We vertrokken rond 9 uur te Boom en we waren, mits in ’t groen en op een terras te blijven haperen, rond 12 uur bij de familie. We gingen van daar op Houtvenne af om ons aardappelkontrakten te laten in regel brengen. Dat liep goed af en we aten eens dapper. Smakelijk!!!

Zeker en vast was het mijn grootste hoop dat het den komende zondag ook zo goed mocht wezen. Sint Antonius is het ideaal plekje en de zomer van het verlopen jaar is het weer niet schitterend geweest en we zouden veel meer kunnen genieten hebben. Nu zouden we alvast onze schade moeten inhalen.

De Meimaand: ziekte!

Ons Theo viel er alweer bij. Is er iets te pakken dan pakt hij het. Hij heeft in ’t hoofd gesukkeld en dan de keel. Dr. Jacquet kwam er bij te pas en dusdanig heeft hij alweer wat verlet op ’t werk en slikt hij pillekes en drinkt fleskes. In de Plaza droeg hij voor. Hij deed het goed zo zegt men. Ja, ambitie genoeg voor alles voor het goeie en het kwaje. Maar tenslotte is het en blijft het ons Theo met z’n apart karakter dat ik soms als een groot vraagteken op me zie laten. Was hij nu maar rap weer hersteld want d’ ouders zitten er mee.

De familie van Polientje is ook altijd bij de kwalen present. Kristienne is ook een sukkeltje. Dat kind mankeert vlug wat. Spijtig want Maria doet er ook zo heur best voor. Maria zei: ´Ons Martha en ons Mariette bezien een kind hebben nog altijd zo van de ideale kant maar als je dat schaapje daar zo ziet liggen dan is het een heel andere kijk want kinderen hebben is een heel moeilijk en veeleer ondankbaar werk.`

O, heerlijke moederschap! Dromen van een jong meiske! Ontboezeming van een minnend paar! Lyriese bezwijking van een dichter! De kreet in een moederhuis! Amen.

In de kinema te Mechelen, toen we soldaat waren, kregen we een super film te zien dat we er bijna stiepel van werden. Het begin was: ´Mei… tijd van gemakkelijke veroveringen.` We zagen een park, een bankske, een soldaat…

Wat den oorlogstoestand betreft krijgen we weinig nieuws… De toestand wordt nijpender en dat weten we ook aan den buik. We zijn nog niet van de slechtsten maar we konstateren toch dat er geen vooruitgang is. Ook is de inspanning om aan eten te geraken nog 100% verhoogd. Dillie staat ons daarin goed bij. Als is het voor dat meiske soms ook een heel netelige positie. Maar ik bedank heur ten allen kant. Dillie is nu tevreden over heren Frans. Ik kan ook niet genoeg doen om mijn fout ietwat te herstellen, die fouten van verlejen jaar, laten we daar over zwijgen.”

Polientje is de volksnaam voor Maria Paulina Veeckmans (1881-?) en zus van Anna Maria Veeckmans, echtgenote van Karel Augustijn Van Cammeren (1887-?), een andere stiefnonkel van Frans. Maria (1911-?) is een dochter van Polientje, Martha (°1914-2011) ook.

 

27-09-2011 om 16:50 geschreven door uw neef


>> Reageer (0)
07-10-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Boom, Juni 1942 (apart briefje)

“Nadat de Meimaand ons een paar dagen mooij weer gaf is de zon zoek geraakt. Regen en kilte brengt Juni. Toch trapten we zondag 14 Juni naar Sint Antonius voor d’ eersten keer. Het was er zoals ’t moest zijn: aangenaam en varieerend. We kwamen na een zeer gelukkig verlopen reis behouden aan wal rond half elf. Al van de maand tervoren hadden we afspraak om naar ’t Kempenland te stevenen maar altijd tegenslag. Nu is ’t er eindelik van gekomen en we beklagen ons geenszins onze heerlijk verlopen reis.

Deze maand brengt ons een nieuwe dosis wendingen. We vatten de ernstige lust op om naar de KNS te gaan. Ze voeren op: Kommedianten Revue. ’t Moet prachtig zijn. Misschien zie ik het als alles goed en wel meevalt.

Verder is moeder aan de ziekelijke zijde geraakt. Ze heet een week getornd en dan bleef ze zitten met reumatiesme in den voet. Het betert nu toch wel. Vader is door dit slechte regenachtige weer niet gezond. Het is voor hem zeer lastig.

Nu gaan de oude petaten afgedaan hebben en we geraken stilaan aan onze laatste. Nu moeten de nieuwe maar vlug daar zijn want we wachten. Die petatenkwesties zijn er van het leven want nu zit Peet als zonder petaten en ze stelt zich met een rogge boterham tevree ’s middags en daar een bord bier-waterpap bij. Het zijn rare toestanden om nooit te vergeten.

Het is wel een door en door moeilike tijd ook. Ik trap al eens naar Breendonk. Ik praat gaarne over zaken en nu leverde ik toch al weer een zeemvel. Het één plezier is het andere waard. De schone zeemvellen gaan tot  frank voor een normaal grootte.

In de familie is er één die alweer de beste zaken drijft en dat is nonkel Bert. Zaligheid wie met hem in aanraking komt. Pluimen doet hij elk kieken. En hij laat zich door niemand vangen. Hij levert dan ook alles wat je hebt te verlangen. Maar toch hebben we geen klagen en zeker van tantje Anna niet die ons aldoor heeft weten bij te staan.

We kunnen dezen tijd de mensen moeilik kennen. We hebben nog al een talrijke vriendenschaar maar er is dan ook verschil in vriendschap…

Ik heb sandalen gekocht en een lichte regenjas. Ik ben daar zeer gelukkig mee.

Er is dan ééne die me bijzonder bijstaat en dat is Dillie. Dat weet ik en onthoud ik. Dillie is ook iemand die voor heur danige goedheid alleen maar wat inschikkelijkheid wilt en een portie genegenheid van mijnentwege. Ik wil heuren dat dan ook graag geven als is Frans soms een zeer ongenaakbaar individu.

Nu maakte mijn meisje weer een frakske voor op de fiets. Een zeer mooij model en ik dank Dillie. Dat is ook een van heuren grootste pleziertjes mij er knap te zien voorkomen. Ik op d’ eerste plaats en dan heuren zelve…”
Nonkel Bert heet officieel Jan Albrecht Michiels (1901-1966). Hij is een broer van de moeder van Frans. Hij en zijn vrouw Anna Jozefina de Bruyn (1904-1997) hebben een soort drogisterij en doen gouden zaken o.a. met de verkoop van zeemvellen.

07-10-2011 om 10:05 geschreven door uw neef


>> Reageer (0)
11-10-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Boom, Juli 1942 (apart briefje)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

“Het einde van Juni was heel verschrikkelek. Onze kleine, lieve Walter (foto) stierf. Op 25 Juni 1942 te 21/2 uur namiddag is dat guitig, fijn ventje van ons weggesleurd. Het is zo plotseling uit ons leven gebannen en alle ogen zijn vragend gericht naar den hemel of dat het hier wel een noodzaak gold om onze Walter van ons weg te halen. In onze ogen waren tranen. Ik heb die kleine gezien op zijn ziekbedje. Veel heeft hij gelejen om zo’n klein pagadderke te zijn. Zijn moeder heeft zeker heur part daarmee gehad en alles is zo rap gebeurd. Donderdag’s zaagt ge ’t al dat hij te sterven lag. En het is me zo’n dwarse steek door ’t hart als ik daaraan terugdenk hoe dat ventje daar lag te hijgen en te kreunen. Zo akelig ver dat die adem ratelde en altijd regelmatig zo’n geluid als ´moe, moe, moe`. Het zijn harde noten om te kraken. Het licht in huis is uitgedoofd. De zon is weg. Al het gekweel en gespeel is doodgelopen en uitgeput, verdrietig is elk getiktak van de horloge.

We hebben de Walter naar ’t kerkhof gedragen op Zaterdag 27 Juni 1942. Het was een schone begrafenis en een grote schaar mensen vergezelde ons aller kameraadje naar zijn ruststee.

Moederharten zijn zeker hard onder den indruk geweest van die nijpende tragedie.

Ik was de vriend van onze Walter. ´Fa` zei hij, ´Fa!`Ik zie nog steeds die kinderoogjes flikkeren. Ik voel hem nog op m’n schoot. Ik hoor hem praten en tateren. Ik heb hem nog heel en gans bij me. Ik versta waarlek niet dat dit alles zo rap is gebeurd. Zo rap dat we die kleine man hoefden te missen. Het is onindenkbaar.

´Beste Walterken,

Je waart nog zo heel klein en broos in dit leven. Je had nog zo’n hopeloos gedacht hoe er de wereld uitzag. Je had een moe die voor je zorgde, je vertroetelde en bij elk zuchtje of kuchje voor jou naar de dokter liep. Je had een vader die je ook zielslief had, dat weten wij allen. Hij die voor jou ballen en speelgoed kocht en die zijn maïzena en rijst voor jou spaarde voor jouw pap, mijn kleine pagadder. Je had een schare van lui die heel en al opgingen in je wakkerheid en je levendigheid. Mensen die je allen doodgaarne zagen. Die je hadden als een meest gewenst levensgeschenk. En toch gingt ge van ons weg, kleine kerel. Toch verliet je ons! Nooit vergeven we je dat, nooit!

Je mocht honderd redenen hebben om ons zo opeens te verlaten. Dat heeft geen tel, wij hielden van jou, das al.

Walterken, als je als een engelken hier hoog bent bij onzen Lieve Heer en je ziet hier neer op dezen zotten boel vraag Hem dan eens heel beleefd of Hij er nu eens niks kan aan veranderen om hier een nieuwe geest te scheppen en opdat de mensen mekaar wat meer lief hadden.

Kleine man, wij zullen altijd op je denken als de radio speelt van ´Schenk me je glimlach, Maria Magdalena`, dan schokt het door ons heen. Rust zacht lieve jongen, allemans vriend.` 

Jef is thuisgekomen op Zondag 28 Juni, die vent verschoot zich bijna dood en heeft nogal geschreid.

Elza verjaart op 29 Juni. Voor heren kado kochten we een kader met spiegels voor de foto van ons Walterken.”

11-10-2011 om 11:14 geschreven door uw neef


>> Reageer (0)



Zoeken in blog


Archief per week
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 15/08-21/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 16/05-22/05 2011

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!