Foto
Ich gruet u allen int gemeyne,
Want met nimant besonder en ben ich bekent
Inhoud blog
  • esperanto
  • Over liefde
  • Bidden en/of mediteren
  • in memoriam
  • Karel D'huyvetters: Spinoza: de brieven over God
  • Losse bedenkingen 2: De hoofddoek
  • Losse bedenkingen 1: Geloven en niet-geloven
  • Gerrit Achterberg: Weerbericht
  • Nicole Verschoore: Le maître du bourg
  • Henry James: Washington Square
  • liefde
  • Blason du corps féminin
  • Pessoa: Criança desconhecida e suja brincando à minha port
  • Boutens: Rijk gemis
  • Beschouwingen bij Als de ziel spreekt
  • P.C. Boutens: De ziel spreekt
  • Jacob Winkler Prins: Uit mistig grijze morgenstrepen
  • Franco Sacchetti: Florentijnse verhalen
  • Peter Handke: Wunschloses Ungluck
  • Maria Petyt: Het leven van de weerdighe moeder Maria Petyt
  • Leonardo Sciascia: Mort de l'Inquisiteur
  • Flannery O'Connor: Goede mensen zijn dun gezaaid
  • McCullers: Clock without hands
  • Jane Bowles: Two Serious Ladies
  • J.D. Salinger: Franny and Zooey
  • Anne Bronte: A Reminiscence
  • William Faulkner: Shingles for the Lord
  • Vercors: Le Silence de la Mer
  • Maria Dermout: De Sirenen
  • Aifric Campbell: De logica van het moorden
  • Jörn Pfennig: Twee gedichten
  • Hesse: Over lezen en boeken
  • Colum McCann: Het verre licht
  • Vondel, Shakespeare! 2
  • Vondel: Joseph in Egypten
  • Schnitzler: Traumnovelle
  • Vondel, Shakespeare !.
  • Arthur Schnitzler: Doktor Gräsler, Badearzt
  • Psalm 23
  • Rilke: Eranna an Sappho
  • Charles Perrault: Riquet à la houppe
  • Cathérine Bernard: Riquet à la houppe /Riquet met de kuif
  • Vestdijk: The Beauty and the Beast
  • Schnitzler: Der blinde Geronimo und sein Bruder
  • Arthur Schnitzler: Sterben
  • Hofmannsthal
  • Yeats
  • Swift: A Voyage to the Houyhnhnms
  • Swift: A voyage to Laputa!
  • Swift: A voyage to Brobdingnag
  • Swift 2
  • Swift (1667-1745)
  • Swift: Gulliver's Travels (1)
  • Joseph Conrad: Within the Tides
  • Schopenhauer over de dood (1)
  • Piet Calis: Vondel. Het Verhaal van zijn Leven
  • Jacques Prévert: Fatras
  • Van de Woestijne: Vervarelijk Festijn
  • John M. Synge: The Playboy of the Western World
  • Synge: prelude
  • Alan Bennett: The Uncommon Reader
  • James Baldwin: Going to meet the man
  • Laura Esquivel: Como agua para chocolate
  • Carry van Bruggen: Goenong Djatti
  • Carry van Bruggen: Anekdote
  • Juan Filloy: De Bende
  • Sébastien Japrisot: L'été meurtrier
  • Richard Hough: The Potemkin Mutiny
  • Leonardo Sciascia: De Zaak Aldo Moro
  • A. Stifter: Brigitta
  • Lodeizen/Merrill
  • Gezelle
  • Michaël Borremans: The glaze
  • McEwan: Aan Chesil Beach
  • Hanshan: Gedichten van de Koude Berg
  • Richard Minne: Madèle of de lustige weduw
  • William Faulkner: Mosquitos
  • Indisch beeldje
  • William Cullen Bryant
  • William Cullen Bryant: To the fringed gentian
  • William Cullen Bryant: Sonnet - To an American Painter Departing for Europe
  • Balzac: Les Proscrits
  • Herman Melville: Bartleby the Scrivener
  • Nabokov: An Affair of Honor
  • Nabokov: The Visit to the Museum
  • D. H. Lawrence: Liefde in het hooi
  • Grillparzer (1791-1872): De arme Speelman
  • Franz Kafka: Das Urteil (Het Vonnis)
  • Reiner Stach: Kafka. Die Jahre der Entscheidungen
  • Moreau-Vauthier: La mort de Joseph Bara
  • Louis David: Joseph Bara
  • J. Boze: Marat
  • David: A Marat
  • Goldsmith: She Stoops to Conquer
  • Pirandello en Camilleri
  • Oliver Goldsmith: The Vicar of Wakefield
  • Barbara Allen
  • Victor Jara (1932-1973)
  • Vestdijk: Sint Sebastiaan
  • Le jeu de tonneau
  • Brecht: Twee gedichten
  • Joden in Engeland
  • Christopher Marlowe: The Jew of Malta
  • Franz Kafka: Brief an den Vater
  • Willem de Mérode: De witte kater
  • Shakespeare: The Merchant of Venice (eerste bedrijf)
  • Stendhal: Lucien Leuwen
  • Baudelaire: Les Fleurs du Mal
  • The Arrest of Oscar Wilde at the Cadogan Hotel
  • Lichtenberg
  • Charles Ducal: In inkt gewassen
  • Amoz Oz: Verzen van het leven en de dood
  • Goldsmith (1728-1774)
  • Shakespeare: The Tempest
  • David van Reybrouck: Slagschaduw
  • Norbert De Beule: EBdiep
  • Een naam
  • Ira Levin: Een kus voor je sterft
  • José Eduardo Agualusa: De handelaar in verledens
  • Kathleen Raine: The World
  • Erwin Mortier: Avonden op het Landgoed. Op reis met Gerard Reve
  • Nathaniel Hawthorne: The Gentle Boy
  • Poe: The Premature Burial
  • Melville
  • Bhartrihari
  • Ismail Kadare: De dochter van Agamemnon. De opvolger
  • Thomas Hardy: Jude the Obscure
  • Carlos Drummond de Andrade: De liefde, natuurlijk
  • Kenzaburo Oë: De knoppen breken
  • Angus Wilson: Anglo Saxon Attitudes
  • Sandro Veronesi: Waar gaat die vrolijke trein naartoe
  • Frederik van Eeden: Pauls ontwaken
  • Sàndor Màrai: Gloed
  • Anthony Powell: What's become of Waring
  • Ian McEwan: De troost van vreemden
  • Stendhal: Lamiel
  • Sándor Márai: De opstandigen
  • Friedrich Dürrenmatt: De rechter en zijn beul
  • Thomas Bernhard: Der Stimmenimitator
  • B. Traven: Een generaal komt uit de wildernis
  • Epicurus/Leopold
  • Bernardo Carvalho: Negen nachten
  • Ian McEwan: Amsterdam
  • Rosalie en Virginie Loveling
  • Agota Kristof: De analfabete
  • Daniel Defoe: A Journal of the Plague Year
  • Voltaire: Filosofisch woordenboek
  • Vondel: Noah 5e bedrijf
  • Thomas Hardy: Far from the Madding Crowd
  • Dromen
  • Leonardo Sciascia: Een duidelijke zaak
  • L.P. Boon: De paradijsvogel
  • Gorecki: Symfonie nr. 3 - Symfonie der Klaagliederen
  • J. H. Leopold
  • Petrarca: Brieven aan zijn broer
  • Konstantin Paustovskij: Begin van een onbekend tijdperk
  • Heinrich van Kleist: Die Marquise von O.
  • Lionel Trilling: The Middle of the Journey
  • Poesjkin: Schoppenvrouw
  • Schnittke
  • Timmermans: Adagio
  • Joseph Roth: Rebellie
  • John Boyne: De jongen in de gestreepte pyjama
  • Evelyn Waugh: Edmund Campion
  • Umberto Saba: Voor de vogels en een vriend
  • Kenzaburo Oë: De hoogmoedige doden
  • Heinrich Böll: De nalatenschap
  • Nabokov: Uitnodiging voor een onthoofding
  • Achterberg: En Jezus schreef in 't zand
  • Vondel: Noah 4e bedrijf
  • Streven januari 2007
  • Vladimir Nabokov: Bastaards
  • Sá-Carneiro: Twee gedichten
  • Mário de Sá-Carneiro: Beijos
  • Boutens: Kussen
  • Georges Eekhoud / J.I. De Haan
  • Vestdijk: Ierse nachten
  • Faulkner: As I Lay Dying
  • Boutens
  • Alfred Jarry: L' amour en visites
  • Ledeganck: Het burgslot van Zomergem
  • Tsjechow: Drama op de jacht
  • William Faulkner: Sanctuary
  • Vondel: Noah vervolg 3e bedrijf
  • Vondel: Noah 3e bedrijf
  • Pierre Louÿs (1870 - 1925) : Journal
  • Ledeganck: De Zinnelooze
  • Pikanterie
  • Goya en Louÿs
  • Pierre Louÿs: La Femme et le Pantin
  • Jack London: De droom van Martin Eden
  • Hugo von Hofmannsthal: Das Erlebnis des Marschalls von Bassompierre
  • Eduard von Kaiserling: Schwüle Tage
  • Flaubert: Saint Julien l'hospitalier
  • Saint Julien l'hospitalier
  • Emile Zola: Thérèse Raquin
  • Zondeval
  • Witold Gombrovicz: De beheksten
  • Janneke
  • Albert Verwey: De page
    Zoeken in blog

    sprokkelhout

    09-12-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.John M. Synge: The Playboy of the Western World
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    John M. Synge: The Playboy of the Western World

     

    Synge leefde van 1871 tot 1909. Hij stamde af van een Engelse familie die in het begin van de 17e eeuw van Engeland naar Ierland emigreerde. De Synge’s zouden in Ierland vijf bisschoppen leveren. Zij behoorden tot de Anglo-Irish, d.w.z. mensen die instemden met de overheersing van Engeland over Ierland. Synge studeerde aan het Trinity College in Dublin Hebreeuws en Gaelic. Daarna reisde hij enkele jaren in Duitsland en Frankrijk. In Parijs leerde hij de dichter Yeats kennen en die raadde hem aan om de Aran Islands te bezoeken. In 1898 bezocht Synge die net buiten  de golf van Galway gelegen eilanden. Tot in 1902 zal hij er elke zomer doorbrengen. In de winter beschrijft hij het harde leven van de mensen op die barre en stenige eilanden. Toen hij in Parijs woonde bezocht hij vaak de tentoonstellingen van de impressionisten, met name die van Monet. Zoals deze eenzelfde tafereel op verschillende tijdstippen van de dag schilderde, zo zou Synge dat ook doen in zijn proza. De dichter Yeats typeerde het werk van Synge als volgt: A man trying to look out of a window and blurring all that he sees by breathing upon the window.”

     

    Synge heeft ook toneelwerk geschreven. De komedie The Playboy of the Western World werd voor het eerst opgevoerd in januari 1907. De uitvoeringen lokten protest uit. Bij de eerste opvoering in Dublin waren er een week lang opstootjes. In Philadelphia werd zelfs de hele cast aangehouden. Het stuk werd onzedig geacht, onder meer door het gebruik van het woord shift, hemd, in een stuk tekst van de hoofdpersoon: a drift of chosen females, standing in their shifts itself, maybe, from this place to the Eastern World.

     

    Voor de Ierse nationalisten was het stuk a slander on the fair name of Ireland, want Synge hing een allesbehalve vleiend portret op van de Ierse boeren. Synge interesseerde zich niet in de eerste plaats voor de Ierse kwestie. Zijn belangstelling ging uit naar het leven en de taal van de Ierse plattelandsbevolking. Zelf schrijft hij in het voorwoord bij dit toneelstuk: In writing The Playboy of the Western World, I have used one or two words only that I have not heard among the country people of Ireland, or spoken in my own nursery before I could read the newspapers. A certain number of the phrases I employ I have heard also from herds and fishermen along the coast from Kerry to Mayo or from beggar-women and ballad-singers nearer Dublin; and I am glad to acknowledge how much I owe to the folk-imagination of these fine people. Anyone who has lived in real intimacy with the Irish peasantry will know that the wildest sayings and ideas in this play are tame indeed, compared with the fancies one may hear in any hillside cabin in Geesala, or Carraroe, or Dingle Bay.

     

    Het stuk speelt zich af in een shebeen of sluikschenkerij aan de wilde kust van het graafschap Mayo. Pegeen, de dochter van de uitbater is verloofd met een jonge boer. Haar vader en enkele vrienden zijn de komende nacht afwezig, en ze heeft angst om alleen te blijven. Haar vriend wil echter niet alleen met haar blijven, omdat zoiets niet mag van de dorpspriester. Op een bepaald moment komt er een vreemdeling binnen (de playboy). Hij zegt al elf dagen op de dool te zijn nadat hij zijn vader met een bijl het hoofd heeft ingeslagen. In tegenstelling met wat men zou verwachten, wordt de jongeman als een held ontvangen en valt hem het geflirt van de meisjes te beurt. Maar na een tijdje duikt de zogezegd vermoorde vader op. Er volgt nog een moordpoging, maar uiteindelijk een verzoening tussen vader en zoon en hun vertrek tot groot verdriet van Pegeen, die the only playboy of the western world moet laten gaan.

     

    Het toneelstuk leest niet gemakkelijk. Synge gebruikt de taal en het slang van de plattelanders met allerlei eigenaardige zinsconstructies.

    Enkele willekeurige voorbeelden:

     

    And I brought you a little laying pullet - boiled and all she is – was crushed at the fall of night by the curate’s car. Feel the fat of that breast, mister.

     

    A soft lad the like of you wouldn’t slit the windpipe of a screeching sow.

     

    You should have had great people in your family, I’m thinking, with the little, small feet you have, and you with a kind of a quality name, the like of what you find on the great powers and potentates of France and Spain.

    09-12-2008 om 16:22 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Synge: prelude
    Als toegift een gedichtje van Synge:

    PRELUDE

     

     

    Still south I went and west and south again,
    Through Wicklow from the morning till the night,

    And far from cities, and the sights of men,

    Lived with the sunshine and the moon's delight.

     

    I knew the stars, the flowers, and the birds,

    The gray and wintry sides of many glens,

    And did but half remember human words,
    In converse with the mountains, moors, and fens.

    09-12-2008 om 00:00 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    01-12-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Alan Bennett: The Uncommon Reader

    Alan Bennett: The Uncommon Reader

     

    Die ongewone lezer is de koningin van Engeland. Ze komt toevallig op een plek buiten het paleis waar ze niet vaak komt en waar die dag net de bibliobus staat. Behalve de chauffeur is er alleen een roodharige jongen aanwezig. Deze Norman werkt in de keuken van het paleis. De queen neemt om te beginnen een roman van Ivy Compton-Burnett mee, een schrijfster van familieromans. Ze krijgt de smaak van het lezen te pakken en de week daarop bezoekt ze opnieuw de bibliobus. Ze laat zich bij haar lectuur begeleiden door Norman. Deze homoseksuele jongeman bevalt haar zo, dat ze hem benoemt tot haar literaire assistent. Hij krijgt een bureau in de gang in de buurt van de koninklijke vertrekken, tot ergernis van de naaste medewerkers van de koningin. De queen geraakt verslaafd aan het lezen. De humoristische passages volgen elkaar nu op.

     

    Af en toe volgen er pretentieloze beschouwingen over boeken en lezen.

     

    The appeal of reading, she thought, lay in its indifference: there was something lofty about literature. Books did not care who was reading them or whether one read them or not. All readers were equal, herself included. Literature, she thougt, is a commonwealth; letters a republic.

     

    Here in these pages and between these covers she could go unrecognised.

     

    De koningin moet een officieel bezoek brengen aan Wales. Ze vraagt Norman welke Welshe schrijvers ze tijdens haar reis zou kunnen lezen. Dylan Thomas en John Cowper Powys hebben ze al gehad. Het gesprek met Norman gaat zo verder:

     

    “You could try Kilvert, ma’am,” said Norman.

    “Who’s he?”

    “A vicar, ma’am. Nineteenth century. Lived on the Welsh borders and wrote a diary. Fond of little girls.”

    “Oh,” said the Queen, “like Lewis Carroll.”

    “Worse, ma’am.”

    “Dear me. Can you get me the diaries?”

    “I’ll add them to our list, ma’am.”

     

    Bij een andere gelegenheid leest ze Henry James, bij wie het verhaal nogal eens wil slabakken.

     

    It was Henry James she was reading one teatime when she said out loud, “Oh, do get on.”

    The maid, who was just taking away the tea trolley, said, “Sorry ma’am,” and shot out of the room in two seconds flat.

    “Not you, Alice,” the Queen called after her, even going to the door. “Not you.”

     

    Bij een bezoek aan Canada:

     

    In the far north what few polar bears could be assembled hung about waiting for Het Majesty, but when she did not appear loped off to an ice floe that held more promise. Logs jammed, glaciers slid into the freezing waters, all unobserved by the royal visitor, who kept to her cabin.

    “Don’t you want to look at the Lawrence Seaway ?” said her husband.

    “I opened it fifty years ago. I don’t suppose it’s changed.”

     

    Het boekje (121 kleine bladzijden) verscheen in 2007 bij Faber and Faber. Het is het leukste wat ik in jaren gelezen heb

     

    01-12-2008 om 15:17 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    28-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.James Baldwin: Going to meet the man
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    James Baldwin: Going to meet the man

     

    Deze bundel bevat 9 verhalen. Ze gaan over de jeugd van een zwarte jongen, over discriminatie, de gelovige gemeente, een lynchpartij, enz.

    Beter dan de verhalen na te vertellen, kan ik enkele mooie passages overtikken.

     

    Uit Previous Condition.

    Een zestienjarige jongen verlaat zijn thuis en vindt onderdak bij een vriend. Als de landlady ontdekt dat hij zwart is, vliegt hij aan de deur. Hij gaat zich bedrinken en maakt in een bar kennis met een oude vrouw.

    “Baby,” said the old one, “what’s your story?”

    “I got no story, Ma”, I said

     

    Uit Sonny’s Blues

    Over een barmeid:

    When she smiled one saw the little girl, one sensed the doomed, still-struggling woman beneath the battered face of the semi-whore.

    Over het kind

    He hopes that there will never come a time when the old folks won’t be sitting around the living room, talking about where they’ve come from, and what they have seen, and what’s happened to them and their kinfolk. But something deep and watchful in the child knows that this is bound to end, is already ending. In a moment someone will get up and turn on the light. Then the old folks will remember the children and they won’t talk anymore that day. And when light fills the room, the child is filled with darkness. He knows that everytime this happens he’s moved just a little closer to the darkness outside. The darkness outside is what the old folks have been talking about. It’s what they have come from. It’s what they endure. The child knows that they won’t talk anymore because if he knows too much what’s happened to THEM, he’ll know too much soon, about what’s going to happen to HIM.

    Over de kerkdienst

    “Tis the old ship of Zion,” they sang, and the sister with the tambourine kept a steady, jangling beat “it has rescued many a thousand!”. Not a soul under the sound of their voices was hearing this song for the first time, not one of them had been rescued. Nor had they seen much in the way of rescue work being done around them. Neither did they especially belief in the holiness of the three sisters and the brother, they knew too much about them, knew where they lived, and how.

     

     

    Uit This Morning, this Evening, so soon

    Over de tegenstelling VS-Europa bij Amerikanen aan boord van een schip

    It was a friendliness which did not suggest, and was not intended to suggest, any possibility of friendship. Unlike Europeans they dropped titles and used first names almost at once, leaving themselves, unlike the Europeans, with nowhere thereafter to go. Once one had become Pete or Jame or Bill all that could decently be known and any suggestion that there might be further dephts, a person, so to speak, behind the name, was taken as a violation of that privacy which did not, paradoxically, since they trusted it so little, seem to exist among Americans. They apparently equated privacy with the unspeakable things they did in the bathroom or the bedroom, which they related only to the analyst, and then read about it in the pages of best sellers.

     

     

    Uit Going to meet the man

    Dit is een verschrikkelijk lynchverhaal. Twee staaltjes van de racistische instelling van de blanke sheriff uit het begin en het einde van het verhaal.

     

    He could not ask his wife to do just a little thing for him, just to help him out, just for a little while, the way he could ask a nigger girl to do it.

     

    Come on, sugar. I’m going to do you like a nigger, just like a nigger, come on, sugar, and love me just like you’d love a nigger.

     

     

    28-11-2008 om 14:32 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Laura Esquivel: Como agua para chocolate
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Laura Esquivel: Como agua para chocolate

     

    Deze roman is van 1989, waarmee ik maar wil zeggen dat men deze rubriek niet moet lezen om zijn actualiteitswaarde. De roman is vertaald in 33 talen en haalde een miljoenenoplage. Hij is verfilmd en in de Nederlandse vertaling luidt de titel Rode rozen en tortilla’s. Dit boek is het debuut van de Mexicaanse schrijfster Laura Esquivel die geboren is in 1950.

     

    De roman telt 12 hoofdstukken, van januari tot december. Het verhaal speelt zich echter af over een veel langere periode. Het meest in het oog springend in dit boek zijn de recepten. Elk hoofdstuk begint ermee en ze worden stuk voor stuk uitvoerig beschreven. Het gaat om Mexicaanse schotels waarvan we hier niet altijd de ingrediënten zullen vinden.

     

    Een meisje vertelt het verhaal van haar grootmoeder Tita. Als de jongste van drie zussen al de 15-jarige Tita nooit kunnen trouwen. De traditie wil dat zij bij haar moeder blijft en haar verzorgt tot ze sterft.

    (Toevallig hoorde ik deze week dat een min of meer gelijkaardige traditie bij andere volkeren ook nog bestaat. Zo wil de traditie bij de Kosovaren dat het jongste kind later moet zorgen voor de opvang van de ouders).

    Pedro is een jongeman die op Tita verliefd is en omdat hij bij haar in de buurt wil blijven, trouwt hij dan maar met haar oudere zus Rosaura. Die situatie vraagt om problemen die uiteindelijk 22 jaar later een oplossing krijgen.

    Een groot deel van het verhaal speelt zich af in de keuken en tijdens het bereiden van de gerechten. Een ander thema is dat van het vuur en de letterlijk brandende passie. De gebeurtenissen vinden plaats op het platteland, met op de achtergrond de Mexicaanse revolutie. Geregeld duiken fantasie en magie op, maar dat stoort niet als men bedenkt dat het een verhaal betreft dat jaren later wordt verteld door de kleindochter.

     

    Ik heb het boek graag gelezen. En afgezien van de typisch Mexicaanse woorden, is het ideale lectuur voor mensen die op zoek zijn naar een niet al te moeilijke roman in het Spaans.

    28-11-2008 om 13:58 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    21-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Carry van Bruggen: Goenong Djatti
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Carry van Bruggen: Goenong Djatti

     

    In 1904 vertrok Carry met haar man Kees van Bruggen naar Indië. Kees had zich laten scheiden van zijn vrouw en was daardoor zijn baan bij de krant kwijt geraakt. Hij werd hoofdredacteur van een krant op Sumatra. Carry begon zelf ook artikelen voor die krant te schrijven.

    Kees was nogal kritisch ingesteld, wat niet in goede aarde viel bij de conservatieve planters. Ook Carry riep door haar onorthodoxe opvattingen weerstanden op. Ze werden het slachtoffer van roddel en keerden in 1907 ontgoocheld terug naar Nederland. Ze schreef deze roman toen ze in Nederland terug was.

     

    De roman speelt zich af op Sumatra, in de kringen van tabaksplanters met duizenden arbeiders, koelies, onder zich.

    Zeker in de eerste helft van de roman gebeurt er weinig. De auteur beschrijft het wereldje van de planters-ambtenaren. De naijver, de liefdesperikelen, de tegenstelling tussen de volbloed Nederlanders en de Indo-Europeanen of halfboeden.

    Er was in Nederlands-Indië een groot tekort aan Nederlandse vrouwen.  Vandaar dat de Europese vrijgezellen hun gang mochten gaan met de inheemse vrouwen, terwijl er veel minder tolerantie aan de dag werd gelegd tegenover de inlandse huishoudsters en de kinderen, de zogenaamde Indo’s, die uit die verbindingen voortkwamen. Een ander gevolg van dat vrouwentekort was het zogenaamde ‘trouwen met de handschoen’. Een Nederlandse vrouw sloot een huwelijk met de gevolmachtigde van de bruidegom die in Indië verbleef.

    De inheemse bevolking is uitsluitend aanwezig als huispersoneel, koeriers, oppassers enz. Over de plantagewerkers wordt met geen woord gerept. Alleen tijdens een gezellig tochtje van de hoofdadministrateur en de vrouwelijke hoofdpersoon wordt even aandacht besteed aan de levensomstandigheden van de inheemse bewoners. Kampong na kampong (= inheemse woonwijk) volgde, de meeste armelijk en vuil, ’n klusje lage, wrakke huisjes van gevlochten atap (= dakbedekking van palmbladeren)  te midden vervallen erfjes en slordige groentetuintjes. Magere kippen op hoge poten doorwroetten driftig de soppige modderkuilen, trage kinderen met puilende bruine rijstbuikjes beknauwden eindjes suikerriet…

     

    In de roman wordt vooral een sfeer geschapen. De dreiging die uitgaat van de natuur, de dieren (tijgers) en de mensen contrasteert met het burgerlijke leven van de kolonisten.

     

    In de laatste hoofdstukken gebeurt er toch nog wat. Een afgewezen halfbloedvrouw en een inheemse concubine beramen een moord op hun rivale. Alles wat al de hele tijd broeide, komt nu aan de oppervlakte. Het blijkt dat het leven in den vreemde niet gemakkelijk is. De Hollandse kneuterigheid is niet bestand tegen de dreiging en het geweld van het Indische leven.

    21-11-2008 om 17:06 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    15-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Carry van Bruggen: Anekdote

    Carry van Bruggen: Anekdote

     

    Uit het boek Carry van Bruggen: Een Documentatie van Jan Fontijn en Diny Schouten uit 1978, de volgende anekdote.

     

    Van Bruggen was een tijdje lerares en had een Jiddisch meisje in de klas dat Roosje heette, maar niet al te fris rook. In overleg met het schoolhoofd schreef Carry het volgende briefje: Of de moeder het kind eens wilde wassen.

     

    Ze kreeg een strookje papier terug waarop geschreven was: Juffrouw, Roosje is om aan te leren en niet om aan te ruiken.

    15-11-2008 om 10:54 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Juan Filloy: De Bende

    Juan Filloy: De Bende

     

    Een roman uit 1938 van een Argentijnse auteur die maar liefst 105 jaar oud is geworden en een grote reeks romans heeft geschreven. Van hem is verder alleen de roman Op Oloop in het Nederlands verschenen. Filloy was nogal een eigenaardige man. Zo had hij als hobby het vinden van palindromen, waarvan hij er duizenden heeft geschreven. Een andere eigenaardigheid: de titels van al zijn romans tellen stuk voor stuk zeven letters.

     

    Niet te verwonderen dus dat De bende draait om een groep van zeven schelmen. Ze doen zich voor als landlopers, maar intussen proberen ze op hun manier de zaak van de revolutie vooruit te helpen en het onrecht te bestrijden. Ze hebben een dame opgelicht en met dat geld trekken ze door Argentinië om her en der milde schenkers te spelen. De personages zijn een allegaartje, van geflopte bankdirecteur tot poëtische naturen, met namen als Longines (een Zwitser) Wijlen, Oude Liefde Fortunato enz.

     

    Waarschijnlijk de beste roman die ik dit jaar gelezen heb.

    15-11-2008 om 10:43 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sébastien Japrisot: L'été meurtrier

    Sébastien Japrisot: L’été meurtrier

     

    Mijn eerste kennismaking met deze auteur/cineast was de film Compartiment Tueurs uit 1965 van Costa-Gravas, naar de gelijknamige roman van Japrisot. Ik heb die thriller ook pas herlezen, maar hij viel wat tegen. De film daarentegen vond ik destijds heel goed.

    De centrale figuur in l’été meurtrier is Eliane of Elle of Celle-là. Een meisje van twintig dat wraak wil nemen op de mannen die haar moeder twintig jaar geleden op een vreselijke manier verkrachtten en waarbij zij verwekt werd. Ze heeft een gespleten persoonlijkheid en is een raadsel voor de vele mannen met wie ze omgaat. Ze doet er alles aan om de verkrachters van destijds op te sporen en treft voorbereidingen om hen te vermoorden. De ontknoping is pijnlijk en verrassend.

     

    De roman, toch 433 blz., verveelt geen moment. Dat is vooral te danken aan de stijl, het taalgebruik en de humor van de auteur.

     

     

    15-11-2008 om 10:32 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    11-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Richard Hough: The Potemkin Mutiny
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Richard Hough: The Potemkin Mutiny

     

    De pantserkruiser Potemkin maakte zich klaar om deel te nemen aan manoeuvres in de Zwarte Zee. Vooraf zouden de nieuwe kanonnen nog worden getest.

    Er heerste onrust in Rusland. In januari 1905 waren er stakingen in Sint-Petersburg. De arbeiders eisten een achturenwerkdag en een degelijk loon. Op 22 januari was er grote optocht die door de officieren van de tsaar onder vuur werd genomen. Daarbij vielen meer dan 500 doden.  De onrust verspreidde zich over het hele land en ook op de vloot in de Zwarte Zee. Op elk oorlogsschip waren er wel enkele revolutionairen en her en der brak er muiterij uit. De Potemkin met zijn 670 manschappen werd nog aangezien als een vrij veilig schip.

    Op 27 juni had er echter een incident plaats. Er was vlees aan boord gebracht. De karkassen hingen op het dek. De matrozen ontdekten echter maden in het vlees en deden hun beklag. De scheepsarts werd erbij gehaald, maar die keurde het vlees goed. Toen de matrozen weigerden te eten, riep de kapitein iedereen aan dek. Maar de matrozen wilden niet toegeven. De eerste officier dreigde ermee om de muiters te fusilleren. De toestand werd erger en de eerste schoten vielen. Binnen de kortste keren hadden de zeelui het schip overgenomen. De kapitein en zes officieren werden neergeschoten en overboord gegooid. Enkele officieren konden ontsnappen naar een torpedoboot in de buurt. De leiding van het schip ging nu over in de handen van Matushenko, een revolutionair. Op 28 juni was er in Odessa , waar de Potemkin op de rede lag, een grote betoging die bloedig werd onderdrukt door onder andere de kozakken van de tsaar. Er vond een bloedbad plaats op de Richelieutrappen in Odessa, een episode die onsterfelijk is gemaakt door Eisenstein in zijn film Pantserkruiser Potemkin.

    Op de Potemkin had men erop gerekend dat ook de andere oorlogsschepen in de Zwarte Zee in opstand zouden komen, maar die opstand bleef uit. Na een mislukt bombardement van Odessa, waarbij alleen burgerslachtoffers vielen, begon de Potemkin aan een zwerftocht door de Zwarte Zee. De omstandigheden en de sfeer aan boord werden slechter. Het schip had te weinig steenkool en eten en gaf zich ten slotte op 8 juli over in de Roemeense haven Constanza. De Potemkin werd tot zinken gebracht, maar zou later geborgen worden en opnieuw in de vaart komen.

    De bemanning kreeg asiel in Roemenië. De leider van de opstand, Matushenko, ging in 1908 in op een amnestievoorstel van de Russische regering. Aan de grens werd hij echter aangehouden en als verrader opgehangen. Een deel van de muiters werd opgevangen in Engeland en zou later emigreren naar Argentinië.

    11-11-2008 om 13:54 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Leonardo Sciascia: De Zaak Aldo Moro
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Leonardo Sciascia: De Zaak Aldo Moro

     

    Op 16 maart 1978 werd Aldo Moro door de Rode Brigades ontvoerd. De vijf leden van zijn escorte werden doodgeschoten. Op 9 mei werd zijn lijk in de bagageruimte van een auto teruggevonden. Aldo Moro was de voorzitter van de Democrazia Cristiana.

     

    Dit boekje (150 blz.) is allesbehalve wat men een krantenverslag van de ontvoering zou kunnen noemen. Het is ook geen politiek pamflet ten gunste van deze of gene en al evenmin een geromantiseerd verhaal. Wat is het dan wel ?  Het boek houdt het midden tussen een essay, een thriller, een literair werk, een politieke analyse, een tekstanalyse, enz.

    In elke zin voelt men de verontwaardiging van de schrijver en de verbetenheid waarmee hij in deze zaak duidelijkheid wil scheppen. Hij doet dit vooral aan de hand van de brieven die Aldo Moro vanuit zijn gevangenschap naar zijn familie, de kranten en politieke persoonlijkheden kon en mocht sturen. Sciascia ontcijfert in die brieven geheime boodschappen en gaat na op welke manier Moro probeert om zijn ontvoerders te slim af te zijn.

    Een centraal thema in het boek is de taal. Het verhullende taalgebruik van de politici, waaraan ook Moro zich schuldig maakte, en dat nu, in de brieven van Moro een onthullende functie krijgt.

    Sciascia maakt vooral het proces van de Democrazia Cristiana, een partij die het been stijf hield en niet bereid was om Aldo Moro te ruilen voor gevangenen van de Rode Brigades. Een partij die doof bleef voor de smeekbeden van haar ontvoerde partijvoorzitter.

     

    Dit is een grandioos boek. Het vraagt wel een inspanning om het te lezen. Bepaalde passages, zoals het begin over Pasolini, heb ik enkele keren moeten lezen voordat ik mee was.  De invalshoek van het boek is heel verrassend en de rijkdom aan ideeën is enorm.

    Een boek voor mensen met politieke en historische belangstelling en die Italië in het hart dragen.

    11-11-2008 om 08:21 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    15-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.A. Stifter: Brigitta

    A. Stifter: Brigitta

     

    Oostenrijks schrijver die leefde van 1805 tot 1868.

     

    Deze novelle is ook in het Nederlands vertaald. Ze verscheen in een dun boekje bij de Wereldbibliotheek dat je soms nog aantreft in een kringloopwinkel.

     

    De novelle bestaat uit drie delen: Steppenwanderung, Steppenhaus, Steppenvergangenheit en Steppengegenwart. Die steppe is de Hongaarse poesta. De verteller schrijft hoe hij er op jonge leeftijd een bezoek bracht aan de “de majoor”. Deze vijftiger had hij leren kennen op een reis in Italië. Hij woont op het landgoed Uwar. Op zijn weg ernaartoe komt de verteller eerst op het landgoed Moroshely, waar hij kennismaakt met de landeigenares die we later als Brigitta zullen leren kennen. Ze leeft daar met een zoon, nadat haar echtgenoot en kort na haar huwelijk was van doorgegaan met een andere vrouw. De majoor bezoekt haar geregeld en is beste maatje met de zoon.

     

    Op een dag maken de verteller en de majoor een rit te paard. Plots horen ze schoten en de majoor herkent in het geluid zijn pistolen. Wat is er gebeurd ? De zoon van Brigitta is door een aantal wolven aangevallen en gebeten. Beide mannen kunnen de jongen ontzetten en rijden hem naar het landgoed van zijn moeder. Dan volgt de ontknoping van het verhaal. Terwijl de moeder bij het bed van haar zoon zit, is de majoor droevig gestemd. De verteller vraagt hem wat er scheelt en de majoor antwoordt: “Ich habe kein Kind”. Brigitta heeft die woorden gehoord en zegt enkel: “Stephan”. De twee vallen elkaar in de armen. Stephan was namelijk de vader van haar zoon en had haar destijds in de steek had gelaten.Na lange omzwervingen had hij zich in de buurt van het landgoed van Brigitta gevestigd en er ook een bedrijf opgericht. Vijftien jaar lang zagen ze elkaar, maar is het nooit tot een persoonlijk gesprek of een verzoening tussen beiden gekomen. Alleen de gebeurtenis met hun zoon heeft hen weer bij elkaar gebracht.

     

    Ter afsluiting nog een droevig gedicht van Stifter

     

    Herbstabend

     

    Der Herbstwind weht durch falbe Auen,

    Das Abendrot is blaß und kalt,

    Zwei halb erblichene Sterne schauen

    Hernieder auf den Tannenwald.

     

    Zerstörte Wolkenbilder ziehn

    Vereinzelt durch den Himmel hin,

    Und kalte Abendnebel wehen

    Von jenen ausgestorbnen Höhen.

     

    Und was dein Auge keimen sah,

    Zerstört ist’s oder ist erkranket,

    Nur in den Stoppeln hier und da

    Noch ein vergessenes Hälmchen wanket.

     

    Das Abendglöcklein tönt von ferne,

    Wehmütig schwellt das Herz mir an,

    Die Astern sehen mit traurigem Sterne

    Aus diesem Blumenbeet mich an.

     

    Und wie des Ostes feuchter Hauch

    Die Blätter regt am Fliederstrauch,

    So flüstert es wie eine Klage

    Um längst vergangne Friedenstage.

     

    Und fröstelnd bricht die Nacht herein,

    Und Nebel dehnt sich dort am Teiche

    Und hült die tristen Gründe ein

    Wie Weiße Tücher eine Leiche.

    15-08-2008 om 08:39 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    07-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lodeizen/Merrill

    Lodeizen/Merrill

     

    In september 1946 arriveerde Hans Lodeizen (toen 24 jaar) in het Amherst College in Massachusetts om er zijn master in de biologie te halen. Hij was al zijn hele leven gefascineerd door mieren en had daarover al enkele, niet echt heel wete’nschappelijke, bijdragen geschreven.

    In Amherst maakte hij kennis met een groepje jongemannen die zich voor literatuur interesseerden. Een van hen was de dichter James Merrill, net als Lodeizen een jongeman van rijke afkomst. Merrill was verliefd op Lodeizen, maar die had zijn oog al op een andere student laten vallen. Toch zouden de twee vrienden blijven.

     

    Een goed een recnte biografie is: Koen Hilberdink: Hans Lodeizen. Uitgeverij G.A. van Oorschot. Amsterdam 2007.

     

    In 1959, negen jaar na de dood van Lodeizen, schreef Merrill het mooie onderstaande gedicht, waarvan ik een poging tot vertaling laat volgen.

     

    James Merrill: A Dedication

     

    Hans, there are moments when the whole mind

    Resolves into a pair of brimming eyes, or lips

    Parting to drink from the deep spring of a death

    That freshness they do not yet need to understand.

    These are the moments, if ever, a, angel steps

    Into the mind, as kings into the dress

    Of a poor goatherd, for their acts of charity

    These are moments when speech is but a mouth pressed

    Lightly and humbly against the angel’s hand.

     

     

    Hans, er zijn momenten waarop het hele gemoed

    Zich uitstort in een paar vochtige ogen, of op lippen

    Die zich openen om uit de diepe bron van een dode

    Dat heldere water te drinken dat ze nog niet hoeven te begrijpen.

    Op zulke momenten, en alleen dan, stapt een engel

    In het gemoed, zoals een koning, die zich mild wil tonen,

    In de kleren van een arme geitenhoeder.

    Er zijn momenten waarop spreken enkel een mond is

    Die zich licht en nederig op een engelenhand drukt.

     

     

    07-08-2008 om 20:02 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    03-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gezelle
    Tempus edax...


    ’t Is stille ! Neerstig tikt het on-

    gedurig hangend wezen,

    waarop de weg naar ’t eeuwige, in

    twaalf stappen, staat te lezen.

     

    ’t Is stille en middernacht ! Alsof

    ik blind ware, om mij henen,

    in donkere diepten schijnt het al

    verduisterd en verdwenen.

     

    ’t Is stille ! Niets te zien en niets

    te hooren, - ’t doet mij beven ! –

    als ’t altijd neerstig bijten van

    den tijdworm aan ons leven !

     

    In dit op het eerste gezicht simpele vers verwoordt Gezelle de vergankelijkheid van het leven.

     

    In het eerste kwatrijn is de dichter nog afwezig. Hij beschrijft een stille kamer waarin alleen het tikken van een klok hoorbaar is. De stilte is echter niet rustgevend. Het onophoudelijk tikken van de klok is eerder benauwend. Gezelle noemt de klok niet bij naam. Hij verpersoonlijkt haar tot een ‘hangend wezen’, wat haar spookachtig maakt. Ook de verwijzing naar het eeuwige (de dood, die in het gedicht ook niet bij name genoemd wordt) en nog wel in twaalf stappen (een lijdensweg) verhoogt het angstgevoel. Die eerste strofe roept een Poe-achtige sfeer op. In het hangend wezen herkent men gemakkelijk de gekruisigde Christus. De twaalf stappen verwijzen mogelijk naar de kruisweg. Die telt weliswaar veertien statiën, maar in de twaalfde sterft Christus, terwijl dertien en veertien gaan over de kruisafneming en de graflegging van Christus.

     

    In de tweede strofe schrijft de dichter over zichzelf. Het is middernacht. Dat is tegelijk het moment waarop de nacht het verst gevorderd is, maar ook het moment waarop de nieuwe dag begint. En die nieuwe dag kondigt zich niet goed aan. Alsof ik blind ware, zegt de dichter, waarmee hij aangeeft dat hij om zich heen geen houvast meer heeft, en hij noodgedwongen op zichzelf is aangewezen. Wat om hem heen was is verduisterd en verdwenen. Er blijft niets tastbaars over, wat hem rest is zijn eigen donkere innerlijk. We horen hierin het De profundis, uit de diepten, van psalm 130 (129).

     

    In de derde strofe is de stilte helemaal omgeslagen in angst. Zij doet de dichter beven. Hij hoort opnieuw alleen het tikken van de klok, maar nu hoort hij daarin het bijten van de tijdworm aan ons leven. Door zijn woordkeuze blijkt dat de dichter niet verzoend is met de dood. Zijn toon is bitter.

     

    Het neerstig tikken van de klok in de eerste strofe is uitgemond in het neerstig bijten van de tijdworm. Zoals ik al zei, vermijdt de dichter het woord dood. De twee laatste regels zijn regels van verzet en protest. Dat hij zich niet neerlegt bij het onvermijdelijke, blijkt dat hij dit doodsgedicht laat eindigen met het woord ‘leven’

     

    Het motto van het gedicht is Tempus edax… (rerum), de tijd die alles verslindt. Het komt uit de metamorfosen van Ovidius (15, 234).

     

    Het gedicht is waarschijnlijk in 1890 geschreven. Gezelle was toen zestig jaar.

    03-08-2008 om 11:24 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    03-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Michaël Borremans: The glaze

    Michaël Borremans: The glaze

     

    Momenteel loopt er in de Zeno X Gallery in Antwerpen een tentoonstelling met recent werk van Michël Borremans. Een schilder die de jongste jaren veel succes heeft. The glaze is het schilderij naar een beeldje van de oma van de schilder.

     

    Wie het schilderij wil zien, vindt het op het volgende adres: http://www.zeno-x.com/currentshow.htm.

    Hier moet men het nummertje 2 aanklikken.

     

    Het licht valt links binnen en sterk op het gelaat van het beeldje, waardoor het gedeeltelijk oplost en de rechterhelft enkel door wat schaduw boven het oog te onderscheiden is van de witte kraag. De linkerhelft van het gelaat is subtiel weergegeven door enkele schaduwstrepen en het rode driehoekje en streepje van neus en mond.

    Het beeldje wordt vooral gekenmerkt door de rondingen, de gebogen lijnen. Bovenaan op de muts zijn de lijnen een keer bol, alle andere rondingen zijn hol: de onderkant van de muts, het haar, de wenkbrauwen, de onderste helft van het gelaat, de kraag, het kleed, het sokkeltje. Daardoor krijgt het beeld een draaiende beweging die nog wordt geaccentueerd door de rechterarm en de richting van de hand. Die draaiende beweging vind men bijvoorbeeld ook terug in een ander prachtig werk: De wachter van Muñoz in het SMAK in Gent.

     

    Doordat de hele achtergrond gevuld is met een zelfde patroon, lijkt het beeldje niet ergens op te staan, maar lijkt het te zweven. Men zou kunnen denken aan een tenhemelopneming van Maria, ook door de neerwaartse blik van het meisje. Men kan ook denken aan de Maria van een piëta, maar zonder het lichaam van Christus. Of aan de dienstmaagd.

     

    Wat maakt het schilderij nu zo treffend, zo geslaagd en ontroerend?

    Ik denk het feit dat we er geen beeldje meer in zien. Stel je voor dat het echte beeldje naast het schilderij zou opgesteld staan. Pas dan zou het opvallen dat Borremans veel meer heeft gedaan dan ‘een beeldje schilderen’. Op het schilderij is het beeldje een kwetsbare, ingetogen figuur geworden. Die kwetsbaarheid wordt ook aangegeven door de beschadiging, de ontbrekende linkerhand. Die ontbrekende hand rukt ons ook uit onze droom: wat je ziet is de afbeelding van een beeldje, niets meer.

     

     

    03-05-2008 om 20:28 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.McEwan: Aan Chesil Beach
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    McEwan: Aan Chesil Beach

     

    Een beetje tegen mijn gewoonte in een hedendaags boek gelezen. Deze roman is de hemel in geprezen en heeft heel goed verkocht. Het is een boek dat men absoluut wil uitlezen om te weten hoe het afloopt. Toch heeft het me een beetje ontgoocheld. Ik vond de roman te gefabriceerd. Een schema dat met woorden werd ingevuld. Geschreven door iemand die de stiel te goed kent.

    Een pas getrouwd stel brengt zijn huwelijksdag door in een hotel bij Chesil Beach. Zowel aan de man als aan de vrouw scheelt er wat op seksueel vlak. De man heeft last van voortijdige zaadlozingen, de vrouw heeft een afkeer van seks. Het koppel heeft zijn problemen verzwegen en ook tijdens hun eerste vrijpartij vinden ze de juiste woorden niet om erover te praten. Het feest loopt dan ook verkeerd af en de eerste huwelijksdag is tevens de laatste. In het laatste deel schets de auteur de verdere levensloop van het koppel.

    03-05-2008 om 20:08 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    02-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hanshan: Gedichten van de Koude Berg
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Hanshan: Gedichten van de Koude Berg

     

    Dit boekje werd in 1977 uitgegeven door De Arbeiderspers. De gedichten werden vertaald door W.L. Idema die de bundel ook voorzag van een interessant nawoord. Hanshan betekent koude berg. De naam werd gegeven aan de dichter die op het einde van zijn leven op die Chinese berg als kluizenaar zou hebben geleefd. Dat was mogelijk in de 2e helft van de 8e en de eerste helft van de 9e eeuw. Men kan zich afvragen of deze gedichten voor ons nog verstaanbaar zijn. Er is niet alleen het grote tijdsverschil, maar ook het grote cultuurverschil. Om een idee te geven zal ik het eerste gedicht uit de bundel overnemen.

     

    ‘k Heb altijd op een dorp gewoond,

    Daar vond me ieder weergaloos.

    Maar gist’ren kwam ik naar de stad,

    Toen keken honden van me op.

    De een vond er mijn broek te nauw,

    Een ander leek mijn jas wat lang.

    Steekt men de valk de ogen uit

    Dan hebben mussen lef en branie!

     

    Uit het nawoord wil ik ook een passage citeren.

     

    Het boeddhisme leert dat een eigen ik, een ziel, niet bestaat. De mens is niet anders dan een toevallige bundeling van een aantal elementen waarvan de geest er slechts een is. Deze bundeling valt met de dood uiteen.

     

    Zelf ben ik geen boeddhist. Er zijn trouwens zoveel verschillende scholen dat ik niet zou weten bij welke ik me zou moeten aansluiten. Bovendien bevat de leer een aantal voorschriften waar ik me niet aan wens te houden. Ten slotte acht ik me niet in staat om de gelukzalige staat van het nirwana te bereiken.Maar de bovenstaande opvatting van de mens als een toevallige bundeling van een aantal elementen kan ik wel onderschrijven. Het gaat er niet om of het waar is of niet, maar ik vind het een mooie vertrekbasis. Ze getuigt van nederigheid: we zijn maar dat. Ze houdt de mogelijkheid van dankbaarheid in: we mogen ons gelukkig prijzen dat we er zijn. Ze  legt ons verantwoordelijkheid op: ten aanzien van de medemensen en de wereld.

     

    02-05-2008 om 20:13 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    29-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Richard Minne: Madèle of de lustige weduw
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Richard Minne: Madèle of de lustige weduw

     

    De titel verraadt al wat we kunnen verwachten en dus zal de schrijver ons niet zozeer moeten verrassen, dan wel ons bekoren met zijn zwarte humor en ironie. Hij zet de toon al in de openingsalinea.

     

    Op Kerstavond, toen zijn adem begon te piepen als van een gevangen muis, wenkte Mijnheer Adhemar zijne vrouw. Zij kwam van vóór den spiegel aan de bedsponde zitten, met een paar oogen, gezwollen van verdriet en grooten vaak, en een gewrongen mond, bitter van het zuchten en het aanhoudend koffiedrinken.

     

    Na een saai huwelijk en klerkenbestaan Des Zondags zette hij zijn hoogen hoed op en ging met Madèle wandelen in het Park. Hij keek er naar de zwanen, de vaderlandsche monumenten en de officieren sterft hij.

     

    Madèle is nog jong, ze moet de eindjes aan elkaar zien te knopen en ze wil nog wat geluk.

    Dit begon Madèle allengskens in te zien, eenige weken na de begrafenis, het tijdstip dat het verdriet zich in zijn onderdelen scheidt en rustige vormen begint te nemen.

     

    Ze is een gewone, wat oppervlakkige vrouw, maar Minne gunt haar ook wat geluk.

     

    Madèle was eene van de velen die de dingen door hun oogen bekijken. Zij schikte het wit en zwart van hare fanfreluchen en colifichets. En zij gevoelde zich voor eenige oogenblikken een gelukkig mensch onder de zon.

     

    Madèle gaat op stap. De buren stellen vast dat ze pas om negen uur ’s avonds thuiskomt.

    De jonge weduw is gisteren in den nacht naar huis gekomen… Wie ’s avonds naar huis komt is vergezeld van zijn schaduw.

     

    Al bij al zijn haar uitstappen onschuldig. Langzaam echter begint ze meer belangstelling te krijgen voor de levenden.

     

    Later gebeurde dat natuurlijk meer, om de goede reden dat de levenden altijd beslag leggen op de dooden. Zij wikkelen deze in doeken die men de herinnering noemt, en laten het gansche boeltje de kuil inzakken, en schoppen er aarde  op, vergetelheid geheten. Toen Madèle met die vergetelheid op min of meer vertrouwelijken voet was geraakt, gebeurde het haar dikwijls, dat zij in het Park wandelend, er naar de zwanen, de vaderlandsche monumenten en de officieren keek zonder Adhemar te herdenken.

     

    Dit verhaaltje staat in het Verzameld Werk, uitgegeven door G.A. Van Oorschot in 2006.

     

    Minne beschrijft deze vrouw als een voorbijgangster. Als lezer voelen we ons als iemand die bij haar in de straat woont en die haar gadeslaat. Het verdriet en het innerlijk leven van de vrouw blijven voor ons verborgen. We kijken met onze bekrompen blik of ze zich correct gedraagt als weduwe.

     

    Minne dankt de charme van zijn proza voor een stuk aan zijn stunteligheid. Misschien werd het geschreven in een tijd dat de uitgevers nog geen redacteuren in dienst hadden om alles te stroomlijnen en te vermooien.


     

    29-04-2008 om 09:29 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    28-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.William Faulkner: Mosquitos
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    William Faulkner: Mosquitos

     

    Een vroege roman van Faulkner. Een gezelschap van enkele kunstenaars en andere vreemde vogels maakt een vierdaagse boottocht op het jacht van een rijke dame. Het wordt een komische belevenis die ons de kleine kantjes van de deelnemers leert kennen. Een van de figuren die beklijven is het nichtje van de gastvrouw. Een jong, onconventioneel, jongensachtig meisje dat op een dag samen met de steward van boord zal verdwijnen en bijna omkomt in de moerassige streek waarin ze verdwalen.

    Faulkner beschrijft haar zo als ze uit het water komt:

    “then she slid skilfully out of the water, sleek and dripping as a seal”.

    Ze wordt door een van de mannen met een grote boog in de lucht aan boord gehesen.

     

    Sunset was in his eyes: a glory he could not see; and her taut simple body, almost breastless and with the fleeting hips of a boy, was an ecstacy in golden marble, and in her face the passionate ecstacy of a child.

     

    Mr. Talliaferro is een dertiger die verliefd wordt op een jonge medepassagierster. In de volgende passage staat hij met haar aan dek.

     

    Then she became utterly static beside him and without moving at all she seemed to envelop him, giving him tot hink of himself surrounded, enclosed by the sweet cloudy fire of her thighs, as young girls can.

    Mr. Talliaferro saw her as through a blond mist. A lightness was moving down his members, a lightness so exquisite as to be almost unbearable, while above it all he listened to the dry interminable inchoherence of his own voice. That unbearable lightness moved down his arms to his hands, and down his legs, reaching his feet at last, and Mr. Talliaferro fled.

    Jenny looked after him. She sighed.

     

    Zou Kundera  hier zijn ondraaglijke lichtheid hebben gehaald?

     

    Er wordt veel over kunst gediscussieerd en over de verschillen tussen Europa en Amerika.

    In Europe, being an artist is a form of behavior; in America, it’s an excuse for a form of behavior.

     

    Er wordt ook gefilosofeerd aan boord.

     

    When youth goes out of you, you get out of it. Out of life, I mean. Up to that time you just live; after that, you are aware of living and living becomes a conscious process. Like thinking does in time, you know. You become conscious of thinking, and then you start right off to think in words. And first thing you know, you don’t have thoughts in your mind at all: you just have words in it. But when you are young, you just be. Then you reach a stage where you do. Then a stage where you think, and last of all, where you remember. Or try to.

     

    Over poëzie:

    The poetry of modern poets is like a pair of shoes that only those whose feet are shaped like the cobbler’s feet, can wear; while the old boys turnes out shoes that anybody who can walk at all can wear.

     

    A book is the writer’s secret life, the dark twin of a man: you can’t reconcile them.

    28-04-2008 om 20:30 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    26-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Indisch beeldje
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Harappa

     

    Het beeldje op de foto dateert ongeveer van 2000 VC. Het is uit de Periode van de Indus Vallei die ongeveer van 2500 tot 1500 VC duurde. Het beeldje is van rode zandsteen en is maar 10 cm groot. Het bevindt zich in het National Museum van New Delhi.

     

    Speciaal aan het beeldje is dat het heel lijfelijk is. Het onderscheidt zich bijvoorbeeld van de antieke Griekse beelden die veel gespierder zijn. Opvallend is bijvoorbeeld de bolle buik bij deze mannenfiguur. Een mogelijke verklaring daarvoor is het belang dat de yogi  aan de (buik)ademhaling besteden. Ook de andere vormen zijn allemaal afgerond en vloeiend.

    26-04-2008 om 21:25 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Foto

    Poems are blossoms of the brain. Emily Dickinson
    Kunst gibt nicht das Sichtbare wieder, sondern macht sichtbar. Paul Klee

    La nostra vita in terra

    Altro non è che guerra


    en houd de gastvrijheid in ere, want zo hebben sommigen zonder het te weten engelen ontvangen. Hebreeën 13.2
    Archief per week
  • 29/06-05/07 2020
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 13/05-19/05 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 17/12-23/12 2012
  • 26/09-02/10 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 08/11-14/11 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 05/10-11/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 21/09-27/09 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 02/02-08/02 2009
  • 19/01-25/01 2009
  • 31/12-06/01 2008
  • 22/12-28/12 2008
  • 15/12-21/12 2008
  • 08/12-14/12 2008
  • 01/12-07/12 2008
  • 24/11-30/11 2008
  • 17/11-23/11 2008
  • 10/11-16/11 2008
  • 11/08-17/08 2008
  • 04/08-10/08 2008
  • 28/07-03/08 2008
  • 28/04-04/05 2008
  • 21/04-27/04 2008
  • 14/04-20/04 2008
  • 07/04-13/04 2008
  • 31/03-06/04 2008
  • 24/03-30/03 2008
  • 17/03-23/03 2008
  • 10/03-16/03 2008
  • 03/03-09/03 2008
  • 25/02-02/03 2008
  • 18/02-24/02 2008
  • 11/02-17/02 2008
  • 04/02-10/02 2008
  • 28/01-03/02 2008
  • 21/01-27/01 2008
  • 14/01-20/01 2008
  • 07/01-13/01 2008
  • 31/12-06/01 2008
  • 30/07-05/08 2007
  • 23/07-29/07 2007
  • 16/07-22/07 2007
  • 25/06-01/07 2007
  • 18/06-24/06 2007
  • 11/06-17/06 2007
  • 04/06-10/06 2007
  • 28/05-03/06 2007
  • 21/05-27/05 2007
  • 14/05-20/05 2007
  • 07/05-13/05 2007
  • 30/04-06/05 2007
  • 23/04-29/04 2007
  • 16/04-22/04 2007
  • 09/04-15/04 2007
  • 02/04-08/04 2007
  • 26/03-01/04 2007
  • 19/03-25/03 2007
  • 12/03-18/03 2007
  • 05/03-11/03 2007
  • 26/02-04/03 2007
  • 19/02-25/02 2007
  • 12/02-18/02 2007
  • 05/02-11/02 2007
  • 29/01-04/02 2007
  • 22/01-28/01 2007
  • 15/01-21/01 2007
  • 08/01-14/01 2007
  • 01/01-07/01 2007
  • 25/12-31/12 2006
  • 18/12-24/12 2006
  • 11/12-17/12 2006
  • 04/12-10/12 2006
  • 20/11-26/11 2006
  • 06/11-12/11 2006
  • 30/10-05/11 2006
  • 23/10-29/10 2006
  • 16/10-22/10 2006
  • 09/10-15/10 2006
  • 02/10-08/10 2006
  • 25/09-01/10 2006
  • 18/09-24/09 2006
  • 04/09-10/09 2006
  • 28/08-03/09 2006
  • 21/08-27/08 2006
  • 14/08-20/08 2006
  • 07/08-13/08 2006
  • 31/07-06/08 2006
  • 24/07-30/07 2006
  • 17/07-23/07 2006
  • 10/07-16/07 2006
  • 03/07-09/07 2006
  • 26/06-02/07 2006
  • 12/06-18/06 2006
  • 05/06-11/06 2006
  • 29/05-04/06 2006
  • 22/05-28/05 2006
  • 15/05-21/05 2006
  • 24/04-30/04 2006
  • 17/04-23/04 2006
  • 10/04-16/04 2006
  • 03/04-09/04 2006
  • 27/03-02/04 2006
  • 20/03-26/03 2006
  • 13/03-19/03 2006
  • 06/03-12/03 2006
  • 27/02-05/03 2006
  • 20/02-26/02 2006
  • 06/02-12/02 2006
  • 30/01-05/02 2006
  • 23/01-29/01 2006
  • 16/01-22/01 2006
  • 09/01-15/01 2006
  • 02/01-08/01 2006
  • 26/12-01/01 2006
  • 12/12-18/12 2005
  • 05/12-11/12 2005
  • 28/11-04/12 2005
  • 21/11-27/11 2005
  • 14/11-20/11 2005
  • 07/11-13/11 2005
  • 31/10-06/11 2005
  • 24/10-30/10 2005
  • 17/10-23/10 2005
  • 10/10-16/10 2005
  • 03/10-09/10 2005
  • 26/09-02/10 2005
  • 19/09-25/09 2005
  • 12/09-18/09 2005
  • 05/09-11/09 2005
  • 29/08-04/09 2005
  • 15/08-21/08 2005
  • 08/08-14/08 2005
  • 01/08-07/08 2005
  • 25/07-31/07 2005
  • 18/07-24/07 2005
  • 11/07-17/07 2005
  • 04/07-10/07 2005
  • 27/06-03/07 2005
  • 20/06-26/06 2005
  • 13/06-19/06 2005
  • 06/06-12/06 2005
  • 30/05-05/06 2005
  • 23/05-29/05 2005
  • 16/05-22/05 2005
  • 09/05-15/05 2005
  • 02/05-08/05 2005
  • 25/04-01/05 2005

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Aanraders tot nu toe:

    Von Keyserling: Branding
    Hrabal: Zwaarbewaakte treinen
    Voltaire: Candide
    Ishiguro: Een kunstenaar van het vlietende leven
    Hawthorne: De scharlaken letter
    Yalom: De Schopenhauer-kuur
    Rosa: De derde oever van de rivier
    Hoffmann: Das Fräulein von Scuderi
    Waugh: The Loved One
    Kadare: Het donkere jaar
    Baricco: Zijde
    Moorehead: De Blauwe Nijl
    Lampedusa: De tijgerkat
    Melville: Billy Budd
    Platonov: De bouwput
    Tim Parks: Bestemming
    Bernhard: De neef van Wittgenstein
    Kafka: Die Verwandlung
    Werfel: Het bleekblauwe handschrift van een vrouw
    Traven: Verhalen
    Baldwin: Go Tell it on the Mountain
    Faulkner: As I lay dying
    Oë: De hoogmoedige doden
    Trilling: The Middle of the Journey
    Hardy: Far from the madding crowd
    Kristof: De analfabete
    McEwan: Amsterdam
    Filloy: De bende
    Sciascia: De Zaak Aldo Moro
    Salinger: Franny and Zooey

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!