In 1761 bracht een slavenschip het toen achtjarige meisje naar Boston. Daar werd ze op de slavenmarkt gekocht door John Wheatley. Ze zou als hulpje voor zijn echtgenote dienen. Maar al dadelijk bleek dat het kind zeer intelligent was. De Wheatleys bezorgden haar een goede opvoeding en lieten haar studeren. Haar eerste gedicht werd al gepubliceerd in 1767. In 1773 werden 39 gedichten van haar in Londen gepubliceerd. Ze stond goed aangeschreven bij het blanke establishment van Boston en maakte ook een succesvolle reis naar Engeland. In 1778 werd ze vrij. Toen de Wheatleys overleden waren, huwde ze een vrijgemaakte slaaf. Dat huwelijk was geen succes. Zo stierven twee kinderen en werd ze door haar man verlaten. Ze stierf in armoede.
Het gedicht dat ik hier afdruk is het enige dat expliciet over haar bestaan als slavin gaat.
ON BEING BROUGHT FROM AFRICA TO AMERICA.
'T WAS mercy brought me from my pagan land, Taught my benighted soul to understand That there's a God--that there's a Saviour too: Once I redemption neither sought nor knew. Some view our sable race with scornful eye-- 'Their color is a diabolic dye.' Remember, Christians, Negroes black as Cain May be refined, and join the angelic train.
In een vrije vertaling:
Over mijn overbrenging van Afrika naar Amerika
Genade liet me vertrekken uit mijn heidens land
Genade was het die mijn in nacht gehulde ziel leerde
Dat er een God is en een verlosser:
Vroeger zocht ik, noch wist ik wat verlossing was.
Sommigen werpen op ons zwarte ras een blik vol minachting
Hun huidskleur is door de duivel geschilderd
Bedenk, Christenen, dat Negers, zwart als Kaïn,
Beschaafd kunnen worden en opgenomen in het hemels gevolg.
Dit gedicht is het enige waarin de schrijfster zo expliciet ingaat op haar afkomst en slavenbestaan.De meeste van haar overige gedichten zijn gelegenheidsgedichten. Ze schreef voor de blanke intelligentsia van haar stad en niet voor of over haar lotgenoten, de zwarte slaven.
Het is nu maar de vraag of ze dit bewust niet deed, of dat ze niet anders kon, want aanvallen op de slavernij waren toen nog taboe. We zouden, zeker nu, van een negerslavin een ander soort gedicht verwachten. Ze is blij dat ze als kind gekidnapt werd en als slaaf verkocht, want daardoor is ze christen kunnen worden en kon ze zich ontwikkelen.
Haar blanke tijdgenoten die de zwarten minachten vergissen zich niet omdat ze racisten zouden zijn (wat wij nu wel zouden zeggen), maar wel omdat ze niet beseffen dat zwarten ook kunnen leren, en zich de beschaving van de blanken eigen kunnen maken.
Toch treffen we in het gedicht ook onderhuidse kritiek aan op de slavernij. Onder andere de woorden Verlosser en Verlossing kunnen zowel verwijzen naar Christus als naar verlossing uit de slvernij.
Het woordje benighted heeft twee betekenissen, zowel overvallen door de nacht als levend in een geestelijk duister. De twee zijn hier op haar persoon van toepassing: haar zwarte huidskleur en en haar onwetendheid van het christelijk geloof.
Sympathie voor haar ras vind je ook in de woorden a sable race. Sabelbont of marterbont is namelijk zeer waardevol. Dit contrasteert met het negatieve diabolic dye of duivelse kleur, waarmee sommige blanken haar huidskleur bestempelen.
Deze vrouw wordt wel eens de eerste Amerikaanse dichteres genoemd. Ze werd geboren in 1612 in Northhampton en huwde op 16-jarige leeftijd met de puritein Simon Bradstreet (25 jaar). De puriteinen behoorden tot de Anglicaanse kerk die ze wilden zuiveren van alle roomse overblijfselen. Ze hielden er een zeer strenge moraal op na en wezen onder andere theater en kunst af. In de 16e eeuw waren er veel puriteinen naar Nederland uitgeweken en uiteindelijk zijn ze uit de Anglicaanse kerk getreden.
Het gezin emigreerde in 1630 naar Amerika. Het maakte deel uit van de groep van John Winthrop die met elf schepen en 900 migranten de overtocht maakte. Deze groep stichtte 8 nieuwe gemeenten, waaronder Boston, waar Anne Bradstreet zich zou vestigen. De dichteres stierf in 1672.
De schrijfster kreeg 8 kinderen en had een zwakke gezondheid. Ze schreef haar gedichten vooral bij afwezigheid van haar man, die gouverneur was en vaak op reis was. Haar eerste gedichten werden in 1650 in Engeland gepubliceerd, door haar schoonbroer en buiten haar medeweten. De titel van die bundel is het vermelden waard: The Tenth Muse Lately Sprung Up in America, By a Gentlewoman of Those Parts.
Ik laat nu enkele van haar gedichten volgen:
By Night when Others Soundly Slept
By night when others soundly slept And hath at once both ease and Rest, My waking eyes were open kept And so to lie I found it best.
I sought him whom my Soul did Love, With tears I sought him earnestly. He bow'd his ear down from Above. In vain I did not seek or cry.
My hungry Soul he fill'd with Good; He in his Bottle put my tears, My smarting wounds washt in his blood, And banisht thence my Doubts and fears.
What to my Saviour shall I give Who freely hath done this for me? I'll serve him here whilst I shall live And Loue him to Eternity.
To my Dear and Loving Husband
If ever two were one, then surely we. If ever man were lov'd by wife, then thee. If ever wife was happy in a man, Compare with me, ye women, if you can. I prize thy love more than whole Mines of gold Or all the riches that the East doth hold. My love is such that Rivers cAnneot quench, Nor ought but love from thee give recompetence. Thy love is such I can no way repay. The heavens reward thee manifold, I pray. Then while we live, in love let's so persever That when we live no more, we may live ever.
Von Keyserling: Branding Hrabal: Zwaarbewaakte treinen Voltaire: Candide Ishiguro: Een kunstenaar van het vlietende leven Hawthorne: De scharlaken letter Yalom: De Schopenhauer-kuur Rosa: De derde oever van de rivier Hoffmann: Das Fräulein von Scuderi Waugh: The Loved One Kadare: Het donkere jaar Baricco: Zijde Moorehead: De Blauwe Nijl Lampedusa: De tijgerkat Melville: Billy Budd Platonov: De bouwput Tim Parks: Bestemming Bernhard: De neef van Wittgenstein Kafka: Die Verwandlung Werfel: Het bleekblauwe handschrift van een vrouw Traven: Verhalen Baldwin: Go Tell it on the Mountain Faulkner: As I lay dying Oë: De hoogmoedige doden Trilling: The Middle of the Journey Hardy: Far from the madding crowd Kristof: De analfabete McEwan: Amsterdam Filloy: De bende Sciascia: De Zaak Aldo Moro Salinger: Franny and Zooey