Toen het Kutskapeletje, in de meimaand van 2005, aan stad Waregem werd geschonken werd onderstaand persbericht verspreid. Met dank aan Paul en Kristien De Smet-Vandorpe om dit hier te mogen publiceren. Okergeel "De reden waarom we het Kutskapelletje aan stad schonken is heel eenvoudig", vertellen Paul en Kristien. "Wij wilden er zeker van zijn dat de kapel zou blijven bestaan. Veronderstel", leggen ze uit, "dat onze woonst ooit verkocht wordt, dan moest de nieuwe eigenaar geen slopingsvergunnig hebben om het kapelletje met de grond gelijk te maken en dat wilden wij vermijden.
Indertijd was het Kutskapelletje geschilderd in het okergeel. Sinds kort is er sprake om het kapelletje in de originele kleur te herschilderen", wisten Paul en Kristien nog te vertellen. (06/05/2010)
Persbericht Het "KutskapelIetje" langs de Hoonakkerdreef stond vroeger langs de Grote Heerweg, op het voorerf van Hilaire en Pallia Decavel-Callewaert. Aan deze kapel hangt een oude legende vast: in onheuglijke tijden voer een schipper met zijn schuit op de Leie. Zowat ter hoogte van de vroegere hofstede "De Potterie" geraakte hij in moeilijkheden en zijn boot dreigde te vergaan. Toen riep hij de Moeder Gods aan. Hij beloofde dat hij daar ter harer ere aan de Leieboorden een kapel zou bouwen. Maria kwam ter hulp en de schipper en zijn vaartuig bleven ongedeerd. De man vergat zijn belofte niet..
In werkelijkheid diende het Kutskapelletje als een soort grenspaal voor de eigendommen van de SintPietersheerlijkheid in de streek. Over het mogelijke bouwjaar van de kapel tasten we in het duister. De bouwstijlleek 17de eeuws en werd inderdaad in 1684 voor het eerst vermeld in een geschreven bron: In een van de registers van de Sint-Pietersschepenbank staat de moord beschreven op Gregorius Fremault, baljuw van deze heerlijkheid. Zijn doot lichaem werd op 30 juni 1684 gevonden bij de onse Lieve Vrauwe Capelle die stond tussen Desselgem en Beveren, langs de Grote Heerweg. Hij had een fusijck ofte pistool scheute dwers deur sijne hals gekregen.
De naam Kutskapelletje wijst op koorts (in het dialect kuts). Moeders uit Beveren en Desselgem kwamen er met hun kroost bidden voor intenties allerhande.
In 1968 werd de Grote Heerweg verbreed en het kapelletje stond in de weg. Etienne Ducatteeuw van de Beverse Heemkundige Kring had alles nog net kunnen fotograferen en opmeten. Al vlug werd in Beveren gesproken over een mogelijke heropbouw van het kapelletje. Er werd naar een geschikte locatie gezocht. Paul en Kristien De Smet-Vandorpe boden spontaan aan om de Kutskapel te herbouwen op een hoekje grond voor hun nieuwe woning in de Hoonakkerdreef. Enkele Beverse vrijwillige ambachtslui begonnen onder het toeziend oog van de Beverse Heemkring, met Etienne Ducatteeuw als architect, aan de heropbouw. Op 23 oktober 1971 werd de eerste spade in de grond gestoken. Op zondag 22 oktober 1972 werd de nieuwe kapel uiteindelijk ingewijd door pastoor Arthur De Pourcq.
In 2005 namen de weldoeners van weleer het initiatief om het Kutskapelletje aan de stad te schenken. Paul en Kristien De Smet-Vandorpe willen op deze manier verzekeren dat de kapel blijft bestaan. Bron: 30ste Jaarboek van de Geschied- en Heemkundige Kring "De Gaverstreke: "van veldkapellen en andere kleine landschapselementen in Beveren-Leie", M Debrouwere en E. Ducatteeuw, pp. 3755.
06-05-2010, 00:00 geschreven door Beverse Weetjes
|