Nonkel Franseken
22 Februari 1919 - 3 November 2002
27-09-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Boom, Mei 1942 (apart briefje)

“De meimaand is de heerlike vertolking van jeugddromen en schitterende sprookjesgedachten. De Meimaand is de maand van Ons Lieve Vrouwken. De kapellekens zijn versierd met duizend kleuren en de banden papier en zilveren bollen en allerlei slierten zijn een bonte wemeling van eergetooi. Dat is het bewijs dat de mensen Maria nog niet vergeten zijn en er in het diepste van hun hart een zweem liefde overblijft voor de Heilige Moeder.

De Meimaand is er des te schoner in betekenis door. Al het groen herleeft. Alles is als statievol. Ik geniet er van als ik er eens op los pedaal. Zo gingen we op zondag 10 Mei naar Booischot.

Het was een fijne reis en we hadden een knap weer. Het was zo echt lekker en om van te genieten. Dat deden we dan ook. We vertrokken rond 9 uur te Boom en we waren, mits in ’t groen en op een terras te blijven haperen, rond 12 uur bij de familie. We gingen van daar op Houtvenne af om ons aardappelkontrakten te laten in regel brengen. Dat liep goed af en we aten eens dapper. Smakelijk!!!

Zeker en vast was het mijn grootste hoop dat het den komende zondag ook zo goed mocht wezen. Sint Antonius is het ideaal plekje en de zomer van het verlopen jaar is het weer niet schitterend geweest en we zouden veel meer kunnen genieten hebben. Nu zouden we alvast onze schade moeten inhalen.

De Meimaand: ziekte!

Ons Theo viel er alweer bij. Is er iets te pakken dan pakt hij het. Hij heeft in ’t hoofd gesukkeld en dan de keel. Dr. Jacquet kwam er bij te pas en dusdanig heeft hij alweer wat verlet op ’t werk en slikt hij pillekes en drinkt fleskes. In de Plaza droeg hij voor. Hij deed het goed zo zegt men. Ja, ambitie genoeg voor alles voor het goeie en het kwaje. Maar tenslotte is het en blijft het ons Theo met z’n apart karakter dat ik soms als een groot vraagteken op me zie laten. Was hij nu maar rap weer hersteld want d’ ouders zitten er mee.

De familie van Polientje is ook altijd bij de kwalen present. Kristienne is ook een sukkeltje. Dat kind mankeert vlug wat. Spijtig want Maria doet er ook zo heur best voor. Maria zei: ´Ons Martha en ons Mariette bezien een kind hebben nog altijd zo van de ideale kant maar als je dat schaapje daar zo ziet liggen dan is het een heel andere kijk want kinderen hebben is een heel moeilijk en veeleer ondankbaar werk.`

O, heerlijke moederschap! Dromen van een jong meiske! Ontboezeming van een minnend paar! Lyriese bezwijking van een dichter! De kreet in een moederhuis! Amen.

In de kinema te Mechelen, toen we soldaat waren, kregen we een super film te zien dat we er bijna stiepel van werden. Het begin was: ´Mei… tijd van gemakkelijke veroveringen.` We zagen een park, een bankske, een soldaat…

Wat den oorlogstoestand betreft krijgen we weinig nieuws… De toestand wordt nijpender en dat weten we ook aan den buik. We zijn nog niet van de slechtsten maar we konstateren toch dat er geen vooruitgang is. Ook is de inspanning om aan eten te geraken nog 100% verhoogd. Dillie staat ons daarin goed bij. Als is het voor dat meiske soms ook een heel netelige positie. Maar ik bedank heur ten allen kant. Dillie is nu tevreden over heren Frans. Ik kan ook niet genoeg doen om mijn fout ietwat te herstellen, die fouten van verlejen jaar, laten we daar over zwijgen.”

Polientje is de volksnaam voor Maria Paulina Veeckmans (1881-?) en zus van Anna Maria Veeckmans, echtgenote van Karel Augustijn Van Cammeren (1887-?), een andere stiefnonkel van Frans. Maria (1911-?) is een dochter van Polientje, Martha (°1914-2011) ook.

 

27-09-2011 om 16:50 geschreven door uw neef


>> Reageer (0)
20-09-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.9 April 1942 “Donderdag. Het begin van een drama. We leven in afwachting.”
Klik op de afbeelding om de link te volgen

16 April 1942 “Donderdag. Spanning. Ik ben nog steeds vol vraagtekens. Ik vraag niks dan dat er opheldering kome. Zou er geen oplossing komen ?”

 

Boom, April 1942 (apart briefje)

“Deze grillige maand heeft heur naam niet verloren gekregen. Dat is bewezen. Het weer bracht veel wind, weinig zon en een portie regenwater. Dat heet Aprilse grillen.

Het humeur van ons mensen is ook grillig. Geweldig. Dat staat bloot aan elke weersgesteldheid. Op’t werk is de rekening er. Buiten ’t werk de zorg om eten.

’s Nachts komen de Tommies en de Duitsers zorgen voor knap vuurwerk dat de lui doet sidderen van plezier in hun bed.

Benevens dit alles is er een kapitale zaak. In de Larousse vind ik: menstruer. Heerlijke, harmonieuse woorden. Ze klinken als zilveren klokken maar eer dat ze bing-bangelen is er tijd nodig. Heel veel tijd. Die tijd hoeft danig verstandig doorgebracht en idiote te ver drijvende gevaarlijkheden hoeven ter zij gelaten. Moeilijk is het! Maar des te aangenamer als je de fijne klokjesklank in je brein voelt klinken.

Filosofie in ’t begin der grillenmaand.

Vandaag trouwen er veel paartjes. De Aankondiger van Boom hoeft een blad meer uit te geven doordat ze te veel lijntjes moest bezigen voor huwelijken. Vrienden trouwen: Lowie van ’t kotje, de Swa van Wiske en De Gaston. Wat een massa, wat een galanterie!

De Gaston zijn wijf, die plezante van krollemie heeft een pees verrokken. Ze gaat met ’n bamboe. En de Swa van Wiske is de grootste sukkelaar. Hij vertrekt maandag al naar Duitsland en zijn vrouw schonk hem met de gauwte een jonge zoon juist den dag voor hun huwelijk. Schoon affaire, zeg, maar heel treurig voor dezen die hem beleeft.

Het is den getrouwden mens die met overtuiging kan beweren dat het bij hem niet voorvallen zou en dat hij karakter en zij moed heeft. Maar die misschien op den drempel gestaan hebben van heel anders te zijn. Gelukkig dat er een stuk of wat mensen gevonden worden die dat met een eerlijk oog durven bezien. In feite zijn we daar nog geen steek verder mee want…

Realiteit: de realiteit is datgene wat vaak het meest geweigerd wordt en dat het delikaatst en meest broos is. Het is datgene raak is en meest treft en waarom me het liefst ons mondje houden. En tenslotte buigt eenieder voor de waarheid want tegenover de waarheid haalt men ’t niet. Ineens barst het!

14 April is de verjaardag van Dillie en van broer. Het is een merkwaardige dag t.t.z. dezen dag behoort zeker al tot de reeks onevenwichtige soorten die me zenuwziek en bijna suf den worden.

Het is een ziekelijke periode bij Dillie. Op donderdag 9 April zou Dillie’s vakantie daar moeten zijn. Ze is ten achter en we zijden het aan de zondag voor de week der vakantie toen ik zo plots bij heur ben weggegaan en toen heeft ’t meisje gerild. Ze had zo’n drollig voorgevoel en nu konstateren we dat we een van de akeligste tijdperken doorspartelen die we als jong mens al ontmoetten.

Ten opzichte van moeder ben ik altoos openhartig. Ik wou heur ’t al zeggen maar als ik heur blik zie, als ik in heur ogen kijk heb ik er genoeg van en doet er me iets altijd zwijgen en wachten tot morgen. Het is misschien dan ook niet nodig dat ik nog iemand méér betrek in die gruwelperiode en dat vieze wachten op iets dat je toch niet betwijfelt weg te blijven en waar je toch bang van hebt op grote schaal.

Verleden zondag gingen we naar Schelle naar Frans en Leonie. Het waren gezellige uurtjes al was ik door m’n geweldige zenuwachtigheid en mijn gedurig prakizeren niet al te goed. De toestand voor gehuwden is zeker erg…

’s Avonds kuieren we efkens door Niel, ’t was kermis. In Niel wordt er ook gedanst. We waren in een café of 2. Alles proppens vol.”

 

19 April 1942 (2de apart briefje)

“Ontspanning! Ja, zeker! Ik adem eens diep vooraleer ik begin te kribbelen. Ik adem eens diep om m’n ideeën bijeen te franselen. Ik adem eens diep om eens naar waarheid, raak en juist te weten vertellen hoe de gewenste ontspanning kwam.

Ze kwam opeens, zonder inleiding, verrassend! Maar kontent dat ik was, ongelooflijk!’

Zondag 19 April was de gewichtige dag.

’s Morgens vroeg uit de veren om naar d’ achturenmis te gaan. Wat heb ik daar vurig gebeden. Echt en gemeend. In den nood staat een mens nauwe bij God.

Na de mis was er wit brood maar ik at niet. Dan bad en daarna Nonkel Bert om eieren. Ik kreeg ze aan 5 frank. Ik ben tevree daarover. Dan ga ik tot bij Dillie, ik bezie heur wezen. Het zegt me niks nieuws. Ik zwijg, zij ook, dus…

Ik speel klarinet hetgeen mijn zinnen verzet. Daarna lees ik het potige boek van Felix Timmermans ´Boerenpsalm`. Een leuk boek. Zo opmonterend en eklatant als ’t groot is. ’t Geeft zo wat zon in een bewolkte hemel!

Dan lopen we naar den tram van 12h55. We zitten gepakt als haringen. Ik praat over koetjes en kalfjes aan Dillie maar raak ons delikaat onderwerp niet eens een sekonde aan. Dat was heel natuurlijk goed voor Dillie’s manoeuver. Maar… we raken bij de vrienden.

Goede God! Een vriendenhart is altoos zo zeer konsekwent dat het ook maar zijn kan en we waren nog niet in den gang van nr. 44 Borgerhout of Julian zei al lakoniek en welklinkend: ´Wat een gezicht trekt gij nu zeg ?` Dat kan een vriend, een echte vriend alleen. Die tast op een millimeter na je gevoelens en die meet zonder het te voelen je harteklop.

Dat is niet al, ook de mamie en de papie van Maria konstateerden m’n vieze tronie. Doch werkte ik dat min of meer weg onder een paar schertsende klanken en wat gemoedelijk praten zoals ze je daartoe noodzaken in zo’n fris heerlijk milieu als bij Mit.

Maar Dillie profiteerde van elke second en ze fluisterde Julian en Mit wat in ’t oor. Ik wist van niks en daarna zijn we op tourné gegaan door de drukke Antwerpse straten.

Verloren loop je tussen de mensen. Doch is me dat hartelijke Antwerpen van vroeger weer sympathiek geworden en houd ik er van om onder de vrienden wat rond te klawieteren en hier en daar hoogst zakelijk voor een vitrine te blijven hangen en onder de stiekeme drukte van dezen tijd als goede huisvader te handelen.

Maar, o wee, de meiskens hangen voor de modeshow, hangen voor de winkels waar schoenen van de nieuw orde prijken. Maar ze blijven ook staan voor winkels van kindergoed en breiwol en allerlei zaken die een kinderkorf aangaan. Wel das wel te kras. Proficiat, jullie!!!

We kunnen ze met hand en tand er weg trekken…
In ´veni-vidi-vinci` het café op ’t hoekske op ’t terras waar alles wat naar ’t stad ruikt daar is ’t gekomen. Ja, onverwacht maar onverbiddelijk. D’ één keek naar d’ ander en d’ander naar d’ één. Ik keek naar allen en allen naar mij. En dan zei Mit: ´Toe, zeg ’t hem maar, anders sterft dat jonk nog.` ´Ja, vriend` zei Dillie, ´’t Is zo!`. Ik zuchtte. Ik ging de lucht in juist zoals als die balonnen die die vent juist toen droeg. Ze zouden de lucht in gaan als ze van ’t koordeken en de stok los konden. Alles werd paars, geel, blauw en rood. Wel was me dat een ontploffing. God dank! De volgende pint smaakte eens zo zoet. ’t Was die van Dillie, daar was roje groseil in. Zoet als honing. Dat was de kloe van al die maanden oorlog!

Toen we eens flink gelachen hadden met het ´paradijs der jonggezellen` regende ’t als we terugkwamen. Verder hadden we een gezellige en doorgelukkige dag die we nooit of nooit vergeten. We geraakten goed aan wal en zo liep 19 April als dag van ´volledige ontspanning`…”
Frans beleeft enkele bange weken wegens het uitblijven van de maandstonden van zijn vriendin.
Er wordt veel gehuwd als anticipatie op de verplichte tewerkstelling daar gehuwde vrouwen niet in aanmerking werden genomen.

20-09-2011 om 11:27 geschreven door uw neef


>> Reageer (0)
09-09-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.8 Maart 1942 “Zondag. Marsj naar Schelle...

Dillie en ik gaan tot bij Leonie. Leonie is alleen thuis. De Lowie is een zeer sappige kerel. We eten koekengebak met tas kakao. Het doojt. Er is zonneschijn en goed weer. Het ijs rijst van de daken. We eten karamellen van 12 centiem d’honderd gram… Jef komt thuis uit Hamburg (er is niet veel).”
Leonie Van Cammeren (1895-1987) is een nicht van de vader van Frans en woont in Schelle.

Boom, Maart 1942 (apart briefje)

“Il pleut, mais le bonheur me sourit … Je me moque de la pluie. Het regent maar of het geluk ons toelacht betwijfel ik sterk. Oorlogstijd is synoniem van ongelukstijd. De maand maart die ons op 21 de lente bracht schenkt wisselvallig weer. Niet goed voor vaders gestel en de poederbranderij houdt dan ook bijna niet op. Dat ziek zijn blijft in ons huishouden een spijtig licht brengen. We hebben wel wat hoop in vaders toestand, maar als ik moeder soms hoor over slechte nachten en altijd door poeder branden dan komt er weer altijd zo’n wasem van meer terneergeslagenheid over allen. Gezondheid is toch rijkdom!!!

Gaarne zou ik zingen: je me moque de la pluie, maar eerst kunnen…

De materiële kant valt alweer zwaar te slikken. Ik heb Dillie voor de grootste verlichting fel te danken. Dat meisje staat me in alles zeer na bij en ik respekteer dat ook ten volle. Naast de gehechtheid van ons beide hebben we nog een onuitsprekelijke vriendschap ten bate van ons van de broer en zus uit het Antwerpse. In moeilijke momenten helpt Julian. Een paar woorden van hem geven me moed. Hij is zo’n speciale kerel die recht door zee gaat. Ik zie dat uitkomen voor zijn eigen idee doodgaarne bij hem. Hij is een wilskrachtig jongeman. Bij hem heb ik velerlei gedachten opgedaan die me veel van pas kwamen en z’n praktiesen zin heeft, naast mijn eigen zenuwachtigheid, altijd veel leskens afgedwongen. Zo was het bij ’t leger en zo ging het bij ons in Vlaandren.

Mit ook is een zeer aangenaam meiske. Ik heb achting voor heren en een oneindige sympathie. Het lachend optimisme en de gezonde kijk op zaken die heren eigen zij, staan haar wonderwel, ze is net een heel mooie vlinder die bij de minste zonnegoedheid door ’t hemelblauwe fladdert. Ja, Mitteke is een goeie vriend. Soms heb ik me zelf als eens afgevraagd of dat ik ten opzichte van heur geen liefde koester. Das raar maar dat is zo’n soort van liefde die niet te verklaren is. Het is meer dan sympathie, veel meer. Maar echte vriendschap is het toch wel. En ik hou van Julian ook wel en daarom ook van Mit. Vrienden, ware vrienden zijn het beiden.

We zijn over dezen tijd ietwat tevreden. Omdat ik nu een beetje geld verdien plus onzen Theo. We moeten zo ons plan trachten te trekken en zijn nog kontent als we thuis mogen blijven, in eigen sfeer.

Men brengt ons ook nieuws over het tewerkstellen van ouderen en niet-werkenden. De jongere elementen zouden een gepasten stiel aanleren. In Nederland spreekt men over te studeren in Hannover. In Frankrijk om als boer te gaan naar Oostland. Zo krijgen we de variëteit aan nieuws en het doet ons denken op het invallen van het briefke van de werkbeurs. Wat er ook van zij, als God ons maar behoede van elk kwaad.

Verder is Jef dus thuisgekomen. Hij was al in de keuken zonder dat wij er van wisten. Jef bracht niet veel mee naar ’t schijnt. Hij heeft ook zijn vrij-papieren maar wat of hij doen zal weten we niet eens van allemaal!

Wat het eten aangaat: de boter is in rantsoenhoeveelheid geweldig gedaald. We kregen 60 gram. Je hoort mensen praten en je hoort verscheidene opinies. De ´woekerhandel`vraagt reeds 300 frank voor een kilo boter. Het kan ons niet raken want zoveel geld om het daaraan te besteden bezitten we niet eens.

Onze melk is ook tegengeslagen. Eén keer reed ik naar Antwerpen en haalde en paar liter. Dan was ’t gedaan. Moeder haalt nu om de week een liter naar onze melkboer van vroeger…

In deze week schreef ik naar Bilzen en kreeg een sappig briefke weer. In Bilzen verhuisden ze. Het huis van moeder werd gekocht. Als ik aan Bilzen denk is het nog steeds met weemoedigheid en een bijtend, onverklaarbaar heimwee. Het zijn er toch doorbrave mensen ook!

Ook schreef ik naar Vlijtingen en Loksbergen. Tot heden nog geen antwoord…"

De vrijwillige en verplichte tewerkstelling
(bron: http://users.skynet.be/luc.sadones/Geschiedenis/VerplichteTewerkstelling/VTFeiten.htm)

Bij het begin van de bezetting was de werkloosheid massaal: ongeveer 500 000 personen, d.i. 25 % van de beroepsbevolking, hadden geen werk in augustus 1940.  De massale terugkeer van krijgsgevangenen en vluchtelingen, het ontredderde industriële apparaat, het gedeeltelijk verwoeste wegennet en de ontwrichte grondstoffentoevoer waren hiervan de oorzaak.  De Militärverwaltung zag in deze werkloosheid een potentiële bron van onrust en een bedreiging voor het herstel van de zo noodzakelijke oorlogsindustrie.  Vandaar dat de bezetter reeds begin juni 1940 startte werd met een Arbeitseinsatzplan.  De Arbeitseinsatz was een typisch nationaal-socialistisch concept: centralistisch, totaal, plangeleid en daardoor in strijd met de wetten van de vrije arbeidsmarkt.  Het doel was tweeledig: de werkloosheid oplossen en het arbeidsaanbod stimuleren ten dienste van de oorlogseconomie, waarbij het tweede luik vrij vlug het belangrijkste werd.  De Duitse overheid stimuleerde het bedrijfsleven en organiseerde de wederopbouw.  Bovendien nam zij het heft in eigen handen: Luftgau, Kriegsmarine en vooral de Organisation Todt wierven massaal aan om militaire verdedigingswerken te bouwen en te onderhouden.  Op 1 november 1941 stelden deze organisaties 152 000 Belgische arbeiders tewerk, in België en Noord-Frankrijk.

Bij het begin van de Arbeitseinsatz werd de tewerkstelling op vrijwillige basis georganiseerd.  Via de Nationale Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Toezicht (NDAT) ronselde de Gruppe VII-Arbeitseinsatz van de afdeling Economie van de Militärverwaltung arbeiders voor Duitsland.  Een intensieve propagandacampagne in de arbeidsbureaus en de collaboratiepers trachtte de Belgen warm te maken voor het opzet.  Bij het begin was de actie een relatief succes: aangetrokken door de hoge lonen in Duitsland, de werkloosheid en de armoede in België en de beloofde sociale voordelen, vertrokken tot december 1941 circa 90 000 arbeiders “vrijwillig” om den brode.  Slechts een kleine minderheid van de arbeiders waren Nieuwe-Orde-aanhangers die zich geroepen voelden om uit idealistische overwegingen hun diensten aan te bieden in den vreemde.

Maar vrij vlug bekoelde het enthousiasme wegens het niet naleven van de vooropgestelde verbintenissen door de Duitse werkgever.  De lonen waren lager en werden onregelmatig doorgestuurd naar België; de arbeidsduur was langer dan afgesproken en de beloofde verlofregeling werd niet gerespecteerd; de arbeidsvoorwaarden waren soms slechter dan voorgesteld.  Protest van de Militärverwaltung tegen deze gang van zaken bij de diensten van Sauckel in Berlijn, kon het tij niet doen keren.   Het werd snel duidelijk dat de vrijwillige tewerkstelling niet voldoende was om aan de noden van de Duitse oorlogsmachine te voldoen.

Over het aantal arbeiders dat vrijwillig naar Duitsland trok zijn de meningen verdeeld.  Realistische ramingen houden het bij 200 000 Belgische arbeiders die vrijwillig dienst namen in het Reich. De documenten PS 1323 en 208 van het proces van Nürenberg geven 212 903 tewerkgestelden voor het jaar 1941.

Reeder, de commandant van de Verwaltungsstab, was niet te spreken over de vele problemen die zich voordeden bij de rekrutering van vrijwillige arbeiders. Schultze, de vertegenwoordiger in België van de Arbeitseinsatz, drong reeds vanaf augustus 1940 aan op sancties tegen werklozen die weigeren vrijwillig naar Duitsland te gaan.

Op 6 maart 1942 werd de arbeidsverplichting in België en Noord-Frankrijk ingevoerd, zeer tegen de zin van de Secretarissen-Generaal.  Verwilghen, Secretaris-Generaal voor Sociale Zaken, neemt ontslag uit protest.  Het Hof van Cassatie, de hoogste rechtbank, veroordeelt de ordonnantie als strijdig met de Conventie van Den Haag.  De Duitsers zetten echter door: volgens de Militärverwaltung had de maatregel alleen de asociale elementen op het oog die zich onttrokken aan de dienstbaarheid aan de gemeenschap en de strijd tegen het Bolsjewisme.  Bovendien werden een aantal “begeleidende” maatregelen genomen om het succes van de acties te verzekeren: niet-kriegswichtige  bedrijven worden gesloten; er mochten geen “nutteloze” bedrijven meer opgericht worden; er kwam verplicht zondagswerk in de mijnen; werkbekwame behoeftige verloren hun sociale uitkeringen.  De arbeidskrachten die zo vrij kwamen, en die niet bereid waren om dienst te nemen in Duitsland of bij de Organisation Todt  werden verplicht tewerkgesteld in België en Noord-Frankrijk, op speciale werven, tegen 85 % van het minimumloon.

09-09-2011 om 09:53 geschreven door uw neef


>> Reageer (0)
06-09-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Boom, Februari 1942 (apart briefje)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

“Eén der ergste zaken die ons overkomen konden is nu opgedaagd. Vader is ziek te bed. Het zijn erg droevige dagen voor ons allen. De oorlogstijd, het dure, bijna onmogelijke leven en dan nog een zware ziekte daarbij. Vader was al veertien dagen niet goed maar zou van ’t bed-blijven niet weten. Hij zorgde voor Anna de Coeseman omdat hij er zo’n meelij mee had en nu bleef hij zelf liggen. Op den nacht van zondag op maandag moest moeder ‘s nachts al opstaan en zorgen voor vader. De ziekte was gemeend en Dr. Cuyckens stelde een zware kou- bronchit vast. Zo gaan de dagen in een dubbele triestheid verder en het door-en door slechte weder betekent voor den zieke zeker geen vooruitgang. Vader werd gespoten voor zijn luchtpijpen vrij te maken (ephidrine) dat gaf hem ook voor zo lang het mocht duren wat rust. En het hart klopte alzo wat regelmatiger. Dat hart is heel en gans slap en werkt heel moeilijk. Vader weet dat zelf. Deze laatsten nacht had hij gedroomd dat hij dood was zei hij en nu zelf konstateerde hij dat z’n hart niet al te bestig meer mee wilde.
Zoals ik dikwijls in mijn dagboek schreef is vader heel en al dezelfde van mij. Onze gedachten koncentreren zich geweldig met elkaar. Soms botsten we maar de verstandhouding werd steviger omdat vader en ik elkaar begrepen. Nu weer komt het tot uiting. Vader verzweeg altijd dat het hem slechter ging. Ik vat z’n gedachten. Ik ook zou in zijn geval hetzelfde hebben gezegd. Maar ik weet nochtans dat vader héél héél ziek is. Nu kan hij niet meer goed blijven liggen. De rug doet hem pijn. Hij wordt heel moeilijk te hanteren en z’n ogen volgen ook de minste beweging en het kleinste woordje vat hij op. Gisteren zei hij nog dat ik het niet al te triestig moest opnemen. ´Triestig maak je ’t maar als je wilt, je moest eens zien als ik moest uit mijn bed zijn dan weet je niet eens dat ik ziek was` en zo is vader.

Het zijn heel droevige uren, moeder bijzonder lijdt er onder. Zij slaapt in de voorplaats op een divan. Maar al de zorgen en kommer rusten alweer op heren. Dan is ook Theo, al is hij zo artistiek, zo toch te benijden en kan ik, al maak ik kabaal, het wel aannemen dat het een gevaarlijke ouderdom tot begrijpen is. Van mij zelve merkt men dat het niet goed is bij mij tehuis al wil ik het ook zo licht mogelijk schikken en betrouw ik op God…

Verder hebben we de droevige dagen van nonkel Frans zijn begrafenis. Nonkel Frans stierf op 14 februari in ’t gasthuis van Antwerpen als slachtoffer van een arbeidsongeval. De man had een schone begrafenis. Maar het was buitengewoon koud, broer en ik namen er aan deel.

Het weer blijft deze dagen vreselijk koud. Een strenge winter en de mensen lopen achter kolen als waanzinnigen.”
Met nonkel Frans wordt hier Frans Van Cammeren (1878-1942) bedoeld, eigenlijk een stiefnonkel. Hij is één van de twee voorkinderen van Anna Catharina Van Herck, door grootvader Gommaar Van Cammeren erkend bij zijn huwelijk met haar.

Die Nonkel Frans werkte op een steenbakkerij en werd vertrappeld door zijn paard dat panikeerde voor een losgeslagen wagonnetje.
Foto afkomstig van www.tenboome.be

06-09-2011 om 16:03 geschreven door uw neef


>> Reageer (0)
29-08-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1942

1 Januari 1942 “Donderdag. Het jaar begint duister. Het zet in met ’n tegen ’t hoofd springenden toon. Dat is een jaaraanvang dat ik nooit vergeet. ’t Is rond 12 uur, een klop op deur. Ik doe open. Twee kerels torsen m’n broer. Dat is broer, 17 jaar, dat is hij die ze naar huis sleuren omdat hij zich strontzat bedronk. Dat gaat als een pijl door ’t hout. Theo is niet kennelijk. Hij valt ineen. Alleman weet niet meer dat het nieuwe jaar is begonnen. Men is gans uit den haak omdat men zich broer veel te veel aantrekt. En hij begrijpt het niet… spijtig! s‘ Nachts slaap ik heel slecht en ’s ochtends ben ik paraat om naar de 7 uur mis te vliegen. Het weer is niet al te lastig… Dan wens ik hier en daar Nieuwjaar. We gaan dansen. Het is fijn in de Plaza. Theo krijgt alweer ruzie omdat hij te laat is.”

 

3 Januari 1942 “Zaterdag. Ik begin een steken te voelen aan mijn linkeroog. Er komt een abces opdagen. Dat gaat me fel in ’t hart omdat ik geweldig aan mezelf zoveel lustige tijd besteed.”

Frans verzorgt zichzelf en zijn uiterlijk altijd zeer goed.

 

Boom, Januari 1942 (apart briefje) “Het jaar is nog niet zo lang aan den gang en we boeken al veel nieuws. Met een snelle vaart tellen we de dagen en in de jachtende storm van d’ uren hebben we zo’n afwisselende feiten dat er al precies een vol jaar voorbij is.
Eerstens hebben we onzen Theo die in gans glorierijk brio de allereerste uren inzette met goed dronken te zijn en ons een alleraardigst smaakje te geven van wat ´grote man` spelen beduidt.

We krijgen daarna een fatale ramp met m’n linker oog. Een heel lieve abces staat daar glansrijk te stralen en bolt ferm uit blauw en geel zoals ze is. Ze staat daar en blijft er staan en kwelt me bitter lelijk. Tot dat we geld uitgeven aan Heer Dokter in Antwerpen en in Boom om me fijn te laten spuiten in den arm. Dat spuiten is goed voor ’t bloed en voor al wat door de verkeerde werking in ’t bloed voorkomt.

Dat kost alweer geld en we mogen tevree zeggen dat Dr. Cuyckens dat gratis doet. De abces barst op een zaterdag. Onze fijne Walter stompt er tegen met zijn kinderkop en alles komt er uit gestroomd als lava uit een berg. Met de geweldige koude van de laatste dagen geneest de weke plaats zeer moeilijk.

Dan zondag kocht ik m’n nieuwe, moderne hoed. Brummel aan 225 frank. Ja, zoveel!

Deze eerste maand hadden we wat geluk in de zaak van de maag. Er kwam bijtijds hulp uit den hoge en Gode zij dank hielp ons dat weer voor een tijdje. Ook van kolen werden we weer voorzien door ons tantje. Dat zijn gewichtige zaken als elke mens te bibberen loopt!!!

Moeder bakt zelf goed brood en koeken. Dan is er ook nog vis geweest deze dagen. Lekker panharing en gewone haring. Laat ze maar komen,  goed eten zeg ik!

Het is al een hele tijd geleden dat we onze vrienden uit Antwerpen ontmoetten. De eerste zondag zat ik met m’n oog. De 2de keer had Julian bezoek. Nu, op moeders verjaardag 25 Januari, gaan we naar Antwerpen naar de Chatelet.

Ik kocht verscheidene nieuwe slagers om op de klarinet te blazen, m’n instrument is me een ware vriend geworden….”

 

4 Februari 1942 “Woensdag. Vader ziek! De dokter komt. Vader heeft momenten van achteruitgang ... In ieder geval is het een zware zaak. Ons Theo is in deze dagen weer zo wispelturig. Willebroek loopt hem te over. En in dit alles zit alleen die ´fameuze liefde` en wat er anders gebeurt interesseert hem niet en verstoot hij. Hij noemt dit ´artiestengevoel` maar dat heet anders.”

29-08-2011 om 17:43 geschreven door uw neef


>> Reageer (0)
25-08-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.5 November 1941 Frans en Dillie ...
Klik op de afbeelding om de link te volgen

gaan dikwijls “hun gewoontje” doen aan de veerdam en stellen zich dan op onder een venster van de bloemmolens van Rijpens. Een familielid, medewerker van de maalderij, gooit dan een zakje witte bloem door het venster, een rijkelijk geschenk in die tijd.

 

7 November 1941 “Vrijdag. We trekken ons pree! Er is vreugde in de wereld!”
Na maanden wordt het loon van Frans eindelijk uitbetaald.

 

24 November 1941 “Maandag. Deze dagen gaan in vitesse voorbij. Over den oorlog weten we weinig. Alles is zodanig georiënteerd dat we ’t al gewend zijn en den strijd om te leven maar voortzetten met de hoop dat het wel eens zal eindigen.”

 

30 November 1941 “Julian en Mit komen. Gezellige dag. Julian heeft honig bij en Mit beschuiten. Gezellige avond. Mitteke is weer pittig. Julian krijgt petaten mee. Zo’n vrienden is heerlijk.”

 

26 December 1941 “Vrijdag. Theo danste gisterenavond en zweette gelijk een koerspaard. ’t Is nogal een kerel!”

 

31 December 1941 “Woensdag. Ik koop kalender.’s Avonds gaat Theo weg om oudejaarsavond te vieren. We zitten in de huiskamer. Dillie werkt. Ik schrijf. En zo gaat 1941! We eten zalm en erwtjes en gehakt. Zo gaat het tot…”

25-08-2011 om 06:53 geschreven door uw neef


>> Reageer (0)
23-08-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.10 Augustus 1941 “Zondag...
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Vader brengt regelmatig op zijn dagelijkse boerenreis bij zijn aardappelen en groenten, ook geraapt tarwe of graan mede. Op zo’n zondagochtend pellen wij de aren uit en er komen aanstonds enkele kilo van terecht. Dat betekent voor ons een maand of 2 eten en pap. De dagen tegenwoordig zijn donker en regen altijd door regen. De boeren zien alles rotten, ook dit slaat tegen… Hier tehuis haalt Dillie weer wat nare gedachten in ’t hoofd doordat ons Theo iets zegt over d’uur van de thuiskomst. Ik ondervindt weer wat wantrouwen is.”

 

11 Augustus 1941 “Maandag. 2de kermisdag. Er staat wat foor op den boulevard. Muziek en pret klinken zo vies in dezen tijd! Toch wordt er veel geld verteerd door de lui die in Duitsland werken. In deze periode zegeviert ook de mode! Er was tarwe in de molens en we kregen een paar keer beter brood. Nadelig is het wel doordat een mens zodoende meer te eten hoeft. De strijd in Rusland: Duitsland spreekt steeds over Smolensk. Ze hebben het al van 16 Juli. De radio logenstraft het. Er hangt overal viesheid in de lucht door de regen.”

Smolensk is een stad in het westen van Rusland, gelegen aan de rivier Dnjepr. Zij is het toneel van een grote veldslag. Doordat Smolensk zo lang stand houdt, kunnen de Russen de verdedigings-linies rondom Moskou op orde brengen, 93% ervan is verwoest.

 

19 Augustus 1941 “Dinsdag… 1 kilo petatbloem aan 35 Frank!”

 

10 September 1941 “Woensdag… Vader, Jos, Petere, Hubert en nonkel Bert gaan petaten rapen en komen steeds goed geladen terug. Het is harde arbeid voor vader die ziek is zeker. Maar er komt al een soort kontentement over hem dat wij een beetje aan petaten zullen geraken. Dat doet me goed… Bij Dillie moeten ze altijd laat werken maar ze verdienen nu een schoon centje. Dat is maar goed ook! Arbeid adelt.”

 

14 September 1941 “Zondag. Niel kermis. Julian komt niet want daarvoor is het te slecht weer. Ik wacht op Dillie, wij maken petatbloem van de slechte petaten. Met een rasp wordt de petat fijn gewreven en dan daarna in een schonen handdoek gedaan en altijd schoon water bijvoegen. De bloem blijft langs onder liggen.”

 

12 Oktober 1941 “Zondag. 7 uur mis. Daarna rijden vader en ik gans de streek van Geizegem rond om ajuin te zoeken maar tevergeefs. Ik leer zo ook wat vragen en vader ken ik als den beste vrager met het meest meelijwekkende gezicht. Hij krijgt een ruime kilo ajuin. Wij plukken nog wat rapen en dat is de prijs van ons reis die tot een eind na de middag duurde. De boeren zijn rijke smeerlappen. Ik kan er geen meer voor mijn ogen zien en moet mezelf bedwingen als ik voor zo’n type sta die zijn leugens tastbaar zijn en die zich nog uitgeeft voor martelaar door kontroleurs uitgezogen. Ze verleren de les God’s…”

 

27 Oktober 1941 “Maandag. Men neemt 61 jongens mee naar Antwerpen.”

In de Rupelstreek en Klein-Brabant is een verzetsgroep actief : “De Zwarte Hand” . De Duitsers pakken een aantal vermoedelijke leden op. Velen onder hen zullen niet terugkeren en sneuvelen in concentratiekampen.

 

De Zwarte Hand (bron: internet)

Aanvankelijk doel van de verzetsbeweging was om door de verspreiding van pamfletten en kranten de Belgische bevolking op te ruien tegen de Duitse bezetters en Duitsgezinde Belgen en daarnaast de nationaal-socialistische Belgische verenigingen zoals VNV van Staf de Clercq en de Zwarte Brigade van Jef Van de Wiele te bestrijden. De verzetsgroep had haar zetel in Puurs en haar actieterrein besloeg de ganse Rupelstreek en delen van Klein-Brabant.
Hun acties beperkten zich tot eenvoudige handelingen zoals het verspreiden van sluikbladen als La Libre Belgique, die vanuit Brussel met koeriers naar hun hoofdkwartier worden overgebracht. In Puurs wordt de V van Victory op de gevels gekalkt. De groep schaft zich ook kleine vuurwapens aan om zich 's nachts te kunnen verdedigen, maar nooit werd er gebruikt van gemaakt.
De actiegroep schaft zich ook in het geheim een radiozender aan en zendt boodschappen uit naar Londen omtrent militaire bewegingen in hun streek. Ze plegen ook een enkele sabotagedaad door een kerosineketel op het militair vliegveld van Hingene te laten leeglopen. Hun 'spectaculairste' daad was wellicht toen de groep op 21 juli 1941 (nationale feestdag van België) via hun radioapparatuur een radio-uitzending houden, het Belgisch Volkslied afdraaien, en onder pianospel de luisteraars oproept tot verzet tegen de nazi-onderdrukking.
Een jaar later, tegen de herfst van 1941 telde de groep reeds 111 actieve leden, het merendeel jonge twintigers. Ondanks de goede bedoelingen werd het amateurisme spoedig de groep fataal. Elk lid moest namelijk een lidmaatschapsformulier met een pasfoto er op gekleefd ondertekenen, en al die formulieren werden tezamen opgeborgen onder het altaar van de kerk van Tisselt.

Op 20 september 1941 worden de eerste twee verzetsmannen (Bert De Mul en Jos Thijs) van de groep ingerekend. Met in hun handen een pak pamfletten dat ze verdeelden over de brievenbussen in hun gebied. Waarschijnlijk na een tip, vond de SD (Sicherheitsdienst) de bewuste formulieren in de kerk en werden de leden massaal opgepakt.
Op 12 oktober wordt de VNV-er Richard Philips de nieuwe burgemeester van Puurs en in zijn openingsspeech belooft hij 'dat schorremorrie van De Zwarte Hand een lesje te leren!'. Ook Albert Moortgat (Brouwerij Moortgat, "Hier rust den Duvel") de VNV-burgemeester van Breendonk steekt een stevige duit in het zakje. Tegen 28 oktober 1941 waren 109 leden ingerekend en dat betekende ook het vroegtijdige einde van De Zwarte Hand.    

23-08-2011 om 16:24 geschreven door uw neef


>> Reageer (0)
22-08-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.22 Mei 1941 “Donderdag. Donkere Rerum Novarum dag...
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Naar ’t Laarkapelleke met onze Jos, per fiets. Ik koop in Hemiksem Brusselse Kaas…”

Jos (1926 -) is één van de twee neven van Frans die worden opgevoed door zijn tante Elza.

 

1 Juni 1941 “Zondag. Op bezoek in Loksbergen… flink eten bij die brave lui en maar babbelen, dan goed geladen! Met 6.5 kg patatten, 2 grote broden en een mooie klomp frisse hoeveboter… Was de wereld maar zo vol van dat soort mensen als te Loksbergen!”

6 Juli 1941 “Zondag. Gewone dagen. Als ik deze dagen niet veel kribbel in mijn dagboek dan ligt het aan de zaak dat er niet veel moed voor is en dat er toch niet zo bijzonder veel gebeurt als het alledaagse.”


21 Juli 1941
“Maandag. Nationaal Feest. De Belgische driekleur wordt gedragen. Patriottisme is nog niet dood!”

2 Augustus 1941 “Zaterdag. Naar Bilzen. ’s Morgens de trein te 7h21. We moeten zeer vroeg vertreken uit Boom met de tram van 6h00. Dan trein te Antwerpen. Aarschot, Hasselt, Bilzen. Aankomst te 10h43. Goed verlopen. Wij worden met brijo ontvangen en het wordt een hele schone feestelijke dag. Ma en Pa en de kinderen zorgden voor ons en het doet goed aan m’n ´slecht gemoed`. Zoveel goeds nog te weten dat er goede lui in de wereld zijn…”

3 Augustus 1941
“Zondag. Wij slapen knap op 2 huizen afstand, mijn juffer en ik. Daarna goed en knap middageten: soep met konijn en flinke saus en dan ferme taart! Dan naar Vlijtingen. Wat een boel oude herinneringen. Niettegenstaande al die kapotte dingen en huizen. Daar is nogal wat gebeurd. En die vrouw van het winkeltje is lelijk gesteld aan heren ogen…”

 

6 Augustus 1941 “Woensdag. Vader doet tegenwoordig wel veel arbeid daar hij regelmatig de boer op moet al is hij ziek. Dat gaat mij wreed in ’t harte! Ik vind dat schrijnend dat jij als jongman met waarde bezeten alles zo moet afzien. Ik had van morgend goesting om naar Duitsland te trekken. Kwam er toch maar een oplossing! Ik zit nog steeds met die René van Vlijtingen in m’n  hoofd en denk nog altijd aan die arme vent die een boterham vroeg. Dat kwelt me en ik vergelijk dat altoos met de toestand van vader en hoe die ook altijd maar hoeft te vragen en te zorgen voor de bete broods. Dat is me waarlijk te bar en ik beleef wel een  ware neerslachtigheid. Dat helpt niet veel want ik verricht weinig in de praktijk. M’n wil is goed nopens de arbeid! Kon ik maar betaald geraken.”

22-08-2011 om 11:41 geschreven door uw neef


>> Reageer (0)
15-08-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.4 Februari 1941 “Dinsdag. Brief aan Maria weggestuurd! Die Julian blijft toch lang weg!
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Die jongen zal nog al geschiedenissen weten te vertellen. In hem zie ik nu een ware kerel! Julian was een trouwe makker en daarbij vond hij een knap meiske dat zo regelmatig met me wist te korresponderen en zo juist dezelfde gevoeligheden vertoonde als ik. Vader werkt weer, ik heb nog geen gedacht op geld... 2 liter volle melk! ”

 

5 Februari 1941 “Woensdag. Winterhulp. Soep en 40kg kolen.”

Winterhulp was een hulporganisatie die tijdens Wereldoorlog II werd opgericht. Ze bestond in zowat alle gemeenten en had een vrij goed georganiseerde structuur in gans het land. Ze vulde het Rode Kruis in die zin aan, dat ze ook beroep deed op de weldadigheid van de medemensen, doch richtte zich vooral op de materiële behoeften van de door oorlogsomstandigheden getroffen plaatselijke behoeftige kinderen. Bij de aanvang hield ze zich vooral bezig met de bedeling van soep, melk en vitamines. Nationaal werd Winterhulp mede gesponsord door de "Koloniale Loterij", de voorloper van onze "Nationale Loterij" en de "Lotto".

 

7 Februari 1941 “Vrijdag. Ik ontvang een brief uit Bilzen. Deze dagen zit ik weer met de hersens volgepakt van dat oord dat me toch geen ongelukkige maar een waar levendig tijdje boodt. Lizette schrijft over de vreemdelingen en Joden uit Antwerpen. Dat is menselijkheid! Daar wonen die in barakken na verdreven te zijn uit de stad. ’t Is een droevige periode…”

 

9 Februari 1941 “Zondag… Theo voert weer zijn machtige revue op. Misschien wordt hij eens de grote man van ’t moment. Amen!”

 

19 Februari 1941 “Woensdag. Vader onderneemt nu zijn bedeltochten die weliswaar me zo wat door ’t harte priemen. Maar men vraagt veel voor eten…”


21 Februari 1941
“Vrijdag… wat gezelligheid bij Peet. Voor ons Elza is dat toch ook erg. Zo verwijderd te wezen van je man en dan die sloeber van een Walter te zien opgroeien zonder een vader. Dat meiske heeft ook geen rooskleurig leven. Petere wordt zo wat een kniezer. Peet is daar dikwels op bezig. Maar ik hou toch van die mensen en van die sfeer, daar ben ik toch immer goed thuis geweest.”

 

28 Februari 1941 “Vrijdag. Op de laatste dag van Februarie is onze jongen thuisgekomen.”

 

4 Maart 1941 “Dinsdag. Regenachtige dag. ’s Morgens brood, smeerkaas, konfituur en geurige koffie. ’s Middags: erwtensoep met een flink been en vlees, aardappelen met stoofvlees en pap met rijst en bloem. ’s Namiddags bouillon en een flinke wortel. ’s Avonds: fijn gebak met koffie en boerenboter. Eten hoeft een mens, dan komt hij bij, met honger voert men geen strijd.”

 

5 Maart 1941 “Woensdag… Ons Theo is geregeld uit en haalt op een schalkse manier van alle leutige fratsen uit. Dat is nog een kerel met een stuk optimisme en veel etenslust.”

 

15 Maart 1941 “Zaterdag. Het brood is tegenwoordig wat beter. Russische tarwe.”

 

20 Maart 1941 “Donderdag. En dag lijk velen. Peet wil 75 Frank geven voor een fles olie. Waar gaat de wereld met een mens naartoe ? Ik krijg een zweer op mijn achterwerk.”

 

30 Maart 1941 “Zondag. Begin van een ongelukkige liefdeshistorie. En dat nu nog!”

In Maart-April beleeft Frans een avontuurtje met een zekere Y. Zijn relatie met Dillie overwint.

12 Mei 1941 “Maandag. Ons Theo z’n bundel komt uit ´Mozaïek` pseudoniem Theo Schalk.

15-08-2011 om 10:25 geschreven door uw neef


>> Reageer (0)
14-08-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1941
Klik op de afbeelding om de link te volgen

1 Januari 1941 “Woensdag. Het was een schrale dag! Ik maakte van me zelf een onmogelijke kerel! Zo is het jaar begonnen.”

 

2 Januari 1941 “Donderdag. Jef naar Duistland 2de keer.”

 

4 Januari 1941 “Zaterdag. Ik vind het naïef hoe veel oudere, wijsdoende mensen kunnen handelen en hoe ze veel te kort schieten daar waar het op menselijkheid op aankomt. We wensen de secretaris ’n gelukkig Nieuwjaar, nu vandaag was ‘t de burgemeester. Maar ’t kwam op een borreltje op aan, daarom stuurden ze ons naar huis…

’s Namiddags bibliotheek ´Het bankroet van het huwelijk` Deze tijd kenmerkt zich wel dat ik oneindig veel voel voor lektuur. Ik vind daarin de zalige ontspanning en een verdrijf dat zeer leerrijk is. Zelfs de avonduren bij mijn meisje breng ik lezend door. Het helpt ons beider tot breder denken en inniger samenwerken.”

 

5 Januari 1941 “Zondag. Akademie, thuis. Julian nog weg. Deze dagen zijn 10 frank, ’n schamele 10 frank nog te veel om te verbruiken op een zondagavond.”

Frans volgde de tekenacademie in Boom om zijn talent verder te ontwikkelen.

 

11 Januari 1941 “Zaterdag. Vader moet altijd door dat onweer om roggebrood. ’t Is niet van weelde hoor! Nochtans doet dat goed aan ’t verbruik de rantsoenzegels die we alles behalve te veel of genoeg hebben. Wees zuinig met zeep.”

 

14 Januari 1941 “Dinsdag. Nog steeds trekken er meer en meer werklui naar Duitsland. Dat is zeker van weelde. Vader heeft weer wat minder hoop op ’t werken. Bij broer is ’t soepbedeling mits 1 kg aardappelen mee te brengen per 14 dagen.”

 

16 Januari 1941 “Donderdag. Het sneeuwlandschap doet denken aan de tijd van ons mobilisatieleven. Nu is ’t de tijd van het rantsoen en in die periode van ons soldaat zijn was er genoeg. Dan hadden we de weelde van ons valies. Goed gevuld. Dan hadden we ons welbesteedde centjes. Plus nog de heerlijkheid van de kameraadschap ten opzichte van de gruweltijd van de oorlog. ’s Avonds verveel ik me in de overbevolkte familieatmosfeer. Dat zal wel voorbijgaan maar mijn karakter schikt het moeilijk, tegen mijn meisje heb ik niets.”

Frans brengt menige avond door in de Bassinstraat bij zijn vriendin Dillie, daar zijn ze met velen en er wordt meestal duchtig gekaart, iets wat Frans niet echt ziet zitten.

 

17 Januari 1941 “Vrijdag. ’s Nachts was er sneeuw gevallen. ’s Morgens in het donker naar de arbeid. Wanneer de centen? Dat is het gewichtigste van het moment. Het is een gezellige avond in onze voorplaats. Ik voel me het best tehuis tussen al die boeken en krantensnipperingen. De leerstof en wetenschap die ik er uit put leg ik toch op een goede plaats en wie weet voor wat dat al nog dienen kan! We vinden ook een gazetje van 1914-1918, nu heb ik bladen uit dezen Krijg. God weet hoe we dat vinden binnen een tiental jaren. Alle hernieuwt zich, ook de oorlog en we weten hoe slecht hij alles maakte. In Antwerpen eet men beeten in plaats van petatten.”

 

18 Januari 1941 “Zaterdag. Vader is al weg, op weg naar brood. Zo in de vroege ochtend en zo bijtend koud. ’n Mens doet veel om z’n dagelijks brood en dan hoeft hij nog op te passen. Moeder loop ook elke zaterdag om vlees of beentjes. ‘ Zijn nog gelukkige mensen die eens een lekker soep kunnen genieten. Hier in de root zijn talloze voorbeelden van het omgekeerde. Die mensen zijn genoodzaakt naar Duitsland te trekken of anders te onderkomen. Droevige tijd!”

De “root” is een afkorting voor Caluwaertsroot, de Vrijheidshoek, waar Frans woonachtig is.

 

19 Januari 1941 “Zondag. ’s Morgens naar de vergadering van de harmonie. De heer Van Wouwe heeft zo maar 3 zoons verloren, ’t zal hem voorzeker in ’t hart gaan als hij de vroegere jongens terug bijeen ziet. Broer krijgt ruzie van vader voor zijn laat thuiskomen.”

Broer Theo, bijna 17, gaat geregeld uit, vooral naar Willebroek. Vermits er een avondklok geldt is dat niet zonder gevaar, vandaar de bezorgdheid van zijn vader.

 

25 Januari 1941 “Zaterdag. Moeder verjaart. Trieste werk is dat vader om brood moet naar Steenhuffel. Arme zaak want ’t is regenachtig en vader is dan niet al te goed ook. Moeder moet ook vroeg lopen want bij de beenhouwer is weinig vlees. Verder onze gewone werkuren en altijd maar op ’t geld wachten want thuis zitten ze er alles behalve goed voor. Nu zeker als vader weer zonder werk is. ’t Zijn zware tijden. Toch wordt moeder 45 jaar, gelukkige verjaardag.”

Steenhuffel ligt op 16 km afstand van Boom, met de fiets ben je al vlug enkele uren onder weg.

Frans heeft voor moeder’s verjaardag de dag tevoren een taart met krieken en abrikozen gekocht en pekelharingen die amper groter zijn dan sprotjes…

14-08-2011 om 08:45 geschreven door uw neef


>> Reageer (0)
13-08-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.6 November 1940 “Woensdag. Ik schrijf aan Maria...

Ik studeer ’s avonds. Het weer is slecht. Ik krijg een nieuw paspoort.”

Maria is het meisje van Julian die nog steeds krijgsgevangen is. Frans studeert bestuurlijke wetenschappen in de hoop op een beter betaalde betrekking op het gemeentehuis van Boom.

 

10 November 1940 “Zondag. We rijden naar Breendonk. Er staan kontroleurs + gendarmen aan de brug. We hebben wortelen bij en laten die in Klein Willebroek. De dagen zijn aldoor dezelfde.”

 

21 November 1940 “Donderdag. Donkere dag. Geen uitbetaling. Weer Duitsers in Boom.”

 

28 November 1940 “Donderdag. Er kwamen woensdag veel krijgsgevangenen weer. De jongens zien er sip en droevig, gekraakt uit. De vliegers plagen ons ’s avonds weer wat.”

 

2 December 1940 “Maandag. Vader werkt!”

 

23 December 1940 “Maandag. Jef komt weer uit Duitsland.”

Hij bleef 3 maanden weg.

 

27 December 1940 “Vrijdag. Vaders geld voor een gerookte bil.”

Aan eten geraken is een essentiële bezigheid en kost veel moeite en geld.

 

31 December 1940 “Moeder maakt gebak. Theo krijgt zijn pree. Nu ik nog! Wanneer ? We brengen dag nog gezellig door.”

Het gezin heeft geld van doen. Vader Jan werkt maar sporadisch in de diamant en Frans wacht al maanden op de uitbetaling van zijn loon als gemeentebediende. Broer Theo is daardoor moeten stoppen met zijn studies aan de Grieks-Latijnse afdeling van de “Mannekesschool”, het latere atheneum van Boom. Hij begon in augustus als hulpje bij “De Winter”, de latere Boomse Metaalwerken.

De Mannekensschool, de eerste "vrije" Middelbare School opende te Boom in 1861 met aan het hoofd Laurent Mannekens. In 1940 wordt de school meestal bevolkt en bestuurd door liberaal gezinde, staatsscholen worden immers door de (katholieke) bevolking nog altijd scheef bekeken. Frans en Theo liepen er allebei school. Theo is een uitstekende leerling en het gezin werd door de schoolleiding financieel geholpen opdat Theo zijn diploma van lager middelbaar zou kunnen behalen.
Arthur De Winter, de baas van een bloeiend staalbedrijf (dat nu onder Duits toezicht staat) bekleedt daarnaast ook een bestuursfunctie in de school. Hij zorgt ervoor dat Theo als loopjongen kan beginnen op zijn bedrijf, mits hij aansluit bij enkele liberale organisaties…

13-08-2011 om 16:02 geschreven door uw neef


>> Reageer (0)
11-08-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.13 Oktober 1940 “Zondag. Jaarmarkt. Julian nog niet thuis.”
Klik op de afbeelding om de link te volgen

15 Oktober 1940 “Dinsdag. Kaartje van mijn beste makker. Kriegsgefangenenlager.”

Julian heeft een kaartje gestuurd.

 

18 Oktober 1940 “Gedichten Theo Sirene. Brief aan Vlijtingen. Vader heeft geen werk meer. Liefde leeft niet om te krijgen maar wel om te geven.”

Broer Theo schrijft gedichten en stuurt deze naar Sirene onder het pseudoniem Theo Schalk.

Sirene (bron: Louis Paul Boon centrum)
Het eerste nummer van Sirene was in december 1939 verschenen. Dit “Maandblad voor Jongeren”, zoals de ondertitel luidde, was in feite een soort schoolblad dat door studenten van de Rijksnormaalschool Lier werd uitgegeven. Daar was ook het redactiesecretariaat gevestigd. De inleidende tekst bij het nieuwe tijdschrift kon men nauwelijks een programmaverklaring noemen en toch was meteen duidelijk dat het blad niet zonder enige “pretentie” lonkte naar de literaire wereld, het wou “een wolf zijn in het landschap”.
Dat landschap zag er volgens de redactie troosteloos uit, dor en onvruchtbaar. Om enig leven in de brouwerij te brengen riep Sirene de jongeren, met name studenten, op om al hun pennenvruchten in te sturen. Ook zocht men steun bij al wie nieuwe literaire paden zei te willen bewandelen. De redactie erkende dat “Sirene onmogelijk een studententijdschrift kon blijven. Het moest groeien, en daarom werd alles wat met den naam studentikoos kon aangeduid, geweerd. De stichters waren er van overtuigd, dat hun blad iets kon worden. Ze werkten door”.
De redactie drong er in de zomer van 1940 bij Hubert Lampo op aan om regelmatig mee te werken aan het blad. Voor die gelegenheid werd een vergadering georganiseerd in een café vlak bij het centraal station van Antwerpen. Het was daar, in “Hotel des Sports”, dat Lampo voor de eerste keer ene Piet van Aken ontmoette, die eveneens uitgenodigd was om op regelmatige basis mee te werken aan Sirene. De jonge schrijver Van Aken had net als Lampo kort tevoren (in 1939) zijn entree gemaakt in Vormen, met het verhaal “De man en de hond”, maar de twee hadden elkaar tot op dat moment nog nooit ontmoet. Van Aken had toen, in tegenstelling tot zijn leeftijdgenoot Lampo, al enige ervaring in het literaire wereldje opgedaan. Korte tijd was hij redactiesecretaris geweest van Vlucht (mei 1937 - 1939), het blad van het Willemsfonds in Boom. En naast de korte verhalen die in Vormen waren gepubliceerd, had Van Aken in 1938 al in eigen beheer in een erg bescheiden oplage van 75 exemplaren het verhaal “Twee van “t gehucht” uitgegeven, een psychologische verhaal van een dramatische liefde tussen twee zwijgzame zielen tegen de achtergrond van de Rupelse steenbakkerijen. Piet van Aken en zijn vader verkochten het 52 pagina tellende boekje thuis voor de prijs van 5 frank.
Achteraf bezien, traden Lampo en Van Aken via Sirene toe tot een groep jongeren die zich geroepen voelden om de literatuur een nieuw elan te geven en vonden dat zij dat, zeker na de opheffing van Werk en Vormen, niet konden doen via de bestaande tijdschriften. Het uitbreken van de oorlog had hen niet kunnen remmen in hun enthousiasme voor de Schone Letteren en nog lang na de “wondere zomer van 40” zouden zij hun zendelingenwerk rustig voortzetten.
Niet alleen met de import van een heleboel nieuwe jonge auteurs zoals Johan Daisne, Kamiel Top (1923-1945), Luc van Brabant (1909-1977) en Remy C. Van Kerckhove (1921-1958) veranderde Sirene drastisch. De lay-out en het formaat werden eveneens grondig onder handen genomen. Het secretariaat verhuisde naar Boom en de redactie werd gevoelig uitgebreid door het samengaan met het blad Richting van de Rijksnormaalschool Blankenberge in oktober 1940 en later in januari 1941 met Hedendaagsche Kunst, een Brugs kunstblad. Bovendien werd er besloten om van het blad een halfmaandelijkse uitgave te maken. In het eerste halfmaandelijkse nummer van 15 oktober werd Heidekens officieel als redactielid vermeld. Daarmee werd het blad zo goed als volledig losgekoppeld van het oorspronkelijk studentikoze “wolvenblaadje” van de Rijksnormaalschool Lier.

Sirene nieuwe stijl bleek alleszins succesvol. Wat oorspronkelijk een bescheiden studentenblaadje was, veranderde onder impuls van Heidekens in bliksemvaart tot een volwaardig literair blad. Niet alleen boek- film- en theaterbesprekingen vulden het blad, er werden ook uitgebreide interviews opgenomen en natuurlijk veel poëzie en proza. Het blad slaagde er bovendien in om interviews met gereputeerde schrijvers af te drukken, vergezeld van ongepubliceerd werk, onder meer een gedicht van Willem Elsschot: “Spijt”. Kamiel Top publiceerde daarmee het eerste interview met de schrijver Elsschot. Eerder had Top al op zeventienjarige leeftijd een tekst “Een begrafenis” naar Elsschot opgestuurd die daarover zeer lovend schreef in een brief aan Jan van Nijlen.
Auteurs die ondanks het gebrek aan tijdschriften toch wensten te publiceren konden bij Sirene terecht. Dat laatste aspect speelde bij Lampo en Van Aken beslist een rol om verdere medewerking aan het blad te verlenen.
Het kon niet op voor de jeugdige hemelbestormers: koste wat kost zouden zij zich een plaats veroveren in het volgens hen ingedommelde literaire wereldje. Hierbij moest behalve een drastische reorganisatie van het blad ook de oprichting van een eigen uitgeverij een rol spelen. De uitgeverij Sirene (Meir 119, Antwerpen), een vereniging zonder winstoogmerk (vzw), werd voor het eerst vermeld in Sirene van november 1940. Voor zover ik heb kunnen reconstrueren gaf de uitgeverij in haar korte bestaan zeven goed verzorgde werkjes uit, voornamelijk poëzie: Frans Swerfgeest, Klein Boeket (1941). Frans Swerfgeest, De ring om het hart: verzen (1941). Jos Vanderstappen, Het zoek licht in de mist (1941). Fritz Vlaminc [ps. Joris Verstappen] Sirene: bloemlezing uit het werk van jonge dichters, (1941). Ernest de Weert, Kameraadjes: een dichtkrans voor de jeugd (1941). Theo Schalk, Mozaïek (1941). Jos Wilzen, Groet (1941). Een aantal andere boekjes werden aangekondigd maar verschenen niet of werden later elders uitgebracht zoals De andere weg van Houthuys” jeugdvriend Remy C. Van Kerckhove bij Nijgh en Van Ditmar.

28 Oktober 1940 “Maandag. Al enkele keren schreef ik naar Vlijtingen. Nog geen antwoord. Ik krijg een treurige brief uit Loksbergen: René is gestorven. Ik kribbel aanstonds terug.”

Frans onderhoudt een correspondentie met de mensen die hem als "front"-soldaat onderdak hebben verschaft.

 

11-08-2011 om 16:51 geschreven door uw neef


>> Reageer (0)
09-08-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.4 Augustus 1940 “Zondag. Theo komt thuis. Nog is Julian er niet.”
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Broer Theo komt ongeschonden thuis na zijn verblijf van 3 maanden in Frankrijk.
Frans wordt assistent van de gemeenteontvanger op het gemeentehuis van Boom.

 

25 Augustus 1940 “Zondag. Verjaardag: 5 jaar geluk – 1 jaar ongeluk.”

Frans en Odile hebben nu 5 jaar verkering. De vooroorlogse perikelen zijn een jaar geleden begonnen.

 

28 Augustus 1940 “Woensdag. De dagen zijn grauw en duister. We snakten vroeger zo om onze thuis te zien. Nu denken we met enorme bang aan de dag die ons weer verwijderen zou van die goedige warmte, van mensen die je beminnen. Je leert dat het een tijd is die veel doet waarderen waar je vroeger soms licht en onbezonnen overheen ging. Ik denk zo … ik ben bang!”

 

1 September 1940 “Zondag. De Zondag is voor God. De Zondag is niet meer als vroeger. Hij lijkt me eerder wreed. Geef ik een cent uit dan denk ik aan de grote nood van ’t huishouwen. Ik loop er mee in ’t hoofd. Alles lijkt zo naarheid! God geef dat het verandere. Julian nog niet thuis.”

 

10 September 1940 “Dinsdag. Onrustiger wordt het dagelijks! Het leven is al langer hoe pregnanter! Dopkaarten worden ingehouden. Ons idee daaromtrent steekt diep in ons hart. Het blijft in ons naleven. Vergeten zullen we nooit. We halen ons aardappelen. Eten is een kapitale zaak.”

 

13 September 1940 “Vrijdag. ’t Is droevig weer. Jef gaat te keuren! Men eist mensen als vee!”

De Duitsers ronselen mannen om te werk te stellen in de oorlogsindustrie in Duitsland. Jef, de man van Frans’ tante Elza is opgeroepen.

 

14 September 1940 “Zaterdag. De nachten zijn geen nachten meer. Elke nacht is er klank en gebonk. Heere God, hoe lang nog ?”

 

23 September 1940 “Maandag. Rond 6 uur vertrekt Jef naar Duitsland!”

09-08-2011 om 09:14 geschreven door uw neef


>> Reageer (0)
08-08-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.7 Juni 1940 “Vrijdag. Er zijn berichten over de demobilisering van landbouwers en metsers van alle soort...
Klik op de afbeelding om de link te volgen

behalve van mijn soort. Maar als ’t woord demobilisering al valt is ’t al genoeg. ’s Avonds bad.”

 

8 Juni 1940 “Zaterdag. Weer zon. We kunnen om te beginnen eens leuk de straat keren omdat er een zeker Duits heerschap zal komen. We kuisen en verder wachten we op nieuws. Er wordt hier een jongen begraven… Slapen, bombardement.”

 

9 Juni 1940 “Zondag. Te 5 ½ uur bericht: we demobiliseren. Vertrek per fiets. We komen rond 7 uur aan, wat een weerzien. Was ons Theo er maar.”

 

12 Juni 1940 “Woensdag. Ons Theo is ’t leidmotief van alle dagen. We gaan naar Willebroek. Wafelen. ’s Avonds wat afleiding.”

13 Juni 1940
“Donderdag… Overal wordt er gepraktiseerd over rantsoen en toekomen.”
Op 17 Juni 1940 kan Frans beginnen werken op het gemeentehuis van Boom, hij zal er heel zijn leven blijven.

 

23 Juni 1940 “Zondag. Julian’s moeder geven we nog wat moed. De jongen is nog niet thuis. Dat is zeer erg.”

Later zal blijken dat Julian krijgsgevangen werd genomen door de Duitsers.

 

11 Juli 1940 “Donderdag. Jef komt thuis.”

Nonkel Jef komt alleen terug uit Frankrijk zonder broer Theo!
Elke dag wacht Frans op de thuiskomst van broer Theo en zijn vriend Julian. Er is weinig te eten

 

13 Juli 1940 “Zaterdag. O! Varken, Koning van alle bevleesde dieren, wat missen we je spek!”

27 Juli 1940 “Zaterdag. De kelder is een noodzaak bij elke woning.”

08-08-2011 om 14:04 geschreven door uw neef


>> Reageer (0)
05-08-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.15 Mei 1940 “Woensdag. Vanaf 4 uur op de baan. Fel afzien, koude nacht.”

Het Duitse leger brak door tussen 13 en 15 mei 1940 nabij Sedan en Charleville, waardoor ze de KW linie konden omzeilen. De Belgen aan de KW linie wisten niet van de doorbraak nabij Sedan en Charleville, zij moesten zonder slag of stoot hun "ijzeren muur" prijsgeven en zich terugtrekken.

De Fransen lagen in Breda op 15 mei 1940, toen men hoorde dat Nederland de wapens had neergelegd !  De Fransen kregen het bevel om zich terug te trekken en de Schelde linie te versterken. Op 15 mei 1940 begon het Duitse 18de leger met de aanval op Antwerpen.

 

16 Mei 1940 “Donderdag. Met de bus tot Schelderode. Daar slapen we nogmaals. Goeie mensen. Ons haar wordt geknipt. We denken aan onze thuis…”

 

17 Mei 1940 “Vrijdag. Vroeg uit. Schone dag. Vertrekken. We liggen op een villa te Melsen bij Gent. Slechte berichten in de radio. Duitse troepen bij Antwerpen. Ik denk aan broertje en poesje en de kleine Walter en aan allen. We slapen gerust niettegenstaande het geschut.”

Melsen is een dorp in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van Merelbeke.

 

18 Mei 1940 “Zaterdag. Zo’n schone tijd en er gebeurt zoveel. Als we feitelijk nagaan hoe schoon het leven had kunnen zijn en hoe het nu is. Soms heb ik hoop, soms ben ik de zwartkijker… Ik krijg zo’n miserabel idee over de wereld. Mijn moedertje leerde ’t me zo schoon allemaal gaarne te zien en nu roep ik tegen eenen broeder die zich Duits heet: moordenaar! Mensen brengen slechte berichten over het opblazen van de bruggen in Boom.”
Op deze dag ontmoeten Belgen en Nazi’s elkaar aan de Leie, het Belgisch leger vocht er het zwaarder en heldhaftiger dan alle andere vorige veldslagen, niet alleen de Ardense jagers bewezen hier geoefende en vastberaden strijders te zijn, maar ook vele onder de wapens geroepen Vlaamse jongeren vochten er als leeuwen ! Ze konden de Duitsers op een afstand houden !

Maar de situatie werd slechter, Frankrijk was zo goed als onder de voet gelopen en in België krioelde het van de vluchtelingen, de Britten waren zelfs al aan het inschepen voor hun terugtocht naar Engeland.  De toestand zag er voor de Belgen steeds minder en minder goed uit.

 

19 Mei 1940 “Zondag. Verzamelen om 7 uur. Op ’t kasteel van Schelderode wachten. We wassen ons flink de eerste maal sinds we thuis weg zijn.”

 

20 Mei 1940 “Maandag. Mee met de luitenant. We maken goed eten. Afwisselen met de wacht.”

 

21 Mei 1940 “Dinsdag. We zorgen alweer voor ons eigen buik. Het is weer een geweldig gebonk der kanonnen. We moeten zorgen voor abri’s. ’s Avonds wacht. Er schiet iemand op ons wacht!”

 

22 Mei 1940 “Woensdag. Vliegtuigen zijn op post. We doorleven weer donkere uren. Eten is er genoeg: spek en eieren en melk. De tijd is wel onveilig, moeten we weg ?... Och Here, sta ons bij. ’t Is toch zo akelig.”
De Duitsers bleven alles in de strijd gooien, namen enkele bruggen over de Schelde in en dwongen de geallieerden een terugtocht tot achter de ijzer, De Schelde linie werd verlaten evenals een week ervoor de KW linie.

 

23 Mei 1940 “Donderdag. Altijd maar doormarsjeren, gans de nacht, tot we in Lotenhulle aanbelanden. Wij zijn geradbraakt, we vinden toch slapen. Dan komt er een schoon, schoon briefke van mijn lieve broertje. Die kleine laat toch zo goed zien hoe hij van ons houdt. We zijn toch 2 gebroers. Z’n brief is van de 14de…”

24 Mei 1940 “Vrijdag. De dag is schoon maar al wat hij meebrengt vies en slecht. Brood is nergens mee te krijgen. Het paardenbrood van gisteren was plat en oneetbaar. De mensen in dees streek zijn zo schrokkig en zonder mening… Alle lijkt zo zonder eind na 14 dagen.”

 De dag van het laatste grote treffen tussen Duitse en Belgische eenheden.  Nabij Kortrijk braken hevige gevechten uit, doch met hevige weerstand slaagden de Duitsers erin om de rivier (Leie) over te steken.  Bij Harelbeke konden de Duitsers dan een kleine bruggenhoofd uitbouwen, waardoor er nieuwe Duitse troepen konden worden aangevoerd

 

25 Mei 1940 “Zaterdag. Vroeg vertrekken. We springen een auto op. We leggen heel wat kilometers af. We komen door Brugge. Boel is daar normaal. Na enkele kilometer landen we te Aalter-brug… De stoet van vluchtelingen was enorm vandaag.”

 

26 Mei 1940 “Zondag. ‘t Is wel wat met die vliegers. Ze leggen wel alles aan op verraderlijk opdagen met hun luchtvloot. De moordenaars.”

 

27 Mei 1940 “Maandag. Er zijn vieze teleurstellende berichten over de strijd. De jongens vertellen ons weinig goede berichten over gevallen makkers. Die jongens laten toch hun jong leven!”
Het einde voor de Belgen was nabij, aan de Leie werden nog 2 gevechten geleverd.  Bij Vinkt en Knesselare vielen de Duitsers keer op keer aan, maar werden teruggeslagen, woedend door hun nutteloze aanvallen vergrepen de Duitse eenheden in Vinkt zich aan Burgermoorden.

 

28 Mei 1940 “ Dinsdag. Overgave. Na een kille, akelige nacht komen we te weten dat België het laatste stuk van zijn vrijheidadem heeft gelaten! De vliegtuigen bombarderen ons toch nog en we zien er eentje naar omlaag komen. We zijn nu in Stene bij Oostende. We rijden naar Oostende, alles is daar een droevig schouwspel. We moeten maken dat we er wegkomen want het wordt gevaarlijk.
Leopold III werpt de handdoek in de ring. Tijdens de Achtiendaagse Veldtocht (10-28 mei 1940) stierven ongeveer 6.000 Belgische militairen.

 

29 Mei 1940 “Woensdag. We blijven nog in Veldhoek. We zagen gisteren een lange stoet Duitse troepen. Nu komen er af en toe vliegtuigen over dwalen. We vernemen alles behalve gezellige berichten. We hebben hongerige magen en zoeken eten. Het is droevig en misschien duurt het nog lang?”

Veldhoek is een deelgemeente van Evergem in de buurt van de Gentse kanaalzone.

30 Mei 1940 “Donderdag. De dagen en de nachten zijn zeer killig al is ’t zomer. De orders zijn streng en tuchtvol. De schuur doet ons nog goed en we zorgen voor de bik. Van de keuken krijgen we aardappelen en de rest schooien we. Nog altijd niks van voorttrekken. Alles is hier nog hoe langer hoe doelloos. We kijken eens naar de fotokes. We krijgen eens wat heimwee. We voelen ons zelve niet lijk ’t moet en zo eindigen dagen die zo heel anders hadden kunnen zijn. ’s Avonds in ’t stro vertellen we. Hebben we wat geluk in zaken die allang voorbij zijn. Ergens is een ontploffing en vliegtuigengezoem.”

31 Mei  1940 “Vrijdag. Om 6 uur in de morgen is er zon, dan wordt het weer donker. Alles is overtrokken. We horen mis in een boomgaard. Van achter op een auto is alles uitgestald. Het is zo eenvoudig en roerend dit toneel van de jongens in kaki die buigen en bidden voor alles. Dat miske zal me altijd bijblijven. ’s Avonds doen we zo’n plezierreiske van 8 kilometer en komen dan terug naar Waardamme. De Duitsers hebben onze plaatsen reeds ingenomen.”

Waardamme is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van Oostkamp.

1 Juni 1940 “Zaterdag. ’n Marsj om nooit te vergeten. Vanaf 5 uur ’s morgens. De rit van 50 à 60 kilometer duurt lang. Er blijven heel wat jongeren bij. We slapen in een oud kasteel. Zo maar op de grond…”

2 Juni 1940 “Zondag. Vanaf ’s voormiddags in de bres. We marsjeren goed door al kunnen we moeilijk. We passeren Gent en geraken tot Zeveneken… We verkwikken ons wat en slapen in een school die ons een stede verschaft waarop we ons knoken zeer doen. Maar overmoeid kan ons elke rust goed verdragen. Ik denk deze dagen altoes veel aan huis…”

3 Juni 1940 “Maandag. De dag begint vroeg want om op die hardheid te blijven is meer dan moed van doen. Er is zon in de lucht en allerhande berichten. Wel rijst de eeuwig kapitale vraag: mogen we naar huis? Ik tekende op ’t bord en schreef een spreuk: Kinderkens, bemint elkander! ’s Avonds als we al op ons steke liggen wordt er gebombardeerd. We slapen alles behalve gerust.”

4 Juni 1940 “Dinsdag. 8 dagen na die overgave. De berichten van deze dagen zijn maar al te variant. Hoe lang gaat dat spelleke hier nog lopen? We beleven een schoon weerke…We hebben alles te doen zoals ze ’t willen!”

5 Juni 1940 “Woensdag. Schoon weer. Alles is afgezonderd. De straat mag niet bezocht worden. Er wordt gewassen en gedroogd en daarbij veel nieuws gehoord dat op niets trekt.”

6 Juni 1940 “Donderdag. We staan in de vroege morgenduren paraat om wat te marsjeren. De enkele kilometers gaan wel goed. Ik leg toch wat goed op de fiets van de luitenant. Dan komen we in Kalken en vinden een plaats: café + beenhouwer. Ik krijg nieuws van een bezoeker dat mijn broerke nog niet thuis is.”

Broer Theo, juist 16 geworden, is in de eerste weken van Mei overgebracht naar het Zuiden van Frankrijk samen met Jef, de man van Elza. Ze zitten in Saint-Sauvy in de Gers in het departement Midi-Pyrenées. Weerbare Belgische mannen, die niet onder de wapens waren, werden daar samengebracht ter voorbereiding van een eventueel tegenoffensief.

05-08-2011 om 06:48 geschreven door uw neef


>> Reageer (0)
03-08-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.10 Mei 1940 “Vrijdag. OORLOG...

1 uur alert. 4 uur uit Bilzen. Nachtelijk bombardement. Geweer kapot. Vliegtuigen, anders niets.”

Duitse troepen vallen België, Nederland en Luxemburg aan, wat men al een hele tijd vreesde is nu gebeurd, de Belgische neutraliteit werd geschonden.

 

11 Mei 1940 “Zaterdag. ’n Vieze nacht vol oorlogsgerucht. ’s Morgens een ganse morgen bombardementen. We liggen op de buik gans de dag. ’s Avonds in alle vluchte weg. Magazijn achtergelaten, op kamion gesprongen. Hasselt in handen van de Duitsers.”
3 regimenten van de Belgische 7ste  divisie hielden ongeveer 19 km linie langs het Albertkanaal bezet. De linie werd langs de rechterflank beschermd door het grote fort Eben-Emael.  De linie en vele knooppunten werden constant gebombardeerd door de Duitse Luchtmacht en niet veel later drongen de Duitsers door in de Ardennen.

Ze drongen Belgische troepen terug, de Belgen hadden gehoopt dat ze de Duitsers langs het Albertkanaal langer konden tegenhouden zodat andere geallieerden ( Fransen ,Britten) samen met hen slag konden leveren, maar dit was niet mogelijk !

De slag aan het Albertkanaal duurde slechts 2 dagen... niet lang genoeg voor geallieerde hulp.

Bruggen werden ingenomen en de Duitse troepen vloeiden binnen. Bijna alle bruggen die de Duitsers wilden veroveren werden ingenomen, alleen de brug van Kanne werd net op tijd opgeblazen. Franse, Belgische en Britse troepen moesten kost wat kost de ingenomen bruggen zien te vernietigen, maar de Duitse luchtafweer aan de bruggen, de trage Belgische toestellen en de Duitse overmacht in de lucht maakten dit niet mogelijk, elke aanval werd afgeslagen.

In de nacht van 11 op 12 mei 1940 begon de grote Belgische terugtocht, de troepen trokken zich terug achter de "ijzeren muur ".

 

12 Mei 1940 “Zondag. De kamion verloor een wiel. We pikken fiets. We pikken kamion. 1000 meter verder panne. We zien alles voorbij trekken, akelige nacht. Te voet naar Diest, onder de morgen daar. Diest ligt plat. Daar kamion. Tot Leuven, alles leeg. Tot Mechelen en dan naar Boom. Wat een terugzien!”

Frans heeft maar één doel, zo snel mogelijk zijn familie in Boom opzoeken om daar de toestand te kennen. Alles is daar gelukkig nog in orde.

13 Mei 1940 “Maandag. Een nacht thuis vol vliegtuigengeronk. Naar Antwerpen, dan naar Lier. Over Bouchout. Akelige nacht in Hove, we slapen in coiffeurszaak.”
Frans tracht zijn eenheid zo snel als mogelijk te vervoegen.
Die dag kwamen Franse en Britse troepen de Belgische verdedigers ter hulp! De Franse troepen baanden hun weg naar Gent, Dendermonde en zo naar Antwerpen.  Via Antwerpen rukten ze op naar Breda, maar bij Zundert liepen ze vast ! Bruggen waren opgeblazen en wegversperringen waren geplaatst.

 

14 Mei 1940 “Dinsdag. ’s Morgens vroeg op de baan. Komen te Mechelen. In kolonne naar Kapellen. Alles daar plat.”

03-08-2011 om 20:30 geschreven door uw neef


>> Reageer (0)
01-08-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.3 Maart 1940 “Zondag. Deze dag is keurig verwerkt...
Ons Elza schenkt ons een leuke jonge zoon... Ik sta oprecht goed met mijn nieuwe kostuum. ’t Was voorwaar een ekselente kleurrijke dag.
Frans is enkele dagen in verlof en thuis. Het zoontje van Elza en Jef wordt Walter genoemd.

20 Maart 1940 “Woensdag. Paaskommunie. Na de middag wat snuisteren. Uitgaven: 1.5 Frank plaksel, 2.00F kinema, 1.00F frites, 1.5F melk, 2.10F tram.”

21 Maart 1940 “Donderdag. Uitgaven: 1.5F melk, 1.2F eieren, 1.3F boter, 3.5F bier, 2.00F pekelharing. ’n Dag waarop we uitslapertje spelen. We eten deze dagen de stukken van de muren. De Julian is terug. We praten gezellig. Julian is toch ’n goeie kerel. Door al te edele gebaren niet alleen ten opzichte van mij maar ten opzichte van ieder.”

2 April 1940 “Dinsdag… De gasmaskers worden van nieuwe flessen voorzien.”
Duitse troepen vallen Noorwegen en Denemarken binnen op 9 April 1940. Frankrijk en Engeland stonden stom van verbazing, ook België voelde nu dat de kans dat ze deze oorlog konden vermijden nihil is geworden! Het zou niet lang meer duren of de Duitsers zouden ook de rest van "Europa" innemen!

10 April 1940 “Woensdag. Verlof ingetrokken…”

14 April 1940 “Zondag. Verjaardag van mijn poesje (22) en mijn broertje (16).”

7 Mei 1940 “Dinsdag. Slecht weer. Ook slechte tijdingen over de politiek in Noorwegen. Dan schrijven ’s avonds. De meikevers vliegen niet goed, we hebben er maar één gevangen.”

01-08-2011 om 08:54 geschreven door uw neef


>> Reageer (0)
30-07-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1940
Klik op de afbeelding om de link te volgen Aanhef van het nieuwe dagboek:

Wees eerlijk! Geef  ieder wat hem toekomt!

6 Januari 1940 “Zaterdag. We trappen ’t af uit Vlijtingen… ’t is hier vredig stil in ’t dorp.”

Frans is de hele tijd zeer goed ontvangen bij de familie Gonissen uit de hospitaalstraat in Bilzen, hij was er kind aan huis. Een vriendschap die hij heel zijn leven lang zal koesteren.

Zijn taak als legermagazijnier voert hij nu uit in Loksbergen, een dorp eveneens gelegen in de Belgische provincie Limburg en een deelgemeente van de stad Halen, op de grens met Vlaams-Brabant. Hij logeert er ook bij burgers.

25 Januari 1940 “ Donderdag. Verjaardag van mijn moe! Alles wordt gereed gemaakt… We eten flinke kip bij die brave lui uit Loksbergen, die mensen zal ik me nog vaak herinneren.”

De moeder van Frans, Celine Michiels, viert haar 44ste verjaardag.

4 Februari 1940 “De verlofdag is begonnen. We gaan bij Petere die deze dagen in ’t gasthuis zijn laatste ogenblikken schijnt te doorleven.”
Petere, alias Gommaar Van Cammeren, Frans’ grootvader langs vaderszijde en dus ook mijn overgrootvader, overlijdt op 9 februari 1940.

22 Februari 1940 “Donderdag. Beverlo. Verjaardag! Dat is mijn 21ste verjaardag, zo ver van huis weg. Ik heb toch vrienden. We drinken op ons gemakske een bakske af. ’t Was toch gezellig onder elkaar. Maar ’t harteke zit zo thuis. Het verlof is weeral in ’t gedrang… Verlof dat is nog ’t enige dat ons redelijk maakt.”

Frans verhuist enkele dagen later terug naar Bilzen.

Op de foto Juliaan Spruyt, beste vriend van Frans, met op de keerzijde in handschrift:
Uit diepste en innigste genegenheid aangeboden aan m’n éénige vriend Frans
Februarie – mobilisatiemaand 1940
Julian

30-07-2011 om 15:52 geschreven door uw neef


>> Reageer (0)
28-07-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.11 november 1939 “Zaterdag. We doorbrengen bange tijd...
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Naar het verlof verlangen we. Kogels worden uitgedeeld! Er roert wat. We zien alles danig pessimistisch…”

Doch het blijft rustig in Limburg.

18 December 1939 “ We worden magazijnier. We landen in die fameuze spookhoeve. Ratten. We arrangeren ’t kamertje. ’t Wordt er gezellig bij ’t stoveke.”
December 1939, Majoor Reinberger van de Duitse luchtmacht moest met zijn vliegtuig een noodlanding maken, hij landde nabij het dorp Kwaadmechelen.  Hij had Duitse plannen bij zich voor de invasie van België, Nederland en Luxemburg. Deze plannen zorgde voor een versterking van de Belgische bruggen (diegene die de Duitsers zouden innemen voor hun snelle opmars ), ook in Frankrijk en Nederland werden maatregelen getroffen, maar het enige dat men niet wist was wanneer de aanval zou gebeuren !
België bleef paraat en wachtend !

Op de foto, genomen in October 1939, Odile Keppens, vriendin van Frans.

28-07-2011 om 07:32 geschreven door uw neef


>> Reageer (1)
23-07-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het uitbreken van de 2de Wereldoorlog !!!
Klik op de afbeelding om de link te volgen

(bron: Internet, tekening: dagboekfragment Frans 1939)
Op 28 augustus 1939 waagde de Britse regering nog een laatste poging om Hitler tot andere gedachten te brengen. Ze stelde voor dat Polen en Duitsland direct over de Duitse eisen ten aanzien van Dantzig en de Poolse Corridor zouden gaan praten. Groot-Brittanië was bereid aan de besprekingen deel te nemen. Hitler deed alsof hij er wel voor voelde, maar zijn eis, op 29 augustus gesteld, dat er op 30 augustus 1939 een Poolse gezant met volledige volmacht naar Berlijn zou komen, was natuurlijk onaanvaardbaar en onuitvoerbaar. Toch kreeg de Poolse ambassadeur  opdracht, contact op te nemen met Hitler. Tegen de avond van 31 augustus deed hij dat, maar tevergeefs. In de vroege morgen van 1 september 1939 trokken Duitse strijdkrachten Polen binnen.
Groot-Brittannië en Frankrijk verzochten Duitsland zijn troepen terug te trekken, maar er kwam niet eens antwoord. Daarop verklaarde Groot-Brittannië de oorlog aan Duitsland. Frankrijk deel vijf uur later hetzelfde. De Tweede Wereldoorlog was begonnen !

1 September 1939 “Vrijdag. De dag werd weer heerlijk ingezet. Een bericht komt ons toe dat er 3 bruggen gesprongen zijn in Luik. Ik ben wel bang om oprecht te zeggen: dat ons dat ook moest overkomen. Ik denk zoveel aan mijn thuis.”

3 September 1939 “Zondag. 6 uur ‘s avonds. We zitten in de zon. Mis zo schoon en zo gezellig. ’n Ganse namiddag aan de lijn in Hasselt. We krijgen regen. ’s Avonds café Chantant. Er wordt appel gemaakt.”
De troepen blijven gelegerd in de buurt van Duitsland en worden paraat gehouden. Er zijn maar weinig vergunningen om naar huis te gaan. Iedereen wacht af.
Op 4 September 1939 werd het Belgisch leger gemobiliseerd. 600.000 Belgen kwamen onder de wapens. België moest zich klaarmaken voor het geval Duitsland haar neutraliteit niet aanvaardde en zou binnenvallen.Er werden aan de grensstreken antitank versperringen opgericht, kazematten gebouwd en mijnenvelden gelegd.
België verstevigde ook zijn grootste posities, Fort Eben-Emael werd versterkt met een groot aantal manschappen en ook de
K(oningshooikt)-W(aver ) linie werd versterkt, deze verdedigingslinie bestond uit 350 bunkers en tankversperringen. De Belgen noemden de KW-linie "De ijzeren muur”.

23-07-2011 om 15:04 geschreven door uw neef


>> Reageer (0)



Zoeken in blog


Archief per week
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 15/08-21/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 16/05-22/05 2011

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!