Het lied 'Zuiderzeeballade' is geschreven als een parodie op de smartlap
en wel door Willy van Hemert en Joop de Leur.
Lennaert Nijgh heeft het in de hoestekst van de Astrid Nijgh-lp De Razende Bol over de late jaren 50 als de tijd waarin dit 'volkslied van de bruine schepenwereld' geschreven is.
Het label van de Van Colmjon-single vermeldt 1960 als jaar waarin het lied aangemeld is bij de copyrights-instanties, het boek Nederpop stelt dat de single inderdaad in 1960 uitgebracht is, Hitdossier meldt dat de single pas in 1962 op de hitparade gekomen is, wat niet vreemd was in die tijd, toen het amusement een veel langere omlooptijd had. Maar volgens Oetze Verschoor zijn beide singles heel kort na elkaar uitgebracht en wel medio 1959.
Sylvain Poons was toneelspeler en zanger.
Hij legde zich toe op weemoedige liedjes over het Joodse leven
in het Amsterdam van voor de oorlog.
In 1934 al krijgt hij landelijke bekendheid met het lied 'Sally met de roomijskar'.
Van Sylvain Poons is onder meer de verzamel-lp 'We zullen je missen, Waterlooplein' (Dureco 44.069) uitgebracht, waarop enkele duetten met Heintje Davids. Sylvain Poons is volgens Oetze Verschoor begin 1986 overleden.
Oetze Verschoor kwam via zijn vader in contact met de muziekwereld. Verschoor: "Mijn vader is tot en met de oorlogsjaren beroepsmuzikant geweest. Daar heeft hij onder andere Ad van der Gein en Karel Alberts van het Cocktail Trio leren kennen. Aan het eind van de vijftiger jaren hebben wij ze weer ontmoet tijdens een uitvoering van de Klavierschippers. Zij traden daar als gast op. De Klavierschippers (* zie noot onderaan) was een accordeonvereniging, deze gaf veelal uitvoeringen in de regio.
Mijn vader speelde piano en ik zong daarbij.
Na het optreden samen met mijn vader
vroeg Ad van der Gein of ik er wat voor voelde om mee te doen
aan een uitzending van het radioprogramma 'De Zonnebloem'.
Dit werd mijn eerste radio-ervaring.
Het liedje dat ik bracht, heette 'Kleine gouden zonnestraal'.
Er is later een singletje van opgenomen bij Dureco.
Daarna volgde een live TV uitzending,
waar ik het liedje 'Mijn vaders opera' heb gezongen.
Omdat Sylvain Poons ook bij Dureco zat, vroegen ze mij of ik met hem de Zuiderzeeballade wilde zingen voor een plaatopname. Godert van Colmjon, waar hij de radiouitzending mee had gedaan, zat namelijk bij een andere maatschappij. Toen ik de studio in kwam, wist ik niet eens wat er gezongen ging worden. De muziek stond voor het grootste deel al op de band.
Harry de Groot heeft het lied drie keer voorgezongen
en daarna werden wij meteen opgenomen.
Er zat nogal haast achter, want ze waren ervan op de hoogte
dat elders een ander duo hetzelfde lied ook aan het vastleggen was.
Dat was heel spannend, wie als eerste de plaat uit kon brengen.
Medio 1959 kwamen beide singles uit, heel kort na elkaar.
Mijn voordeel was dat ik het lied met Sylvain Poons mocht zingen.
Onze versie wordt gedragen door Sylvain Poons, die kon erg goed een weemoedige stemming kweken.
Dat moet je niet aan een jochie van veertien overlaten.
Onze versie had het meeste succes.
Maar alles ging toen veel langzamer.
Pas in 1962 werd het een bekend nummer in Nederland.
Deze uitvoering was en is dan ook nog tot op heden de meest succesvolle.
"Leuk, vlot," vindt Oetze Verschoor van de laatste versie van de oude ballade, die van Normaal en Jantje Smit.
"Maar deze versie heeft een heel andere insteek.
Ik word nog wel eens gebeld of ik een bandje met het nummer op wil sturen. Voor een begrafenis van een vader of opa.
Ons liedje is een beetje eerbiedig, weemoedig.
Nee, ik heb er niet veel aan overgehouden.
Sylvain koos voor een bedrag ineens, mijn vader voor royalties.
Een paar cent per verkochte plaat. Dan werd er wel eens 150 gulden overgemaakt. Nu doe ik niets meer in de muziek.
Ik heb eind jaren 60 nog in een band gezongen,
die meestal optrad in de regio van Amsterdam.
In 1979 heb ik bij Dureco een single opgenomen, 'Mijn IJsselmeer'.
Dit naar aanleiding van de inpoldering van de Markerwaard.
Deze single leidde weer tot de opname van een LP met zeemansliedjes
met eveneens als titel 'Mijn IJsselmeer'.
Die heeft helaas weinig gedaan, terwijl ik voelde dat de tijd er rijp voor was.
De laatste jaren krijg ik wel vaker een reactie dan vroeger als ik me voorstel. Verschoor, dat is toch die van de Zuiderzeeballade?
Ja, ik ben er bijzonder trots op dat ik toentertijd
die twee liedjes opgenomen heb met Sylvain Poons."
Momenteel werkt Oetze Verschoor als account-manager bij Stork in Helmond.
Godert van Colmjon wordt samen met zijn broer Luc in 1956 bekend
als het duo The Butterflies. De 78-toerenplaat Dixieland komt in augustus van dat jaar op de (later gereconstrueerde) hitparade.
De jongens zijn dan 17 en 13 jaar oud.
Hun grootste en meest bekende succes stamt uit 1958,
de vertaling van 'Wake up little Suzy': 'Willem word wakker'.
Nadat de babydoll en Brigitte Bardot bezongen zijn,
raakt het duo aan het begin van de jaren 60 uit de gratie.
Godert maakte ook nog enkele solo-singles,
de laatste wordt in 1968 uitgebracht.
Er zijn drie grote verschillen tussen beide versies van de 'Zuiderzeeballade'.
Bij Van Colmjon heeft de kleine jongen de hoofdrol bij het zingen,
terwijl in de Poons-versie die rol weggelegd is voor de oude man.
Wat ook veel logischer is,
want hoe kan de kleine jongen zich de tijd herinneren
van vóór de inpoldering als hij die nooit heeft meegemaakt.
Verder telt de Poons-versie een extra couplet,
dat over "de hand en macht van onze Heer".
Bij de Van Colmjon-versie zorgen violen voor de begeleiding
en is er een in tempo afwijkend instrumentaal tussenstuk
voor het 'Ome is dood'-couplet.
Bij Poons voert de accordeon de boventoon
en is het hele lied uitgevoerd in een strak tango-tempo.
De Poons-versie wordt gebruikt als clublied van WTC Café Wilhelmina, beheerder van de Zuiderzee-sites. Deze traditie is ontstaan toen de club elk jaar de Ronde van de Zuyderzee reed, dus niet langs de oevers van het IJsselmeer, maar over de oude Zuiderzee-dijken.
--------------------------------------------------------------------------------
(*) We kregen een e-mail van Wim de Ruiter in Beverwijk:
Ik kwam toevallig op je site terecht toen ik zocht naar Klavierschippers.
Wellicht vind je het leuk om te weten dat De Klavierschippers
in 1980 opnieuw opgericht zijn en nog steeds bestaan.
Ik ben zelf gitarist van het orkest en schrijf de arrangementen
voor het opleidingsorkest en het Ensemble.
Mijn vader speelde drums en later percussie in de groep,
maar helaas is hij op 3 maart jongstleden overleden.
Ik ben ook bezig met een homepage over De Klavierschippers.
(Bedankt Cris)
Zuiderzeeballade
Opa kijk ik vond op zolder
Een foto van een ouwe boot
Is dat nog van voor de polder
Van die oude vissersvloot
Jochie, dat is een gelukkie
Ik was dat prentje jaren kwijt
k'heb nou weer een heel klein stukkie
Van die goeie ouwe tijd
Daar is het water, daar is de haven
Waar j'altijd horen kon: We gaan aan boord
De voerman laat er nou paarden draven
En aan de horizon leit Emmeloord
Eens ging de zee hier tekeer
Maar die tijd komt niet weer
Zuiderzee heet nou IJsselmeer
Een tractor gaat er nou greppels graven
k Zie tot de horizon geen schepen meer
Kijk die jongeman ben ikke
Ja, ikke was de kapitein
Hiero, en die grote dikke
Ja, dat moet Malle Japie zijn
Opa, en die blonde jongen
Vooraan bij de fokkeschoot
Opa, zeg nou wat, die jongen
is je ome, die is dood
In t diepe water, ver van de haven
In die novembernacht, voor twintig jaar
Door t brakke water is hij begraven
Maar als ik nog even wacht zien wij elkaar
Toen ging de zee zo tekeer
In een razend verweer
Ongestraft slaat niemand haar neer
Nu jaren later hier paarden draven
Zie ik de hand en macht van onze Heer
Waar is het water, waar is de haven?
Waar je altijd horen kon: We gaan aan boord
De voerman laat er zijn paard nou draven
En aan de horizon leit Emmeloord
Eens ging de zee hier tekeer
Maar die tijd komt niet weer
t Water leit nou achter de dijk
Waar eens de golven het land bedolven
Golft nou een halmenzee, de oogst is rijp